96. Apparaatsuitgaven kerndepartement
Artikel
Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het ministerie opgenomen. In beleidsartikel 11 zijn de bijdragen aan ZBO’s verder toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting op de baten-lastendiensten wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van deze begroting.
artikelonderdeel | 20111) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | 253 765 | 240 603 | 255 336 | 203 534 | 196 565 | 196 521 |
Uitgaven | 239 556 | 253 765 | 240 603 | 255 336 | 203 534 | 196 565 | 196 521 |
Personele uitgaven | 239 556 | 174 622 | 166 266 | 148 124 | 142 876 | 137 124 | 137 134 |
• waarvan eigen personeel | 0 | 170 038 | 163 223 | 145 136 | 139 888 | 134 136 | 134 146 |
• waarvan externe inhuur | 0 | 2 024 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
• waarvan postactieven | 0 | 2 560 | 2 543 | 2 488 | 2 488 | 2 488 | 2 488 |
Materiële uitgaven | 0 | 79 143 | 74 337 | 107 212 | 60 658 | 59 441 | 59 387 |
• waarvan ICT | 0 | 13 597 | 11 851 | 10 571 | 10 307 | 10 307 | 10 307 |
• waarvan bijdrage aan SSO’s | 0 | 40 013 | 39 947 | 74 797 | 29 874 | 29 022 | 28 969 |
• waarvan overige materiële uitgaven | 0 | 25 533 | 22 539 | 21 844 | 20 477 | 20 112 | 20 111 |
Ontvangsten | 8 030 | 13 356 | 11 035 | 3 500 | 3 500 | 3 500 | 3 500 |
1) Het jaar 2011 is niet uitgesplitst vanwege de nieuwe structuur van de begroting die vanaf 2012 wordt gebruikt.
A. Personele en materiële uitgaven
Toelichting
De totaal begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2013 € 240,6 miljoen. Dit bedrag bestaat uit € 166,3 miljoen aan personele uitgaven en voor € 74,3 miljoen aan materiële uitgaven. Het bedrag aan externe inhuur in de tabel is lager dan de verwachte uitgaven van circa € 4 miljoen. Het is namelijk op dit moment niet duidelijk bij welke organisatieonderdelen zal worden ingehuurd (o.a. als gevolg van vervanging bij ziekte en zwangerschap en tijdelijke projecten). Dit heeft als consequentie dat dit nog niet in de administratie verwerkt kan worden. De geraamde externe inhuur van € 4 miljoen is exclusief de geraamde inhuur van de baten-lastendiensten Inspectie Werk en Inkomen (€ 0,6 miljoen) en het Agentschap SZW (€ 2,4 miljoen).
De bijdrage aan SSO’s bereikt in 2014 een piek omdat het gereserveerde bedrag voor de compensatie van de restwaarde van het SZW-gebouw hierin is opgenomen. Dit vanwege de verhuizing van SZW in 2014 naar de Resident.
B. Ontvangsten
De ontvangsten zijn in 2012 en 2013 hoger dan in latere jaren. De reden hiervoor is dat per 2012 de baten-lastendienst IWI is opgegaan in de Inspectie SZW. De apparaatskosten in 2012 en 2013 zijn verrekend. Deze verrekening vindt jaarlijks plaats.
2013 | |
---|---|
Kerndepartement | 240 603 |
Baten-lastendiensten | |
Agentschap SZW | 17 850 |
Inspectie Werk en Inkomen | zie toelichting |
ZBO’s en RWT’s | 1 993 292 |
UWV (inclusief BKWI) | 1 766 556 |
SVB | 219 927 |
IB | 6 180 |
LCR | 629 |
Toelichting
De apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de baten-lastendiensten en de ZBO’s zijn in tabel 96.2 aangegeven. De apparaatskosten van IWI zijn in het totaal van het kerndepartement meegenomen omdat IWI per 2012 onderdeel uitmaakt van de Inspectie SZW. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk over de baten-lastendiensten.
2013 | |
---|---|
SG | 21 123 |
pSG1 | 87 342 |
DG Participatie & Inkomenswaarborg | 16 339 |
DG Werk | 20 973 |
Inspectie SZW1 | 94 826 |
Totaal kerndepartement | 240 603 |
1 pSG exclusief AG SZW en Inspectie SZW inclusief IWI
Toelichting
In bovenstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. In de uitgaven van de pSG zijn ook de uitgaven voor huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement opgenomen.
Artikel
97. Aflopende regelingen
Artikel
Voor de financiële afwikkeling en verantwoording van een aantal aflopende regelingen is in de begroting een aparte voorziening getroffen. Het gaat hier om nadeclaraties of vergoedingen van nabetalingen op grond van gerechtelijke uitspraken (bezwaar- en beroepsprocedures) naar aanleiding van geschillen in het verleden.
artikelonderdeel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | 25 315 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 5 380 | 25 315 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programma-uitgaven | 5 380 | 25 315 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflopende regelingen | 5 380 | 25 315 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 16 120 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Programma-uitgaven
Toelichting
Een aantal wetten en regelingen is financieel afgewikkeld. Er kunnen nog wel nabetalingen plaatsvinden. Het gaat dan o.a. om nadeclaraties of vergoedingen voor nabetalingen op grond van gerechtelijke uitspraken (bezwaar- en beroepsprocedures) naar aanleiding van geschillen in het verleden.
Daarnaast zijn op dit artikel voor het jaar 2012 de uitkeringslasten (€ 17,1 miljoen) en de uitvoeringskosten (€ 3,8 miljoen) van de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) opgenomen. Deze wet is per 2012 ingetrokken. De kosten 2011 zijn op artikel 2 verantwoord, als onderdeel van de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG).
Ten slotte is op dit artikel een bedrag van € 2,6 miljoen opgenomen als bijdrage aan de frictiekosten van de opheffing van de Raad voor Werk en Inkomen per 1 juli 2012.
Artikel
98. Algemeen
Artikel
Op dit artikel worden de niet naar beleidsartikelen toe te rekenen posten verantwoord. Daarnaast wordt in dit artikel ingegaan op de activiteiten van de Inspectie SZW.
artikelonderdeel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | 50 422 | 67 118 | 56 931 | 49 698 | 55 869 | 55 851 |
Uitgaven | 47 145 | 51 170 | 67 028 | 56 931 | 49 698 | 55 869 | 55 851 |
Subsidies | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 13 835 | 17 404 | 35 930 | 32 322 | 31 352 | 31 592 | 31 578 |
Handhaving algemeen | 997 | 1 150 | 5 010 | 5 010 | 5 010 | 5 010 | 5 010 |
Handhavingsprogramma | 128 | 1 363 | 16 726 | 14 726 | 14 726 | 14 726 | 14 726 |
Opdrachten overig | 12 710 | 14 891 | 14 194 | 12 586 | 11 616 | 11 856 | 11 842 |
Bekostiging | 3 935 | 2 375 | 2 275 | 2 400 | 2 400 | 2 400 | 2 400 |
Uitvoeringskosten Caribisch Nederland | 3 935 | 2 375 | 2 275 | 2 400 | 2 400 | 2 400 | 2 400 |
Bijdrage aan mede-overheden | 5 005 | 5 214 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verzameluitkering SZW | 5 005 | 5 214 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan baten-lastendiensten | 22 382 | 23 477 | 26 223 | 19 609 | 13 346 | 19 277 | 19 273 |
Inspectie Werk en Inkomen | 9 652 | 10 100 | 10 000 | 9 980 | 9 880 | 9 805 | 9 805 |
Agentschap SZW | 12 567 | 13 202 | 16 119 | 9 520 | 3 363 | 9 363 | 9 363 |
Agentschap NL | 163 | 175 | 104 | 109 | 103 | 109 | 105 |
Bijdrage aan andere begrotingen | 1 988 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 |
Bijdrage aan andere begrotingen | 1 988 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 | 2 600 |
Ontvangsten | 0 | 2 660 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Subsidies
Toelichting
De subsidie-uitgaven zijn geheel toegerekend aan beleidsartikelen. Een totaaloverzicht van alle subsidie-uitgaven wordt in de bijlage subsidies van deze begroting gegeven.
B. Opdrachten
Handhaving algemeen en Handhavingsprogramma
Het totale beleidsbudget voor handhaving op de begroting bedraagt in 2013 € 21,8 miljoen. Een belangrijk deel daarvan is gereserveerd voor de uitvoering van het Handhavingsprogramma 2011–2014 (€ 16,8 miljoen). Jaarlijks wordt de invulling van het budget voor het Handhavingsprogramma vastgesteld, waarna overboeking plaatsvindt naar de relevante budgetten voor de feitelijke realisatie. De bedragen voor 2013 en volgende jaren zijn dan ook hoger dan voor 2012 omdat in 2012 bedragen zijn toebedeeld aan de beleidsartikelen. Daarnaast is het budget voor 2013 en latere jaren structureel verhoogd. Dit budget wordt onder andere gebruikt voor de implementatie van het voorgenomen wetsvoorstel «fraudeaanpak door gegevensuitwisseling en efficiënter gebruik van gegevens». Ook wordt het budget gebruikt om nieuwe mogelijkheden te financieren die uitvoerders kunnen gebruiken om fraude op te sporen.
Belangrijke posten uit het budget van het Handhavingsprogramma zijn:
-
• ondersteuning van interventieteams en gemeenten bij de handhaving van WWB door de regionale coördinatiepunten fraudebestrijding (via de Verzameluitkering SZW);
-
• voorlichting, waaronder de campagne «Voorkom problemen, weet hoe het zit»;
-
• bestrijding mensenhandel en arbeidsgerelateerde uitbuiting.
Opdrachten overig
Hieronder vallen de uitgaven voor onderzoek en voorlichting die niet zijn toebedeeld aan beleidsartikelen. Het onderzoeksbudget op artikel 98 (€ 6,7 miljoen) is departementsbreed. Van het totale budget is ca. € 3 miljoen bestemd voor beleidsinformatie.
Naast de uitgaven voor voorlichtingsprogramma’s worden uit het budget op artikel 98 ook de uitgaven bibliotheek, documentatie, postbus 51 en andere algemene publieksinformatie betaald.
C. Bekostiging
De unit SZW, die ondergebracht is bij de Rijksdienst Caribisch Nederland, voert namens de minister de regelingen op Caribisch Nederland uit. De uitvoeringskosten van de RCN worden op artikel 98 verantwoord.
D. Bijdrage aan mede-overheden
Ten behoeve van de Regionale Centra Fraudebestrijding en de landelijke expertisefunctie van de regionale coördinatiepunten fraudebestrijding wordt jaarlijks een bijdrage vanuit de verzameluitkering SZW via BZK aan de negen betrokken gemeenten overgemaakt. De beschikbare middelen worden vanuit het handhavingsbudget naar de verzameluitkering SZW geboekt.
E. Bijdrage aan baten-lastendiensten
In het hoofdstuk «Baten-lastendiensten» wordt nader ingegaan op bijdragen aan de SZW-baten-lastendiensten Agentschap SZW en Inspectie Werk en Inkomen. De bijdrage aan Agentschap Nederland heeft betrekking op de uitvoeringskosten van de pilot borgstellingsregeling.
F. Bijdrage aan andere begrotingen
Structureel wordt € 2,2 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Financiën en structureel € 0,4 miljoen naar het ministerie van EL&I ten behoeve van controlewerkzaamheden voor het ESF-programma 2007–2013 en voor individuele aanvragen uit het Europees Globalisering Fonds.
Inspectie SZW
De Inspectie SZW bestrijkt als toezichthouder van het ministerie van SZW het gehele SZW-terrein, zowel arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden als sociale zekerheid.
De inspectie houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving van SZW op het terrein van arbeidsomstandigheden, het voorkomen van rampen met gevaarlijke stoffen en ten aanzien van het verbod op illegale tewerkstelling en betaling onder het wettelijk minimumloon en handhaaft waar nodig deze wetgeving. Verder houdt de inspectie markttoezicht op de veiligheid van producten voor professioneel gebruik en toezicht op de door de Minister van SZW aangewezen certificering- en keuringsinstellingen.
De inspectie spoort strafrechtelijke overtredingen op wat betreft arbeidsuitbuiting, georganiseerde uitkeringsfraude en fraude met arbeidsgerelateerde subsidies. De Wet aanscherping handhaving en sanctionering SZW-wetgeving17 die is voorzien per 1 januari 2013 versterkt daarbij de mogelijkheden van een bestuursrechtelijke aanpak door de inspectie.
De inspectie biedt inzicht in de effectiviteit van het stelsel van werk en inkomen door onderzoek te doen naar de uitvoering van de sociale zekerheidswetten door UWV, SVB en gemeenten. Daarnaast signaleert de inspectie risico’s en ontwikkelingen op het gehele terrein van SZW ten behoeve van politiek, beleid en relevante partijen in het veld.
Bij de uitvoering van haar taken wil de inspectie maximaal effect sorteren. De inspectie heeft vanwege de taakstelling te maken met een geleidelijke afname van de capaciteit. Bij het maken van keuzes over de inzet van de capaciteit maakt de inspectie gebruik van een risico- en omgevingsanalyse. Daarbij sluit de inspectie aan bij de prioriteiten binnen het beleidsterrein van het ministerie van SZW. Op deze wijze draagt de inspectie SZW bij aan een gezonde en veilige werkplek voor werknemers, een eerlijke en goed werkende arbeidsmarkt en een goed functionerend stelsel van werk en inkomen.
De focus
In 2013 focust de inspectie haar toezicht op:
-
• de sectoren en thema’s waar volgens de risicoanalyse sprake is van een hoog en middenrisico, omdat de inspectie deze risico’s de maatschappelijke schade, zoals schade aan de gezondheid van werknemers of voor het functioneren van de arbeidsmarkt, gerelateerd aan de doelen van SZW het grootst acht;
-
• de aanpak van misstanden en notoire overtreders. Daarbij richt de inspectie zich op sectoren, locaties en bedrijven waar sprake is van niet-zelfredzame groepen, hoge arbeidsuitval wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid, sterke concurrentie en de mogelijkheid veel voordeel te behalen door de regels te ontduiken. In dergelijke gevallen acht de inspectie de kans op (stelselmatige) overtreding en misstanden namelijk groter.
De speerpunten
Belangrijke speerpunten in 2013 zijn:
-
• aanpak van illegale arbeid en arbeidsuitbuiting in diverse sectoren;
-
• voortzetting van het programma aanpak van malafide uitzendbureaus (AMU);
-
• interventieteams: de door de inspectie geleide interventieteams zijn in 2013 gericht op het bestrijden van arbeidsmarkt-, belasting- en sociale zekerheidsfraude in de sectoren uitzendbureaus, schoonmaak en champignonteelt;
-
• opsporing van georganiseerde vormen van uitkeringsfraude;
-
• verbeteren naleving arbo-zorgverplichtingen.
Waar mogelijk zoekt de inspectie hierbij de samenwerking met andere inspectiediensten.
De producten
In de doelstelling 2013 zijn de gevolgen van de voorgenomen aanscherping van het fraudebeleid per 1 januari 2013 nog niet meegenomen. Daarnaast kan de precieze uitwerking van het meerjarenplan van de Inspectie SZW voor 2013, bijvoorbeeld van de aanpak van misstanden en notoire overtreders, nog gevolgen hebben voor de productiedoelstellingen voor 2013.
Directie | Producten | Realisatie 2011 | Raming 2012 | Raming 2013 |
---|---|---|---|---|
Arbeidsomstandigheden | inspecties, ongeval- en klachtenonderzoeken | 18 729 | 19 400 | 19 400 |
Arbeidsmarktfraude | inspecties | 9 925 | 8 350 | 8 350 |
Major Hazard Control | inspecties en ongevalonderzoeken | 601 | 590 | 590 |
Werk & Inkomen | programmarapportages | 7 | 8 | 8 |
overige producten | 3 | 5 | 5 | |
Opsporing | onderzoeken | 62 | 60 | 60 |
aantal bij het OM aangemelde verdachten | 187 | 125–150 | 125–150 | |
vastgesteld nadeel | € 51 mln | € 25 mln | € 25 mln |
Artikel
99. Nominaal en onvoorzien
Artikel
Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord voor onvoorziene uitgaven, loon- en prijsbijstelling.
artikelonderdeel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | 8 426 | 107 152 | 126 952 | 95 414 | 106 814 | 103 212 |
Uitgaven | 0 | 8 426 | 107 152 | 126 952 | 95 414 | 106 814 | 103 212 |
Overige beleidsuitgaven | 0 | 8 426 | 107 152 | 126 952 | 95 414 | 106 814 | 103 212 |
Onvoorzien | 0 | 8 426 | 107 152 | 126 952 | 95 414 | 106 814 | 103 212 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Overige beleidsuitgaven
Toelichting
Onvoorzien
De grondslag ligt in de Comptabiliteitswet, waarin de mogelijkheid bestaat een artikel voor onvoorziene uitgaven op te nemen.
Loonbijstelling
Op dit onderdeel wordt de loonbijstelling verwerkt in het kader van algemene salarismaatregelen, incidentele loonontwikkeling en overige specifieke maatregelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en premies sociale zekerheid. Het artikel heeft het karakter van een «parkeerartikel» totdat de loonbijstelling toegedeeld kan worden aan de relevante beleidsartikelen.
Prijsbijstelling
Op dit onderdeel worden de ontvangen bedragen voor prijsbijstelling geboekt tot toerekening plaatsvindt aan de prijsgevoelige begrotingsartikelen. Dit artikel heeft het karakter van een «parkeerartikel» totdat toerekening kan plaatsvinden naar relevante beleidsartikelen.