Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties

Suppletoire mutaties 2014 (Voorjaarsnota) (in € mln.)
   

Art.

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2014

 

1.230,8

1.230,8

Stand vastgestelde begroting 2014

 

1.230,8

1.230,8

         

– suppletoire mutaties Voorjaarsnota 2014

     
         

1.

Voordelig/nadelig saldo 2013

05.10

 

2,1

 

Toevoeging voordelig saldo 2013 aan artikelen

div.

16,2

14,1

2.

Taakstelling collectieve sector

1/5/6

– 2,4

– 2,4

3.

Desaldering

1

– 9,3

– 9,3

4.

Overboeking naar andere departementen

1/5/6

– 18,0

– 18,0

5.

Interne verschuivingen binnen Deltafonds

1/5

0,0

 

6.

kasschuif tussen het IF en het DF

1/6

0

0

7.

Minregel 2013

1/5

0

0

Stand 1e suppletoire begroting 2014

1.217,3

1.217,3

Toelichting

1. Voordelig saldo 2013

De begroting van het Deltafonds vertoont over het jaar 2013 een voordelig saldo van ca. € 2,1 mln. Dit saldo wordt gevormd door de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Het voordelig saldo is ten gunste van ontvangstenartikel 5.10 (Saldo van de afgesloten rekeningen) gebracht.

In dit wetsvoorstel is naast deze ontvangstenverhoging ook het volledige voordelig saldo op de juiste uitgaven- en ontvangstenartikelen (producten) verwerkt.

2. Taakstelling collectieve sector

In de ministerraad van 30 augustus 2013 is besloten de aangehouden rijksbrede korting van € 0,7 mld. op de collectieve sector, definitief als taakstelling te verwerken.

Het aandeel van IenM in deze korting bedraagt in totaal € 18,3 mln. per jaar vanaf 2014. In de begroting 2014 is deze taakstelling geparkeerd op de begroting van hoofdstuk XII op begrotingsartikel 99 (Nominaal en onvoorzien). Het aandeel van het Deltafonds in deze taakstelling bedraagt ca. € 2,4 mln.

3. Desaldering

De desaldering heeft voor een bedrag van ca. € 9,5 mln. betrekking op werken voor derden in het Hoogheemraadschap Delfland. Dit betreft een aflopend project waarbij een desaldering heeft plaatsgevonden tussen ontvangsten en uitgaven. Anderzijds heeft een bedrag van ca. € 0,3 mln. betrekking op niet voorziene inkomsten uit het project Zandmaas (Maaswerken), waarvoor de uitgaven worden verhoogd.

4. Overboeking naar andere departementen

In het kader van het decentralisatiebeleid wordt het budget van € 18 mln. voor het Nota Ruimte project IJsselsprong vanuit het Deltafonds gedecentraliseerd naar het Provinciefonds (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties)

5. Interne verschuivingen binnen Deltafonds

Er vindt een budgettair neutrale verschuiving plaats van artikel 5 naar artikel 1. Het betreft hier een bedrag van € 0,269 mln. als bijdrage van de Staf Deltacommissaris aan het BOA-protocol 2014 (BeleidsOndersteuning en Advies).

Met ingang van 1 januari 2014 is het budget voor nHWBP (HWBP3) overgeboekt vanuit de operationele doelstelling 1.02.01 «Verkenningen en Planuitwerkingsprogramma» naar operationele doelstelling 1.02.02 «Realisatie».

6. Kasschuif tussen het Deltafonds en het Infrastructuurfonds

Investeringen in aanleg, beheer en onderhoud zijn gebaat bij continuïteit en een kasbeeld met beperkte schommelingen. In de Infrastructuurfondsbegroting was er in 2016 echter sprake van een forse terugloop van de totale beschikbare middelen ten opzichte van het jaar 2014. Het verloop van de budgetten vergde daarom een oplossing om het programma zo veel mogelijk volgens planning in uitvoering te blijven nemen. Onder andere door middel van een kasschuif met het Deltafonds (in 2016 wordt € 150 miljoen aan het Infrastructuurfonds toegevoegd; deze middelen komen in 2018 en 2019 terug) is bijgedragen aan een oplossing op het Infrastructuurfonds en is tevens een bijdrage geleverd aan een evenwichtiger kasbeeld op het Deltafonds. Op het Deltafonds was juist in 2016 sprake van een budgettaire piek en een terugloop in 2018 en 2019. Deze kasschuif heeft geen uitvoeringsconsequenties.

7. Salderen minbedrag 2013 ten gevolge van het niet-uitkeren prijsbijstelling tranche 2013

Door het inhouden van de prijsbijstelling tranche 2013 is een kasritmeprobleem ontstaan, dat in de begroting 2014 zichtbaar is gemaakt via de minregels op de investeringsruimte per modaliteit. Het minbedrag uit 2013 (bijna € 10 miljoen) loopt via het saldo over naar 2014 (zie toelichting 1). Dit zou het minbedrag in 2014 vergroten. Om dit te voorkomen wordt het overlopende minbedrag gesaldeerd vanuit verkenning en planuitwerking op artikel 1. In het jaar 2021 komt deze € 10 miljoen vanuit de investeringsruimte weer terug naar verkenning en planuitwerking. Consequentie is dat de overprogrammering daardoor toe neemt in het jaar 2014 (in totaal met € 10 miljoen). De omvang van de investeringsruimte over de looptijd van het fonds wijzigt niet.

Licence