Hieronder worden per artikel de belangrijkste verschillen van circa € 1,0 miljoen of hoger, tussen de realisatie 2014 en de standen van de tweede suppletoire begroting 2014 toegelicht.
Beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie
In 2014 zijn € 13,6 mln. minder verplichtingen aangegaan dan tijdens de Najaarsnota van 2014.
Toelichting
De subsidies politieke partijen voor 2014 zijn in 2013 verplicht en er zijn geen subsidies voor 2015 verplicht.
Beleidsartikel 2. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
In 2014 zijn voor € 9,4 mln. minder verplichtingen aangegaan. Tevens is er voor € 4 mln. minder ontvangsten gerealiseerd. Als gevolg hiervan is er ook € 3,9 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
Als gevolg van de taakstellingen en de daaruit voortvloeiende reorganisatie bij de AIVD zijn in 2014 minder nieuwe meerjarige verplichtingen aangegaan.
De ontvangsten voor de uitvoering van de veiligheidsonderzoeken voor 2014 zijn lager als gevolg van het niet in rekening kunnen brengen van de onderzoeken aan de private sector in afwachting van de wijziging van de Wet Veiligheidsonderzoeken (WVO). Om deze ontvangsten tegenvaller op te vangen zijn de uitgaven getemporiseerd.
Beleidsartikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid
Er zijn voor € 3,6 mln. meer verplichtingen aangegaan. Tevens is er voor € 1,8 mln. meer uitgegeven.
Toelichting
De hogere realisatie aan de verplichtingenkant hangt samen met de aangegane verplichtingen voor DigiD machtigingen en stelselvoorzieningen.
Er is een additionele bijdrage aan Logius verstrekt van ca. € 1,7 mln. ter dekking van de kosten voor beheer, exploitatie en opschaling van de voorziening MijnOverheid, zoals gemeld aan de Tweede Kamer in de brief van 17 december 2014 (uitvoering begroting 2014).
Beleidsartikel 7. Arbeidszaken overheid
Er zijn voor circa € 3,6 mln. meer verplichtingen aangegaan en er is voor circa € 1,3 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
Het programma InternetSpiegel voor de komende jaren is eind 2014 verplicht. ICTU voert het programma sinds 2007 uit en is gericht op het verbeteren van de prestaties van organisaties in de publieke sector. Tevens is de garantieverplichting voor SAIP opgenomen (€ 2,5 mln.).
De lagere uitgaven zijn het gevolg van het feit dat politieke ambtsdragers binnen zes maanden na het aftreden geen gebruik hebben gemaakt van het recht op waardeoverdracht (de mogelijkheid om in het ambt opgebouwde pensioenafspraken mee te nemen naar een ander pensioenfonds) en van een lager beroep op de uitkeringsregeling dan verwacht.