Base description which applies to whole site

1. DE LEESWIJZER

De begroting 2014 bevat de volgende onderdelen:

  • a. Beleidsagenda;

  • b. Beleidsartikelen;

  • c. Niet-beleidsartikelen;

  • d. Agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren;

  • e. Verdiepingshoofdstuk;

  • f. Bijlagen.

De minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het groene onderwijs.

Groeiparagraaf

Verantwoord begroten

Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld. De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien. In deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid. Door de nieuwe indeling kunnen in sommige tabellen geen gegevens worden opgenomen voor het jaar 2012. Een aantal financiële gegevens over 2012 is wel opgenomen in de verdiepingsbijlage.

Verfijning techniek verantwoord begroten

In maart 2013 heeft de vaste commissie voor OCW een aantal aanbevelingen gedaan voor de verfijning van de techniek van Verantwoord begroten door OCW. Deze voorstellen zijn betrokken bij het verder verbeteren van de OCW-begroting. Het betreft de volgende verbeteringen.

  • In de beleidsagenda 2014 spelen streefcijfers en indicatoren een dominantere rol. Voor de belangrijkste doelen en thema’s zijn indicatoren opgenomen waarbij per indicator een eindjaar wordt vermeld (kabinetsperiode of horizon van de betreffende begroting). Deze indicatoren zijn ook in het betreffende beleidsartikel herkenbaar opgenomen. Voor zover mogelijk zijn daar ook tussenliggende (jaar)doelstellingen in het begrotingsjaar aan gekoppeld.

  • In de beleidsagenda en beleidsartikelen is een directe link naar de website van Trends in Beeld opgenomen, waar de voortgang op de doelen in relatie tot de streefwaarden zichtbaar zijn. Naast de voortgang op de doelen in de beleidsagenda brengt Trends in Beeld als generieke stelselmonitor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel kwantitatief in kaart.

    Trends in Beeld is een dynamische website waar continu de meest actuele cijfers zijn terug te vinden. In de tabel indicatoren in de beleidsagenda en het beleidsartikel is een hyperlink opgenomen naar stand van 1 augustus 2013. Deze stand van de indicatoren ook is opgenomen in het boek Trends in Beeld dat als bijlage bij de begroting wordt aangeboden.

  • Om de informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid verder te vergroten zijn zoveel als mogelijk «links» opgenomen naar uitgevoerde evaluaties en doorlichtingen. Indien een evaluatie/doorlichting aanleiding is tot een aanpassing van het beleid dan is dat vermeld in de betreffende beleidsartikelen. Bovendien wordt indien relevant nader ingegaan op acties naar aanleiding van rapporten van de Algemene Rekenkamer.

  • In het algemene deel van het verdiepingshoofdstuk is een overzicht opgenomen met de grote beleidstrajecten en ombuigingen.

Artikelstructuur

In het kader van Verantwoord begroten is de administratie aangepast aan de nieuwe indeling van de begroting naar financiële instrumenten. Hierdoor is de artikelstructuur in de verdiepingsbijlage gewijzigd. Onder artikelstructuur wordt hier verstaan: de nummering van de artikelen (po, vo, enz.) en de artikelonderdelen (de financiële instrumenten zoals bekostiging, subsidies, enz.).

Toelichting budgetflexibiliteit

De minister van Financiën heeft in het AO van 6 maart 2013 over Verantwoord begroten toegezegd dat in het nieuwe begrotingsjaar bekeken wordt wat mogelijk is om de reden voor de juridische verplichting, wat daarachter zit en wat de onderbouwing daarvan is, toe te lichten. In navolging hierop is bij ieder beleidsartikel een kwalitatieve toelichting op de budgetflexibiliteit opgenomen na de toelichting op de financiële instrumenten.

Toezegging WGO jaarverslag 2012

Tijdens het wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2012 heeft de minister van OCW toegezegd in de begroting 2014 een overzicht te geven van de ombuigingen en intensiveringen uit het Regeerakkoord Rutte I, het Begrotingsakkoord 2013 (Lenteakkoord) en het Regeerakkoord Rutte II. Dit overzicht is opgenomen in het algemene deel van het verdiepingshoofdstuk.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma’s een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De in de motie vermelde landen-specifieke aanbevelingen geven geen aanleiding tot een specifieke OCW-reactie.

Garantieverplichtingen

In verband met gewijzigde afspraken met het ministerie van Financiën zijn nu ook de leningen aan onderwijsinstellingen met een gemeentegarantie als garantieverplichting toegevoegd.

Informatie in de begroting en andere relevante publicaties

De begroting is compacter geworden en meer toegespitst op de financiële informatie. De beleidsagenda presenteert de doelstellingen van de minister en de bijbehorende prestatie-indicatoren, en de beleidsartikelen beschrijven de werking en financiering van de verschillende stelsels. Voor een bredere kwantitatieve onderbouwing en monitoring van de toerusting en de presentaties van de O, C en W stelsels verwijzen we naar Trends in Beeld. Onderstaand schema geeft grafisch een totaalbeeld van welke informatie en verantwoording van het OCW-beleid gedurende een begrotingscyclus aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Schematische weergave van de informatie aan de Tweede Kamer gedurende de begrotingscyclus

Schematische weergave van de informatie aan de Tweede Kamer gedurende de begrotingscyclus

Hieronder volgt een nadere toelichting bij het schema.

  • Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer de begroting van OCW en Trends in Beeld . In Trends in Beeld zijn de relevante cijfers te vinden die inzicht geven in de kwaliteit en prestaties van de Nederlandse onderwijs, cultuur en wetenschapsstelsels en van emancipatie. In deze publicatie zijn ook de belangrijkste beelden voor Nederland uit Education at a Glance, de jaarlijkse publicatie van de OESO, opgenomen, alsmede de voortgang op de Europese doelstellingen.

  • In het najaar komt de publicatie Cultuur in Beeld uit. In deze publicatie wordt ingegaan op de belangrijkste trends en ontwikkelingen in het Nederlandse cultuurbeleid. Deze publicatie gaat dieper in op de maatschappelijke en economische waarden van cultuur. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de bijdrage van cultuur aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid, en de prestaties van culturele instellingen over de afgelopen subsidieperiode.

  • De Inspectie van het Onderwijs heeft een belangrijke rol in het onderwijsstelsel als toezichthouder, maar ook als leverancier van beleidsinformatie. In het jaarwerkplan van de Inspectie van het Onderwijs worden voorgenomen werkzaamheden gepresenteerd aan de Tweede Kamer.

  • Gedurende het jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de begrotingsuitvoering door middel van de Voorjaarsnota (1e suppletoire begroting) en de Najaarsnota (2e suppletoire begroting).

  • Ook worden gedurende het jaar allerlei beleidsdocumenten zoals actieplannen, beleidsdocumenten, beleidsevaluaties, beleidsdoorlichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Wetsvoorstellen worden ter behandeling aangeboden en AMvB’s worden voorgehangen. Over verschillende beleidsterreinen worden brieven naar de Tweede Kamer gestuurd, onder andere ter nadere uitwerking van de beleidsagenda en de begroting. Hierover vindt vaak separaat overleg met het parlement plaats. De actieplannen geven voor de verschillende beleidsterreinen een beeld van het beleid. Beleidsdoorlichtingen en andere evaluaties verschaffen inzicht in de effectiviteit van beleid.

  • De derde woensdag in mei is verantwoordingsdag. De Tweede Kamer ontvangt dan het jaarverslag van OCW en de publicatie Kerncijfers. In Kerncijfers worden resultaten, de stand van zaken en ontwikkelingen in het OCW-veld met een kwantitatieve toelichting en onderbouwing in beeld gebracht. Ook wordt het Onderwijsverslag aan de Tweede Kamer toegestuurd. Daarin wordt uitgebreid stilgestaan bij de staat van het onderwijs.

Trends in Beeld

De minister monitort met Trends in Beeld de kwaliteit en prestaties van de Nederlandse onderwijs-, cultuur- en wetenschapsstelsels in woord, beeld en cijfers. Enerzijds vormt Trends in Beeld een stelselmonitor van samenhangende en kenmerkende indicatoren en kengetallen. Deze geeft per onderwijssector een beeld van de ontwikkelingen van vaardigheden, rendement, behaald opleidingsniveau, de aansluiting met vervolgonderwijs/arbeidsmarkt en toezicht/kwaliteitsoordeel. Door deze indeling brengt de minister voor elke onderwijssector op eenduidige manier de doorlopende leerlijn in beeld. Aan de gepresenteerde indicatoren en kengetallen zijn geen expliciete streefcijfers verbonden maar de monitor werkt signalerend t.a.v. negatieve of positieve trendontwikkelingen. Op dezelfde manier volgt de minister met een samenhangende set indicatoren en kengetallen het functioneren van het Cultuur- en Mediastelsel en het Wetenschapsbestel.

Anderzijds geeft Trends in Beeld voor de belangrijkste doelen en functies van het Onderwijs, Cultuur- en Wetenschapsbestel inzicht in het functioneren van deze stelsels. Daartoe volgt de website de volgende thematische indeling:

Onderwijs

Hier krijgt de lezer inzicht in de kwaliteit, toegankelijkheid, doelmatigheid en de socialisatiefunctie van het onderwijsbestel.

  • Kwaliteit

    • Getoond worden de prestaties van leerlingen en studenten, het opleidingsniveau in Nederland en of afgestudeerden makkelijk een baan kunnen vinden. Daarnaast geeft ook de internationale concurrentiepositie van onze hoger onderwijs instellingen een indruk van de kwaliteit.

  • Toegankelijkheid

    • De onderwijscarrière van een willekeurig individu mag niet afhangen van factoren als de sociale, economische, etnische of culturele achtergrond. Behalve bij de instroom in het po moeten talent en behaalde resultaten doorslaggevend zijn in de onderwijscarrière van een individu en mogen er geen financiële belemmeringen zijn.

  • Doelmatigheid

    • Het gaat hier om de relatie tussen ingezette middelen en opbrengsten die met de ingezette middelen worden behaald. Doelmatigheid kan worden bekeken aan de hand van de prestaties van het stelsel, de investeringen van OCW en aan de hand van rendementen op de arbeidsmarkt. Ook lerarensalarissen spelen een rol, omdat lerarensalarissen een relatie hebben met de onderwijskwaliteit en medebepalend zijn voor de hoogte van de onderwijsuitgaven.

  • Socialisatiefunctie

    • Hierdoor leren nieuwe generaties zich de algemene waarden en moraal eigen te maken die nodig zijn voor een actieve deelname aan de maatschappij en die de sociale samenhang bevorderen.

Cultuur en Media

Binnen dit thema krijgt de lezer inzicht in het functioneren van het Cultuur- en Mediastelsel op het gebied van verscheidenheid (inclusief bescherming van erfgoed), spreiding (zowel geografische spreiding als toegankelijkheid) en kwaliteit.

  • Verscheidenheid

    Verscheidenheid in het cultuurbestel betekent een brede variëteit van cultuurvoorzieningen, met of zonder gerichte overheidssubsidie. Ondersteuning van het Rijk is bedoeld om erfgoed te beschermen en aanbod te verzekeren van voldoende omvang en kwaliteit.

  • Spreiding en toegankelijkheid

    Om bij te dragen aan de ontwikkeling van het individu en de samenleving, moeten cultuurvoorzieningen in Nederland toegankelijk zijn voor een breed publiek. Het Rijk is daarom verantwoordelijk voor spreiding van het Nederlandse cultuuraanbod.

  • Kwaliteit en doelmatigheid

    Kwaliteit is een belangrijke doelstelling van het cultuur- en mediabeleid. Voor media is onafhankelijkheid een belangrijk indicator. In de subsidieplansystematiek wordt de artistieke kwaliteit van instellingen beoordeeld door de Raad voor Cultuur. Gezonde bedrijfsvoering en ondernemerschap zijn nauw verbonden aan doelmatigheid, doordat ze de productiviteit en effectiviteit vergroten en tegelijkertijd de subsidieafhankelijkheid van de cultuur- en mediasector beperken.

Wetenschap

Trends in Beeld maakt met grafieken en tabellen het functioneren van het Wetenschapsbestel inzichtelijk aan de hand van de begrippen «toegankelijkheid», «kwaliteit» en «doelmatigheid».

  • Toegankelijkheid

    Bij de toegankelijkheid van het stelsel van onderzoek en wetenschap gaat het vooral om contacten en uitwisseling van kennis tussen de wereld van het onderzoek en de wetenschap en de «buitenwereld».

  • Kwaliteit

    Basis voor het bepalen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek is de wetenschappelijke output in de vorm van publicaties in (gerefereerde) tijdschriften, boeken en/of proefschriften. Andere vormen van output zijn bijdragen aan conferenties, ontwerpen, catalogi, machines en apparatuur.

  • Doelmatigheid

    Het wetenschapssysteem moet zo ingericht zijn dat de middelen (organisaties, financiële instrumenten, wetgeving, bestuurlijke inrichting) leiden tot optimale opbrengsten. Daarnaast is ook het aantal wetenschappelijke publicaties, gekoppeld aan de ingezette hoeveelheid personeel of geld van belang. Ook kan gekeken worden of onderzoeksorganisaties hun middelen effectief inzetten voor de financiering van wetenschappelijke projecten en programma's op basis van competitie.

Onderdelen begroting

Licence