Artikel 11 Financiering Staatschuld
Stand ontwerpbegroting (1) | mutaties begroting (2) | Stand vastgestelde begroting (3) | mutaties 1ste suppletoire begroting (4) | Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4) | Mutaties 2016 | Mutaties 2017 | Mutaties 2018 | Mutaties 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 50.474 | 50.474 | – 1.578 | 48.896 | – 3.760 | 317 | 4.241 | – 2.128 | |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Rente | 8.693 | 8.693 | – 643 | 8.050 | – 2.539 | – 2.173 | – 2.129 | – 2.129 | |
Rentelasten vaste schuld | 8.638 | 8.638 | – 543 | 8.095 | – 1.564 | – 2.174 | – 2.130 | – 2.130 | |
Rentelasten vlottende schuld | 55 | 55 | – 100 | – 45 | – 976 | 2 | 2 | 2 | |
Uitgaven voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | 41.762 | 41.762 | – 931 | 40.831 | – 1.221 | 2.490 | 6.370 | 1 | |
Aflossing vaste schuld | 41.762 | 41.762 | – 931 | 40.831 | – 1.221 | 2.490 | 6.370 | 1 | |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 19 | 19 | – 4 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige kosten | 19 | 19 | – 4 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 55.364 | 55.364 | – 2.181 | 53.183 | – 11.498 | – 239 | 3.502 | – 1.963 | |
Rente | 1.277 | 1.277 | 1.575 | 2.851 | – 217 | 425 | 659 | 632 | |
Rentebaten vaste schuld | 1.169 | 1.169 | – 69 | 1.101 | – 190 | 425 | 660 | 632 | |
Rentebaten vlottende schuld | 107 | 107 | – 3 | 105 | – 27 | – 1 | 0 | 0 | |
Ontvangsten voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 1.646 | 1.646 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | 54.087 | 54.087 | – 3.755 | 50.332 | – 11.281 | – 664 | 2.843 | – 2.595 | |
Uitgifte vaste schuld | 54.087 | 54.087 | – 6.087 | 48.000 | – 11.281 | – 664 | 2.843 | – 2.595 | |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 2.332 | 2.332 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld in de tabel opgenomen. De derde en verreweg de kleinste post betreft de overige kosten. Deze kosten bestaan met name uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.
Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten
Rentelasten en rentebaten schuld (– € 0,6 mrd. en + € 1,6 mrd.)
De rentelasten komen in 2015 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Dit is vooral het gevolg van de neerwaarts bijgestelde rekenrente en een lager dan geraamde rente op nieuw uitgegeven schuld. De ontvangsten zullen hoger uitvallen dan geraamd. Voortijdige beëindiging van rentederivaten heeft geleid tot een kasontvangst van € 1,6 mrd. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.
Aflossing en uitgifte van vaste schuld (– € 0,9 mrd. en – € 6,1 mrd.) en mutatie vlottende schuld (+ € 2,3 mrd.)
Als gevolg van meevallende tekorten en op basis van het financieringsbeleid is de raming voor de uitgifte van vaste schuld aangepast. Jaarlijks wordt het bedrag voor de uitgifte aan vaste schuld vastgesteld in het financieringsplan en zal in 2015 naar verwachting € 48 mrd. bedragen. Er wordt in 2015 € 0,9 mrd. minder afgelost dan eerder geraamd omdat een deel van deze aflossingen al eind 2014 heeft plaatsgevonden. Het niveau van de vlottende schuld zal naar volgens de huidige inzichten stijgen met € 2,3 mrd.
Overige kosten schulduitgifte (– € 4 mln.)
De post overige kosten schulduitgifte bestaat uit veilingkosten voor obligaties, bankkosten voor het beheer van de staatsschuld en schatkistbankieren, licentiekosten voor ICT en Bloomberg enzovoort. De grootste post betreft de kosten gemoeid met de veiling van staatsobligaties via de DDA methode. In het financieringsplan voor 2015 wordt uitgegaan van slechts één DDA in dat jaar. Hierdoor vallen de overige kosten schulduitgifte lager uit dan het bedrag dat in de begroting is opgenomen.
Artikel 12 Kasbeheer
Stand ontwerpbegroting (1) | mutaties begroting (2) | Stand vastgestelde begroting (3) | mutaties 1ste suppletoire begroting (4) | Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4) | Mutaties 2016 | Mutaties 2017 | Mutaties 2018 | Mutaties 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 4.359 | 0 | 4.359 | – 1.048 | 3.311 | – 6.666 | 1.308 | 1.289 | 1.246 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Rente | 53 | 0 | 53 | – 16 | 37 | – 229 | – 40 | – 29 | – 9 |
Rentelasten | 53 | 53 | – 16 | 37 | – 229 | – 40 | – 29 | – 9 | |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Leningen | 1.250 | 0 | 1.250 | – 100 | 1.150 | – 100 | – 100 | – 100 | – 100 |
Verstrekte leningen | 1.250 | 1.250 | – 100 | 1.150 | – 100 | – 100 | – 100 | – 100 | |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 3.055 | 0 | 3.055 | – 932 | 2.124 | – 6.337 | 1.447 | 1.419 | 1.355 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale fondsen | 3.055 | 3.055 | – 932 | 2.124 | – 6.337 | 1.447 | 1.419 | 1.355 | |
Decentrale Overheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 2.732 | 0 | 2.732 | 253 | 2.986 | – 248 | – 171 | – 155 | – 383 |
Rente | 383 | 0 | 383 | – 22 | 361 | – 225 | – 176 | – 144 | – 124 |
Rentebaten | 383 | 383 | – 22 | 361 | – 225 | – 176 | – 144 | – 124 | |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | 1.249 | 0 | 1.249 | 276 | 1.525 | – 22 | 5 | – 11 | – 259 |
Ontvangen aflossingen | 1.249 | 1.249 | 276 | 1.525 | – 22 | 5 | – 11 | – 259 | |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 1.100 | 0 | 1.100 | 0 | 1.100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Decentrale Overheden | 1.100 | 1.100 | 0 | 1.100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.
Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten
Rentelasten en rentebaten (– € 16,3 mln. en – € 22,5 mln.)
De rentelaten en rentebaten op leningen, rekening-courantstanden en deposito’s worden bij de eerste suppletoire begroting iets lager geraamd dan ten tijde van de ontwerpbegroting. Dit wordt grotendeels verklaard door de lagere rekenrente.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 932 mln.)
Het betreft hier de raming van de rekening-courantstanden van de sociale fondsen. Het tekort van de sociale fondsen zal naar verwachting minder toenemen dan eerder geraamd.
Verstrekte leningen en ontvangen aflossingen (– € 100 mln. en + € 276 mln.)
Op basis van de realisaties is de verwachting dat er € 100 mln. minder aan nieuwe leningen zal worden verstrekt en dat er € 276 mln. meer afgelost zal worden dan geraamd ten tijde van de ontwerpbegroting.