Base description which applies to whole site

4. De niet-beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-Beleidsartikel 40 Apparaat

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand vastgestelde begroting 2015 (1)

Mutaties 1e suppletoire begroting (2)

Stand 1e suppletoire begroting (3=1+2)

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

VERPLICHTINGEN

348.836

37.697

386.533

36.948

27.768

25.618

25.251

UITGAVEN

349.016

37.697

386.713

36.948

27.768

25.618

25.251

               

Personele uitgaven

229.124

32.892

262.016

38.515

33.687

30.789

29.575

Waarvan eigen personeel

200.353

4.668

205.021

16.336

16.624

16.906

16.860

Waarvan externe inhuur

6.290

318

6.608

193

193

193

193

Waarvan overige personele uitgaven

22.481

27.906

50.387

21.986

16.870

13.690

12.522

Materiële uitgaven

119.892

4.805

124.697

– 1.567

– 5.919

– 5.171

– 4.324

Waarvan ICT

7.065

– 689

6.376

– 803

– 903

– 1.003

– 1.003

Waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

40.722

– 1.509

39.213

– 972

– 861

– 797

– 765

Waarvan SSO DICTU

30.744

8.266

39.010

5.085

380

542

542

Waarvan overige materiële uitgaven

41.361

– 1.263

40.098

– 4.877

– 4.535

– 3.913

– 3.098

ONTVANGSTEN

31.299

4.395

35.694

1.328

2.128

2.096

2.050

Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven

In de hieronder opgenomen tabel is weergegeven welke bedragen in de begroting beschikbaar zijn voor «Groningen».

Bedragen

x € 1 mln

Artikel

2015

2016

2017

2018

2019

1 – Overheidsdienst Groningen

40

7,0

19,0

19,0

19,0

19,0

waarvan: 1-a) Organisatie

 

4,0

12,0

12,0

12,0

12,0

waarvan: 1-b) Onderzoek (o.a. NPR, woningmarkt

 

3,0

7,0

7,0

7,0

7,0

2 – Onderzoek (seismografisch en geologisch)

14

6,0

10,0

10,0

8,0

6,0

3 – Versterking energiedirecties

40

2,0

4,0

4,0

4,0

4,0

4 – Uitbreiding SodM

40

1,0

2,0

2,0

2,0

2,0

af: retributies SodM (ontvangsten)

     

– 0,8

– 0,8

– 0,8

Totaal beschikbaar

 

16

35

34

32

30

Personele uitgaven

De mutaties bij het subonderdeel «waarvan eigen personeel» worden veroorzaakt door:

  • De voorgenomen oprichting van de overheidsorganisatie Groningen in 2015 (€ 3,0 mln in 2015 en structureel € 9 mln).

  • De versterking van de energiedirectie bij het Directoraat-Generaal Energie, Telecom en Mededinging (€ 1,5 mln in 2015 en structureel € 3 mln).

  • De versterking van de dienst Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) (€ 1,0 mln in 2015 en structureel € 2,0 mln).

  • De overheveling van het uitvoeringsbudget van het expertisecentrum aanbesteden PIANOo (€ 1,7 mln in 2015).

  • De verwerking van de desaldering van het regiebureau Plattelandsontwikkeling (POP) (structureel € 0,9 mln).

  • De overheveling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) naar het Ministerie van I&M (structureel – € 2,2 mln).

  • De overgang van personeel van het visserijregistratie systeem naar het uitvoerend agentschap RVO (structureel – € 0,9 mln) en de administratieve verwerking van detacheringen (structureel – € 1,0 mln).

De verhoging bij het subonderdeel «waarvan overige personele uitgaven» wordt veroorzaakt door:

  • De toevoeging van een deel van de eindejaarsmarge 2014 (€ 18,6 mln) en het resultaat van de structureel lagere huren van de Rijksgebouwendienst (RGD) (€ 9,4 mln) aan dit artikel. In de Ontwerpbegroting 2016 worden deze posten specifiek ingezet voor problematiek binnen de EZ-begroting.

  • De middelen vanuit artikel 16 (€ 23 mln) worden voor de periode 2016–2019 ingezet voor de uitgaven van de zogenaamde Van Werk Naar Werk (VWNW) kandidaten. Deze uitgaven hangen samen met de opheffing van de Dienst Landelijk Gebied (DLG).

Materiële uitgaven

De verlaging bij het subonderdeel «waarvan ICT» hangt samen met:

  • Lagere ICT-uitgaven in verband met de structurele overgang van het Visserij registratie systeem (VIRIS) naar het uitvoerend agentschap RVO (– € 1,0 mln).

De verlaging bij het subonderdeel «waarvan bijdrage aan SSO’s» hangt samen met:

  • De structurele verlagingen op het onderdeel bijdrage SSO’s voor de overheveling van budget naar het Ministerie van BZK voor de uitvoering van gecentraliseerde taken en met de overheveling van budget voor de uitvoering van interdepartementale masterplannen naar het Ministerie van SZW (– € 1,4 mln).

De verhoging bij het subonderdeel «waarvan SSO DICTU» hangt samen met:

  • De mutatie SSO DICTU voor de overheveling van ICT budget voor het Programmabureau ondernemingsdossier en de uitvoering van regelhulpen landschap (€ 8,2 mln in 2015).

De mutaties op het subonderdeel «waarvan overige materiële uitgaven» hangen samen met:

  • De allocatie in 2015 voor de overheidsorganisatie Groningen en de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) voor versterking van huizen in Groningen als gevolg van de gaswinning (€ 4,5 mln in 2015 en structureel € 9 mln).

  • De overheveling van materieel budget voor de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) naar het Ministerie van I&M (– € 1,2 mln structureel).

  • Het resultaat van de Rijksgebouwendienst (RGD) leidt tot een structureel lagere uitgave voor de huren van rijkskantoren en specialties, deze bijdrage wordt tijdelijk tot definitieve invulling op het onderdeel personeel ondergebracht (– € 9,4 mln in 2015).

  • De bijstelling van de eenmalige desaldering voor de afschrijvingslasten inventaris kerndepartement door FM Haaglanden (€ 5 mln in 2015).

  • De verwerking van de desaldering voor het uitgaven aan P-direkt (structureel – € 2,5 mln).

  • De verwerking van de desaldering voor uitgaven aan het Regiebureau Plattelandsontwikkeling (POP) (structureel € 1,5 mln).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten hangen samen met:

  • Het opnemen van de geraamde retributies voor «Groningen» (€ 0,8 mln vanaf 2017).

  • De verwerking van de desaldering voor het regiebureau POP (structureel € 1,5 mln).

  • De verwerking van de eenmalige desaldering voor de afschrijvingslasten inventaris kerndepartement door FM Haaglanden (€ 5,0 mln in 2015).

  • De verwerking van een desaldering voor het Faunafonds (€ 0,4 mln).

  • De desalderingen voor ontvangsten P-direkt en detacheringen (verlaging van structureel – € 3,5 mln).

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-Beleidsartikel 41 Nominaal en Onvoorzien

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand vastgestelde begroting 2015 (1)

Mutaties 1e suppletoire begroting (2)

Stand 1e suppletoire begroting (3=1+2)

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

VERPLICHTINGEN

0

10.184

10.184

9.483

9.197

9.031

8.921

UITGAVEN

0

10.184

10.184

9.483

9.197

9.031

8.921

               

41.10 Prijsbijstelling

0

3.242

3.242

3.244

3.198

3.106

3.059

41.20 Loonbijstelling

0

6.942

6.942

6.239

5.999

5.925

5.862

41.30 Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Bij besluitvormingsmemorandum is de technische Loon- en prijsbijstellingstranche 2015 uitgedeeld bij 1e suppletoire begroting 2015. De loonbijstelling betreft de stijging van de contractloonontwikkeling (1,1%) en de daling van de sociale lasten overheidswerkgevers (-0,655%). De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging of daling van de diverse prijsindexen, variërend van -0,21% voor prijscode 6 (overige vaste activa) tot 0,53% voor prijscode 7 (particuliere consumptie).

De loon- en prijsbijstellingtranche 2015 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Licence