Art. | Uitgaven | Ontvangsten | ||
---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 6.163,1 | 6.163,1 | ||
Stand vastgestelde begroting 2015 | 6.163,1 | 6.163,1 | ||
Stand 1e suppletoire begroting 2015 | 6.215,5 | 6.215,5 | ||
Stand 2e suppletoire begroting 2015 | 5.827,1 | 5.953,1 | ||
– Mutaties Slotwet 2015 | ||||
Kader relevante mutaties | ||||
1. | Saldo 2015 | |||
– Artikel 13 Spoorwegen | 13 | – 57,3 | – 1,1 | |
– Overige artikelen | div | – 53,4 | – 28,0 | |
Overige mutaties | div | 2,0 | 2,0 | |
Realisatie 2015 | 5.718,5 | 5.926,1 |
Toelichting
1. De Slotwet 2015 laat een voordelig saldo zien van € 81,6 miljoen; dit saldo wordt gevormd door € 110,7 miljoen aan lagere uitgaven en € 29,1 miljoen aan lagere ontvangsten. Het voordelig saldo wordt met name veroorzaakt door artikel 13 Spoorwegen waar sprake is van € 57,3 miljoen aan lagere uitgaven, waarvan € 55,7 miljoen op Rente en aflossing en Geïntegreerde contractvormen.
Opgeteld met het reeds in de tweede suppletoire begroting (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 350 A nr. 2) opgenomen voordelig saldo van € 126,0 miljoen bedraagt het voordelig saldo over 2015 € 207,6 miljoen.
Het voordelig saldo wordt in 2016 aan het Infrastructuurfonds toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft. Voor een toelichting wordt verwezen naar de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2).