Het jaar 2015 luidt een periode in waarin de Rechtspraak werkt met een nieuwe strategische agenda. Die agenda betekent geen drastische breuk met de voorgaande jaren, maar is vooral gericht op het maken van nadere keuzes om zo de inspanningen meer te kunnen richten op de prioriteiten voor de komende jaren. De Agenda van de Rechtspraak 2015–2018 focust op snelle, toegankelijke en deskundige rechtspraak. Het resultaat moet zijn een grotere tevredenheid over de duidelijkheid van procedures, doorlooptijden van procedures en begrijpelijkheid van uitspraken van rechters en de toegankelijkheid van rechtspraak in het algemeen.
Waar het gaat om snelheid vertaalt dit zich in een substantieel kortere duur van gerechtelijke procedures. Die procedures moeten niet langer duren dan in verband met de eisen van een eerlijk proces en een kwalitatief goede beoordeling door de rechter nodig is. Verkorting kan worden bereikt door de tijd dat een zaak stilligt te verkorten. Binnen de huidige werkwijze neemt de tijd dat actief aan een zaak wordt gewerkt maar een klein deel van de totale doorlooptijd in beslag. Door eenvoudiger en eenduidiger procedures met kortere termijnen die strikt worden gehandhaafd zal de gemiddelde doorlooptijd afnemen, terwijl rechters gemiddeld meer tijd kunnen besteden aan de feitelijke behandeling van de zaak.
Bij toegankelijkheid gaat het niet alleen om de hoogte van griffierechten en de toegankelijkheid van gebouwen. Het gaat er evenzeer om of rechtspraak voor een ieder begrijpelijk is en processen en procedures niet onnodig complex zijn, zodat de toegang niet onnodig wordt belet. De wijze waarop rechters en andere medewerkers van de Rechtspraak communiceren is daarvoor van groot belang.
De druk die in onze tijd uitgaat van de samenleving, die steeds hogere organisatorische eisen stelt aan de Rechtspraak en daarmee aan de rechter mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de rechtspraak.
Het hart van die kwaliteit wordt gevormd door de deskundigheid van de rechters. Daarvoor is van belang dat er expliciete professionele standaarden worden ontwikkeld. Deze standaarden moeten de rechter houvast bieden bij het maken van de afwegingen tussen kwaliteit, kwantiteit en werkdruk. Die professionele standaarden dienen door rechters zelf in gezamenlijkheid te worden gedefinieerd. Per type zaak worden normen voor deskundige rechtspraak vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de kwaliteit van het rechterlijk werk, maar ook met de behoeften van partijen en samenleving en de kosten van rechtspraak.
De focus van de nieuwe agenda sluit goed aan bij de doelstellingen van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) waaraan door de Rechtspraak in nauwe samenwerking met de Minister van Veiligheid en Justitie voor wat betreft de benodigde wetgeving sinds 2013 hard wordt gewerkt. De agenda maakt duidelijk dat KEI voor de komende jaren de absolute topprioriteit voor de Rechtspraak vormt.
Waar de fundamenten voor deze ingrijpende reorganisatie zijn gelegd door de herziening van de gerechtelijke kaart, zullen met de uitvoering van dit veranderprogramma de gevolgen van vernieuwing voor rechtzoekenden en samenleving steeds merkbaarder worden. Voor die uitvoering is 2015 een cruciaal jaar. Als de wetgeving volgens de planning tot stand komt, zal eind 2015 een begin kunnen worden gemaakt met de geleidelijke invoering van de nieuwe bestuurs- en civielrechtelijke procedure bij de gerechten. Een ander onderdeel van KEI is de versterking van het toezicht dat door de rechter-commissaris in insolventiezaken (WSNP en faillissementen) en door de kantonrechter op beschermingsbewind, curatele en mentorschap. De nieuwe agenda plaatst het programma KEI in een bredere organisatorische en maatschappelijke context.
De Raad maakt zich onverminderd zorgen over de toenemende werk- en productiedruk onder rechters. Op dit moment is de Rechtspraak nog steeds in staat om de instroom aan zaken te verwerken en de vereiste kwaliteit te handhaven. Met de rechters zal de Raad onverminderd in nauw contact blijven om de werkdrukproblematiek te monitoren en waar nodig in overleg met het gerechtsbestuur te kunnen bijsturen. De hoop is dat het programma KEI en alle innovaties binnen dat programma de komende jaren tot enige verbeteringen van de situatie gaan leiden.
De Rechtspraak doet alles wat mogelijk is om met het programma KEI in de toekomst processen efficiënter te laten verlopen en op termijn kostenbesparingen te realiseren.
realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Baten | |||||||
Bijdrage Ministerie van VenJ | 980.122 | 986.699 | 953.130 | 965.114 | 912.271 | 912.272 | 934.178 |
Overige bijdrage van Ministerie van VenJ | 37.338 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 |
Overige opbrengsten | 8.533 | 8.500 | 8.500 | 8.500 | 8.500 | 8.500 | 8.500 |
Rentebaten | 167 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
bijdrage meer/minder werk | – 1.390 | 10.000 | 32.000 | 5.000 | 2.000 | 2.000 | 0 |
Totaal baten | 1.024.770 | 1.042.399 | 1.030.830 | 1.015.814 | 959.971 | 959.972 | 979.878 |
Lasten | |||||||
Personele kosten | 755.064 | 768.335 | 757.263 | 728.535 | 683.878 | 681.431 | 695.426 |
Materiële kosten | 262.803 | 267.422 | 263.568 | 253.570 | 238.026 | 237.175 | 242.046 |
Afschrijvingskosten | 21.413 | 21.058 | 24.458 | 28.148 | 32.446 | 35.636 | 36.540 |
Rentekosten | 2.093 | 1.930 | 1.847 | 1.839 | 1.836 | 1.815 | 1.815 |
Gerechtskosten | 3.988 | 3.653 | 3.694 | 3.722 | 3.784 | 3.914 | 4.051 |
Totale lasten | 1.045.361 | 1.062.399 | 1.050.830 | 1.015.814 | 959.971 | 959.972 | 979.878 |
Resultaat | –/– 20.591 | –/– 20.000 | –/– 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.
Overige bijdragen van het Ministerie van VenJ en overige opbrengsten
Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor Spirit en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.
Bijdrage meer- en minderwerk
De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minderwerk ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.
Lasten
Personele kosten
Ten opzichte van 2013 zullen de personele kosten in 2014 en 2015 toenemen omdat de Rechtspraak een hogere instroom zal verwerken.
Materiële kosten
De materiële kosten nemen evenredig met de personele kosten toe.
materiële vaste activa | afschrijvingstermijn |
---|---|
Hard- en software | 3 jaar |
Vervoermiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 5 jaar |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 8 jaar |
Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang | 10 jaar |
De afschrijvingskosten voor de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «»Vooruitontvangen bedragen OM»». De post «»Vooruitontvangen bedragen OM»» betreft de eerder door
het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan. In 2013 bedroeg de bijdrage van het OM € 1.035.000, in 2014 is dit naar verwachting € 1.130.000, in 2015 naar verwachting € 500.000 en in 2016–2019 zal deze gemiddeld € 334.000 per jaar bedragen.
Rentekosten
Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Gemiddeld betreft dit een rentepercentage van 1,0%.
Gerechtskosten
Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele en bestuurlijke zaken maakt gedurende of als gevolg van de behandeling van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gespecificeerd.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Productiegerelateerde bijdrage | 942.700 | 908.879 | 920.836 | 867.929 | 867.800 | 889.570 |
Bijdrage voor gerechtskosten | 3.653 | 3.694 | 3.722 | 3.784 | 3.914 | 4.051 |
Bijdrage voor overige uitgaven | ||||||
Bijzondere kamers rechtspraak | 8.007 | 8.007 | 8.007 | 8.007 | 8.007 | 8.007 |
College van Beroep v/h bedrijfsleven | 6.624 | 6.424 | 6.424 | 6.424 | 6.424 | 6.424 |
Megazaken | 16.806 | 17.217 | 17.216 | 17.217 | 17.217 | 17.217 |
Bijdrage Niet-BFR 2005 taken | ||||||
Tuchtrecht | 2.792 | 2.792 | 2.792 | 2.793 | 2.793 | 2.793 |
Commissie van toezicht | 6.116 | 6.116 | 6.116 | 6.116 | 6.116 | 6.116 |
Bijdrage Ministerie van VenJ | 986.699 | 953.130 | 965.114 | 912.271 | 912.272 | 934.178 |
De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke onderdeel van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en Minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. In onderstaande tabel zijn de productieaantallen opgenomen.
realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Totaal | 1.716.131 | 1.732.491 | 1.655.250 | 1.754.220 | 1.636.358 | 1.650.163 | 1.712.234 |
Gerechtshoven | |||||||
Civiel | 16.287 | 16.574 | 15.894 | 18.025 | 16.932 | 16.882 | 17.362 |
Straf | 38.648 | 37.415 | 38.008 | 38.217 | 38.208 | 38.202 | 38.196 |
Belasting | 4.032 | 4.247 | 3.864 | 4.052 | 3.796 | 3.821 | 3.950 |
Rechtbanken | |||||||
Civiel | 336.377 | 313.836 | 310.495 | 337.793 | 309.121 | 309.100 | 318.448 |
Straf | 190.055 | 189.062 | 181.045 | 176.795 | 176.013 | 175.162 | 174.384 |
Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers) | 47.546 | 48.992 | 46.267 | 50.623 | 46.705 | 46.446 | 48.471 |
Bestuur (Vreemdelingenkamers) | 35.588 | 45.510 | 44.240 | 39.900 | 39.750 | 39.750 | 39.750 |
Kanton | 1.014.585 | 1.044.483 | 985.796 | 1.057.091 | 976.781 | 992.196 | 1.042.359 |
Belasting | 26.098 | 25.311 | 22.711 | 24.208 | 22.245 | 22.000 | 22.501 |
Bijzondere colleges | |||||||
Centrale Raad van Beroep | 6.915 | 7.060 | 6.930 | 7.517 | 6.806 | 6.603 | 6.813 |
De instroomontwikkelingen blijken mede als gevolg van de economische crisis uiterst moeilijk voorspelbaar. Deze onzekerheid, alsmede de financiële mogelijkheden van het kabinet, heeft ertoe geleid dat de gefinancierde productie lager is dan de geraamde capaciteitsbehoeften volgens het Prognosemodel Justitiële Ketens. Dit geldt met name voor de jaren 2014 en 2015. De Rechtspraak wil al wat mogelijk is doen door in 2014, en 2015 eigen middelen (egalisatierekening en eigen vermogen) in te zetten om te hoog oplopende voorraden voor de korte termijn tegen te gaan.
Productgroepprijzen 2014–2016
In de tabel hierna zijn de prijzen opgenomen die de Raad voor de rechtspraak en het Ministerie van Veiligheid en Justitie overeengekomen zijn voor de periode 2014–2016. In de jaren 2014, 2015 en 2016 ontvangt de Rechtspraak een tijdelijke tegemoetkoming van € 26,5 mln. per jaar om de balans tussen werkdruk en kwaliteit te bewaren, voor frictiekosten en voor investeringen in het programma Kwaliteit en Innovatie.
productgroep | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|
Rechtbanken | |||
Rechtbank Civiel | 797,19 | 797,19 | 765,75 |
Rechtbank Bestuur | 2.193,45 | 2.193,45 | 2.114,68 |
Rechtbank Straf | 1.022,65 | 1.022,65 | 986,08 |
Rechtbank Kanton | 155,46 | 155,46 | 150,45 |
Rechtbank VK | 993,20 | 993,20 | 964,25 |
Rechtbank Belasting | 1.124,95 | 1.124,95 | 1.090,77 |
Hoven | |||
Hof Civiel | 3.850,33 | 3.850,33 | 3.693,88 |
Hof Straf | 1.543,55 | 1.543,55 | 1.488,86 |
Hof Belasting | 3.630,02 | 3.630,02 | 3.508,67 |
Centrale Raad van beroep | 3.431,62 | 3.431,62 | 3.298,18 |
Ontwikkeling eigen vermogen
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen per 1–1 | 49.223 | 28.632 | 8.632 | – 11.368 | – 11.368 | – 11.368 | – 11.368 |
Resultaat | – 20.591 | – 20.000 | – 20.000 | ||||
Eigen vermogen per 31–12 | 28.632 | 8.632 | – 11.368 | – 11.368 | – 11.368 | – 11.368 | – 11.368 |
De geraamde capaciteitsbehoeften volgens het Prognosemodel Justitiële Ketens wordt niet volledig gefinancierd. Daardoor zal in de komende jaren het eigen vermogen worden ingezet, in aanvulling op de inzet van de egalisatierekening. Daarnaast zijn extra kosten in 2014/2016 voorzien voor de ontwikkeling en implementatie van het programma Kwaliteit en Innovatie. Hierdoor wordt door de Raad een negatief resultaat van de Rechtspraak voorzien voor de jaren 2014 en 2015.
Doorlooptijden
In onderstaande tabel wordt de realisatie weergegeven ten opzichte van de norm.
realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|
norm | 2011 | 2012 | 2013 | ||
Civiel- handelszaken rechtbanken | |||||
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 87% | 84% | 81% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 62% | 54% | 55% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 85% | 78% | 77% |
Beëindigde faillissementen | 90% | ≤ 3 jaar | 80% | 81% | 81% |
Handelsrekesten (vooral insolventie) | 90% | ≤ 3 mnd. | 83% | 83% | 81% |
Kort gedingen / vovo's (inclusief familierecht) | 95% | ≤ 3 mnd. | 92% | 93% | 93% |
Civiel- familiezaken rechtbanken | |||||
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's) | 95% | ≤ 1 jaar | 93% | 94% | 94% |
– waarvan op gemeenschappelijk verzoek | 95% | ≤ 2 mnd. | 93% | 91% | 90% |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | 90% | ≤ 1 jaar | 93% | 93% | 93% |
Omgang- en gezagzaken | 85% | ≤ 1 jaar | 83% | 83% | 83% |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter | 90% | ≤ 3 mnd. | 92% | 91% | 90% |
– waarvan eerste verzoeken tot OTS | 80% | ≤ 3 wkn. | 81% | 80% | 72% |
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken | |||||
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 75% | 81% | 84% |
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 9 mnd. | 59% | 68% | 68% |
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier | 90% | ≤ 3 mnd. | 93% | 92% | 95% |
Vreemdelingenzaken, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 73% | 80% | 81% |
Belastingzaken lokaal, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 56% | 57% | 62% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 79% | 80% | 86% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 61% | 63% | 67% |
Kantonzaken | |||||
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 95% | 95% | 94% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 75% | ≤ 6 mnd. | 80% | 80% | 75% |
Arbeidsontbindingen op tegenspraak | 95% | ≤ 3 mnd. | 94% | 97% | 96% |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken | 95% | ≤ 6 mnd. | 87% | 88% | 87% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 98% | 97% | 97% |
Geregelde arbeidsontbindingen | 90% | ≤ 15 dgn. | 87% | 87% | 79% |
Kort gedingen / vovo's | 95% | ≤ 3 mnd. | 96% | 97% | 97% |
Overtredingszaken | 85% | ≤ 1 mnd. | 87% | 90% | 86% |
Mulderzaken | 80% | ≤ 3 mnd. | 78% | 84% | 66% |
Strafzaken rechtbanken | |||||
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld) | 90% | ≤ 6 mnd. | 83% | 82% | 78% |
Politierechterzaken (incl. economische) | 90% | ≤ 5 wkn. | 85% | 88% | 87% |
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig) | 85% | ≤ 5 wkn. | 77% | 82% | 77% |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | 100% | ≤ 2 wkn. | 100% | 100% | 99% |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | 85% | ≤ 4 mnd. | 83% | 85% | 72% |
Uitwerken strafzaken (EK+MK) i.v.m. hoger beroep, jeugd | 100% | ≤ 4 wkn. | nog niet meetbaar | ||
Uitwerken strafzaken (EK+MK) i.v.m. hoger beroep, niet jeugd | 100% | ≤ 16 wkn. | nog niet meetbaar | ||
– waarvan gedetineerdenzaken | 100% | ≤ 3 mnd. | nog niet meetbaar | ||
Civiel – handelszaken hoven | |||||
Handelszaken dagvaardingen – norm 1 | 80% | ≤ 2 jaar | 79% | 80% | 80% |
Handelszaken dagvaardingen – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 43% | 46% | 46% |
Isolventierekesten | 90% | ≤ 2 mnd. | 49% | 51% | 31% |
Handelsrekesten, niet insolventie | 90% | ≤ 6 mnd. | 53% | 56% | 52% |
Civiel – familiezaken hoven | |||||
Familierekesten | 90% | ≤ 1 jaar | 89% | 91% | 91% |
– waarvan Jeugdbeschermingszaken | 90% | ≤ 4 mnd. | 84% | 89% | 85% |
Belastingzaken hoven | |||||
Belastingzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 74% | 73% | 76% |
Belastingzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 46% | 44% | 44% |
Strafzaken hoven | |||||
Meervoudige Kamer-zaken | 85% | ≤ 9 mnd. | 56% | 59% | 63% |
EK-strafzaken, niet kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 30% | 22% | 24% |
EK-strafzaken, kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 70% | 49% | 42% |
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 90% | ≤ 2 wkn. | 50% | 50% | 56% |
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 80% | ≤ 4 mnd. | 34% | 36% | 46% |
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | 85% | ≤ 6 mnd. | 53% | 46% | 34% |
Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie | 100% | ≤ 6 mnd. | 68% | 64% | 70% |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rekening courant RHB 1 januari | 206.023 | 173.782 | 143.782 | 91.782 | 86.782 | 84.782 | 82.782 |
Totaal operationele kasstroom | – 6.091 | – 8.942 | – 27.542 | 23.148 | 30.446 | 33.636 | 36.540 |
Totaal investeringen | – 29.301 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen | 334 | ||||||
Totaal investeringskasstroom | – 28.967 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | |||||||
Eenmalige storting door moederdepartement | |||||||
Aflossingen op leningen | – 23.354 | – 21.058 | – 24.458 | – 28.148 | – 32.446 | – 35.636 | – 36.540 |
Beroep op de leenfaciliteit | 26.171 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Totaal financieringskasstroom | 2.817 | 18.942 | 15.542 | 11.852 | 7.554 | 4.364 | 4.364 |
Rekening courant RHB 31 december* | 173.782 | 143.782 | 91.782 | 86.782 | 84.782 | 82.782 | 83.686 |
*incl. rekening-courantstand egalisatierekening | 52.095 | 42.095 | 10.095 | 5.095 | 3.095 | 1.095 | 1.095 |
Investeringen
Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is in 2014 een vervangingsinvestering van € 40 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.
omschrijving | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Hard- en software | 15.401 | 15.401 | 15.401 | 15.401 | 15.401 | 15.401 |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 2.907 | 2.907 | 2.907 | 2.907 | 2.907 | 2.907 |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 4.062 | 4.062 | 4.062 | 4.062 | 4.062 | 4.062 |
Verbouwingen, installaties en meubilair lang | 17.630 | 17.630 | 17.630 | 17.630 | 17.630 | 17.630 |
Totaal | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding | ||||||
Vervanging | 37.012 | 37.797 | 37.297 | 33.394 | 34.233 | 34.233 |
Uitbreiding | 2.988 | 2.203 | 2.703 | 6.606 | 5.767 | 5.767 |