1.1 Inleiding
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) bestaat uit een College en een secretariaat dat is ondergebracht in een agentschap (aCBG). Het College is een organisatie met een zelfstandige bevoegdheid, een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van het CBG is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast de taken voor het CBG ondersteunt het agentschap tevens het Ministerie van Economische Zaken (EZ) bij de uitvoering van veterinaire geneesmiddelenbeoordeling en -bewaking door de Commissie Registratie Diergeneesmiddelen (CRD) en het Ministerie van VWS bij de beoordeling van nieuwe voedingsmiddelen.
De belangrijkste taken op basis van de Nederlandse Geneesmiddelenwet, de Wet dieren en Europese Verordeningen zijn voor het CBG:
-
– Verstrekken, handhaven en schorsen van handelsvergunningen op basis van de beoordeling van werkzaamheid, risico’s en kwaliteit.
-
– Vaststellen van de afleverstatus humaan, dus het bepalen of het geneesmiddel uitsluitend op recept, uitsluitend via de apotheek, via de drogist of in de vrije verkoop verkrijgbaar mag zijn.
-
– Vaststellen van de afleverstatus veterinair, dus het bepalen of het diergeneesmiddel uitsluitend door een dierenarts mag worden toegediend, afgeleverd mag worden door dierenarts of apotheker, op recept afgeleverd mag worden door dierenarts, apotheker of vergunninghouder, of vrij verkrijgbaar is.
-
– Geneesmiddelenbewaking.
-
– Geven van wetenschappelijk advies in het kader van geneesmiddelontwikkeling.
De meest up-to-date informatie over de organisatiestructuur, collegesamenstelling en achtergrondinformatie over processen en procedures vindt men op de aCBG-website: www.cbg-meb.nl.
1.2 Begroting
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A. Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 203 | 178 | 178 | 178 | 178 | 178 | 178 |
Omzet overige departementen | 856 | 612 | 612 | 612 | 612 | 612 | 612 |
Omzet derden | 36.135 | 41.690 | 39.210 | 39.210 | 39.210 | 39.210 | 39.210 |
Rentebaten | 11 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 37.205 | 42.480 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
B. Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 36.070 | 38.230 | 35.750 | 35.750 | 35.750 | 35.750 | 35.750 |
– Personele kosten | 23.342 | 23.500 | 23.500 | 23.500 | 23.500 | 23.500 | 23.500 |
waarvan eigen personeel | 21.310 | 21.300 | 21.500 | 21.500 | 21.500 | 21.500 | 21.500 |
waarvan externe inhuur | 2.032 | 2.200 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
– Materiële kosten | 12.728 | 14.730 | 12.250 | 12.250 | 12.250 | 12.250 | 12.250 |
waarvan apparaat ICT | 2.365 | 2.125 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
waarvan bijdrage aan SSO’s | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZBO College | 772 | 750 | 750 | 750 | 750 | 750 | 750 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 2.423 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
– Materieel | 1.477 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Immaterieel | 946 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 39.265 | 42.480 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Saldo van baten en lasten | – 2.060 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting begroting van baten en lasten
De vastgestelde begroting 2014 toont een saldo van baten en lasten van nul. Een sluitende exploitatie is uitgangspunt, hoewel er rekening mee wordt gehouden dat zowel baten als lasten voor 2014 en verder lager uitkomen dan eerder geraamd. In 2013 is het aCBG geconfronteerd met een scherpe omzetdaling en een exploitatieverlies. De getroffen maatregelen behelzen een verhoging van de tarieven, verkenning van de markt en beheersing van de kosten. Hoewel de omzet naar verwachting stijgt ten opzichte van 2013, staat de markt nog steeds onder druk. Het aCBG is voornemens ook in 2015 een aantal tarieven te verhogen en in te voeren. In de begroting komt de verwachting tot uitdrukking dat omzet en kosten zich de komende jaren op een lager dan eerder geraamd niveau stabiliseren.
Baten
Het aCBG ontvangt van opdrachtgever VWS een bedrag van circa € 0,2 miljoen ter dekking van de kosten van het Bureau Nieuwe Voedingsmiddelen.
Het Bureau Diergeneesmiddelen van het aCBG verricht voor het Ministerie van Economische zaken (EZ) beleidsondersteunende activiteiten. Hiervoor is een bedrag begroot van circa € 0,6 miljoen.
In de volgende tabel wordt de omzet derden 2015 verdeeld naar productgroepen. De hierbij gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op de regelingen Geneesmiddelenwet en de Wet dieren.
Productgroep | Omzet |
---|---|
Beoordelen van nationale aanvragen | 2.000 |
Beoordelen van Europese aanvragen: centraal | 6.000 |
Beoordelen van Europese aanvragen: MRP | 400 |
Beoordelen van Europese aanvragen: DCP | 10.260 |
Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen | 250 |
Jaarvergoedingen | 18.000 |
Bureau Diergeneesmiddelen | 2.300 |
Totaal opbrengst derden | 39.210 |
Onderstaand worden de productgroepen kort toegelicht.
Beoordelen van nationale aanvragen
Het beoordelingsproces van een nationale aanvraag betreft de aanvraag van een handelsvergunning voor een nieuw op de Nederlandse markt te brengen geneesmiddel. De handelsvergunning wordt door het aCBG afgegeven. Het betreffende geneesmiddel komt alleen in Nederland op de markt.
Beoordelen van Europese aanvragen: centraal
Om een Europese handelsvergunning voor een geneesmiddel van de Europese Commissie toegekend te krijgen, moet de fabrikant de centrale procedure volgen. De fabrikant kan dan een handelsvergunning krijgen, die in alle EU-lidstaten geldig is. De coördinatie van de centrale procedure berust bij het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA).
Beoordelen van Europese aanvragen: MRP (Mutual Recognition Procedure)
In een MRP-procedure heeft een andere EU-lidstaat een handelsvergunning verleend. Het aCBG beoordeelt of deze geneesmiddelen, op basis van het beoordelingsrapport van de andere lidstaat, toegelaten kunnen worden tot de Nederlandse markt.
Beoordelen van Europese aanvragen: DCP (Decentrale Procedure)
Een Decentrale Procedure kan door de fabrikant worden gebruikt om een handelsvergunning in meerdere lidstaten te verkrijgen als nog in geen enkel land een handelsvergunning is verkregen. De fabrikant kan een EU-lidstaat vragen om het beoordelingsproces te verrichten. Deze lidstaat wordt dan Referentieland (RMS). Na het beoordelingsproces starten de overige lidstaten een MRP-procedure.
Beoordeling van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen
Het aCBG verricht beoordelingswerkzaamheden voor homeopathische geneesmiddelen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen. Nieuwe voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen of voedselingrediënten die voor 15 mei 1997 niet in significante mate in de Europese Gemeenschap voor de menselijke voeding zijn gebruikt.
Jaarvergoedingen
Voor het op de markt brengen van een geneesmiddel moet door de registratiehouder jaarlijks een vergoeding worden betaald.
Bureau Diergeneesmiddelen
Het Bureau Diergeneesmiddelen beoordeelt en verleent vergunningen voor de productie en distributie van diergeneesmiddelen.
Lasten
Het streven is de personele lasten de komende jaren niet te laten stijgen en te stabiliseren op het niveau van 2013. De materiële lasten zullen dalen als gevolg van het wegvallen van enkele verplichtingen. Onderdeel van de materiële lasten is de subsidie aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, ter waarde van € 2,2 miljoen.
Kosten en niveau van externe inhuur blijven met 8,5% binnen de rijksbrede norm (10%).
1.3 Kasstroomoverzicht
Omschrijving | 2013 stand slotwet | 2014 vastgestelde begroting | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 4.501 | 3.717 | 6.717 | 9.717 | 12.717 | 15.717 | 18.717 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 327 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
– /- totaal investeringen | – 857 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 857 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 | – 500 |
– /- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– /- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen[1] (=1+2+3+4) | 3.717 | 6.717 | 9.717 | 12.717 | 15.717 | 18.717 | 21.717 |
Toelichting kasstroomoverzicht
De investeringen 2015 hebben betrekking op vervanging van kantoorautomatisering. Gezien het feit dat in 2012 veel investeringen hebben plaatsgevonden als gevolg van de verhuizing naar Utrecht, worden de investeringen de komende jaren lager geraamd.
1.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Generiek | |||||||
1. Tarieven/uur (bedragen in €) | 91 | 90 | 87 | 87 | 87 | 87 | 87 |
2. Omzet per productgroep (bedragen x € 1.000) | |||||||
– Boordelen van nationale aanvragen | 2.118 | 2.200 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: centraal | 4.789 | 5.500 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP | 328 | 500 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: DCP | 9.783 | 13.000 | 10.260 | 10.260 | 10.260 | 10.260 | 10.260 |
– Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen | 47 | 190 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
– Bureau Diergeneesmiddelen | 2.252 | 2.300 | 2.300 | 2.300 | 2.300 | 2.300 | 2.300 |
– Jaarvergoedingen | 17.411 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 |
– Overig | 593 | ||||||
Totaal omzet derden | 36.135 | 41.690 | 39.210 | 39.210 | 39.210 | 39.210 | 39.210 |
3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 261 | 275 | 275 | 275 | 275 | 275 | 275 |
4. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | – 5,54% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Specifiek | |||||||
1. Gegronde klachten | 24 | 32 | 32 | 32 | 32 | 32 | 32 |
2. Zaken per fte | 93 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
3. Percentage externe inhuur ten opzichte van totale personele kosten | 8,7% | 9,4% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
4. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | >90% | >90% | >90% | >90% | >90% | >90% | >90% |
Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tarieven/uur
Uurtarieven om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies waarbij naar het primaire proces exclusief onderzoekskosten wordt gekeken.
Omzet per productgroep
De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de totale omzet van het aCBG. De samenstelling en omvang worden deels beïnvloed door internationaal opgelegde (EMA) tarieven. Op grond van marktontwikkelingen wordt rekening gehouden met een daling van de nationale afzet. Ondanks een verwachte stijging van de tarieven die het aCBG hanteert, wordt rekening gehouden met een omzetdaling. Bij centrale Europese aanvragen wordt daarentegen een stijging verwacht. Verder ontvangt het aCBG vanaf 2015 een vergoeding voor de eerder niet-betaalde werkzaamheden in het kader van geneesmiddelenbewaking.
Aantal fte totaal
Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het agentschap per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. De toename van het aantal vaste medewerkers in 2014 houdt verband met toegenomen eisen en activiteiten op het gebied van farmacovigilantie. Daarnaast is sprake van beperking van externe inhuur/uitbesteding bij gelijkblijvende werklast. Het geraamde percentage inhuur externen bedraagt in 2015 8,5%.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten. Het aCBG streeft er naar kostenneutraal te opereren. De omzet wordt bepaald door de marktvraag en deels door de internationaal opgelegde (EMA) tarieven.
Aantal gegronde klachten
Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. Het streven is het aantal gegronde klachten niet te laten stijgen, maar omdat klanten steeds meer melden wordt een lichte stijging voorzien.
Aantal zaken per fte
Het aantal zaken per fte wordt bijgehouden om de efficiency van de productie inzichtelijk te maken.