In onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in kosten voor schuldfinanciering en kasbeheer weergegeven. De mutaties in deze posten zijn ook opgenomen in de tabellen in paragraaf 2.4. In die tabellen worden eveneens de overige mutaties gepresenteerd. Hieronder vallen de aflossingen en uitgiften van de staatsschuld en mutaties in de schuldverhouding van de Staat met de deelnemers aan het schatkistbankieren.
2016 | |
---|---|
Mutaties netto– rentelasten (EMU-saldorelevant) | |
Stand ontwerpbegroting 2016 | 6.147 |
1. Bijstelling financieringsbehoefte | – 3 |
2. Bijstelling rekenrente | – 235 |
3. Effect schulduitgifte | – 257 |
4. Bijstelling rente interne schuldverhoudingen | – 42 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 (alleen EMU-saldorelevante rentelasten en -baten) | 5.610 |
Overige mutaties (niet EMU-saldorelevant) | |
5. Ontvangsten rentederivaten | 731 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 (EMU-saldorelevante rentelasten en -baten én kasstromen a.g.v. derivaten) | 4.879 |
Toelichting
-
1. De raming van het kastekort is sinds de Miljoenennota een aantal keer bijgesteld, zowel in 2015 als in 2016. Dit leidt per saldo tot een meevaller van € 3 mln.
-
2. De ramingen voor de korte en lange rekenrentes zijn bij het CEP (CPB) neerwaarts bijgesteld waardoor ook de geraamde rentelasten dalen.
-
3. Nieuwe schulduitgiften zijn gemiddeld gefinancierd tegen een rentetarief dat lager was dan de rekenrente. Dit leidt tot een meevaller voor de rentelasten.
-
4. De netto rentelasten zijn vanwege interne schuldverhoudingen gedaald. Enerzijds zijn de rentelasten gedaald met € 11 mln., anderzijds zijn de rentebaten gestegen met € 31 mln. Per saldo is er een effect van € 42 mln.
-
5. Door de huidige lage rentestanden kent een aantal rentederivaten een hoge marktwaarde. Voortijdige beëindiging van rentederivaten heeft geleid tot een kasontvangst van € 1,4 mld. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze baten zijn nu in één keer ontvangen. De toekomstige baten op de rentederivaten zullen als gevolg hiervan wel dalen (in 2016 met € 0,7 mld.) waardoor de raming van de ontvangsten per saldo € 0,7 mld. hoger is. Met deze voortijdige beëindiging is de gemiddelde looptijd van de schuld verlengd. De baten en lasten als gevolg van rentederivaten zijn niet relevant voor de bepaling van het EMU-saldo. Ze tellen wel mee bij de bepaling van de EMU-schuld.