(Realisatie) | (Planning) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Geheel artikel? |
Financien | ||||||||
1 Belastingen | ||||||||
– dienstverlening | √ | Nee | ||||||
– toeslagen | √ | Nee | ||||||
– overige onderdelen (massale processen, toezicht en opsporing) | √ | Nee | ||||||
2 Financiële Markten | √ | Ja | ||||||
3 Financieringsactiviteiten publieke-private sector: – publiek private investeringen | √ | Nee | ||||||
– staatsdeelnemingen | √ | Nee | ||||||
4 Internationale Financiële Betrekkingen | √ | √ | Ja | |||||
5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen | √ | Ja | ||||||
– exportkredietgarantie | √ | Nee | ||||||
6 Btw-compensatiefonds | √ | Ja | ||||||
7 Beheer materiële activa | √ | Ja | ||||||
Overig | ||||||||
Begrotingsbeleid | √ | Nvt | ||||||
Nationale Schuld | ||||||||
11 Financiering Staatsschuld | √1 | √ | Ja | |||||
12 Kasbeheer | √ | √ | Ja |
Reeds naar de Kamer verzonden, zie Kamerstukken 2014/2015, 31 935 nr. 20
Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, zie: http://www.rijksbegroting.nl/node/223
Toelichting
Algemeen
In de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE) is vastgelegd dat al het beleid met een zekere regelmaat dient te worden geëvalueerd in een beleidsdoorlichting. Dit kan bijvoorbeeld eens in de vier jaar zijn en ten minste eens in de zeven jaar. Er moet volgens de RPE sprake zijn van een dekkende programmering van beleidsdoorlichtingen. De bovenstaande meejarige planning van de beleidsdoorlichtingen voor Financiën is dekkend en voldoet aan de RPE voorschriften.
In 2016 staan vijf beleidsdoorlichtingen gepland: Belastingdienst (onderdeel toeslagen, artikel 1), financieringsactiviteiten publieke-private sector (artikel 3), exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (artikel 5), het Btw-compensatiefonds (artikel 6) en het begrotingsbeleid (overig). Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenplanning zie de bijlage «evaluatie en overig onderzoek» (bijlage 6.3).
Artikel 1 – Belastingen
Het artikel van de Belastingdienst is te omvangrijk om in een keer in het geheel te evalueren, daarom is gekozen voor een opsplitsing in onderdelen. Het onderdeel dienstverlening zal in 2015 worden geëvalueerd, toeslagen in 2016 en de overige onderdelen volgen in 2017.
Artikel 3 – Financieringsactiviteiten publieke-private sector
Het artikel Financieringsactiviteiten publieke-private sector kan worden opgesplitst in twee delen. Aangezien het IBO Staatsdeelnemingen recent (2013) uitgevoerd is, richt deze beleidsdoorlichting van artikel 3 zich op de mate waarin de Minister van Financiën een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidmiddelen stimuleert en regisseert bij omvangrijke investeringsprojecten en transacties van de rijksoverheid alsmede publiek-private investeringen in Nederland.
Artikel 5 – Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
In 2014 is met de Exportkredietgarantie reeds een deel van het exportkredietinstrumentarium via een beleidsdoorlichting geëvalueerd. In 2016 zal het gehele artikel worden geëvalueerd.
Artikel 6 – Btw-compensatiefonds
In 2016 staat een beleidsdoorlichting gepland van artikel 6 Btw-compensatiefonds (BCF). Het BCF is een fonds waaruit decentrale overheden betaalde btw kunnen terugvragen en is opgericht om een eind te maken aan de factor btw bij de afweging door decentrale overheden tussen het uitbesteden van werkzaamheden of het uitvoeren ervan door de eigen organisatie. De centrale vraag van de beleidsdoorlichting is of het BCF op een doelmatige wijze effectief heeft bijgedragen aan de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteding en inbesteding.
Overig – Begrotingsbeleid
Naast de doorlichtingen van de hierboven genoemde begrotingsartikelen, zal ook het begrotingsbeleid van de overheid worden geëvalueerd via een beleidsdoorlichting. Het begrotingsbeleid kent sinds de begroting 2013 geen eigen artikel9 meer, wat betekent dat volgens de RPE een doorlichting niet noodzakelijk is. Omdat het belangrijk is om gevoerd beleid te evalueren, wordt toch een beleidsdoorlichting begrotingsbeleid uitgevoerd. Deze beleidsevaluatie hangt samen met de Studiegroep Begrotingsruimte en zal op hetzelfde moment aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Vanwege deze samenhang wordt op een aantal punten afgeweken van de gebruikelijke opzet. In het plan van aanpak wordt de beleidsdoorlichting Begrotingsbeleid toegelicht.
Plannen van aanpak
Sinds het aannemen van de motie Harbers10 in het najaar van 2014 wordt de Tweede Kamer voorafgaand aan de start van een beleidsdoorlichting geïnformeerd over de opzet en vraagstelling zodat het mogelijk is om invloed uit te oefenen op de opzet en vraagstelling van de evaluatie. Doordat de motie Harbers pas aangenomen werd na het vaststellen van de begroting, zijn de plannen van aanpak van de beleidsdoorlichtingen in het begrotingsjaar 2015 met een aparte brief11 verzonden. De ervaringen van de diverse Kamercommissies met apart toegezonden brieven per beleidsdoorlichting zijn echter qua procedure en behandelwijze dusdanig bevallen, dat de commissie voor de Rijksuitgaven de Ministeries hebben verzocht deze werkwijze voort te zetten. De plannen van aanpak zullen meelopen met de begrotingscyclus en op Prinsjesdag met een aparte brief aan de Tweede Kamer worden aangeboden.