Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende posten in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht zijn deze posten samengebracht.
Uitgaven erkenning en waardering
De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.
Stichting het Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut is door Defensie belast met de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van de erkenning van, de waardering voor, dienstverlening aan en toegang tot de zorg voor veteranen. Daarnaast verzorgt de stichting de informatievoorziening over de zorg voor veteranen. Ook het Veteranenloket is bij de stichting ondergebracht.
Nederlandse Veteranendag
De organisatie van de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag maakt deel uit van het stimuleren van maatschappelijke erkenning van en waardering voor de veteranen. De Stichting Nederlandse Veteranendag ontvangt jaarlijks een subsidie voor de organisatie van de Nederlandse Veteranendag, een publiciteitscampagne, educatieve projecten en overige activiteiten, zoals het bevorderen van regionale veteranendagen.
Stichting Veteranen Platform
De Stichting Veteranen Platform (VP) behartigt, als overkoepelend samenwerkingsverband van de Nederlandse veteranenorganisaties, de belangen van veteranen. Het VP is hiermee een belangrijke intermediair en aanspreekpunt op het gebied van veteranen.
Dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
Sinds 2006 worden dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers georganiseerd. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning aan de betrokkenen en hun partners, het bieden van informatie over de pensioenregelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.
Reüniefaciliteiten
Geregistreerde verenigingen voor veteranen, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die waar mogelijk wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.
Het bedrag voor deze faciliteiten op de begrotingen van de operationele commando’s is als volgt te specificeren:
Bedragen | |
---|---|
x € 1.000 | |
Commando Zeestrijdkrachten | 294 |
Commando Landstrijdkrachten | 900 |
Commando Luchtstrijdkrachten | 160 |
Commando Koninklijke Marechaussee | 125 |
Totaal | 1.479 |
Omschrijving | Bedragen |
---|---|
x € 1.000 | |
Subsidie Stichting het Veteraneninstituut1 | 5.123 |
Subsidie Nederlandse Veteranendag | 2.468 |
Subsidie Stichting Veteranen Platform | 165 |
Dagen voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers | 330 |
Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s (zie bovenstaande tabel) | 1.479 |
Totaal | 9.565 |
Uitgaven zorg en nazorg
De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat.
Kaderwet militaire pensioenen
Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, militairen buiten dienst en ex- militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.
Voor 2016 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 63,4 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2016 zijn de uitgaven begroot op € 24,3 miljoen.
Medio 2014 is de volledige schadevergoedingsregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vastgesteld. Deze regeling beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig en kan Defensie proactief voorzien in materiële zorg. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2016 begroot op € 7,3 miljoen.
Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties. Met ingang van 1 januari 2015 is, in het kader van de hervorming langdurige zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht. Voorzieningen die met ingang van 1 januari 2015 niet of niet meer volledig worden toegekend op grond van de Wmo 2015, zullen aanvullend worden vergoed via de Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Deze meerkosten voor Defensie zijn moeilijk vooraf in te schatten. Meerkosten die het gevolg zijn van wijzigingen in de Wmo 2015 worden daarom achteraf op basis van realisatiecijfers vergoed door het Ministerie van VWS. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet.
Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie
De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van dienstverband. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 4,0 miljoen geraamd.
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
Defensie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor veteranen met maatschappelijke of psychische problemen. Hiervoor is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) ingericht dat bestaat uit militaire en civiele instellingen voor maatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Voor 2016 zijn de uitgaven begroot op € 750.000.
Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen
Binnen het LZV verzorgt de Stichting de Basis het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-actieve veteranen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen van het maatschappelijk verkeer. De kosten van het maatschappelijk werk voor veteranen bedragen voor 2016 € 2,5 miljoen.
Het Veteranenloket
Sinds 11 juni 2014 is er één loket voor alle veteranen dat toegang geeft tot de zorg en coördinatie van de zorg en dienstverlening aan veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers (MOD-ers) en hun relaties. Het Veteranenloket betreft een samenwerkingsverband tussen het Veteraneninstituut, het ABP, Stichting de Basis, Defensie, Uitvoeringsbedrijf Veteranen, het LZV en het Veteranenplatform. Het Veteranenloket registreert de zorgvraag en geeft toegang tot revalidatie, re-integratie, materiële zorg, maatschappelijke ondersteuning, geestelijke gezondheidszorg en nuldelijnsondersteuning. De kosten (€ 4,2 miljoen) betreffen de centrale kosten voor het veteranenloket en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).
Nuldelijnsondersteuning
Het VP voert de regie over de inrichting van een landelijk dekkend en financieel zelfdragend systeem voor nuldelijnsondersteuning en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Vanaf 2016 financiert Defensie de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem voor een periode van drie jaar. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar. Ter versterking hiervan heeft het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) toegezegd om de regionale nuldelijnsactiviteiten voor dezelfde periode financieel te ondersteunen. De bijdrage van het vfonds bedraagt € 100.000 per jaar.
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
In de RZO is deskundigheid verenigd op de gebieden van psychiatrie, psychologie, interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, sociologie en gezondheidsrecht. De RZO adviseert over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijk convergentie tussen de onderzoeken. Daarnaast oefent de onafhankelijke RZO toezicht uit over de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het civiel-militaire zorgsysteem (LZV) en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken instanties binnen het LZV. Voor 2016 bedragen de begrote uitgaven € 140.000.
Onderzoeken
Het CDC (beleidsartikel 8) financiert verscheidene onderzoeken. De Wetenschappelijk Onderzoeksgroep van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) verricht onder andere onderzoek onder veteranen en uitgezonden actief dienende militairen naar uitzend-gerelateerde stoornissen, in het bijzonder de Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en agressieregulatie problematiek. Binnen dit onderzoeksprogramma loopt onder andere het grootschalig prospectief onderzoek onder militairen die naar Afghanistan uitgezonden zijn geweest (het PRISMO-onderzoek), dat doorloopt tot 2018. Daarnaast loopt het onderzoek BETER naar veranderingen op neurobiologisch gebied bij mensen die behandeld worden voor PTSS en de Militaire Agressieregulatie Studie (MARS-onderzoek) naar agressieregulatie problematiek. Voor 2016 bedraagt de totale begroting voor dit wetenschappelijk onderzoek vanuit de MGGZ € 1 miljoen.
Overige
Verscheidene organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg aan veteranen in werkelijke dienst, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, zoals de gezondheidscentra, het Centraal Militair Hospitaal, de Militaire Geestelijke gezondheidszorg (MGGZ), het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk werk, de Geestelijke Verzorging en het Militair Revalidatie Centrum. De taken van deze organisatiedelen gaan verder dan alleen de zorg en nazorg aan veteranen. In de bedrijfsvoering van deze organisatiedelen wordt geen onderscheid gemaakt in veteranenzorg en overige zorg en een dergelijke registratie is ook niet eenvoudig te realiseren. Dit deel van de uitgaven aan veteranenzorg is daarom niet inzichtelijk. Overigens wordt ook bij de zorg aan post-actieve militairen in veel gevallen dat onderscheid niet gemaakt, dus de financiële omvang van dat deel van de veteranenzorg is eveneens niet eenvoudig zichtbaar te maken. Defensie laat TNO onderzoek verrichten naar een kostenmodel voor veteranenzorg, waarin de zorgbehoefte op grond van meetbare parameters kan worden voorspeld. Dat onderzoek bevindt zich echter nog in de beginfase.
Omschrijving | Bedragen |
---|---|
x € 1.000 | |
Invaliditeitspensioenen | 63.400 |
Nabestaandenpensioenen | 24.300 |
Volledige schadevergoedingsregeling voor MOD-slachtoffers | 7.300 |
Sociale zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers) | 8.429 |
Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie | 4.000 |
Landelijk Zorgsysteem Veteranen | 750 |
Maatschappelijk ondersteuning voor veteranen (subsidie) | 2.500 |
Veteranenloket | 4.161 |
Nuldelijnsondersteuning | 135 |
Raad voor civiele-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) | 100 |
Bijdragen aan onderzoeken MGGZ | 1.000 |
Totale uitgaven | 116.100 |