Base description which applies to whole site

a. Overzicht belangrijkste uitgaven en ontvangsten

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties met de budgettaire effecten voor 2017 weergegeven:

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire mutaties 2017 (x € 1 miljoen)
   

Artikelnr.

Uitgaven

Ontvangsten

Vastgestelde begroting 2017

 

37.187,54

1.341,58

Belangrijkste suppletoire mutaties:

     

1

Leerlingen- en studentenontwikkeling

diverse

117,2

– 3,4

2

Bijstelling autonome raming studiefinanciering

11, 12, 13

– 4,7

– 12,6

3

Koersverschillen

diverse

15,2

4

Boekingscorrectie PVS

11

147,0

5

Invulling ramingsbijstelling 2017

91

150,0

6

Eindejaarsmarge 2016/2017

91

127,5

7

Inzet eindejaarsmarge voor problematiek

91

– 121,3

 

8

Aanhouden monumentenaftrek

14

– 57,0

 

9

Kasschuiven

diverse

– 21,4

10

Loon- en prijsbijstelling

diverse

776,3

11

Niet kaderrelevante mutaties

11,12, 91

– 115,7

13,4

12

Rente studiefinanciering

11

– 16,2

13

Overige mutaties

diverse

– 19,2

13,8

Stand 1e suppletoire begroting 2017

 

38.181,54

1.336,58

Bovenstaande uitgaven- en ontvangstenmutaties hebben een meerjarige doorwerking.

Toelichting:

1.

De referentieraming is de jaarlijkse raming van leerlingen- en studentenaantallen. Uit de referentieraming 2017 blijkt dat het aantal verwachte leerlingen en studenten hoger uitvalt dan de in de OCW-begroting 2017 verwerkte aantallen. Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil, zoals een stijging van het aantal mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg en van het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs (onder andere door toenemende aantallen buitenlandse studenten, waaronder studenten uit EER-landen, welke bekostigd worden).

Onderstaande tabel geeft het budgettaire effect per sector weer:

Tabel 2 Leerlingen- en studentenontwikkeling (x € 1 miljoen)

Artikelnr.

Omschrijving

2017

1

Primair onderwijs

16,2

3

Voortgezet onderwijs

22,2

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

0,0

6

Hoger beroepsonderwijs

46,9

7

Wetenschappelijk onderwijs

39,8

11,12,13

Studiefinanciering, WTOS en lesgelden

– 7,9

Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling

117,2

2.

De raming voor studiefinanciering laat voor 2017 lagere kaderrelevante uitgaven en ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming uit het voorjaar 2016. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. Per saldo is er in 2017 sprake van een meevaller bij de uitgaven. Vooral de uitgaven aan de basisbeurs en de aanvullende beurs bij mbo-bolstudenten niveau 1 en 2 vielen in 2016 lager uit dan aanvankelijk geraamd door lagere aantallen. Dit werkt door in 2017 en latere jaren. De lagere ontvangsten zijn het gevolg van een lager ontstaan bedrag aan achterstallig lager recht (ALR).

3.

Valutakoersverschillen leiden tot diverse tegenvallers op de onderwijsbudgetten van Caribisch Nederland, met name bij de onderwijshuisvesting, en op de bijdragen aan buitenlandse organisaties zoals de bijdrage voor het CERN.

4.

Het ICT-project «Programma Vernieuwing Studiefinanciering» bij DUO maakt de schuldenopbouw van studenten beter inzichtelijk. Een OV-kaart wordt bijvoorbeeld niet langer geboekt als schuld als de student geen OV-kaart heeft geactiveerd. Dit leidt tot een wijziging in de boekingssystematiek. Het gevolg van deze technische wijziging is een incidentele tegenvaller. Het betreft een verschuiving van niet-kaderrelevante uitgaven naar kaderrelevante uitgaven.

5.

Bij de ontwerpbegroting 2017 is er besloten tot een ramingsbijstelling van € 150 miljoen, die diende om de OCW-begroting sluitend te maken en bij te dragen aan de ruilvoetproblematiek. Deze is destijds niet ingevuld en wordt nu ingevuld met onder andere de eindejaarsmarge 2016/2017.

6.

In 2016 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. De eindejaarsmarge bedraagt € 127,5 miljoen en dit wordt toegevoegd aan de OCW-begroting. Dit wordt voornamelijk ingezet om de ramingsbijstelling in te vullen (€ 121,3 miljoen). Daarnaast betreft het overlopende verplichtingen die niet in 2016 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2017 (totaal € 3,0 miljoen). Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor een nadere toelichting op de inzet van de eindejaarsmarge.

7.

Een groot deel van de eindejaarmarge 2016/2017 (€ 121,3 miljoen) wordt ingezet als invulling voor de ramingsbijstelling van € 150 miljoen.

8.

Dit betreft het terugdraaien en de verwerking van de kadercorrectie voor het afschaffen van de fiscale monumentenaftrek in 2017.

9.

Deze post is het saldo van diverse kasschuiven op de OCW-begroting. Zo worden er middelen uit 2017 doorgeschoven naar latere jaren omdat de uitgaven in andere jaren zullen plaatsvinden dan eerder was geraamd. Dit betreft voornamelijk kasschuiven voor de onderwijshuisvestinging op Caribisch Nederland (€ 15,6 miljoen).

10.

Dit betreft de toevoeging aan de OCW-begroting van: de loonbijstelling tranche 2017 (€ 447,5 miljoen), de compensatie voor de ABP-pensioenpremie stijging (€ 198,4 miljoen) en de prijsbijstelling tranche 2017 (€ 130,4 miljoen). Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor de verdeling van de loon- en prijsbijstelling.

11.

De raming voor studiefinanciering laat lagere niet-kaderrelevante uitgaven en iets hogere ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming van het voorjaar 2016. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. Daarnaast is er € 15,7 miljoen aan niet-kaderrelevante prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting van OCW.

12.

De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming uit het voorjaar 2016. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de neerwaarts bijgestelde rentevoet. Conform de begrotingsregels worden mutaties in de renteontvangsten generaal verwerkt.

13.

De overige mutaties betreffen de financiering voor het programma vernieuwing studiefinanciering (€ 11,7 miljoen), overboekingen van en naar andere departementen en desalderingen van uitgaven en ontvangsten.

Licence