Base description which applies to whole site

c. De niet-beleidsartikelen

Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel Nominaal en Onvoorzien (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting 2017

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2017

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

Stand 1e suppletoire begroting 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Verplichtingen

– 150.051

0

– 150.051

150.051

0

2.154

17.282

17.455

17.403

Uitgaven

– 150.051

0

– 150.051

150.051

0

2.154

17.282

17.455

17.403

Loonbijstelling

0

 

0

 

0

0

13.767

13.676

13.736

 

– waarvan programma

0

     

0

0

13.767

13.676

13.736

 

– waarvan apparaat

0

     

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

 

0

 

0

2.098

3.458

3.725

3.667

 

– waarvan programma

0

     

0

0

1.355

1.611

1.551

 

– waarvan apparaat

0

     

0

2.098

2.103

2.114

2.116

Onvoorzien

– 150.051

 

– 150.051

150.051

0

56

57

54

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Loonbijstelling

  • Het budget voor 2017 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde loonbijstelling tranche 2017 en de compensatie voor de ABP-pensioenpremiestijging zijn direct structureel verdeeld over de artikelen. De negatieve loonbijstelling op artikel 91 nominaal en onvoorzien (als gevolg van de ramingsbijstelling) wordt gecompenseerd met een deel van de prijsbijstelling. In de onderstaande tabel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen voor 2017.

Tabel 1 Loonbijstelling 2017 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2017

1

Primair onderwijs

232.179

3

Voortgezet onderwijs

176.177

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

79.624

6

Hoger beroepsonderwijs

54.434

7

Wetenschappelijk onderwijs

70.303

8

Internationaal beleid

125

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

4.216

11

Studiefinanciering

525

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

81

13

Lesgelden

35

14

Cultuur

7.988

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

16.128

25

Emancipatie

184

91

Nominaal en onvoorzien

– 3.158

95

Apparaatsuitgaven

7.068

Totaal

645.909

Prijsbijstelling

  • Het budget voor 2017 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde prijsbijstelling tranche 2017 is direct structureel verdeeld over de artikelen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet voor OCW brede problematiek zoals de negatieve loonbijstelling over de ramingsbijstelling op artikel 91. In de onderstaande tabel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen voor 2017.

Tabel 3 Prijsbijstelling 2017 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2017

1

Primair onderwijs

20.599

3

Voortgezet onderwijs

17.797

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

16.433

6

Hoger beroepsonderwijs

10.246

7

Wetenschappelijk onderwijs

20.631

8

Internationaal beleid

84

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

231

11

Studiefinanciering

16.746

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

1.217

13

Lesgelden

15

14

Cultuur

7.179

15

Media

4.222

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

4.968

25

Emancipatie

73

95

Apparaatsuitgaven

 
 

Inzet ter dekking

9.919

Totaal

130.360

Onvoorzien

  • De post «Onvoorzien» wordt per saldo met € 150,1 miljoen verhoogd. Het betreft de invulling van de ramingsbijstelling van € 150 miljoen, onder meer door de inzet van de eindejaarsmarge.

  • Daarnaast wordt de negatieve loon- en prijsbijstelling over de ramingsbijstelling verwerkt door inzet van een deel van de prijsbijstelling tranche 2017.

  • Ook is de eindejaarsmarge 2016/2017 van € 127,5 miljoen aan dit artikel toegevoegd en vervolgens direct ingezet ter dekking van:

    • de ramingsbijstelling op artikel 91 (totaal € 121,3 miljoen);

    • overlopende verplichtingen die niet in 2016 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2017 (totaal € 6,7 miljoen).

Artikel 95. Apparaatskosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel Apparaatskosten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2017

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2017

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

Stand 1e suppletoire begroting 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Verplichtingen

242.370

0

242.370

14.363

256.733

10.839

10.101

6.275

6.271

Uitgaven

242.370

0

242.370

14.363

256.733

10.839

10.101

6.275

6.271

                       

Personele uitgaven

177.050

0

177.050

14.459

191.509

17.475

17.086

13.624

13.788

Waarvan

                 
 

– 

eigen personeel

166.863

 

166.863

14.856

181.719

17.939

17.583

14.169

14.320

 

– 

externe inhuur

7.233

 

7.233

– 1.259

5.974

– 1.360

– 1.382

– 1.416

– 1.408

 

– 

overige personele uitgaven

2.954

 

2.954

862

3.816

896

885

871

876

                       

Materiële uitgaven

65.320

0

65.320

– 96

65.224

– 6.636

– 6.985

– 7.349

– 7.517

Waarvan

                 
 

– 

ICT

26.672

 

26.672

– 842

25.830

– 6.326

– 6.395

– 6.412

– 6.402

 

– 

bijdrage aan SSO's

22.089

 

22.089

– 419

21.670

– 780

– 1.081

– 1.004

– 975

 

– 

overige materiële uitgaven

16.559

 

16.559

1.165

17.724

470

491

67

– 140

 

– 

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

567

0

567

 

567

       

In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 14,5 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • toevoeging van de loonbijstelling tranche 2017 van € 7,1 miljoen;

  • teruggave van het aandeel van het surplus van het eigen vermogen van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) van totaal € 7,3 miljoen, waarvan € 6,0 miljoen ten gunste van het instrument Personeel is geboekt;

  • budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van € 5,9 miljoen, waarmee de budgetten per instrument meerjarig worden aangepast aan de actuele verwachtingen, gebaseerd op het departementaal jaarverslag van 2016;

  • een verlaging met € 3,2 miljoen als gevolg van het terugdraaien van de kadercorrectie voor de monumentenaftrek in 2017, waarvan € 2,3 miljoen ten laste van het instrument Personeel is geboekt;

  • kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 1,3 miljoen. Onder andere als gevolg van een vertraging in de realisatie van het Programma Registers en Beroepsorganisatie (PRB);

  • diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 0,7 miljoen.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 0,1 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 5,3 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:

    • als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2016 wordt € 2,1 miljoen pas in 2017 uitgegeven;

    • een vertraging in de herhuisvesting binnen de Hoftoren. Het hiervoor gereserveerde bedrag van € 1,5 miljoen wordt doorgeschoven naar 2017;

    • een budgetneutrale kasschuif ad € 1,5 miljoen van 2018–2022 naar 2017 ten behoeve van de financiering van de projectkosten van de aansluiting bij het Financieel Dienstencentrum(FDC) bij SZW;

    • middelen voor het Rijksbrede Programma Kunstvoorziening zijn van alle departementen naar OCW overgeboekt. Een geplande investering in 2016 in een registratiesysteem heeft vertraging opgelopen, deze uitgaven van € 0,2 miljoen komen in 2017.

  • budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van -/-€ 5,9 miljoen, waarmee de budgetten per instrument meerjarig worden aangepast aan de actuele verwachtingen, gebaseerd op het departementaal jaarverslag van 2016;

  • een verlaging met € 3,2 miljoen als gevolg van het terugdraaien van de kadercorrectie voor de monumentenaftrek in 2017, waarvan

  • € 0,9 miljoen ten laste van het instrument Materieel is geboekt;

  • teruggave van het aandeel van het surplus van het eigen vermogen van het Rijksvastgoedbedrijf VB van totaal € 7,3 miljoen, waarvan € 1,3 miljoen ten gunste van het instrument Materieel is geboekt.

Licence