Artikel 40 Apparaat
(Tweede suppletoire begroting)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2017 (1) | Stand 1e suppletoire begroting 2017 (2) | Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting 2017 (4)=(2+3) | |
VERPLICHTINGEN | 334.284 | 329.720 | 40.855 | 33.628 | 404.203 |
UITGAVEN | 334.284 | 329.720 | 40.855 | 33.628 | 404.203 |
Personele uitgaven | 234.181 | 229.467 | 15.393 | 9.313 | 254.173 |
– waarvan eigen personeel | 208.260 | 209.740 | 6.155 | 6.591 | 222.486 |
– waarvan externe inhuur | 5.890 | 5.890 | 2.557 | 1.710 | 10.157 |
– waarvan overige personele uitgaven | 20.031 | 13.837 | 6.681 | 1.012 | 21.530 |
Materiële uitgaven | 100.103 | 100.253 | 25.462 | 24.315 | 150.030 |
– waarvan ICT1 | 7.065 | 7.065 | 400 | 7.465 | |
– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU) | 30.494 | 30.494 | – 3.297 | 27.197 | |
– waarvan SSO DICTU | 30.767 | 31.213 | 24.816 | 8.480 | 64.509 |
– waarvan overige materiële uitgaven | 31.777 | 31.481 | 3.543 | 15.835 | 50.859 |
ONTVANGSTEN | 35.826 | 36.838 | 242 | – 8.800 | 28.280 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De kosten voor personeel nemen toe met € 9,3 mln. Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
-
– Extra capaciteit bij de Nationaal Coördinator Groningen voor het werken in een gebiedsgerichte aanpak (€ 2,5 mln).
-
– Extra personeelsuitgaven die gedekt worden door IenW voor de kosten van het toezicht dat de ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen (€ 2,1 mln).
-
– Hogere uitgaven voor externe inhuur op ICT-gebied bij het kerndepartement (€ 1,0 mln) en voor externe inhuur bij SodM (€ 0,7 mln). Het gaat hier om inhuur van moeilijk te krijgen specialistische functies.
-
– Hogere uitgaven in 2017 voor Van Werk Naar Werk-beleid (€ 1,0 mln). Bij Voorjaarsnota 2018 zal de meerjarige doorwerking hiervan worden verwerkt (naar verwachting lagere uitgaven in 2019 of 2020).
-
– Extra middelen voor extra energietaken van de ACM (€ 1 mln).
-
– Hogere personeelsuitgaven die onder andere veroorzaakt worden door de afgesproken salarisverhoging in de CAO Rijk 2017.
Materiële uitgaven
De hogere bijdrage aan DICTU van € 8,5 mln heeft voor het grootste deel betrekking op afwaardering van licenties, in verband met lager gebruik van deze licenties dan geraamd.
De hogere bijdrage van € 15,8 mln op het onderdeel «overige materiële uitgaven» wordt voornamelijk veroorzaakt door:
-
– Een versterking van het Inkoop Uitvoering Centrum (€ 6,3 mln). Het IUC is in 2015 als gemeenschappelijke unit voor heel EZ bij RVO.nl geplaatst. In 2017 is deze unit kwalitatief en qua capaciteit op sterkte gebracht.
-
– Een besluit van de rechter dat de ACM een schadevergoeding aan beschuitmerk Bolletje moet betalen (€ 4,5 mln).
-
– Extra capaciteit bij de Nationaal Coördinator Groningen voor het werken in een gebiedsgerichte aanpak (€ 3,1 mln).
-
– Een naheffing van de Belastingdienst voor BTW over gedetacheerden buiten de rijksoverheid en boetes (€ 1,3 mln).
Toelichting op de ontvangsten
De lagere ontvangsten worden veroorzaakt doordat geraamde retributie inkomsten bij SodM voor een bedrag van € 4 mln niet konden worden gerealiseerd. De grondslagen hiervoor zijn onderdeel van de nieuwe Mijnbouwwet die later dan verwacht in werking is getreden. Daarnaast zijn bij de ACM de inkomsten uit de markt lager dan geraamd.
Artikel 41 Nominaal en onvoorzien
(Tweede suppletoire begroting)
Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2017 (1) | Stand 1e suppletoire begroting 2017 (2) | Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting 2017 (4)=(2+3) | |
VERPLICHTINGEN | 0 | 94.811 | – 82.782 | – 12.029 | 0 |
UITGAVEN | 0 | 94.811 | – 82.782 | – 12.029 | 0 |
41.10 Prijsbijstelling | 17.543 | – 17.543 | |||
41.20 Loonbijstelling | 43.363 | – 43.363 | |||
41.30 Onvoorzien | 33.905 | – 21.876 | – 12.029 | ||
41.40 Nog te verdelen |