4.3.1. Inleiding
Tabel 4.3.1. bevat een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen van de gemeenten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de OZB, overige belastingen en retributies. Retributies zijn lokale heffingen waar een concrete dienst tegenover staat. Van deze retributies zijn de opbrengst van de rioolheffing en de opbrengst van de reinigingsheffing wettelijk gemaximeerd tot 100 procent kostendekkendheid op het niveau van de verordening.
De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). De toelichtende cijfers bij deze belastingen in de paragrafen 4.3.2 t/m 4.3.4 zijn gebaseerd op de gemiddelden zoals gepubliceerd in de jaarlijkse Atlas Lokale Lasten van het COELO.
2012 | 2013 | 20141 | 2015 | 20161 | % stijging | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
rekening | rekening | rekening | begroting | begroting | t.o.v. 2015 | ||
OZB1 | Onroerende-zaakbelastingen | 3.336 | 3.446 | 3.542 | 3.866 | 3.955 | 2,3 |
Overige | Parkeerbelasting | 610 | 621 | 642 | 665 | 675 | 1,5 |
belastingen | Baten roerende woon en bedrijfsruimten | 2 | 2 | 1 | 2 | 1 | – 28,5 |
Forensenbelasting | 28 | 30 | 29 | 31 | 30 | – 2,7 | |
Toeristenbelasting | 159 | 167 | 180 | 174 | 189 | 8,4 | |
Hondenbelasting | 64 | 65 | 65 | 65 | 62 | – 4,7 | |
Reclamebelasting | 20 | 21 | 24 | 23 | 21 | – 8,2 | |
Precariobelasting | 119 | 137 | 159 | 154 | 204 | 32,3 | |
Retributies | Secretarieleges | 304 | 270 | 304 | 290 | 303 | 4,4 |
Baten marktgeld | 31 | 28 | 28 | 32 | 33 | 3,0 | |
Reinigingsheffingen | 1.738 | 1.731 | 1.712 | 1.723 | 1.714 | – 0,5 | |
Rioolrechten | 1.419 | 1.456 | 1.494 | 1.531 | 1.563 | 2,1 | |
Baten begraafplaatsrechten | 108 | 109 | 109 | 118 | 121 | 2,2 | |
Bouwvergunningen | 382 | 334 | 371 | 382 | 383 | 0,1 | |
Baatbelasting | 1 | 1 | 2 | 1 | 1 | – 25,2 | |
Totale opbrengst | 8.320 | 8.418 | 8.662 | 9.056 | 9.253 | 2,2 |
Bron: CBS (Statline) met uitzondering van:
OZB. Bron begrotingscijfers: COELO Atlas lokale lasten 2015 en 2016.
De begrote opbrengsten uit gemeentelijke lokale heffingen bedragen in 2016 ruim € 9,2 miljard. In vergelijking met 2015 is dit een stijging van 2,2 procent. Het grootste deel van deze stijging wordt, zoals blijkt uit tabel 4.3.1., veroorzaakt door de stijging van de OZB en de precariobelasting.
4.3.2. Reinigingsheffing
De begrote opbrengsten uit reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht inclusief volume-effect) dalen in 2016 met € 9 miljoen tot € 1,714 miljard. Ten opzichte van 2015 is dit een daling van 0,5 procent.
Tabel 4.3.2 geeft het gemiddelde tarief voor één- en meerpersoonshuishoudens voor reinigingsheffing. Het gemiddelde is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van huishoudens.
2014 | 2015 | 2016 | 2014–2015 | 2015–2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | 211 | 211 | 209 | 0,0% | – 0,9% |
Meerpersoonshuishouden | 261 | 263 | 263 | 0,8% | 0,0% |
Bron: COELO, Atlas van de lokale lasten
4.3.3. Rioolheffing
De begrote opbrengsten uit rioolheffingen stijgen in 2016 tot € 1,563 miljard; een stijging van 2,1 procent ten opzichte van 2015.
Tabel 4.3.3. geeft aan wat gemiddeld aan rioolheffing per jaar wordt betaald door een één- en door een meerpersoonshuishouden. Het gemiddelde is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van huishoudens.
2014 | 2015 | 2016 | 2014–2015 | 2015–2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | 168 | 171 | 175 | 1,8% | 2,3% |
Meerpersoonshuishouden | 186 | 189 | 193 | 1,6% | 2,1% |
Bron: COELO, Atlas van de lokale lasten. Eigenarenheffingen en gebruikersheffingen zijn samengenomen
4.3.4. Onroerende zaakbelasting (OZB)
De begrote opbrengsten uit de onroerende zaakbelastingen stijgen in 2016 tot € 3,955 miljard. Dit is een stijging van 2,3 procent ten opzichte van 2015.
In tabel 4.3.4 staat bij een gemiddelde woningwaarde per gemeente de gemiddelde OZB-aanslag per woning.
2014 | 2015 | 2016 | 2014–2015 | 2015–2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Gemiddelde aanslag woning (bij gemiddelde woningwaarde per gemeente) | 256 | 263 | 268 | 2,7% | 1,9% |
Landelijk gemiddelde woningwaarde | 222.000 | 216.000 | 219.000 | – 2,7% | 1,4% |
Bron: COELO; Atlas van de lokale lasten