Base description which applies to whole site

3. VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel

Algemene doelstelling

Het voortgezet onderwijs zorgt dat leerlingen in deze fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het bereidt hen voor op volwaardige deelname aan de samenleving en een bij hun talenten passende (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een voortgezet onderwijsstelsel dat zodanig functioneert, dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.

Financieren:

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het voortgezet onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren:

De Minister stimuleert specifieke onderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren:

De Minister vult haar verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Indicatoren/kengetallen

Tabel 3.1 Indicatoren

Doelstelling/indicator

Basiswaarde (jaartal)

Tussenwaarde1 (jaartal)

Streefwaarde (jaartal)

Reden opname2

Bron

1

Ambitieus onderwijs dat alle leerlingen en studenten uitdaagt

a)

Alle leerlingen en studenten worden uitgedaagd

         
 

Aandeel toptalentleerlingen dat zich vaak of bijna altijd verveelt omdat de lesstof te makkelijk is of omdat hij/zij eerder klaar is dan de rest3

56% (2014)

41% (2016)

< 25% (2018)

SA

Toptalenten in het onderwijs, 2016

 

Aandeel scholen dat aandacht heeft voor toptalenten in de vorm van uitdagend aanbod of talentprogramma’s

82% (2015)

88% (2016)

100% (2018)

SA

Toptalenten in het onderwijs, 2016

 

Aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod4

0,17% (2014–2015)

0,10% (2017)

0% (2020)

SA

Leerplicht-telling 2014–2015

b)

Vergroten studiesucces

         
 

Aandeel zittenblijvers

5,9%5 (2013)

4,7% (2017)

3,9% (2020)

SA

 

2

Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren en schoolleiders die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat

a)

Vergroten kwaliteit leraren en schoolleiders

         
 

Aandeel lessen dat wordt gegeven door daartoe bevoegde en benoembare leraren6

84,1 (2013)

96% (2016)

100% (2017)

SA

IPTO

 

Aandeel leraren met een afgeronde hbo of wo master-opleiding7

vo

33% (2013)

40% (2017)

50% (2020)

SA, LA

Onderwijs werkt!; Regioplan en IPTO

Bovenbouw vo8

53% (2013)

Hoger (2017)

80–85% (2020)

SA, LA

Onderwijs Werkt!; Regioplan en IPTO

 

Aandeel leraren met ten minste drie jaar ervaring dat de algemeen didactische vaardigheden beheerst8

76% (2013)

90% (2017)

100% (2020)

SA, LA

Inspectie van het Onderwijs

 

Aandeel leraren met ten minste tien jaar ervaring dat de differentiatie vaardigheden beheerst9

34% (2013)

40% (2017)

100% (2020)

SA, LA

Inspectie van het Onderwijs

b)

Verbetercultuur

         
 

Aandeel leraren dat deelneemt aan peer review

63% (2014)

81% (2017)

100% (2020)

LA, T

Onderwijs werkt!; Regioplan

c)

Veilig leerklimaat

         
 

Aandeel leerlingen dat zich veilig voelt

93% (2012)

Stabiel of hoger (2017)

Stabiel of hoger (2020)

T

ITS monitor naar sociale veiligheid

3

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties

 

Aandeel scholen dat Vensters volledig heeft ingevuld

94% (2014)

Hoger (2016)

100% (2017)

SA, T

VO-raad

 

Aandeel scholen dat opbrengstgericht werkt

47%12 (2012–2013)

77% (2017)

100% (2020)

SA

Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs

 

Aandeel (zeer) zwakke afdelingen dat zich binnen de gestelde termijn verbetert9

72%

(2011–2012)

90% (2016)

100% (2017–2018)

SA

Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs

 

Aantal voortijdig schoolverlaters (vo/mbo)

41.800 (2009)

25.000 (2014/2015)

20.000 (2015/2016)

 

DUO

4

Aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren

 

Aandeel leerlingen in de beroepsgerichte leerweg van het vmbo dat kiest voor techniek

23% (2012)

28% (2016)

30% (2017)

 

DUO

1

De opgenomen tussenwaarden worden definitief in de voortgangsrapportage van het sectorakkoord po en vo (verschijnt in oktober 2016).

2

SA = Sectorakkoorden, LA = Lerarenagenda, T = Toezegging Minister & Staatssecretaris, C = Opgenomen in verband met consistentie.

3

De indicator «Aandeel leerlingen dat zich uitgedaagd voelt in het onderwijs» is gewijzigd. Deze indicator en streefwaarde sluit beter aan bij de vraagstelling uit de peiling in 2014.

4

Het percentage betreft de vo-leerlingen exclusief vso-leerlingen

5

De basiswaarde (5,9 procent) is gecorrigeerd i.v.m. een nauwkeuriger meetmethode. Hiermee is de streefwaarde 3,9 procent geworden.

6

Om eenduidigheid te creëren tussen de afspraken in het sectorakkoord vo en de begroting, is de indicator aangepast. De waardes zijn gelijk gebleven aan de voorgaande begroting.

7

De indicator en basiswaardes zijn bijgesteld op basis van een nauwkeuriger meetmethode

8

Voor de bovenbouw vwo betreft dit het aandeel leraren met een wo-masteropleiding

9

Deze indicator is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2016. Hiermee is het een samengestelde indicator geworden van de indicatoren «aandeel zwakke afdelingen dat zich binnen twee jaar verbetert» en de indicator «aandeel zeer zwakke afdelingen dat zich binnen een jaar verbetert». Op deze manier kunnen cohorten zwakke en zeer zwakke afdelingen vergeleken worden. Hiermee wordt afgeweken van de meetmethode in de Staat van het Onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Bij de meetmethode van de inspectie is er immers het risico dat de uitkomsten teveel door toeval beïnvloed worden.

Tabel 3.2 Kengetallen
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

1.

Totaal aantal ingeschreven leerlingen1

Nader te verdelen in:

966.100

966.700

959.500

947.100

931.300

918.900

910.400

 

Vmbo, excl. lwoo (excl. «groen onderwijs»)

326.300

325.700

321.400

315.600

308.500

303.300

300.700

 

Lwoo (excl. «groen onderwijs»)

89.900

87.300

84.600

81.800

79.000

76.900

75.800

 

Havo

256.700

257.400

256.400

254.300

251.600

249.300

247.900

 

Vwo

257.800

260.800

261.800

261.200

259.100

257.300

255.100

 

Pro

29.400

29.200

28.700

27.700

26.600

25.400

24.500

 

Vavo

6.100

6.300

6.600

6.600

6.600

6.600

6.400

2.

Uitgaven per leerling (x €)2

7.968

8.148

8.157

8.178

8.199

8.234

8.259

3.

Totaal aantal scholen

641

639

639

639

639

639

639

4.

Gemiddeld aantal leerlingen per school

1.507

1.513

1.502

1.482

1.457

1.438

1.425

1

op de teldatum. Ten behoeve van de nadere verdeling in de diverse schoolsoorten zijn de leerlingen uit de brugklassen toebedeeld.

Bron: DUO

2

De totale uitgaven uit tabel 3.3, exclusief de bijdragen aan baten-lastendiensten (DUO) en ontvangsten, gedeeld door het aantal ingeschreven leerlingen op 1 oktober van het voorgaand jaar, zoals opgenomen in tabel 3.2.

Beleidswijzigingen

De belangrijkste beleidswijzigingen op het terrein van het voortgezet onderwijs worden beschreven in de beleidsagenda.

Gezien het huidige beeld van de tussenresultaten over het in 2014 gesloten sectorakkoord, zullen er in 2017 extra inspanningen nodig zijn als het gaat om differentiërende vaardigheden van docenten en het realiseren van een verbetercultuur op scholen. Daarom wordt onder andere ingezet op het ondersteunen van scholen bij hun strategisch HRM-beleid en wordt bezien hoe peer-review kan worden versterkt. In oktober 2016 verschijnt de tweede voortgangsrapportage over het sectorakkoord.

De regelingen Nieuwkomers VO en Eerste opvang vreemdelingen, bleken niet voldoende aan te sluiten bij de wisselende aantallen nieuwkomers op scholen. In overleg met het onderwijsveld, LOWAN en de VO-raad is voor 2016 gezocht naar een maatwerkoplossing waarbij de financiële middelen voor het onderwijs aan nieuwkomers op een transparante wijze tot stand komen en op een gelijkmatige wijze over het schooljaar worden gespreid, zodat scholen beter geëquipeerd zijn om tussentijds wisselende aantallen nieuwkomers op te vangen. Hierbij ontvangen scholen een vast bedrag per leerling, dat bestaat uit de reguliere bekostiging (van een vmbo-leerling) en het gemiddelde bedrag van de nieuwkomersregeling.

De maatwerkbekostiging kent vier peildata (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober). Met deze maatwerkinvulling ontvangt een school gemiddeld € 2.750 per leerling per kwartaal. Deze maatwerkoplossing is van toepassing voor bekostiging vanaf het kalenderjaar 2016 en op iedere nieuwkomer die na 1 oktober 2015 is ingestroomd.

Deze maatwerkbekostiging zal in 2016 in regelgeving verankerd worden, waarna deze maatwerkbekostiging ook voor het kalenderjaar 2017 van toepassing zal zijn.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Tabel 3.3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
     

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

8.024.207

8.305.265

7.893.559

7.797.138

7.818.332

7.715.772

7.623.024

Waarvan garantieverplichtingen

21.057

33.124

         

Totale uitgaven

7.662.616

7.921.685

7.927.940

7.881.018

7.799.696

7.701.844

7.623.024

Waarvan juridisch verplicht (%)

   

99,9%

       
                   

Bekostiging

7.503.239

7.762.060

7.791.583

7.768.195

7.686.310

7.588.295

7.509.181

Hoofdbekostiging

7.165.499

7.348.583

7.322.812

7.318.380

7.250.975

7.158.454

7.079.357

 

Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum

6.557.349

6.716.007

6.692.878

6.692.338

6.631.620

6.547.726

6.475.356

 

Bekostinging lichte ondersteuning lwoo/pro

592.409

617.062

617.333

613.427

606.754

598.127

591.400

 

Bekostiging Caribisch Nederland

15.741

15.514

12.601

12.615

12.601

12.601

12.601

Prestatiebox

176.884

201.295

257.824

268.856

268.887

268.901

268.901

 

Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs

176.884

201.295

257.824

268.856

268.887

268.901

268.901

Aanvullende bekostiging

160.856

212.182

210.947

180.959

166.448

160.940

160.923

 

Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)

3.120

3.540

3.562

3.574

3.563

3.555

3.538

 

Regeling leerplusarrangement, (maatwerk) nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen

96.578

129.906

128.649

98.649

84.149

78.649

78.649

 

Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo

0

250

250

250

250

250

250

 

Regeling functiemix VO Randstadregio's

61.158

61.386

61.386

61.386

61.386

61.386

61.386

 

Resultaatafhankelijke bekostiging

vsv voor vo-scholen

0

17.100

17.100

17.100

17.100

17.100

17.100

                   

Subsidies

57.773

58.094

53.065

39.958

40.578

40.685

41.150

 

Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, MBO

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

 

ICT-projecten (incl. transparantie)

700

2.513

7.400

5.000

5.000

5.000

5.000

 

Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek)

0

1.114

0

0

0

0

0

 

Onderwijs Bewijs

942

474

0

0

0

0

0

 

Regionale verwijzingscommissies VO1

7.103

0

0

0

0

0

0

 

Pilots zomerscholen2

4.501

8.895

9.000

0

0

0

0

 

Overige projecten

32.527

33.098

24.665

22.958

23.578

23.685

24.150

                   

Opdrachten

2.360

1.775

1.991

2.297

2.263

2.328

2.353

 

In- en uitbesteding

2.360

1.775

1.991

2.297

2.263

2.328

2.353

                   

Bijdragen aan agentschappen

31.192

30.437

27.401

26.607

26.586

26.577

26.381

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

31.192

30.437

27.401

26.607

26.586

26.577

26.381

                   

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

67.961

61.079

45.649

43.710

43.708

43.708

43.708

 

ZBO: College voor Toetsen en Examens

11.052

8.692

6.248

6.098

5.448

5.448

5.448

 

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens)

56.909

52.387

39.401

37.612

38.260

38.260

38.260

                   

Bijdragen aan medeoverheden

0

8.000

8.000

0

0

0

0

 

Uitwerkingsakkoord VNG

0

8.000

8.000

0

0

0

0

                   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

91

240

251

251

251

251

251

 

GRAZ (ECML) en PISA

91

240

251

251

251

251

251

Ontvangsten

8.795

10.213

7.361

7.361

7.361

7.361

7.361

1

Het budget voor de Regionale verwijzingscommissies is per 1-1-2016 overgeheveld naar het budget voor de «bekostiging lichte ondersteuning».

2

Dit bedrag wordt in 2015,2016 en 2017 als aparte subsidie verstrekt. Daarna zal worden bezien of het beschikbare budget vanaf 2018 wordt bekostigd via de prestatiebox of de lumpsum.

Budgetflexibiliteit

Van het totale budget voor artikel 3 is voor 2016 99,9 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2017 is 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Hieraan ten grondslag liggen de wet voor voortgezet onderwijs, onderliggende besluiten en uitvoeringsregelingen. Het moment van juridisch verplichten vindt plaats voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Subsidies

Van het beschikbare budget is in 2017 90 procent juridisch verplicht. Dit deel betreft de subsidies die voorafgaand aan het jaar worden vastgesteld. Het resterende deel van het budget is beleidsmatig verplicht. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget juridisch wordt verplicht. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.

Opdrachten

Van het beschikbare budget is in 2017 ruim 85 procent juridisch verplicht. Het resterende deel van het budget is beleidsmatig verplicht, bijvoorbeeld voor communicatie over wetswijzigingen. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget juridisch wordt verplicht.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor 2017 is 100 procent juridisch verplicht. Op basis van managementafspraken tussen bestuursdepartement en DUO zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Het budget voor 2017 is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdrage aan het College voor Toetsen en Examens en de onderwijs ondersteunende instellingen (SLOA). Op basis van overeenkomsten worden de middelen voorafgaand aan het komende jaar verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor 2017 is 100 procent juridisch verplicht. Zie de toelichting bij dit financiële instrument.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget in 2017 is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdragen aan de eerdergenoemde internationale organisaties.

Bekostiging

Toelichting op de financiële instrumenten

Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum

Het voortgezet onderwijs kent een lumpsumbekostiging voor de reguliere uitgaven. De schoolbesturen ontvangen van de rijksoverheid een bedrag voor de personele en materiële kosten. Hiermee worden de schoolbesturen in staat gesteld om (onderwijs)personeel aan te stellen en overige arbeidsvoorwaarden te vervullen en te voorzien in de kosten van de materiële instandhouding van scholen. De lumpsumbekostiging is voornamelijk gebaseerd op het aantal leerlingen en de schoolsoort.

Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro

Vanaf 1 januari 2016 is de bekostiging van de lichte ondersteuning voor het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs geïntegreerd in het kader van passend onderwijs. Deze bekostiging is opgesplitst in een deel basisbekostiging en een deel ondersteuningsbekostiging lwoo/pro. De basisbekostiging wordt rechtstreeks aan de scholen verstrekt, net zoals de ondersteuningsbekostiging lwoo/pro na indicatie van het desbetreffende samenwerkingsverband. Naast de bekostiging van de lichte ondersteuning aan de scholen worden aan samenwerkingsverbanden middelen verstrekt voor de regionale ondersteuning. Beide onderdelen vormen samen het financiële kader voor de lichte ondersteuning lwoo/pro.

Bekostiging Caribisch Nederland

Het Rijk verstrekt sinds 10 oktober 2010 bekostiging aan schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Prestatiebox

Met ingang van 1 januari 2015 is de Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs financieel en inhoudelijk aangepast op basis van het eerdergenoemde Sectorakkoord.

Het bedrag voor 2017 bedraagt ruim € 258 miljoen, een verhoging ten opzichte van 2016 met zo’n € 57 miljoen. Deze verhoging heeft met name betrekking op meer inzet op het bieden van uitdagend onderwijs voor elke leerling en beter gekwalificeerde masteropgeleide leraren, zoals in het sectorakkoord is afgesproken.

Het budget voor de prestatiebox betreft ruim 3,5 procent van de totale (hoofd)bekostiging.

Aanvullende bekostiging

Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)

De beleidsregel IGVO geeft aan op welke wijze scholen een aanvraag kunnen doen voor erkenning en bekostiging van een opleiding voor internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs, hoe dat onderwijs moet worden ingericht en op welke wijze de Minister dit onderwijs bekostigt. De financiële middelen bij deze regeling betreffen de toeslag die scholen per leerling per jaar ontvangen. Daarnaast worden leerlingen IGVO bekostigd als havo- en vwo leerlingen conform het bekostigingsbesluit Wet Voortgezet Onderwijs.

Regeling Leerplusarrangement, (maatwerk) nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen

De regeling «leerplusarrangement VO, (maatwerk) nieuwkomers VO en eerste opvang vreemdelingen» bestaat uit drie onderdelen:

Leerplusarrangement: scholen komen bij een bepaald percentage leerlingen uit achterstandswijken in aanmerking voor aanvullende bekostiging van het Leerplusarrangement.

Nieuwkomers VO: de aanvullende bekostiging is bestemd voor leerlingen die op enige teldatum korter dan een jaar, dan wel één tot twee jaar in Nederland zijn en die vreemdeling zijn volgens de Vreemdelingenwet 2000.

Eerste opvang vreemdelingen: dit onderdeel van de regeling kent twee peildata, namelijk 1 april en 1 oktober. De aanvullende bekostiging is bestemd voor vreemdelingen die op één van de twee peildata als daadwerkelijk schoolgaand staan ingeschreven en die korter dan één jaar in Nederland verblijven.

Maatwerk nieuwkomers: dit onderdeel van de regeling kent vier peildata (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober). Met deze maatwerkinvulling ontvangt een school gemiddeld € 2.750 per leerling per kwartaal. Deze maatwerkoplossing is van toepassing voor bekostiging vanaf het kalenderjaar 2016 en op iedere nieuwkomer die na 1 oktober 2015 is ingestroomd.

Regeling functiemix VO Randstadregio’s

Aanvullend op de in de lumpsum op te nemen beloningsmaatregelen zijn in het aktieplan LeerKracht van Nederland afspraken gemaakt over de versterking van de functiemix in de zogenaamde Randstadregio’s. Hier kennen scholen een grotere beloningsachterstand ten opzichte van de marktsector, een grotere arbeidsmarktproblematiek en (een optelsom van) grootstedelijke problemen. De middelen worden op grond van een ministeriële regeling in aanvulling op de lumpsum verstrekt aan instellingen in deze regio’s.

Resultaatafhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters (vsv) voor vo-scholen

Dankzij de inzet van scholen en gemeenten is de doelstelling uit het Regeerakkoord «Bruggen slaan» van maximaal 25.000 nieuwe vsv’ers in 2016 behaald. Dat is een prestatie van formaat. De urgentie om schooluitval aan te pakken blijft echter onverminderd hoog.

Vo-scholen ontvangen resultaatafhankelijke bekostiging voor de schooljaren 2016/2017 en 2017/2018 op basis van de nieuwe regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo.

Voor de aanpak van vsv zie hoofdstuk 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt (zie voor het totaaloverzicht bijlage: Subsidies). De belangrijkste hiervan zijn de subsidies voor Stichting Kennisnet, voor het programma «School aan Zet», voor het stimuleringsprogramma van het Platform Bèta en Techniek en voor de pilot zomerscholen.

Stichting Kennisnet ondersteunt onderwijsinstellingen bij het benutten van ICT. «School aan Zet» is een programma dat ondersteuning biedt aan besturen en scholen in het voortgezet onderwijs bij de implementatie van de door OCW en de VO-raad vastgestelde beleidsprioriteiten.

Opdrachten

Onder deze post vallen middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

ZBO: College voor Toetsen en Examens

Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) zorgt voor uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de centrale examens in het reguliere voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Daarnaast zorgt het CvTE voor de staatsexamens voor het voortgezet onderwijs en voor Nederlands als tweede taal (NT2). Dit geldt ook voor Caribisch Nederland. Het CvTE is verantwoordelijk voor de invoering van de digitale examens en de verwachte diagnostische tussentijdse toets. Daarnaast is het CvTE regievoerder over de examenketen en heeft zij een regierol voor de centrale eindtoets po. In die hoedanigheid heeft zij de taak om namens de overheid de kwaliteit van al deze toetsen en examens te waarborgen en te zorgen voor een vlekkeloze (digitale) afname.

SLOA: Onderwijs ondersteunende instellingen primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Op 1 januari 2014 is de wet SLOA 2013 (Stb. 2013, 438) in werking getreden. De wet biedt de wettelijke grondslag voor subsidiëring van de wettelijke taken van stichting Cito en SLO. Ze ontvangen samen ruim € 39,4 miljoen voor toets- en examenontwikkeling en normering alsmede leerplanontwikkeling.

Bijdrage aan medeoverheden

Eind april 2016 is er een uitwerkingsakkoord gesloten tussen het Ministerie van OCW, het Ministerie van BZK, het Ministerie van VenJ, het Ministerie van SZW, het Ministerie van Financiën, het Ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over de verhoogde asielinstroom. Hierin is afgesproken dat € 8 miljoen aan onderwijshuisvestingskosten wordt gefinancierd.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Onder deze post vallen bijdragen aan de internationale organisaties European Centre for Modern Languages (ECML) en Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) ten behoeve van PISA.

Het ECML geldt in Europa en daarbuiten als hét expertisecentrum voor het talenonderwijs. Door deelname hieraan blijft Nederland op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen op dit terrein.

De bijdrage aan OECD is een voorwaarde voor deelname aan het PISA project, waardoor één keer in de drie jaar kan worden gemeten hoe de prestaties van 15-jarigen zich ontwikkelen op het gebied van wiskunde, lezen en «science».

Artikel

Licence