Base description which applies to whole site

4.6 Rijksvastgoedbedrijf

Inleiding

Per 1 januari 2016 heeft het Rijksvastgoedbedrijf de status van baten-lastenagentschap verkregen. In het agentschap Rijksvastgoedbedrijf zijn de voormalige baten-lasten agentschappen Dienst Vastgoed Defensie, de Rijksgebouwendienst en het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf samengevoegd.

De vastgoedportefeuille die door de fusie is ontstaan, is de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland en bestaat uit (landbouw)gronden, gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, oefenterreinen, ministeries, havens, (belasting)kantoren, monumenten zonder huisvestingsfunctie, musea en paleizen. Het gaat in totaal om ruim 12 miljoen vierkante meters aan gebouwen en circa 94.000 hectare aan grond.

Het Rijksvastgoedbedrijf zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheiddoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. De opdracht is het effectief en efficiënt inzetten van het rijksvastgoed, het financieel en maatschappelijk rendement uit vastgoed optimaliseren en het verlagen van kosten voor het Rijk.

Om de besparingen van de fusie te monitoren, stuurt het Rijksvastgoedbedrijf op meerdere indicatoren. Het overzicht met externe doelmatigheidsindicatoren staat aan het einde van deze paragraaf. Ook heeft het management van het Rijksvastgoedbedrijf streefwaarden geformuleerd voor interne kritieke prestatie-indicatoren met betrekking tot de productiviteit, het percentage projecten binnen budget gerealiseerd en het percentage projecten tijdig gerealiseerd.

Het Rijksvastgoedbedrijf verzorgt o.a.:

  • de rijkshuisvesting via kantoren en specialties;

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken, de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het Rijksvastgoedbedrijf;

  • het onderhoud aan en beheer van defensiegebouwen en terreinen;

  • projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;

  • de doelmatige verkoop van overtollig rijksvastgoed en geeft dit waar mogelijk in gebruik;

  • uitgifte in pacht van gronden;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn.

Staat van baten en lasten

Baten-lastenagentschap RVB begroting 2017
Exploitatieoverzicht
(Bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Omschrijving

realisatie

1e suppl. begroting

         

Baten

             

Omzet moederdepartement

0

35.166

31.579

31.010

30.483

30.389

30.389

Omzet overige departementen

0

1.063.378

1.099.653

1.108.890

1.101.417

1.098.776

1.101.590

Omzet derden

0

81.105

117.073

138.509

150.704

150.704

150.704

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

37.665

37.233

37.233

35.153

34.113

34.113

Totaal baten

0

1.217.314

1.285.538

1.315.642

1.317.757

1.313.982

1.316.796

               

Lasten

             

Apparaatskosten

0

211.492

213.326

204.406

193.895

184.374

183.183

– personele kosten

0

159.466

162.649

158.107

149.979

143.396

141.048

– Waarvan eigen personeel

0

130.969

135.725

132.571

127.178

124.464

122.813

– Waarvan externe inhuur

0

21.750

20.000

18.750

16.250

12.500

11.875

– Waarvan overige personele kosten

0

6.748

6.924

6.786

6.550

6.432

6.360

Materiële kosten

0

52.026

50.677

46.299

43.916

40.979

42.135

– Waarvan apparaat ICT

0

24.247

22.047

19.335

18.548

16.152

15.938

– Waarvan bijdrage SSO's

0

0

0

0

0

0

0

– Waarvan overige materiële kosten

0

27.779

28.630

26.965

25.368

24.826

26.197

Rentelasten

0

32.641

77.573

90.539

106.665

113.598

121.993

Afschrijvingskosten

0

238.477

282.400

291.784

305.858

324.410

324.781

– Materieel

0

0

0

0

0

0

0

– Waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

– Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

 

734.704

712.240

728.914

711.340

691.600

686.839

– Dotaties voorzieningen

0

12.000

11.000

11.000

11.000

11.000

11.000

– Bijzondere lasten

0

722.704

701.240

717.914

700.340

680.600

675.839

Totaal lasten

0

1.217.314

1.285.538

1.315.642

1.317.757

1.313.982

1.316.796

               

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het Rijksvastgoedbedrijf is vraag gestuurd. De vraag vloeit met name voort uit de Masterplannen voor de kantoorhuisvesting, de huisvestingsbehoeften vanuit de specialties en de wensen voor dienstverlening vanuit Defensie. De begrotingsposten van het RVB, zowel baten als lasten, zijn gerelateerd aan deze vraagontwikkeling.

Omzet moederdepartement

De Minister voor Wonen en Rijksdienst betaalt de kosten voor een aantal taken aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat met name om de kosten van:

  • het onderhoud van de monumenten met een erfgoedfunctie (zonder huisvestingsfunctie) in beheer bij de dienst.

  • het leveren van ondersteuning aan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de uitvoering van het rijksbeleid gerelateerd aan de rijkshuisvesting.

  • het apparaat om de uitvoering van het beheer van materiële activa mogelijk te maken.

Omzet overige departementen

De omzet departementen omvat opbrengsten voor geleverde producten en diensten. Het gaat daarbij met name om ontvangen gebruiksvergoedingen voor kantoren en specialties, ook van BZK zelf en die van de Hoge Colleges van Staat en van 3 staatspaleizen. Daarnaast gaat het om bijdragen voor de instandhouding en onderhoud van Defensie-objecten.

Binnen de huur-verhuurstelsels voor rijkshuisvesting worden interne verhuurcontracten afgesloten tussen het Rijksvastgoedbedrijf en de departementen. Op basis van de overeengekomen huurprijsmethodiek brengt het Rijksvastgoedbedrijf een gebruiksvergoeding in rekening. In de ramingen van de gebruiksvergoeding is onder meer rekening gehouden met de Masterplannen Kantoren, het afsluiten van nieuwe contracten en met de verwachte beëindiging van contracten als gevolg van voorziene krimp van de overheid.

Omzet derden

Deze omzet betreft met name de baten vanuit het per 1 juli 2014 geldende Kader Overname Rijksvastgoed (KORV), de verkoop van onroerend goed en de inkomsten vanuit de exploitatie van een aantal bijzondere objecten zoals parkeergarages en de grafelijke zalen.

Bijzondere baten

Dit betreft met name het deel van de apparaatinzet dat geactiveerd wordt.

Apparaatskosten (personeel en materieel)

De apparaatskosten betreffen salarissen, opleidingen, externe inzet voor zowel het primaire als het secundaire proces, kosten voor huisvesting, ICT en overige materiële kosten.

Rentelasten

De rentelasten vloeien voort uit investeringen en zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leningen met het Ministerie van Financiën voor rijkshuisvesting (masterplannen kantoren en huisvestingsbehoefte voor specialties) en KORV-projecten.

Afschrijvingskosten

Dit betreft met name de afschrijvingen op geactiveerde waarden van objecten, voortvloeiend uit investeringen vanuit masterplannen kantoren en huisvestingsbehoeften voor specialties. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de categorie: grond/terreinen 0 jr, erfpacht 5–100 jr, gebouwen 15–60 jr, vervoermiddelen 4–6 jr en inventaris 3–15 jr.

Overige kosten

Dotaties aan voorzieningen

Dit betreft dotaties aan de voorzieningen voor asbest en voor herstelonderhoud.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten betreffen belangrijke elementen van de primaire processen van het Rijksvastgoedbedrijf. In de tabel hierna zijn zij gespecificeerd en eronder toegelicht.

Specificatie Bijzondere lasten (bedragen in € * 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

 

realisatie

           

Markthuren

0

203.169

204.079

186.214

167.623

162.456

153.385

DBFMO-lasten

0

83.785

0

0

0

0

0

Onderhoud

0

273.738

306.762

318.226

324.645

312.228

314.650

Belastingen en heffingen

0

23.665

23.302

23.111

22.714

21.206

20.728

Energielasten

0

35.052

30.385

28.672

25.520

24.637

24.817

Ontwikkeling en verkoop OG

73.241

90.775

114.535

126.730

126.730

126.730

Overige lasten

30.054

45.937

47.155

33.107

33.343

35.529

Totaal

0

722.704

701.240

717.914

700.340

680.600

675.839

Toelichting

Bij de bijzondere lasten zijn de kosten opgenomen die samenhangen met de processen van het RVB. Het gaat hierbij om:

Markthuren

Deze post betreft de huren die het Rijksvastgoedbedrijf aan de markt betaalt. Het beleid is erop gericht departementen en diensten zo veel mogelijk in eigendomsobjecten te huisvesten. Hierdoor nemen de meters huurhuisvesting en de kosten ervan af.

DBFMO-lasten

Dit betreft de lasten van lopende en nieuwe contracten met marktpartijen. Vanaf 2017 zijn deze lasten omgerekend naar rente en afschrijving en aldaar opgenomen.

Onderhoud

Deze post betreft de kosten voor onderhoud en instandhouding van gebouwen en terreinen voor de rijkshuisvesting en Defensie.

Belastingen en heffingen

Deze post betreft met name de onroerende zaakbelasting over de voorraad onroerend goed die het RVB inzet voor rijkshuisvesting.

Energielasten

Met ingang van 2016 betaalt het RVB de rekening voor de energielasten in kantoren rijkshuisvesting.

Ontwikkeling en verkoop onroerend goed

Dit betreft de kosten van ingekocht onroerend goed en de kostprijs van verkochte gebouwen en terreinen.

Overige lasten

De overige lasten betreffen met name de wederopleveringkosten bij contracteinde, kleinere investeringen voor de gebruikers, facilitaire leegstandkosten en verwachte waardedaling.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen beschikbaar zijn gekomen of naar verwachting zullen komen en op welke wijze gebruik (is/of) zal worden gemaakt van deze middelen.

Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap RVB voor het jaar 2017
(Bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

0

661.883

368.948

366.689

363.946

342.487

331.312

 

Tot. ontvangsten op. kasstroom (+)

 

1.179.649

1.158.305

1.188.409

1.192.604

1.189.869

1.192.683

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

 

981.563

940.656

948.833

946.078

912.709

909.770

2.

Totaal operationele kasstroom

 

198.086

217.649

239.576

246.527

277.161

282.913

Totaal investeringen (–/–)

 

– 520.000

– 515.000

– 490.000

– 450.000

– 515.000

– 490.000

Totaal boekw. desinvesteringen (+)

 

30.000

60.775

84.535

96.730

96.730

30.000

3.

Totaal investeringskasstroom

0

– 490.000

– 454.225

– 405.465

– 353.270

– 418.270

– 460.000

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

 

– 161.108

0

0

0

0

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

 

0

0

0

0

0

0

Aflossingen op leningen (–/–)

 

– 388.039

– 280.683

– 326.854

– 364.716

– 385.065

– 411.197

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

520.000

515.000

490.000

450.000

515.000

490.000

4.

Totaal financieringskasstroom

0

– 29.147

234.317

163.146

85.284

129.935

78.803

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

0

340.822

366.689

363.946

342.487

331.312

233.028

Toelichting

Ad 3, 4.

De afdrachten aan het moederdepartement in 2016 betreft het surplus op het eigen vermogen.

De investeringen in rijkshuisvesting en het beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestingsprojecten. Het Rijksvastgoedbedrijf investeert in grond en gebouwen die in de balans onder de post materiële vaste activa worden verantwoord. In deze investeringen worden ook brandveiligheidinvesteringen meegenomen en de investeringen uit hoofde van de instandhoudingplicht, die per 1-1-2013 voor de kantoren en per 1-1-2014 voor de specialties bij de voormalige Rijksgebouwendienst is belegd.

In ieder geval de volgende grotere projecten zullen (deels) via de leenfaciliteit gefinancierd worden8:

Tabel: Investeringen rijkshuisvesting boven € 15 mln., bedragen * € 1 mln.

Project

Indicatie investerings-volume leenfaciliteit

Eerste jaar

investering

Den Haag, Binnenhofcomplex

4751

2018

Amsterdam, PPS Nieuwbouw rechtbank Parnas

1502,3

lopend

Den Haag, veiligheidsdiensten

Nog niet gegund

2016

Utrecht, PPS nieuwbouw RIVM

1104

lopend

Den Haag, PPS Rijnstraat voorheen VROM

925

lopend

Den Haag, Nieuwbouw Eurojust

926

lopend

Zaanstad, PPS Penitentiaire inrichting

1007

lopend

Utrecht, PPS de Knoop

808

lopend

Breda, PPS gerechtsgebouw

609

lopend

Rotterdam, Rijkskantoorcampus

Nog niet gegund

2016

Den Haag, PPS B30, Planbureaus

31

lopend

Bonaire, Justitiële Inrichting

31

lopend

Arnhem, Stationsplein West

Nog niet gegund

n.t.b.

Rotterdam, rechtbank

Nog niet gegund

2016

Rotterdam, Belastingdienst

20

Lopend

Emmen, Nationaal Archief + rijkskantoor

22

lopend

Assen, Mandemaat EZ

Nog niet gegund

2016

Den Haag, Renovatie paleis Huis ten Bosch

1510

lopend

1

Prijspeil 2015. De eerste investeringen starten in 2018, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van de Binnenhofbewoners. Van dit bedrag is € 12,5 mln. bedoeld voor niet-huisvestingskosten van de

Binnenhof-bewoners. Dit bedrag zal naar de begrotingen van AZ en de betreffende Hoge Colleges van Staat worden overgeboekt.

2

De investering voor dit PPS-project wordt door een marktpartij gedaan en is bij het Rijk niet exact bekend.

3

Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 30 jaar bedraagt ruim € 235 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project.

4

Zie voetnoot 8. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 25 jaar bedraagt € 267 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

5

Zie voetnoot 8. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 25 jaar bedraagt ook € 267 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

6

Het build & maintain contract loopt maximaal 20 jaar.

7

Zie voetnoot 8. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. Het betreft een contract met een looptijd van 25 jaar.

8

Zie voetnoot 8. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 20 jaar bedraagt € 100 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

9

Zie voetnoot 8. Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 30 jaar bedraagt € 172 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.

10

De totale projectkosten bedragen € 59 mln. Hiervan komt € 44 mln. ten laste van het agentschapvermogen van de Rijksgebouwendienst. Voor € 15 mln wordt op de leenfaciliteit getrokken. De rente en afschrijving voor dit bedrag wordt door Wonen en Rijksdienst betaald (art. 6 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid).

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren Rijksvastgoedbedrijf
(bedragen in € * 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Omzet per product

             

Verkoop vastgoed

 

84.264

117.389

140.976

153.171

153.113

153.113

Verkoop grondstoffen

 

233

216

210

210

207

207

T.b.s. kantoren en specialties

 

866.569

898.845

906.398

891.916

905.621

908.435

Externe ingebruikgeving

 

8.889

8.289

8.033

7.943

7.949

7.949

Aanvullende dienstverlening

 

0

         

Gebiedsontwikkeling

 

1.603

1.494

1.448

1.448

1.432

1.432

Projectontwikkeling

 

24.400

25.000

24.900

25.636

27.062

27.062

Verwerving

 

75

75

59

58

58

58

Beheren gebouwen niet in eigendom

 

171.868

177.775

178.475

186.101

168.401

168.401

Expertise en advies

 

9.150

8.891

8.481

8.064

8.103

8.103

Strat. advisering

 

11.145

8.053

8.028

7.593

7.585

7.585

Overige producten

 

1.454

2.279

1.402

466

340

340

               

saldo baten en lasten

 

0

0

0

0

0

0

in %

 

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Huisvestingsvoorraad * 1.000 m2 BVO

 

6.077

5.974

5.828

5.625

5.289

5.118

waarvan verhuurd

 

5.415

5.261

5.056

4.937

4.939

4.851

waarvan eigendom

 

4.780

4.714

4.676

4.596

4.299

4.203

waarvan huur

 

1.297

1.260

1.152

1.029

990

915

             

Gemiddelde leegstand rijkshuisvesting voor rekening RVB

 

6,7%

6,6%

6,7%

6,7%

5,4%

3,6%

ITK rijkshuisvesting

 

2,1–2,8

2,1–2,8

2,1–2,8

2,1–2,8

2,1–2,8

2,1–2,8

               

Voorraad beheerde Defensieobjecten

             

Gebouwen * 1.000m2 BVO

 

5.742

5.529

5.527

5.444

5.183

5.439

Terreinen * 1.000m2 BVO

 

342.117

341.632

341.230

340.853

335.776

340.814

               

Doelmatigheid verkoop vastgoed

 

> 0

> 0

> 0

> 0

> 0

> 0

               

Bezetting ambtelijke fte's ultimo

 

1.840

1.897

1.795

1.713

1.675

1.674

Apparaat-omzetindicator

 

17,4%

16,6%

15,5%

14,7%

14,0%

13,9%

Projecten binnen budget gerealiseerd

 

80%

81%

82%

83%

84%

85%

Projecten tijdig gerealiseerd

 

80%

81%

82%

83%

84%

85%

Productiviteit

 

800

815

830

845

860

875

Toelichting9

De onderste drie indicatoren uit bovenstaande tabel (projecten binnen budget gerealiseerd, projecten tijdig gerealiseerd en productiviteit) geven inzicht in de beoogde baten vanwege kennisbundeling en proces- en ketenintegratie die gerelateerd kunnen worden aan de fusie tussen de drie agentschappen.

Omzet per product

Met de producten bestrijkt het Rijksvastgoedbedrijf de gehele keten van de huisvesting, vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw), het beheer, ontwikkeling en de afstoot. Het Rijksvastgoedbedrijf is vraag gestuurd. Dit betekent dat in principe de jaarlijkse omzet voor een groot deel bepalend is voor de benodigde omvang van het personeelsbestand. Vanwege de afslanking van de rijksoverheid zal er op termijn minder huisvestingsvraag zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf zal daardoor minder m2 huisvesting leveren.

Overigens neemt de omzet komende jaren toe, dit heeft ermee te maken dat nieuwe huisvesting per definitie duurder is (hogere afschrijvingslasten) dan oude huisvesting. Daarbij worden oude objecten verkocht. Zodoende resteert een relatief nieuwe voorrraad.

Saldo baten en lasten

Het saldo van baten en lasten laat sluitend resultaatbeeld zien.

Rijkshuisvestingsvoorraad in 1.000 m2 BVO

De huisvestingsvoorraad zal de komende jaren door enerzijds het kabinetsbeleid en anderzijds adequate sturing door het Rijksvastgoedbedrijf afnemen. Bij de gepresenteerde afname is rekening gehouden met de gevolgen voor de departementen van kabinetsbesluiten over de masterplannen huisvesting. Indien de voorraad niet in de voorziene mate daalt, zullen de leegstandkosten voor het Rijksvastgoedbedrijf stijgen en daarmee het saldo van baten en lasten dalen.

Gemiddelde leegstand rijkshuisvesting

Dit betreft leegstand voor rekening van het Rijksvastgoedbedrijf in relatie tot de totale huisvestingsvoorraad. De huisvestingsbehoefte zal minder worden door de afslanking bij de rijksoverheid. Daarnaast ontstaat behoefte aan andersoortige huisvesting, waardoor de huisvestingsmutaties toenemen. De leegstand daalt wanneer objecten verkocht kunnen worden.

Indicator technische kwaliteit (ITK) rijkshuisvesting

Dit betreft het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht). Voor een deel van de (niet-strategische) voorraad is een lagere waardering mogelijk waarbij nog altijd voldoende en daarmee economisch betere afwegingen gemaakt kunnen worden.

Voorraad beheerde Defensieobjecten

De Defensieobjecten worden door het Rijksvastgoedbedrijf onderhouden (instandhouding). Defensie voorziet de komende jaren een kleine krimp in haar portefeuille.

Doelmatigheid verkoop vastgoed

Doelstelling is objecten te verkopen tegen tenminste de voorgecalculeerde bedragen die in een businesscase waren opgenomen. Het totale resultaat van het verkochte onroerend goed zal tenminste positief moeten zijn.

Bezetting in fte's

De bezetting van ambtelijk personeel neemt als gevolg van voorziene krimp in de vraag naar rijksvastgoed en besparingen vanuit de fusie de komende jaren naar verwachting af tot 1.674 fte in 2021.

Apparaat-omzet indicator

Dit betreft de procentuele verhouding van de apparaatskosten van het RVB tot de omzet (totale baten) van de dienst. Een daling van de waarde van de indicator geeft aan dat de verhouding tussen de omzet en het ingezette apparaat verbetert.

Projecten binnen budget gerealiseerd

Het percentage projecten binnen budget gerealiseerd is na de fusie gesteld op meer dan 80%. Het getuigt van ambitie om als norm te hebben dat het overgrote deel van de projecten wordt uitgevoerd binnen het afgesproken budget.

De ervaring leert dat het prognosticeren van de kosten van vastgoedprojecten niet eenvoudig is. De uitkomsten van aanbestedingen laten zich lastig voorspellen. Daarnaast kunnen tijdens de uitvoering van de projecten tegenvallers aan het licht komen. De verwachting is dat de kennisbundeling en professionalisering de komende jaren tot betere resultaten zal leiden. De norm van 80% kan daarmee over enkele jaren (2021) naar 85% worden bijgesteld.

Projecten tijdig gerealiseerd

Het percentage projecten tijdig gerealiseerd is na de fusie gesteld op meer dan 80%. Deze norm houdt concreet in dat minder dan 20% van de projecten later wordt opgeleverd dan met de opdrachtgever is afgesproken.

Een deel van de projecten kan vertragen doordat tijdens de uitvoering feiten boven water komen, waar vooraf geen rekening mee is gehouden. Dit zal nooit uit te sluiten zijn, maar ook voor deze indicator geldt dat met een goede kennisbundeling en professionaliteit het percentage waarbij de afgesproken tijd wordt overschreden, kan worden verminderd. Over enkele jaren (2021) kan deze norm ook naar 85%.

Productiviteit

De productiviteit geeft inzicht in de sturing op directe uren. Hoe meer directe uren worden ingezet, ofwel hoe minder indirecte/overige, hoe beter wordt gepresteerd.

Als gevolg van de fusie kan personeel effectiever op de verschillende activiteiten worden ingezet. Daarnaast leidt de fusie ook tot minder indirecte functies en meer productiviteit in de primaire processen.

8

Projecten die nog niet zijn gegund, zijn nog onderhevig aan definitieve besluitvorming. Van deze projecten, kunnen vanwege marktoverwegingen geen bedragen worden genoemd.

9

Zoals in de inleiding van deze paragraaf is gemeld wordt hier gerapporteerd over de externe prestatie-indicatoren. Afgesproken is om het ministerie van Financiën te betrekken bij de monitoring van de interne indicatoren.

Licence