Base description which applies to whole site

3.1 De beleidsartikelen (Ministerie van Financiën)

Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel «budgettaire gevolgen van beleid» per begrotingsartikel van begroting IX. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan eerder genoemde staffel toegelicht (tabel 1).

De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.

Artikel 1 Belastingen

Tabel 6: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 1 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

2.872.375

0

2.872.375

160.786

3.033.161

169.414

118.683

108.506

108.018

                   

Uitgaven (1) + (2)

2.886.061

0

2.886.061

160.786

3.046.847

143.928

101.997

91.370

90.627

                   

(1) Programma-uitgaven

151.824

0

151.824

0

151.824

10.755

10.755

0

0

Waarvan juridisch verplicht

100%

 

100%

 

100%

       
                   

Rente

89.990

0

89.990

0

89.990

0

0

0

0

– Belasting- en invorderingsrente

89.990

0

89.990

0

89.990

0

0

0

0

                   

Bekostiging

5.955

0

5.955

0

5.955

0

0

0

0

– Proceskosten

4.161

0

4.161

0

4.161

0

0

0

0

– Overige programma-uitgaven

1.794

0

1.794

0

1.794

0

0

0

0

                   

Bijdrage agentschappen

55.879

0

55.879

0

55.879

10.755

10.755

0

0

– Waarvan: programmakosten

55.879

0

55.879

0

55.879

10.755

10.755

0

0

                   

(2) Apparaatsuitgaven

2.734.237

0

2.734.237

160.786

2.895.023

133.173

91.242

91.370

90.627

                   

Personele uitgaven

2.084.550

0

2.084.550

171.574

2.256.124

132.894

91.242

91.370

90.627

– Waarvan: Eigen personeel

1.959.221

0

1.959.221

106.102

2.065.323

129.411

89.474

90.974

90.231

– Waarvan: Inhuur externen

125.329

0

125.329

65.472

190.801

3.483

1.768

396

396

                   

Materiële uitgaven

649.687

0

649.687

– 10.788

638.899

279

0

0

0

– Waarvan: ICT

223.527

0

223.527

22.174

245.701

0

0

0

0

– Waarvan: Bijdrage SSO's

130.943

0

130.943

– 4.829

126.114

0

0

0

0

– Waarvan: Overige

295.217

0

295.217

– 28.133

267.084

279

0

0

0

                   

Ontvangsten (3) + (4)

136.740.112

2.992.703

139.732.815

2.132.183

141.864.998

0

0

0

0

                   

(3) Programma-ontvangsten

136.719.802

2.992.703

139.712.505

2.132.183

141.844.688

0

0

0

0

– Waarvan: Belastingontvangsten

135.917.249

2.992.703

138.909.952

2.132.183

141.042.135

0

0

0

0

                   

Rente

399.400

0

399.400

0

399.400

0

0

0

0

– Belasting- en invorderingsrente

399.400

0

399.400

0

399.400

0

0

0

0

                   

Boetes en schikkingen

205.877

0

205.877

0

205.877

0

0

0

0

– Ontvangsten boetes en schikkingen

205.877

0

205.877

0

205.877

0

0

0

0

                   

Bekostiging

197.276

0

197.276

0

197.276

0

0

0

0

– Kosten vervolging

197.276

0

197.276

0

197.276

0

0

0

0

                   

(4) Apparaatsontvangsten

20.310

0

20.310

0

20.310

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven (+ € 160,8 mln.)

Apparaatuitgaven

Personele uitgaven: eigen personeel (+ € 106,1 mln.)

De vijf voornaamste oorzaken van deze mutatie zijn:

  • 1. Er zijn voor Switch, Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)-heffingen en premies middelen overgeheveld van artikel 10 (Nominaal en Onvoorzien) naar artikel 1 (+ € 59,3 mln.).

  • 2. Het kabinet heeft in 2017 compenserende loonruimte beschikbaar gesteld vanwege het CAO- akkoord 2017 (+ € 19,3 mln.). Deze middelen zijn van artikel 10 overgeheveld naar artikel 1.

  • 3. Voor de Brexit worden middelen toegevoegd aan de begroting van de Belastingdienst (met name Douane processen) (+ € 6,5 mln.). Hierbij is rekening gehouden met het scenario dat er per 29 maart 2019 geen deal is ten aanzien van de Brexit en dus ook geen transitieperiode van 2 jaar. Wanneer blijkt dat zich een ander scenario voordoet, wordt er voor 2019 en verder een nieuwe raming opgesteld.

  • 4. Er zijn middelen vanuit de Aanvullende Post vrijgemaakt om projecten uit de Investeringsagenda (IA) te starten. Dit is verder toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»1. Ook zijn er middelen overgeheveld voor lopende projecten uit de Investeringsagenda en bedrijfskritische werving voor de Belastingdienst (+ € 19,2 mln.).

  • 5. Tot slot ontvangt de Belastingdienst middelen vanuit de Aanvullende Post voor de bijdrage van Douane Nederland aan de versterking van het grenstoezicht op Sint Maarten (+ € 0,7 mln.). Deze regeling is in het kader van de wederopbouw van Sint Maarten, tussen de regeringen van beide landen in december 2017 overeengekomen2. De bijstand van Douane Nederland voor de verbetering van het grenstoezicht op goederen wordt fasegewijs ingezet en gericht op in ieder geval de taakvelden drugs- en wapencontroles aan de grenzen en bestrijding van illegale geldstromen. De bijdrage van Douane Nederland zal bestaan uit a) het leveren van technische bijstanders, b) het ondersteunen en adviseren bij aanschaf en gebruik van controlemiddelen, c) het geven van opleidingen en trainingen en het adviseren en ondersteunen bij voorgenomen trainingen van Douane Sint Maarten. Deze activiteiten worden voor een periode van twee jaar uitgevoerd.

Personele uitgaven: inhuur externen (+ € 65,5 mln.)

Er zijn middelen overgeheveld van de Aanvullende Post om projecten uit de Investeringsagenda (IA) te dekken. Zoals is toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»3.

Materiële uitgaven: ICT (+ € 22,2 mln.)

Er zijn middelen uit de Aanvullende Post vrijgemaakt om projecten uit de IA te kunnen starten, zoals is toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»4 (+ € 38,4 mln.). Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden (– € 16,2 mln.). Zie hiervoor de toelichting bij de kasschuif bij overige materiële uitgaven.

Materiële uitgaven: overige (– € 28,1 mln.)

De twee voornaamste oorzaken van deze mutatie zijn:

  • 1. Voor de Brexit worden middelen toegevoegd aan de begroting van de Belastingdienst (met name Douane processen) (+ € 12,9 mln.). Hierbij is rekening gehouden met het scenario dat er per 29 maart 2019 geen deal is ten aanzien van de Brexit en dus ook geen transitieperiode van 2 jaar. Wanneer blijkt dat zich een ander scenario voordoet, wordt er voor 2019 en verder een nieuwe raming opgesteld.

  • 2. Om te zorgen dat het beschikbare budget past bij het verloop van de uitgaven wordt er budget doorgeschoven van 2018 naar 2019 (– € 40,8 mln.).

Ontvangsten (+ € 2,1 mld.)

Belastingontvangsten (+ € 2,1 mld.)

In de Voorjaarsnota 2018 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 7: Belastingontvangsten
 

Vastgestelde begroting 2018

(1)

Mutatie 1e suppletoire begroting

(2)

Stand 1e suppletoire begroting 2018

(3) = (1+2)

Totaal belastingontvangsten

172.432.000

2.795.724

175.227.724

– /- Afdracht Gemeentefonds

28.282.670

587.666

28.870.336

– /- Afdracht Provinciefonds

2.187.740

72.715

2.260.455

– /- Afdracht BTW-Compensatiefonds

3.010.252

3.160

3.013.412

– /- Afdracht BES-fonds

41.386

0

41.386

Belastingontvangsten IX

138.909.952

2.132.183

141.042.135

Artikel 2 Financiële markten

Tabel 8: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 2 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

28.769

0

28.769

– 71.827

– 43.058

– 397

– 1.738

– 1.738

– 1.738

waarvan garantieverplichtingen

                 

– Garantie BES

0

0

0

– 65.000

– 65.000

0

0

0

0

                   

Uitgaven

28.769

0

28.769

– 6.827

21.942

– 397

– 1.738

– 1.738

– 1.738

Waarvan juridisch verplicht

75,5%

 

75,5%

 

89,1%

       
                   

Subsidies

436

0

436

0

436

0

0

0

0

– Vakbekwaamheid

436

0

436

0

436

0

0

0

0

                   

Bekostiging

13.037

0

13.037

– 1.618

11.419

– 2.238

– 2.238

– 2.238

– 2.238

– Rechtspraak Financiële Markten

1.259

0

1.259

0

1.259

0

0

0

0

– Muntcirculatie

11.263

0

11.263

– 1.763

9.500

– 2.263

– 2.263

– 2.263

– 2.263

– Afname munten in circulatie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Toezicht en handhaving MIF

120

0

120

130

250

0

0

0

0

– PSD II

195

0

195

0

195

0

0

0

0

– Overig

200

0

200

15

215

25

25

25

25

                   

Garanties

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

– Dotatie begrotingsreserve DGS BES

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

                   

Opdrachten

4.202

0

4.202

1.341

5.543

1.341

0

0

0

– Wijzer in geldzaken

272

0

272

1.641

1.913

1.341

0

0

0

– Vakbekwaamheid

3.930

0

3.930

– 300

3.630

0

0

0

0

– Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

9.694

0

9.694

– 6.550

3.144

500

500

500

500

– Bijdrage AFM BES-toezicht

405

0

405

0

405

0

0

0

0

– Bijdrage BES-toezicht en FEC

2.289

0

2.289

450

2.739

500

500

500

500

– Overig

7.000

0

7.000

– 7.000

0

0

0

0

0

                   

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

400

0

400

0

400

0

0

0

0

– Caribean Financial Action Taskforce

20

0

20

0

20

0

0

0

0

– IASB

380

0

380

0

380

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

13.021

0

13.021

– 984

12.037

– 2.584

– 2.584

– 2.584

– 2.584

                   

Bekostiging

5.184

0

5.184

– 2.584

2.600

– 2.584

– 2.584

– 2.584

– 2.584

– Ontvangsten muntwezen

5.184

0

5.184

– 2.584

2.600

– 2.584

– 2.584

– 2.584

– 2.584

– Toename munten in circulatie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Overig

7.837

0

7.837

1.600

9.437

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen (– € 71,8 mln.)

Garantie BES (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (– € 65,0 mln.)

De garantie depositogarantiestelsel (DGS) BES vloeit voort uit het DGS dat per 4 oktober 2017 voor Caribisch Nederland is ingevoerd. De Nederlandse Bank (DNB) schatte aanvankelijk in dat een dekkingsplafond van € 135,0 mln. nodig was. Naar huidige schatting is er een dekkingsplafond nodig van € 70,0 mln. De garantie wordt daarom met € 65,0 mln. naar beneden bijgesteld.

Uitgaven (– € 6,8 mln.)

Muntcirculatie (– € 1,8 mln.)

Inzicht in het ramingsmodel laat zien dat er meerjarig minder budget nodig is.

Wijzer in geldzaken (+ € 1,6 mln.)

Het platform Wijzer in Geldzaken wordt gezamelijk met partners uit de financiele sector bekostigd. Er zijn afspraken gemaakt over hun bijdrage.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s (– € 7,0 mln.).

Dit betreft de bijdrage van het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor bouw en vulling van het «ultimate beneficial owner» (UBO-register). Het UBO-register moet helpen voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld of voor terrorismefinanciering.

Ontvangsten (– € 1,0 mln.)

Ontvangsten muntwezen (– € 2,6 mln.)

De ontvangsten zijn gebaseerd op de meest recente prognose voor het aantal munten dat in 2018 voor verzamelaars zal worden geslagen. Die prognose heeft geleid tot de voorgestelde neerwaartse aanpassing van de ontvangsten muntwezen.

Overig (+ € 1,6 mln.).

In 2018 ontvangt het Ministerie van Financiën een bedrag van € 1,6 mln. aan boeteontvangsten over 2017 van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dit is een vast onderdeel van ontvangsten «Overig». Als de AFM meer dan € 2,5 mln. aan boetes over een kalenderjaar ontvangt, dan moet zij alles daarboven aan het Ministerie van Financiën afdragen. Deze post varieert daarom ieder jaar.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Tabel 9: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 3 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

18.588

0

18.588

– 5.730.282

– 5.711.694

– 3.082

– 3.582

– 3.582

– 3.582

Waarvan garantieverplichtingen

                 

– Garantie DNB

0

0

0

– 5.700.000

– 5.700.000

0

0

0

0

– Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

0

0

0

– 30.000

– 30.000

0

0

0

0

                   

Uitgaven

366.932

0

366.932

– 282

366.650

– 3.082

– 3.582

– 3.582

– 3.582

Waarvan juridisch verplicht

99,5%

 

99,5%

 

99,5%

       
                   

Vermogensverschaffing

350.000

0

350.000

0

350.000

0

0

0

0

– Kapitaalinjectie TenneT

350.000

0

350.000

0

350.000

0

0

0

0

– Conversie schuld KNM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Vermogensonttrekking

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Afdrachten Staatsloterij

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Bijdrage aan RWT

7.500

0

7.500

– 2.500

5.000

– 2.500

– 2.500

– 2.500

– 2.500

– NLFI

7.500

0

7.500

– 2.500

5.000

– 2.500

– 2.500

– 2.500

– 2.500

                   

Garanties

4.900

0

4.900

– 50

4.850

– 50

– 50

– 50

– 50

– Regeling BF

100

0

100

– 50

50

– 50

– 50

– 50

– 50

– Dotatie begrotingsreserve TenneT

4.800

0

4.800

0

4.800

0

0

0

0

                   

Opdrachten

4.532

0

4.532

2.268

6.800

– 532

– 1.032

– 1.032

– 1.032

– Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4.532

0

4.532

2.268

6.800

– 532

– 1.032

– 1.032

– 1.032

                   

Ontvangsten

984.550

0

984.550

619.796

1.604.346

265.750

– 46.250

– 30.250

114.750

                   

Vermogensonttrekking

973.000

0

973.000

622.000

1.595.000

268.000

– 44.000

– 28.000

117.000

– Opbrengst verkoop vermogenstitels

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen

967.000

0

967.000

513.000

1.480.000

107.000

– 73.000

– 28.000

– 23.000

– Afdrachten Staatsloterij

0

 

0

0

0

0

0

0

0

– Winstafdracht DNB

6.000

0

6.000

109.000

115.000

161.000

29.000

0

140.000

Waarvan SMP-Griekenland

27.000

0

27.000

27.000

54.000

0

0

0

0

Waarvan investeringsportefeuille DNB

0

0

0

51.000

51000

0

0

0

0

                   

Bijdrage aan RWT

6.750

0

6.750

– 2.250

4.500

– 2.250

– 2.250

– 2.250

– 2.250

– NLFI

6.750

0

6.750

– 2.250

4.500

– 2.250

– 2.250

– 2.250

– 2.250

                   

Garanties

4.800

0

4.800

46

4.846

0

0

0

0

– Premieontvangsten garantie TenneT

4.800

0

4.800

0

4.800

0

0

0

0

– Overig

0

0

0

46

46

0

0

0

0

                   

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen (– € 5.730,3 mln.)

Garantie De Nederlandsche Bank (DNB) (– € 5.700,0 mln.)

De in 2013 afgegeven garantie aan DNB ter waarde van € 5,7 mld. is per 1 maart 2018 afgelopen. De garantie komt daarmee te vervallen.

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen (– € 30,0 mln.)

Naar verwachting zal NS dit jaar € 30,0 mln. van de uitstaande leningen bij Eurofima aflossen. Hierdoor wordt de garantie met ditzelfde bedrag verlaagd.

Uitgaven (– € 0,3 mln.)

Bijdrage aan RWT – NLFI (– € 2,5 mln.).

De begroting voor 2018 van NL Financial Investments (NLFI) is € 2,5 mln. lager dan die van 2017. Dit komt doordat de financiële deelnemingen, waar NLFI het aandeelhouderschap van uitvoert, geleidelijk worden verkocht. Dit leidt tot een vermindering van zowel de uitgaven als ontvangsten.

Opdrachten – Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 2,3 mln.)

Het budget voor uitvoeringskosten staatsdeelnemingen wordt naar boven bijgesteld vanwege de kosten die gemoeid zijn met de rechtszaken rondom de nationalisatie van SNS Reaal.

Ontvangsten (+ € 619,8 mln.)

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 513,0 mln.)

Vanwege goede winstcijfers van BNG, Holland Casino, Gasunie, ABN Amro en de Volksbank valt de dividendraming hoger uit dan eerder verwacht.

Winstafdracht DNB (+ € 109,0 mln.)

De winstafdrachtraming wordt naar boven bijgesteld vanwege het feit dat de inkomsten op de bij DNB aangehouden deposito’s van centrale banken van buiten het Eurosysteem stijgen.

Bijdrage aan RWT – NLFI (– € 2,3 mln.)

Zie toelichting bij verplichtingen en uitgaven: bijdrage aan RWT – NLFI.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Tabel 10: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

257.820

0

257.820

– 225.115

32.705

– 38.119

– 28.349

17.519

17.994

Waarvan garantieverplichtingen:

                 

– Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

146.326

0

146.326

– 225.232

– 78.906

0

0

0

0

– Garantie aan DNB inzake IMF en BIS

0

0

0

– 33.617

– 33.617

0

0

0

0

– Kredieten EU-betalingsbalanssteun

0

0

0

50.000

50.000

0

0

0

0

– EFSM

0

0

0

60.000

60.000

0

0

0

0

– AIIB

0

0

0

– 12.338

– 12.338

0

0

0

0

                   

Uitgaven

419.328

0

419.328

– 63.928

355.400

– 38.119

– 28.349

17.519

17.994

Waarvan juridisch verplicht

99,6%

 

99,6%

 

99,5%

       

Bijdrage aan internationale organisatie

313.391

0

313.391

– 63.928

249.463

– 38.119

– 28.349

17.519

17.994

– Multilarerale ontwikkelingsbanken en fondsen

274.895

0

274.895

– 59.219

215.676

– 33.922

– 28.349

17.519

17.994

– AIIB

38.496

0

38.496

– 4.709

33.787

– 4.197

0

0

0

Leningen

104.260

0

104.260

0

104.260

0

0

0

0

– Teruggave winsten SMP/ANFA

104.260

0

104.260

0

104.260

0

0

0

0

Opdrachten

1.677

0

1.677

0

1.677

0

0

0

0

– Technische assistentie kiesgroeplanden

1.677

0

1.677

0

1.677

0

0

0

0

                   
                   

Ontvangsten

7.032

0

7.032

500

7.532

2.200

4.800

5.900

13.600

Deelname aan internationale organisaties

655

0

655

4.000

4.655

4.000

2.000

2.000

2.000

– Ontvangsten IFI's

655

0

655

4.000

4.655

4.000

2.000

2.000

2.000

Leningen

6.377

0

6.377

– 3.500

2.877

– 1.800

2.800

3.900

11.600

– Renteontvangsten lening Griekenland

6.377

0

6.377

– 3.500

2.877

– 1.800

2.800

3.900

11.600

                   

Toelichting

Verplichtingen (– € 225,1 mln.)

Wisselkoersbijstelling garantieverplichting DNB-IMF (– € 33,6 mln.)

Voor de uitstaande garantieverplichtingen van het International Monetary fund (IMF) vindt een wisselkoersbijstelling plaats op basis van de wisselkoersstand SDR/EUR van 1 maart 2018.

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen (– € 225,2 mln.)

De uitstaande garantieverplichting wordt in 2018 aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen Centraal Economisch Plan (CEP)-raming 2018 van het Centraal Planbureau (CPB).

Kredieten EU-betalingsbalanssteun (+ € 50,0 mln.)

Naar aanleiding van een verwachte verandering in het Nederlandse aandeel EU-BNI (Bruto Nationaal Inkomen), neemt ook het Nederlandse aandeel in de bestaande garantieverplichting voor de EU-betalingsbalanssteun toe. In de Spring Forecast 2017 van de Europese Commissie bedroeg dit aandeel 4,7%. In Spring Forecast 2018 stijgt dit aandeel naar verwachting naar 4,8%.

EFSM (Europees Financieel Stabilisatiemechanisme) (+ € 60,0 mln.)

Naar aanleiding van een verwachte verandering in het Nederlandse aandeel in het EU-BNI, neemt ook het Nederlandse aandeel in de bestaande garantieverplichting voor het EFSM toe. In de Spring Forecast 2017 van de Europese Commissie bedroeg dit aandeel 4,7%. In Spring Forecast 2018 stijgt dit aandeel naar verwachting naar 4,8%.

AIIB (Asian Infrastructure Investment Bank) (– € 12,3 mln.)

De uitstaande garantieverplichting wordt in 2018 aangepast aan de hand van de meest recente CEP-wisselkoersraming van het CPB van maart 2018.

Uitgaven (– € 63,9 mln.)

Deelneming multiraterale ontwikkelingsbanken en fondsen (– € 59,2 mln.)

Voor de International Development Association (IDA) van de Wereldbank is eind 2016 besloten de bijdragen voor IDA18 in 9 jaar te betalen in plaats van in 6 jaar. Doordat de bijdrage over meer jaren wordt verspreid, vallen de betalingen per jaar lager uit dan eerder geraamd. Daarnaast hebben de aandeelhouders van de Wereldbank – waaronder Nederland – tijdens de Voorjaarsvergadering in april 2018 politieke steun uitgesproken voor de kapitaalverhoging voor de Wereldbankonderdelen International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) en International Financial Corporation (IFC), om zo de financiële capaciteit van de Wereldbankgroep te vergroten5. Officiële goedkeuring is later dit jaar voorzien via ondertekening van resoluties door de gouverneurs. Nederland zal vervolgens in 2019 naar verwachting de verplichting voor de eventuele deelname aan de kapitaalverhoging formeel aan de bank afgeven. Hiervoor wordt nu budgettaire voorziening getroffen.

AIIB (Asian Infrastructure Investment Bank) (– € 4,7 mln.)

Voor 2018 is wegens de Nederlandse deelname aan de AIIB een kapitaalstorting geraamd. Deze kapitaalstorting in 2018 is een tranche van USD 41,26 mln. Op basis van de CEP-wisselkoersraming 2018 van het CPB van maart 2018 wordt de kapitaalstorting bijgesteld.

Ontvangsten (+ € 0,5 mln.)

Ontvangsten IFI’s (Internationale Financiële Instellingen) (+ € 4,0 mln.)

Er is sprake van een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor de deelname aan de IFI’s. Door deze bijstelling worden de geraamde ontvangsten in lijn gebracht met de gerealiseerde ontvangsten uit de afgelopen jaren. De stelposten worden daartoe voor 2018 en 2019 met € 4,0 mln. naar boven bijgesteld en vanaf 2020 met structureel € 2,0 mln. naar boven bijgesteld.

Renteontvangsten lening Griekenland (– € 3,5 mln.)

Door een lagere rente dan tijdens het opstellen van de begroting werd geraamd, zullen de ontvangsten op de bilaterale leningen aan Griekenland lager uitvallen.

Artikel 5 Exportkredietverzekering, garanties- en investeringsverzekeringen

Tabel 11: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 5 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

10.012.742

0

10.012.742

0

10.012.742

0

0

0

0

Waarvan garantieverplichtingen:

                 

– Exportkredietverzekeringen

10.000.000

0

10.000.000

0

10.000.000

0

0

0

0

                   

Uitgaven

75.442

0

75.442

0

75.442

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

100%

 

100%

 

100%

       
                   

Garanties

62.700

0

62.700

0

62.700

0

0

0

0

– Schade-uitkering ekv

62.700

0

62.700

0

62.700

0

0

0

0

– Schade-uitkering investeringsverzekeringen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Dotatie begrotingsreserve ekv

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Schade-uitkering Seno-Gom

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Opdrachten

12.687

0

12.687

0

12.687

0

0

0

0

– Kostenvergoeding Atradius DSB

12.687

0

12.687

0

12.687

0

0

0

0

                   

Overige

55

0

55

0

55

0

0

0

0

– Overige uitgaven

55

0

55

0

55

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

280.422

0

280.422

0

280.422

0

0

0

0

                   

Garanties

280.422

0

280.422

0

280.422

0

0

0

0

– Premies EKV

91.250

0

91.250

0

91.250

0

0

0

0

– Schaderestituties EKV

189.172

0

189.172

0

189.172

0

0

0

0

– Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– Schaderestituties Seno-Gom

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (+ € 0,0 mln.)

Artikel 6 BTW-compensatiefonds

Tabel 12: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 6 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting t

(3)=(1+2)

Mutaties 1ste suppletoire begroting

(4)

Stand 1ste suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutaties

2019

Mutaties

2020

Mutaties

2021

Mutaties

2022

Verplichtingen

3.010.252

0

3.010.252

3.160

3.013.412

0

0

0

0

                   

Uitgaven

3.010.252

0

3.010.252

3.160

3.013.412

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

100%

 

100%

 

100%

       
                   

Bijdrage aan medeoverheden

3.010.252

0

3.010.252

3.160

3.013.412

0

0

0

0

– Waarvan bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden

2.618.706

0

2.618.706

1.484

2.620.190

0

0

0

0

– Waarvan bijdragen aan provincies

391.546

0

391.546

1.676

393.222

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

3.010.252

0

3.010.252

3.160

3.013.412

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (+ € 3,2 mln.)

1

Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 403.

3

Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 403.

4

Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 403.

5

Kamerbrief «Verslag Voorjaarsvergadering Wereldbankgroep 2018», 22 mei 2018

Licence