Werken aan waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit vraagt continu inspanningen en investeringen. Deze worden verantwoord in het Deltafonds. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Door de klimaatverandering wordt het warmer en zullen rivierafvoeren en regenval grotere extremen vertonen.
Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.
Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde te houden.
Mijlpalen en resultaten 2018
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2018 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2018 start.
Beheer, onderhoud en vervanging
Voor het beheer en onderhoud zijn afspraken over prestaties gemaakt voor het watermanagement en beheer en onderhoud waterveiligheid, waaronder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze afspraken over prestaties zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van het Deltafonds. In 2018 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:
Hoofdwatersystemen | • Zandsuppleties basiskustlijn |
• Levensduurverlengend onderhoud aan stuwen Nederrijn/ Lek |
Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.
Aanleg
In 2018 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere door het uitvoeren van de programma’s HWBP-2, HWBP, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier. Hieronder volgen de mijlpalen die IenM bij deze programma’s in 2018 wil behalen:
Programma | Mijlpaal | Project |
---|---|---|
HWBP-2 | • Start realisatie | • HWBP2 Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam |
• Oplevering | • HWBP2 Lekdijk KIS | |
• HWBP2 Ameland Waddenzeekering | ||
HWBP | • Start realisatie | • Gameren • Eemshaven–Delfzijl |
• Oplevering | • Eemdijk/Spakenberg • Lemsterhoek • Noorderhaven Hartlingen • Spuihaven Schiedam • Keersluis de Whaa • Ijsseldijk Gouda (urgent deel) • Blerick bij de oude gieterin • Pannerden/ Loo | |
Maaswerken | • Start realisatie | • n.v.t. |
• Oplevering | • Grensmaas: Itteren • Grensmaas: Hoogwaterdoelstelling • Dijkringen clusters A (Ohé en Laak) • Dijkringen clusters B (Grevenbicht-Roosteren) | |
Ruimte voor de Rivier | • Start realisatie | • n.v.t. |
• Oplevering | • Extra Uiterwaardvergraving Millingerwaard • Dijkverbetering Nederrijn/Arnhemse en Velpsebroek Dijkverbetering Lek/Betuwe/Tieler- en Culemborgerwaard • Dijkverbetering Lek/Alblasserwaard en Vijfheerenlanden | |
Overige | • Oplevering | • Legger Vlieland |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma’s wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2018 en het MIRT Overzicht 2018. Het Deltaprogramma is te vinden op de website1 van de deltacommissaris.
Begroting op hoofdlijnen
Verlenging looptijd investeringsfondsen tot en met 2031
Mede ingegeven door de motie van het lid Harbers c.s. (Kamerstukken II 2015–2016 34 300, nr. 50) is vorig jaar besloten om het Infrastructuurfonds en het Deltafonds met ingang van de begroting 2018 jaarlijks met een jaar te gaan verlengen. Bij de begroting 2018 betekent dit dat de looptijd van de investeringsfondsen wordt verlengd tot en met 2031.
Met de verlenging tot en met 2031 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten – een ruimte van circa € 1,3 miljard beschikbaar op het Deltafonds. Deze ruimte wordt bij voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die zijn benodigd voor de instandhouding van het huidige areaal. Hiervoor is in 2031 circa € 0,9 miljard benodigd.
De ruimte die in 2031 resteert na aftrek van de doorlopende verplichtingen betreft investeringsruimte en bedraagt circa € 0,4 miljard.
Belangrijkste wijzigingen
De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2017. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.
Art | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023–2030 | 2031 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2017 | 904.656 | 1.098.123 | 1.088.828 | 1.170.252 | 1.343.675 | 1.230.007 | 9.506.808 | |||
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 | 62.537 | – 239 | 58.983 | 9.002 | ||||||
Stand 1e suppletoire begroting 2017 | 967.193 | 1.097.884 | 1.147.811 | 1.179.254 | 1.343.675 | 1.230.007 | 9.506.808 | |||
I Belangrijkste mutaties Deltafonds | 15.853 | 21.444 | 16.251 | 30.574 | 25.062 | 17.853 | 137.411 | 1.315.126 | ||
Kaderrelevante mutaties DF | ||||||||||
1 | Loon- en Prijsbijstelling 2017 | div | 14.057 | 17.270 | 16.737 | 17.971 | 19.536 | 18.137 | 145.083 | 18.136 |
2 | Reservering BRO | 5 | 8.000 | 10.000 | 10.000 | 9.500 | 5.930 | |||
3 | Overboeking Zoetwatermaatregelen | – 9.458 | – 9.690 | – 12.397 | ||||||
4 | Bijdrage min EZ: Project Wind op Zee | 3/5 | 5.501 | 4.368 | 3.345 | 4.533 | ||||
5 | Extrapolatie 2031 | div | 1.297.274 | |||||||
6 | HWBP-2 vrijval | 1 | – 5.400 | |||||||
7 | Bijdrage eID | 5 | – 260 | – 260 | – 260 | – 260 | – 260 | – 2.080 | – 260 | |
8 | Bouw Nieuwe GEO centrifuge | 1 | – 1.030 | – 1.030 | – 1.040 | |||||
Overige | – 2.247 | 786 | – 144 | – 115 | – 144 | – 24 | – 192 | – 24 | ||
Mutaties binnen kader DF | ||||||||||
9 | HWBP-2 vrijval | 1 | – 81.000 | |||||||
1 | 54.000 | |||||||||
5 | 27.000 | |||||||||
10 | Ruimte voor de rivier | 1 | – 77.600 | |||||||
5 | 77.600 | |||||||||
11 | Reservering Rijksbijdrage aan meerkosten van rivierverruiming | 1 | 196.000 | |||||||
5 | – 196.000 | |||||||||
12 | Inpassen min-regels | 5 | 150.000 | – 150.000 | ||||||
1 | – 150.000 | 150.000 | ||||||||
13 | Afsluitdijk | 1 | – 5.057 | – 47.400 | – 215.100 | – 228.365 | – 211.500 | – 41.250 | – 121.182 | |
5 | – 2.970 | – 2.970 | – 2.970 | – 23.760 | – 2.970 | |||||
4 | 5.057 | 47.400 | 215.100 | 231.320 | 214.470 | 44.220 | 144.942 | 2.970 | ||
Stand ontwerp-begroting 2018 | 983.046 | 1.119.328 | 1.164.062 | 1.209.828 | 1.368.737 | 1.247.860 | 9.644.219 | 1.315.126 |
Ad 1. Jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijsontwikkelingen. Dit betreft de toegekende loonbijstelling en prijsbijstelling tranche 2017 die vanuit Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar het Deltafonds.
Ad 2. Bij de begroting 2018 worden op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Basisregistratie Ondergrond (BRO). De vrijgemaakte middelen worden gereserveerd op het Deltafonds en worden in tranches overgeheveld naar de begroting HXII waar de uitgaven voor BRO worden verantwoord.
Ad 3. Naar het Provinciefonds worden voor de jaren 2017, 2018 en 2019 middelen (excl. BTW) overgeheveld ten behoeve van de uitvoering van Zoeterwatermaatregelen door provincies. De BTW componenten voor de jaren 2017, 2018 en 2019, gekoppeld aan de betreffende maatregelen worden afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.
Ad 4. Dit betreft een bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken met name ten behoeve van ecologisch onderzoek omtrent het project Wind op zee.
Ad 5. In de begroting 2018 is de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2031. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2030 stand begroting 2017 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
Ad 6 en 9. In deze begroting is een vrijval van het HWBP-2 verwerkt van € 81 miljoen. Over de middelen die vrijvallen uit het HWBP-2 hebben de Minister van IenM en de Unie van Waterschappen afspraken gemaakt in «afsprakenkader nieuwe waterveiligheidsnormen»2 (18 juni 2014), waarbij is afgesproken dat twee derde deel van de vrijval beschikbaar komt voor het HWBP en een derde voor de programmaruimte op het Deltafonds, ten behoeve van de waterveiligheidsopgave. Bij de verwerking moet ook rekening gehouden met de afspraak uit het Bestuursakkoord Water dat de individuele waterschappen 10% bijdragen aan het HWBP met het projectgebonden aandeel, teneinde de 50/50 verhouding in de bijdragen van Rijk en Waterschappen te handhaven. Dit is gedaan door de bijdragen van de waterschappen aan het Deltafonds te verlagen met € 5,4 miljoen.
Ad 10. Dit is op het project Ruimte voor de Rivier de vrije ruimte tussen budget en raming welke aan de investeringsruimte artikel 5.03 wordt toegevoegd.
Ad 11. De beleidsreservering Rijksbijdrage aan meerkosten van rivierverruiming zijn de startbeslissingen voor de Rijn- en Maastakken genomen en is overgeboekt van artikel 05.03 Investeringsruimte naar artikelonderdeel 01.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma.
Ad 12. De minregel in 2017 op artikelonderdeel 5.03 Investeringsruimte als gevolg van de generieke kasschuif die bij begroting 2017 is verwerkt, wordt middels een kasschuif via het aanlegprogramma van investeren in veiligheid ingepast.
Ad 13. Het project Afsluitdijk wordt met een DBFM-contract op de markt gezet. Afronding van de aanbesteding staat gepland voor 2018. Vooruitlopend hierop zijn de beschikbare middelen voor de Afsluitdijk overgeboekt naar artikel 04.02.01. Geïntegreerde contractvormen/PPS.
Overprogrammering
Het instrument overprogrammering is door het kabinet ingezet om te zorgen dat de budgetten voor aanleg van infrastructuur ook daadwerkelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Op het Deltafonds fluctueert de programmering en is per jaar afwisselend sprake van een situatie van over- en onderprogrammering. Over de begrotingsperiode tot en met 2022 is per saldo sprake van een overprogrammering van circa € 458 miljoen. In de totale periode tot en met 2031 is het volledige programma altijd gedekt. Voor de verdere toelichting voor opzet en werking van het instrument op de fondsen wordt naar de leeswijzer van het Infrastructuurfonds verwezen. Voor meer details over dit instrument op het Deltafonds wordt naar artikelonderdeel 1.02 Overige Aanlegprojecten verwezen.
Gemiddelde uitgaven
Onderstaand zijn de gemiddelde jaarlijkse uitgaven per productartikel in de periode 2017–2031 gepresenteerd.
Gemiddelde uitgaven van het Deltafonds 2017–2031 (€ 1.204 miljoen)
IBO Flexibiliteit in infrastructurele planning
In het afgelopen jaar heeft het kabinet de IBO Flexibiliteit in infrastructurele planning (Tweede Kamer 34 550 A nr. 5, 2016–2017) aan de Tweede Kamer verzonden. In de kabinetsreactie heeft het kabinet de behoefte aan flexibilisering in het Infrastructuurfonds en Deltafonds en opgave gericht werken in het MIRT onderschreven. Eén van de aangekondigde verbeteringen is de introductie van een flexnorm, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken wordt aangescherpt.
In de begroting 2018 wordt een eerste stap genomen om de flexnorm toe te passen in de begroting. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekking. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing.
Overigens geldt dat ook waar wel bestuurlijke afspraken zijn gemaakt maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.
Met de introductie van de flexnorm komen de termen bestemd, gebonden en verplicht die tot op heden werden gehanteerd om een indicatie te geven van de hardheid van de bestuurlijke afspraken in de huidige memorie van toelichting te vervallen. In de kabinetsreactie bij het IBO is aangeven dat naar mening van het kabinet dit onderscheid niet in voldoende mate scherpte aanbracht in de hardheid van de onderliggende bestuurlijke afspraken.
In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2018 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken.
Art. ond. | Omschrijving | Budgetten t/m 2031 (€ mln.) |
---|---|---|
1.03 | Studiekosten | 33 |
2.03 | Studiekosten | 10 |
5.03 | Investeringsruimte | 1.511 |
5.04 | Reserveringen | 230 |
Totaal | 1.784 | |
Als percentage van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) | 17% |