In reactie op het rapport van de Commissie Risicoregelingen heeft het kabinet in 2013 voor nieuwe en bestaande risicoregelingen een garantiekader opgesteld (TK 33750, nr. 13). In lijn met het kabinetsbeleid gaat VWS terughoudend om met het gebruik van risicoregelingen. Conform de afspraken binnen het kabinet worden in deze paragraaf de garanties en achterborgstelling van VWS uitgebreid toegelicht.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2017 | Geraamd te verlenen 2018 | Geraamd te vervallen 2018 | Uitstaande garanties 2018 | Geraamd te verlenen 2019 | Geraamd te vervallen 2019 | Uitstaande garanties 2019 | Garantie plafond 2019 | Totaal plafond | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Voorzieningen tbv De Hoogstraat | begrotingswet | 8.837 | 0 | 397 | 8.440 | 0 | 397 | 8.043 | 8.440 | |
2 | Voorzieningen tbv ziekenhuizen | 1958 | 235.912 | 1.418 | 34.317 | 203.013 | 0 | 30.995 | 172.018 | 203.013 | |
3 | Voorzieningen tbv verpleeghuizen | financiering | 11.224 | 0 | 2.323 | 8.901 | 0 | 1.889 | 7.012 | 8.901 | |
3 | Voorzieningen tbv psychiatrische instellingen | 1958 | 21.088 | 0 | 2.664 | 18.424 | 0 | 2.536 | 15.888 | 18.424 | |
3 | Voorzieningen tbv zwakzinnigen inrichtingen | 1958 | 6.054 | 0 | 1.144 | 4.910 | 0 | 1.019 | 3.891 | 4.910 | |
3 | Voorzieningen tbv overige instellingen | 1958 | 495 | 0 | 168 | 327 | 0 | 128 | 199 | 327 | |
3 | Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten | 1958 | 20.319 | 0 | 2.105 | 18.214 | 0 | 2.105 | 16.109 | 18.214 | |
3 | Voorzieningen tbv zwakzinnigeninrichtingen | rijksregeling | 4.561 | 0 | 434 | 4.127 | 0 | 433 | 3.694 | 4.127 | |
3 | Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten | rijksregeling | 61.595 | 0 | 7.633 | 53.962 | 0 | 5.028 | 48.934 | 53.962 | |
2 | Voorzieningen tbv ziekenhuizen | rijksregeling | 268 | 0 | 33 | 235 | 0 | 34 | 201 | 235 | |
3 | Niet sedentaire personen | 717 | 0 | 127 | 590 | 0 | 127 | 463 | 590 | ||
TOTAAL | 371.070 | 1.418 | 51.345 | 321.143 | 0 | 44.691 | 276.452 | 321.143 |
Toelichting
Doel en werking garantieregeling
De in de tabel vermelde verstrekte garanties komen voort uit drie aparte regelingen: de Garantieregeling inrichtingen voor gezondheidszorg 1958, de Rijksregeling Dagverblijven voor gehandicapten inzake erkenning, subsidiëring, verlening van garanties en toezicht uit 1971 en de Rijksregeling Gezinsvervangende Tehuizen voor gehandicapten, ook uit 1971. De betreffende regelingen dateren uit een tijd dat de overheid een expliciete verantwoordelijkheid had voor bouw en spreiding van intramurale zorgvoorzieningen. Door het afgeven van de garanties was het voor zorginstellingen eenvoudiger om via institutionele beleggers, en in latere jaren door banken, financiering te krijgen voor investeringen in hun vastgoed.
Beheersing risico’s en versobering
De Rijksgarantieregelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten voor nieuwe gevallen waardoor het financiële risico van het Ministerie van VWS door reguliere en vervroegde aflossing van de uitstaande leningen geleidelijk wordt afgebouwd. De laatste rijksgegarandeerde lening loopt af in 2043. Het monitoren van de instellingen aan wie een rijksgarantie verstrekt is, alsmede van de leningen (bijv. renteherziening), wordt sinds 2004 in mandaat uitgevoerd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) namens de Minister van VWS (Besluit van 17 december 2003, Stcrt. 2004, nr. 7, blz. 11).
Instellingen die financieel in de gevarenzone dreigen te komen, worden door het WFZ onder verscherpte bewaking gesteld waarbij onder meer frequent informatie wordt ingewonnen. Indien een zorginstelling met een geborgde lening niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen dan neemt het Ministerie van VWS in een dergelijk geval de betalingsverplichting van de zorginstelling over. Dit betekent dat een schade niet ineens hoeft te worden uitgekeerd, maar ook verspreid over de resterende looptijd van de lening kan worden betaald.
Premiestelling en kostendekkendheid
De bovengenoemde regelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten. Voor de afgegeven garanties worden geen risicopremies doorberekend en dit is op basis van de afgesloten contracten ook niet mogelijk.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2017 | Geraamd te verlenen 2018 | Geraamd te vervallen 2018 | Uitstaande garanties 2018 | Geraamd te verlenen 2019 | Geraamd te vervallen 2019 | Uitstaande garanties 2019 | Garantieplafond 2019 | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | GO Cure | 23.314 | 0 | 21.187 | 2.127 | 0 | 1.107 | 1.020 | 2.127 |
Toelichting
Garantie ondernemingsfinanciering cure
De tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg (GO Cure) is in het kader van de kredietcrisis ingesteld om de bouw in de curatieve gezondheidszorg te stimuleren. Ziekenhuizen, categorale instellingen, geestelijke gezondheidszorg en zelfstandige behandelcentra hebben tot en met 2012 gebruik kunnen maken van de regeling. Bij de GO cure heeft de overheid garanties verstrekt voor 50% van een nieuwe banklening vanaf € 1,5 tot € 50 miljoen, met een maximale looptijd van 8 jaar. De verstrekte garanties lopen af in 2020. De GO Cure maakt deel uit van de bredere Garantieregeling Ondernemingsfinanciering die wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. De cijfermatige gegevens van de GO Cure zijn daarom tevens opgenomen onder de GO in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken.
Omschrijving | 2018 | 2019 |
---|---|---|
Achterborgstelling | 7.063,9 | 6.550,1 |
Bufferkapitaal | 287,2 | 293,8 |
Obligo | 211,9 | 196,5 |
Stand begrotingsreserve | 5 | 10 |
Toelichting
Doel en werking garantieregeling
De bovenstaande tabel is gebaseerd op gegevens van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ). Het WFZ verstrekt garanties aan financiële instellingen voor leningen van de bij het WFZ aangesloten leden. De Staat is achterborg voor het WFZ. Het WFZ is voortgekomen uit de financieringsproblemen voor zorginstellingen die ontstonden begin jaren ’90 van de vorige eeuw. Het WFZ is door de koepels in de sector opgericht om de financiering voor zorginstellingen te vergemakkelijken en daarmee de continuïteit van de zorg veilig te stellen. Het totaal bedrag aan uitstaande verplichtingen is in 2019, volgens de raming van het WFZ, € 6.550,1 miljoen.
Beheersing risico’s en versobering
De risico’s voor het Ministerie van VWS van de achterborg worden beperkt door een aantal maatregelen. Allereerst kent het WFZ een selectieve toelating. Voor deelname aan het WFZ moeten zorginstellingen hun financiële situatie voldoende op orde hebben. Daarnaast worden garanties alleen verstrekt aan vertrouwenwekkende investeringen. Te risicovolle projecten worden niet geborgd. Verder zijn aangesloten leden gebonden aan het reglement van het WFZ en de daarin omschreven risicobeperkende bepalingen. Een deelnemer mag bijvoorbeeld niet zonder toestemming van het WFZ gebruik maken van rentederivaten. In het kader van het kabinetsbeleid van versobering van risicoregelingen heeft een evaluatieonderzoek van het WFZ plaatsgevonden. Dit onderzoek is in maart 2015 afgerond (TK 34 000 XVI, nr. 108). Het onderzoek laat zien dat de doelstellingen van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) nog steeds actueel zijn: bevorderen van de continuïteit van financiering, beperken van de macrorentekosten en stimuleren van goed financieel management bij zorginstellingen. Het WFZ, met het Rijk als achterborg, speelt kortom nog steeds een waardevolle rol bij de financierbaarheid van investeringen in zorgvastgoed.
Premiestelling en kostendekkendheid
Het Ministerie van VWS ontvangt geen premie voor de achterborg. Zorginstellingen betalen een eenmalige premie (disagio) voor de garantstelling aan het WFZ. Hiermee bouwt het WFZ een risicovermogen op waarmee eventuele claims kunnen worden gedekt. Als dit risicovermogen onvoldoende zou zijn om eventuele schades te dekken, kunnen de deelnemers aan het WFZ via de zogenaamde obligo worden verplicht een financiële bijdrage te leveren van maximaal 3% van de uitstaande garanties van de instelling. Als het risicovermogen van het WFZ en de obligoverplichting van de deelnemers tezamen niet voldoende zijn voor het WFZ om aan zijn verplichtingen richting geldverstrekkers te kunnen voldoen, kan het WFZ zich richting VWS beroepen op de achterborg. Dit houdt in dat op dat moment VWS het WFZ van een lening zal voorzien zodat het WFZ aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het WFZ heeft nog nooit een beroep hoeven doen op de obligoverplichting van de WFZ-deelnemers.
Begrotingsreserve
Het is nog nooit nodig is geweest voor het WFZ om de achterborg van het Rijk in te roepen. Niettemin is besloten om in het kader van de verdere beperking van de risico’s vanaf het jaar 2017 een begrotingsreserve aan te leggen voor eventuele schade in het kader van de achterborg. Deze begrotingsreserve is opgenomen onder artikel 9 Algemeen.