Base description which applies to whole site

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

36.701.905

Stand 1e suppletoire begroting 2020

 

36.485.405

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Rentelasten vaste schuld

11

‒ 67.000

2) Verstrekte leningen

12

300.000

3) Overige mutaties

 

328

Stand 2e suppletoire begroting 2020

 

36.718.733

Toelichting

  • 1. Rentelasten vaste schuld

    De rentelasten vallen in 2020 naar verwachting € 67,0 mln lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

  • 2. Verstrekte leningen

    Op basis van actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen binnen het kasbeheer hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.  

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

37.786.300

Stand 1e suppletoire begroting 2020

 

35.149.833

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Mutatie vlottende schuld

11

35.476.000

2) Uitgifte vaste schuld

11

21.500.000

3) Rentebaten vlottende schuld

11

60.000

4) Voortijdige beëindiging derivaten

11

2.175.000

5) Mutaties in rekening-courant en deposito's

12

‒ 1.622.215

6) Overige mutaties

 

12.542

Stand 2e suppletoire begroting 2020

 

92.751.160

Toelichting

  • 1. Mutatie vlottende schuld & 2. Uitgifte vaste schuld

    De raming voor de uitgifte van schuld is bijgesteld als gevolg van de sterk toegenomen financieringsbehoefte door de coronamaatregelen. Een deel van deze grotere financieringsbehoefte wordt opgevangen door het aangaan van kortlopende leningen (looptijd tot 1 jaar). De vlottende schuld loopt daardoor op met € 35,5 mld. Daarnaast wordt voor € 21,5 mld. extra aan vaste schuld (staatsobligaties) uitgegeven.

  • 3. Rentebaten vlottende schuld.

    De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 60,0 mln. hoger uit, met name als gevolg van de hogere financieringsbehoefte door de coronamaatregelen. Door de negatieve rente leidt een hogere financieringsomvang tot hogere renteontvangsten.

  • 4. Voortijdige beëindiging derivaten

    Het voortijdig beëindigen van rentederivaten heeft geleid tot eenmalige ontvangsten van € 2,2 mld. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten op derivaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer ontvangen. Het voortijdig beëindigen van rentederivaten draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen uit het beleidskader voor schuldfinanciering, namelijk het verlengen van de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille richting de 8 jaar en het beperken van het korte termijn renterisico (renterisicobedrag < 30%).

  • 5. Mutaties in rekening-courant en deposito’s

    De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekening-couranten en deposito’s van de deelnemers aan schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van de RWT’s, de sociale fondsen en de decentrale overheden.

Licence