In het advies ‘Fundamentele rechten in het Koninkrijk: Eenheid in bescherming’ doet de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) de aanbeveling dat de Staten-Generaal jaarlijks over de uitvoering van plannen ter implementatie van mensenrechtenverdragen worden geïnformeerd in de Memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties. De Rijksministerraad heeft in zijn reactie op het AIV-advies van 4 april jl. toegezegd deze aanbeveling over te nemen (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29). Teneinde een goed beeld te krijgen van de voortgang van de uitvoering van voornoemde implementatieplannen, is het nodig om in overleg te treden met vertegenwoordigers van de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In verband hiermee stelt de Rijksministerraad in zijn reactie op het AIV-advies de instelling van een periodiek overleg in het vooruitzicht, waarin de implementatie van mensenrechtenverdragen binnen het Koninkrijk centraal zal staan. Voor de instelling van dit periodieke overleg zijn de eerste stappen reeds gezet. In afwachting hiervan zal in deze Memorie van toelichting worden volstaan met het noemen van door het Koninkrijk aangegane mensenrechtenverdragen die recentelijk voor (delen van) het Koninkrijk zijn bekrachtigd.
Mensenrechten- verdragen | Totstand-koming | Europees Nederland | Caribisch Nederland | Aruba | Curaçao | Sint Maarten | |||||
ratificatie | inwerking-treding | ratificatie | inwerking-treding | ratificatie | inwerking-treding | ratificatie | inwerking-treding | ratificatie | inwerking-treding | ||
Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173) | 20-12-06 | 23-03-11 (Trb. 2011, 93) | 22-04-11 (Trb. 2011, 93) | 23-03-11 (Trb. 2011, 93) | 22-04-11 (Trb. 2011, 93) | 21-12-17 (Trb. 2018, 12) | 21-12-17 (Trb. 2011, 93) | ||||
Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2013, 241) | 2-10-13 | 12-02-19 (Trb. 2019, 38) | 01-06-19, (Trb. 2019, 38) | 12-02-19 (Trb. 2019, 38) | 01-06-19 (Trb. 2019, 38) | 12-02-19 (Trb. 2019, 38) | 01-06-19 (Trb. 2019, 38) | 12-02-19 (Trb. 2019, 38) | 01-06-19 (Trb. 2019, 38) | 12-02-19 (Trb. 2019, 38) | 01-06-19 (Trb. 2019, 38) |
Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning
Het verdrag beoogt om het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsberoving door of met goedvinden van de staat tegen te gaan. Het verdrag voorziet in een brede aanpak van gedwongen verdwijning. Het ziet op voorkoming en bestrijding van gedwongen verdwijning en op bescherming van de slachtoffers ervan. De kern van het verdrag vormt de verplichting tot strafbaarstelling van het misdrijf van gedwongen verdwijning.
Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
Op grond van dit protocol krijgen specifiek aangewezen nationale gerechten de bevoegdheid het Hof te verzoeken om een advies over principiële (rechts)vragen over de interpretatie of toepassing van de rechten en vrijheden neergelegd in het verdrag of de daartoe behorende protocollen. Voor Nederland zijn dit de Hoge Raad der Nederlanden, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.