Base description which applies to whole site

2. BELEIDSAGENDA 2020

Voor Nederland, wereldwijd

Ons Koninkrijk is onlosmakelijk verbonden met de rest van de wereld. Een wereld die volop in beweging is. Een wereld van geopolitieke en economische machtsverschuivingen waarin onzekerheid en onvoorspelbaarheid ons werkveld bepalen. In de afgelopen jaren is China’s zelfvertrouwen op het wereldtoneel aanzienlijk toegenomen. Ook landen als Iran en Rusland nemen een steeds assertievere houding aan. De Trans-Atlantische relatie is aan verandering onderhevig. Het multilaterale stelsel staat onder druk. En duurzame oplossingen voor de conflicten in Jemen, Syrië, Libië, Venezuela en het Midden-Oosten Vredesproces blijven vooralsnog uit. Wat ver weg gebeurt, raakt ons dichtbij.

En ook dichterbij huis zijn er uitdagingen. De Brexit impasse en het onvermogen van de EU om een adequaat antwoord te formuleren op andere uitdagingen hebben de verhoudingen binnen de EU op scherp gezet. Daarnaast hebben we ervaren dat het einde van een conflict, zoals de militaire overwinning op ISIS in Syrië en Irak, nieuwe uitdagingen met zich meebrengt, zoals de omgang met zogeheten terugkeerders en de complexiteit van de berechting van IS-strijders. Brede internationale ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en veiligheid onderstrepen de wens op scherper toezicht met betrekking tot de bescherming van kennis. Binnenlandse aangelegenheden zijn niet los te koppelen van ontwikkelingen in het buitenland.

Er zijn ook lichtpunten. De ontwikkelingen van de laatste twaalf maanden in Ethiopië, Algerije en Armenië tonen aan dat democratie nog steeds een krachtige lokroep heeft, ook in samenlevingen die decennialang onder reactionair bewind gebukt zijn gegaan. Bovendien bieden onze open economie en onze rol op het wereldtoneel ook kansen. Kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en het vormen van nieuwe allianties. Kansen voor studenten en het verbeteren van internationaal onderwijs. Kansen voor reizigers wereldwijd.

Nederland is goed geëquipeerd om in deze turbulente wereld zijn belangen en waarden veilig te stellen. Binnen de bondgenootschappen en organisaties waar wij lid van zijn heeft Nederland een goede positie en reputatie. We gelden als innovatief, betrouwbaar, goed geïnformeerd en zeer betrokken – ook bij ontwikkelingen ver van huis. We zijn een sterk gedigitaliseerd land, met goed opgeleide en mondige burgers. Onze kennis en expertise, op het gebied van water, landbouw, logistiek en recht, is wereldwijd gewild. Wij blazen onze partij mee als 17e economie in de wereld, 8e exportland met een groot internationaal opererend bedrijfsleven en bijdragen aan missies in Irak en Afghanistan. Maar we moeten ons blijven inspannen om binnen het verschuivende geopolitieke krachtenveld een weg zien te vinden om dringende vraagstukken het hoofd te bieden, zoals irreguliere migratie en terugkeerproblematiek, klimaatverandering, cyberaanvallen en diefstal van intellectueel eigendom, ongewenste buitenlandse inmenging en -financiering, mensenrechtenschendingen, instabiliteit en onveiligheid, terrorisme en nucleaire dreigingen.

Dit vergt een zorgvuldig en krachtig buitenlandbeleid dat onze Nederlandse belangen en waarden blijft waarborgen, overal ter wereld. Vanuit Den Haag en ons uitgebreide netwerk van 140 ambassades en posten zetten wij ons in voor Nederland en alle Nederlanders, waar en wanneer dan ook. Ons uitgangspunt blijft dan ook in 2020: voor Nederland, wereldwijd. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt daarbij samen met veel verschillende partners, onder andere het bedrijfsleven, kennisinstituten en adviesraden, NGO’s, sociale partners, en culturele instellingen. Het ministerie streeft er daarbij enerzijds naar om de beschikbare kennis en expertise van deze partners zo effectief mogelijk te benutten, en anderzijds ook deze partners zo goed mogelijk te positioneren in het buitenland.

Waar we belangen of standpunten delen, gaan we actief op zoek naar samenwerking, om zo bredere coalities op deelterreinen te kunnen vormen en de Nederlandse belangen maximaal te behartigen. Dat is meer dan ooit noodzakelijk. Problemen zijn in toenemende mate grensoverschrijdend en vragen om een internationale aanpak. Om deze reden en tegen de achtergrond van het (aangekondigde) uittreden van het Verenigd Koninkrijk, zet Nederland binnen de EU meer in op het aangaan van brede coalities op deelterreinen om zo de Nederlandse belangen maximaal te behartigen. Nederland streeft daarbij naar een beter functionerende EU die de eigen belangen en waarden verdedigt. Naast de EU zijn ook andere multilaterale fora, zoals de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank, de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Verenigde Naties (VN) en de G20 van groot belang. Het beschermen en verbeteren van de multilaterale wereldorde is tegen het licht van de geopolitieke machtsverschuivingen noodzakelijk. Als middelgroot land is Nederland gebaat bij een op regels gebaseerde en goed functionerende multilaterale wereldorde. Handel en economie hebben grote baat bij de voorspelbaarheid die dit brengt. Als pleitbezorger van de internationale rechtsorde draagt Nederland tevens bij aan het huisvesten van internationale gerechtshoven, tribunalen, en instellingen ter bescherming van de internationale rechtsorde. Nederland maakt ook een bijdrage beschikbaar voor de renovatie van het Vredespaleis.

Het buitenlandbeleid heeft een sterk dynamisch en onvoorspelbaar karakter. Plotselinge versnellingen in democratisering zoals in Armenië, de terugtrekking van de Verenigde Staten uit het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) met Iran, de crisis in de Golf, cyberaanvallen, democratisch protest in Venezuela en mensenrechtenschendingen in Myanmar laten zich niet altijd goed voorspellen, maar vereisen wel een snelle reactie en anticipatievermogen. Als middelgrote mogendheid blijft een deel van het werk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op het wereldtoneel noodgedwongen reactief. Dan moet Nederland snel op zoek naar coalities, ook in EU-verband, om onze positie kracht bij te zetten. Dan starten wij een dialoog, ook met nieuwe machthebbers, om onze belangen veilig te stellen. Dan gaan we – ook op onderwerpen als mensenrechten en respect voor internationaal recht – stevig het gesprek aan waar nodig. Dat vergt snelheid en flexibiliteit.

Het beheersen van conflicten vereist bovendien een lange adem en volharding, zonder dat vooraf goed te voorspellen is hoe snel dit tot de gewenste uitkomst leidt. Zo blijft de situatie in Syrië zeer zorgwekkend. Een inclusieve politieke oplossing blijft nodig – ook voor de bredere belangen van Nederland en Europa. De huidige situatie biedt geen oplossing voor de grondoorzaken van instabiliteit in de regio: vluchtelingen kunnen niet terugkeren; onvrede is een voedingsbodem voor radicalisering; en de deur staat open voor nieuwe conflicten tussen verschillende potentiële machthebbers. Ook straffeloosheid vormt nog altijd een groot probleem: het risico bestaat dat internationale normvervaging optreedt indien gebruik van chemische wapens en mensenrechtenschendingen door het Assad-regime en ISIS zonder gevolgen blijven. De Nederlandse inzet blijft daarom gericht op het ondersteunen van het politieke proces, het waarborgen van de internationale rechtsorde en het verzachten van het menselijk lijden door het verlenen van humanitaire hulp.

Ook in het Midden-Oosten vredesproces blijven concrete stappen vooralsnog uit. Het Amerikaanse vredesplan, de koers van het nieuwe Israëlische kabinet en de onopgeloste kwestie van de intra-Palestijnse verzoening zullen komend jaar in grote mate de haalbaarheid van de verwezenlijking van de twee-statenoplossing gaan bepalen. Het kabinet blijft zich met politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp inzetten voor het behoud en de verwezenlijking van een twee-statenoplossing. Ook hier zal het kabinet zich actief inzetten voor een eensgezinde EU-positie op de te verwachten ontwikkelingen, waarbij de bestaande EU-parameters voor een oplossing leidend zijn.

Nederland investeert in de bilaterale relaties met derde landen om zo dialoog te stimuleren en onze waarden en belangen te verdedigen. Dit gebeurt onder andere door middel van ons uitgebreide en geïntensiveerde postennet, en de verscheidene ministeriële bezoeken gedurende het jaar. Zo zet Nederland de in 2018 en 2019 geïntensiveerde bilaterale dialoog met Nigeria voort in de vorm van politieke consultaties en expertbijeenkomsten op het gebied van migratie, veiligheid en handel om zo bij te dragen aan oplossingen voor een stabieler en welvarender Nigeria. Dialoog stelt ons in staat om ook moeilijke zaken bespreekbaar te maken, zoals de zorgwekkende mensenrechtensituatie in onder andere Turkije, Egypte, China, Saoedi-Arabië en Rusland. Zonder dat we afbreuk doen aan onze waarden, zoekt Nederland tegelijkertijd met deze landen samenwerking daar waar er gedeelde belangen zijn, zoals op het gebied van terrorismebestrijding, het tegengaan van financieringsstromen die bijdragen aan de verspreiding van extremistisch gedachtengoed en diversificatie en verduurzaming van de wereldeconomie.

Diplomatie is helaas niet altijd voldoende. In het buitenlandbeleid deinst Nederland er dan ook niet voor terug om machtsmiddelen in te zetten om een krachtig politiek signaal af te geven. Punitief en preventief handelen is immers soms noodzakelijk wanneer de veiligheid en welvaart van onze burgers in het geding komen. Wanneer ons Koninkrijk bedreigd wordt door ongewenste buitenlandse inmenging, is enkel een ferme reactie adequaat. Wanneer onze cyberspace niet langer open en veilig is, zijn we genoodzaakt tot actie. Wanneer mensenrechtenschendingen voortduren, kunnen we niet zwijgzaam toekijken. Zo blijft Nederland zich in EU- en VN-verband inzetten voor een effectief gebruik van sanctieregimes en het plaatsen van personen en entiteiten op sanctielijsten, zodat hun tegoeden worden bevroren en zij de EU niet meer kunnen bezoeken. Het kabinet stuurt erop aan dat in 2020 een EU-mensenrechtenregime van kracht is1. Daarnaast pleit Nederland voor een EU die snel in staat is om mensenrechtenschendingen te veroordelen door middel van gezamenlijke verklaringen. Het kabinet acht het van belang mensenrechtenschendingen aan te kaarten en daarmee tevens de (mondiale) publieke opinie te mobiliseren.

We beschikken daarnaast over belangrijke financiële en militair-civiele instrumenten om ons beleid vorm te geven. Zo geven we via bilaterale en multilaterale fora, zoals het EU budget, steun aan projecten en programma’s in derde landen om onze doelstellingen (veiligheid, stabiliteit, welvaart en mensenrechten) tot uitvoering te brengen. Nederland neemt ook zijn internationale verantwoordelijkheid door in bondgenootschappelijk verband bij te dragen aan de veiligheid elders. Met onze kwalitatief hoogstaande bijdrage aan de zogeheten 3D-missies («Defense, Development, Diplomacy») in landen als Afghanistan en Irak ondersteunen wij capaciteitsontwikkeling, stabiliteit en veiligheid in deze landen.

Tot slot eigent Nederland zich een actieve rol toe bij de organisatie van relevante conferenties. Zo is met de Planetary Security Conferenties van 2019 en eerder, bijgedragen aan kennisvorming en oplossingsgericht denken over grensoverschrijdende problematiek. Met de resultaten die via het Planetary Security Initiative zijn behaald als vertrekpunt, zal het kabinet via multilaterale fora, eigen activiteiten en ondersteuning van kennisopbouw actief blijven bijdragen aan het verminderen van klimaat-gerelateerde veiligheidsrisico’s.

Beleidsprioriteiten in 2020

Voor een effectief en slagvaardig buitenlandbeleid is het van belang prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Deze keuzes zijn op hoofdlijnen vervat in het Regeerakkoord en verder uitgewerkt in de diverse beleidsnota’s, rapportages en belanghebbende brieven, in het bijzonder: de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018–2022, de Mensenrechtenrapportage 2017 en 2018, de Staat van de Europese Unie, de Integrale Migratieagenda, de Staat van het Consulaire, de brieven2 inzake de versterking van het postennet, de China-notitie en de nog te verschijnen Rusland-brief. Deze nota’s, rapportages en brieven vormen de basis voor het werk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2020. Binnen deze kaders streeft het kabinet in 2020 een aantal specifieke doelen en resultaten na, die hieronder nader worden uiteengezet.

Relatie met geopolitieke mogendheden

Juist in deze onzekere tijden waar geopolitieke spanningen zich voordoen én intensiveren, investeert Nederland in de samenwerking met onze Trans-Atlantische bondgenoot, de Verenigde Staten (VS), inclusief een eerlijke discussie daar waar standpunten uiteenlopen. In 2020 richt de Nederlandse inzet in relatie tot de VS zich op bestendiging van een positieve relatie met een van de belangrijkste bondgenoten van Nederland, onder meer door verdere invulling van de strategische dialoog over cyber en over kritieke technologie. Daarnaast zet Nederland in op een versterking van de Trans-Atlantische band door o.m. het ontwikkelen van een concrete EU-VS beleidsagenda in samenwerking met de EU, haar lidstaten, kennisinstituten en Amerikaanse partners.

In 2019 presenteerde het kabinet een China-notitie3. Kern van de China-notitie is dat Nederland streeft naar een nieuwe balans in de relatie met China, waarbij kansen moeten worden gegrepen waar het kan, maar ook bescherming moet worden geboden waar het moet. Nederland zet in op wederkerigheid. In 2020 werkt het kabinet verder aan de realisatie van de doelstellingen van de China-notitie. Een belangrijk element daarin is de opbouw van een kennisnetwerk, gericht op het vergroten van de kennis over China – zowel binnen de overheid als breder in Nederland. Daarnaast zal Nederland zich in Brussel en in Europese hoofdsteden inzetten voor grotere EU cohesie ten aanzien van China en zich met internationale gelijkgezinde partners inzetten voor behoud en versterking van de internationale rechtsorde. Een stevige dialoog over de mensenrechten in China is hierbij van belang.

De bilaterale relatie met Rusland staat al langere tijd onder druk. De door de Tweede Kamer verzochte Rusland-brief4 biedt de mogelijkheid om het tot op heden gevoerde beleid van druk en dialoog tegen het licht te houden. In deze brief wordt de beleidsinzet van Nederland ten aanzien van Rusland in zowel bilateraal als multilateraal verband voor de periode 2020–2024 uiteen gezet. Daar waar Rusland een destabiliserende rol speelt, en de veiligheid van Europa onder druk staat, zal Nederland binnen de EU en NAVO ook in 2020 bijdragen aan een eensgezind en stevig antwoord. Dit geldt bijvoorbeeld voor EU-sancties tegen Rusland zolang er geen voortgang is op de Minsk akkoorden inzake het conflict in het oosten van Oekraïne. Nederland zal in de omgang met Rusland het belang van waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17 blijven benadrukken.

Nederland investeert ook in de relatie met India, door na het uitgaande Staatsbezoek in 2019 de hoge frequentie van politieke bezoeken te continueren. In geopolitiek opzicht groeit het belang van India als strategische partner voor Nederland. India is de grootste democratie ter wereld, zal voor 2025 de grootste bevolking van de wereld hebben en Nederland en India delen belangrijke waarden als democratie en respect voor de rechtsstaat en mensenrechten. In een tijd dat de internationale context verandert en de wereld complexer wordt, is India een gewichtige multilaterale partner in het beschermen van de internationale rechtsorde. Tegelijkertijd bevindt India zich in een volatiele regio waar Nederland handels- en veiligheidsbelangen heeft. Het is daarom van belang om te blijven engageren op politieke dossiers als veiligheid, vrijhandel en klimaat. Deze thema’s worden onder andere besproken in de jaarlijkse bilaterale consultaties. Naast onze bilaterale inzet, heeft de EU eind 2018 een EU-India strategie gepresenteerd waarin India als een strategische partner van de EU wordt benoemd. De strategie biedt een politiek raamwerk voor de EU om samen te werken met India. De strategie definieert gezamenlijke doelstellingen van de Europese instellingen en de EU lidstaten, die een solide uitgangspunt vormen voor de maatschappelijke uitdagingen waar de EU en India voor staan, zoals het behalen van de SDG’s.

Europese samenwerking

De Brexit impasse en verdeeldheid tussen Europese lidstaten over andere onderwerpen benadrukken het belang van een krachtige en meer toekomstbestendige EU. In 2020 zullen de gevolgen van veranderingen uit 2019 zichtbaarder worden: een nieuwe Europese Commissie zal haar eerste jaar in gaan en uitvoering geven aan een nieuw werkprogramma. Ook het nieuwe Europese Parlement zal als medewetgever op veel onderwerpen een belangrijke en dynamische speler zijn. Bovendien zal de EU de toekomstige relatie met het VK moeten vormgeven na de beoogde uittreding.

Nederland wil zich de komende jaren met andere lidstaten inspannen voor een sterk en duurzaam Europa, dat bovendien zijn mondiale belangen kan behartigen. Dat is in het belang van Nederland. Een EU die zich richt op het realiseren van concrete resultaten op onderwerpen waar samenwerking in Unie-verband meerwaarde heeft («big on big»). Een Europese waardengemeenschap vergt dat lidstaten de democratische rechtsstaat respecteren. In lijn met de Staat van de Europese Unie 2019, waarin het kabinet vooruit blikte op de komende vijf jaar, werden vijf prioriteiten geformuleerd: migratie, veiligheid, een sterke en duurzame economie die bescherming biedt, klimaat en een EU die de eigen belangen en waarden verdedigt in de wereld.

Een beter functionerende EU is daarvoor nodig. Een EU die respect toont voor basiswaarden zoals de rechtsstaat, met effectief functionerende instellingen, waar besluiten op transparante wijze worden genomen zodat besluiten legitimiteit en draagvlak hebben.

Voorts zullen lidstaten in 2020 naar verwachting een akkoord bereiken over de nieuwe EU-meerjarenbegroting, het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027. Deze moet de EU in staat stellen gezamenlijke belangen te dienen en dus te investeren op terreinen als veilige en gereguleerde migratie, klimaat, veiligheid, onderzoek en innovatie. Scherpe keuzes en bezuinigingen zijn noodzakelijk. De begroting moet duurzamer, moderner en meer toekomstgericht zijn. Dat betekent substantiële hervormingen en bezuinigingen op traditionele terreinen als landbouw en cohesie. Nederland zet in op het voorkomen van een stijging van de afdrachten als gevolg van Brexit.

Brexit vormt een belangrijke waarschuwing: de EU is geen vanzelfsprekendheid. Het kabinet blijft zich inzetten voor een ordelijk vertrek met een terugtrekkingsakkoord. Indien het VK geen lid meer is van de EU na een vertrek zonder deal, dan zal het kabinet inzetten op onderhandelingen die alsnog de belangrijkste onderwerpen van de terugtrekking regelen en leiden tot een ambitieuze en diepgaande VK-EU relatie die naast handel ook sociaaleconomische onderwerpen en interne en externe veiligheid beslaat. Ook de bilaterale relatie dient op een nieuwe leest geschoeid te worden.

Effectieve Europese samenwerking beperkt zich niet tot de Brusselse vergaderzalen: Nederland blijft zoeken naar verdieping van de samenwerking met onze strategische partners Duitsland, Frankrijk en de Benelux. Ook blijven we investeren in verdieping van de goede relaties met alle overige EU-lidstaten waarmee op de diverse dossiers in wisselende coalities wordt samengewerkt. Bovendien is het essentieel dat de EU-lidstaten altijd met elkaar in gesprek moeten blijven over de volle breedte van de Europese samenwerking en bilaterale betrekkingen, ook over zaken waar we met elkaar van mening verschillen. Omdat de samenwerkingsverbanden met onze belangrijkste Europese partners Duitsland, Frankrijk en de Benelux-lidstaten breed zijn, zal Nederland strategisch blijven investeren in deze relaties, op alle niveaus en met coherente boodschappen.

Tot slot is een ring van veilige, stabiele en welvarende buurlanden in het directe belang van Nederland en Europa. Nederland zal daarom blijven inzetten op goede betrekkingen met de landen rondom de EU en in het oosten van Europa. Daarbij investeert Nederland in de rechtsstaat, in bestrijding van corruptie, het vergroten van veiligheid en in het bevorderen van economische groei. Het overgrote deel van die investering loopt via gezamenlijke inspanningen van de EU, OVSE, NAVO en Raad van Europa.

Internationale veiligheid

De mondiale machtsverhoudingen veranderen, waarbij de macht en het initiatief deels verschuiven naar landen die met een substantieel andere blik naar de wereld kijken. Als gevolg hiervan heeft Nederland te maken met een instabielere en minder voorspelbare veiligheidsomgeving. Na een periode van relatieve stabiliteit en voorspelbaarheid in Europa, investeert Nederland meer in haar eigen en bondgenootschappelijke veiligheid. Zoals beschreven in de defensienota investeert Nederland structureel in allianties en in militaire capaciteiten die agressie kunnen afschrikken en desnoods beantwoorden. Het kabinet investeert bij Voorjaarsnota ook extra in de krijgsmacht in lijn met de capaciteitsdoelstellingen van de NAVO. Een sterke NAVO en een zelfverzekerde Europese Unie, die op het gebied van buitenlands beleid en op het Veiligheids- en Defensiebeleid nauwer samenwerken, en geloofwaardige defensiecapaciteiten inbrengen, is daartoe een noodzaak.

De kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid is neergelegd in de in 2018 gepresenteerde Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheids-strategie (GBVS) en aangevuld door de Kamerbrief over de veranderende veiligheidsomgeving van 19 oktober 2018 en de Kamerbrief over Statelijke Dreigingen (Kamerstuk 30 821, nr. 72). In maart 2020, twee jaar na het uitkomen van de GBVS, zal de eerste voortgangsrapportage aan de Kamer gezonden worden.

In lijn met de GBVS, zal in 2020 worden gewerkt aan de verdere vormgeving en implementatie van het beleid langs de drie pijlers: Voorkomen, Verdedigen en Versterken.

Voorkomen:

Om onveiligheid te voorkomen, zet het kabinet in op de aanpak van grondoorzaken en voedingsbodems van deze onveiligheid. Zo investeert het kabinet in Early Warning & Early Action: inzet op vroegtijdig identificeren van conflictrisico’s zodat preventieve actie ondernomen kan worden. Bijvoorbeeld in het duurzaam versterken van lokaal (politiek) bewustzijn, kennis en capaciteit van een land over hoe radicalisering en extremisme tegen te gaan. In het kader van de in het Regeerakkoord aangekondigde operatie Inzicht in Kwaliteit wordt tevens onderzocht hoe big data instrumenten de effectiviteit, efficiëntie en impact van Early Warning & Early Action kunnen vergroten.

Hoewel de geopolitieke verhoudingen, het gebrek aan vooruitgang van nucleaire ontwapening en het wegvallen van belangrijke wapenbeheersingsmijlpalen- en verdragen in 2019, weinig aanleiding geven voor optimisme, zal Nederland blijven inzetten op het maken, verbeteren en afdwingen van internationale afspraken over nucleaire en andere massavernietigingswapens. Nederland zal zijn voortrekkersrol naar het doel van een kernwapenvrije wereld onverminderd voortzetten langs de «twee benen» van nucleaire wapenbeheersing: ontwapening en risicobeperking, maar ook van nucleaire afschrikking. In 2020 ligt de prioriteit bij het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de daaraan verbonden toetsingsconferentie waarvan Nederland vicevoorzitter is. Ook in de export van wapens zet Nederland in op effectieve internationale afspraken en een kritische uitvoering van het wapenexportbeleid.

Daarnaast blijft Nederland ook in 2020 gericht op voortzetting van de strikte verificatie van het Iraanse nucleaire programma, in eerste instantie door behoud van de JCPOA-afspraken. Nederland heeft steeds benadrukt dat het in 2015 met Iran gesloten nucleair akkoord van groot belang is voor de veiligheid van Europa, inclusief Nederland, omdat het voor Iran de weg naar de ontwikkeling van een kernwapen afsnijdt op basis van strikte verificatie door het Internationaal Atoomenergie Agentschap. Behalve over het nucleaire programma van Iran heeft Nederland grote zorgen over de mensenrechtensituatie in het land, over de rol die het land speelt in de regio, zoals in Syrië, Irak, Libanon en Jemen, en over het ballistisch raketprogramma van Iran. Nederland streeft naar een structurele dialoog over deze onderwerpen in 2020, in ieder geval op het niveau van de Europese Unie, die op termijn moet resulteren in afspraken die bijdragen aan het verminderen van zorgen op deze terreinen. Nederland zal deze zorgen ook bilateraal en in multilaterale fora blijven adresseren.

Verdedigen:

De NAVO blijft de hoeksteen van de verdediging van Nederlanders en ons grondgebied. Een sterke en verenigde NAVO waar alle bondgenoten de schouders onder zetten, is daarom voor Nederland van essentieel belang. Vandaar dat het kabinet bij Voorjaarsnota extra investeert in de krijgsmacht. Een stapsgewijze groei in het kader van de lange lijnen naar de toekomst, om de capaciteiten-doelstellingen van de NAVO te realiseren zijn nodig voor een stabiele groei en versterking van de krijgsmacht.

Nederland zet zich in om terrorisme zoveel mogelijk te voorkomen of te verminderen. Berechting van Foreign Terrorist Fighters die worden verdacht van terroristische daden, is hiervan een belangrijk element. De Nederlandse inzet richt zich daarom op het in internationaal verband zoeken naar mogelijkheden om Foreign Terrorist Fighters te berechten – zoals de Minister van Buitenlandse Zaken ook stelde in de VN-veiligheidsraad in mei 2019 – en de aanpak van terugkerende strijders.

De toegenomen dreiging manifesteert zich ook in het digitale domein. Nederland versterkt daarom de eigen digitale weerbaarheid. Door zich sterk te maken voor de bestendiging van de internationale rechtsorde in het digitale domein. Multilaterale samenwerking, bijvoorbeeld in de Group of Governmental Experts en Open Ended Working group van de VN, alsook multistakeholder inzet zoals in de Global Commission on the Stability of Cyberspace vormen de kern. Daarnaast probeert Nederland consequenties te verbinden aan normoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld door overtreders te plaatsen op sanctielijsten (visum restricties, bevriezing tegoeden) van het EU Cyber-sanctieregime.

Economische machts- en drukmiddelen spelen een steeds grotere rol in het veiligheidsbeleid. Nederland zet in op en geargumenteerde afweging van veiligheidsbelangen bij internationale economische besluitvorming en het voorkomen van afhankelijkheden, in het bijzonder in vitale sectoren. Daarnaast is het van belang zoveel mogelijk gezamenlijk op te trekken met gelijkgezinde landen om te voorkomen dat we uit elkaar gespeeld worden.

Versterken:

In Europees verband zet Nederland in op een effectieve veiligheidssamenwerking binnen het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Nederland legt komend jaar het accent op de implementatie van reeds ingezette initiatieven en het bereiken van concrete resultaten, onder andere met betrekking tot PESCO en het Europees Defensiefonds. Binnen de context van een nieuw Meerjarig Financieel Kader 2021–2027, voorziet Nederland in 2020 tot een akkoord te komen over een Europese vredesfaciliteit. Door gezamenlijke financiering van operationele acties met militaire- of veiligheidsimplicaties, kan Nederland via deze vredesfaciliteit bijdragen aan conflictpreventie, vredeshandhaving en het versterken van de internationale veiligheid.

Conform Motie Koopmans (Kamerstuk 33 694, nr. 43) over de beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens, zet Nederland zich in voor het versterken van een internationaal normatief kader voor autonome wapens en bewapende Unmanned Aerial Vehicles (UAVs).

Gezien de druk op de internationale rechtsorde en de instabiliteit in de regio’s rond Europa blijft Nederland investeren in vredesmissies en crisisbeheersingsoperaties. Dit is tevens een vorm van forward defense. Deze inzet blijft zich primair richten op de instabiele regio’s rondom Europa en vooral daar waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. Ook in 2020 zal deze inzet stoelen op geïntegreerde benadering – geïntegreerde inzet van ontwikkelingssamenwerking, diplomatieke activiteiten, en defensie en justitie- en politie-inspanningen van de civiele en militaire missies op het gebied van conflictpreventie en het bevorderen van duurzame vrede.

Om terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken, de terugkeer van de overheid en publieke diensten te bevorderen en de humanitaire toegang te verbeteren hebben landen in de Sahel een gezamenlijke troepenmacht opgericht. Begin 2020 organiseert Nederland samen met de G5 Sahel, de EU, Denemarken en Zweden de derde ministeriele bijeenkomst over het belang van civiel-militaire samenwerking, het respecteren van mensenrechten en de samenhang tussen veiligheid en rechtstaat. Nederland bereidt bovendien financiering voor van een programma ter verbetering van het functioneren van strafrechtketens in het grensgebied van Mali, Niger en Burkina Faso. In 2020 zal hierdoor ook de operationele samenwerking met veiligheidsactoren zoals de regionale G5 Sahel militaire troepenmacht kunnen worden versterkt.

Nederland zal Zuid-Sudan ondersteunen met een civiele bijdrage aan vredesmissie UNMISS, nu de militaire bijdrage augustus 2019 tot haar einde is gekomen. Door opnieuw bij te dragen aan deze VN-missie versterkt Nederland zijn informatiepositie en blijft Nederland ook in 2020 het mandaat om burgers te beschermen ondersteunen.

Mensenrechten en internationale rechtsorde

Mensenrechten vormen het fundament van menselijke waardigheid en vrijheid, en staan aan de basis van open en vrije samenlevingen overal ter wereld. Het bevorderen van mensenrechten is ook in ons eigen belang, omdat een democratische rechtsstaat de beste voedingsbodem is voor welvaart, stabiliteit, groei en ontwikkeling. Zoals uiteengezet in de Kamerbrief (Kamerstuk 32 735, nr. 227) over de intensivering van het mensenrechtenbeleid, kiest het kabinet voor een geïntegreerde aanpak, getuige ook het uitgangspunt van mensgerichte benadering (human security) van de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie en de mensenrechtenbenadering van de BHOS-nota, gespiegeld aan de mensenrechtenbenadering van de Sustainable Development Goals (SDGs). Het kabinet richt zich op de volgende zes prioriteiten:

  • Vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid;

  • Vrijheid van religie en levensovertuiging;

  • Gelijke rechten voor vrouwen en meisjes;

  • Mensenrechtenverdedigers;

  • Gelijke rechten voor LHBTI’s;

  • Internationale rechtsorde & strijd tegen straffeloosheid.

In het kader van de intensivering van het mensenrechtenbeleid is er nadrukkelijk aandacht voor vrijheid van meningsuiting en veiligheid van journalisten, vrijheid van religie en levensovertuiging en gelijke rechten voor LHBTI’s. Onder meer op deze prioriteiten worden de projecten uit de nieuwe cyclus van het vergrote mensenrechtenfonds in gang gezet. Daarnaast is Nederland in april 2020 gastland van de grote jaarlijkse UNESCO-conferentie ter gelegenheid van de World Press Freedom Day. Verder zet Nederland zich via de in 2019 ingestelde Speciaal Gezant ook specifiek in voor vrijheid van religie en levensovertuiging, onder meer in lijn met de internationale conferentie over de bestrijding van religieuze intolerantie die Nederland in november 2019 organiseerde in het kader van het Istanboel-Proces. De Equal Rights Coalition blijft een belangrijk instrument voor bescherming en bevordering van de gelijke rechten voor LHBTI’s, waarbij Nederland nauw zal optrekken met de nieuwe co-voorzitters Argentinië en het Verenigd Koninkrijk. Op gebied van de internationale rechtsorde blijft Nederland onverminderd inzetten op de hervorming van het Internationaal Strafhof.

In lijn met resolutie 2166 van de VN-Veiligheidsraad zet Nederland, samen met andere getroffen landen, zich onverminderd in voor waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap ten behoeve van de slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden. Het begin van het strafproces tegen vier MH17 verdachten in maart 2020 zal brede internationale belangstelling trekken. Daarnaast voeren Nederland en Australië, in vervolg op het besluit om de Russische staat aansprakelijk te stellen voor zijn aandeel in het neerhalen van vlucht MH17, sinds begin 2019 vertrouwelijke besprekingen met Rusland met als doel tot een wederzijds acceptabele uitkomst te komen.

Nederland zal zich in 2020 ook specifiek richten op de VN-Mensenrechtenraad. Nederland heeft zich verkiesbaar gesteld voor het tijdelijk lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad met als inzet het behoud en verbetering van het VN-instrumentarium, het reageren op schendingen en het samenwerken met het maatschappelijk middenveld en overheden. Daarbij geeft het lidmaatschap een forum voor inhoudelijke activiteiten op de zes beleidsprioriteiten.

Migratie

In 2020 zal de migratiesamenwerking met landen van herkomst-, transit en bestemming verder worden uitgewerkt conform de integrale migratieagenda. Deze samenwerking vindt bilateraal en in EU-verband plaats, bijvoorbeeld via de EU-Hoorn van Afrika migratiedialoog (het Khartoum-proces) waar Nederland in 2020 voorzitter van is. Nederland zal dit voorzitterschap gebruiken om voortgang te maken met afspraken met Afrikaanse landen onder andere ten aanzien van verbeterde migratiesamenwerking, het beperken van irreguliere migratie en het stimuleren van legale migratie. Daarnaast richt Nederland zich op het verbeteren van opvang en bescherming voor vluchtelingen en ontheemden in de regio.

Onder migratiesamenwerking wordt ook de internationale verplichting verstaan tot het terugnemen van onderdanen die niet voor verblijf in Nederland in aanmerking komen. Het beter benutten van legale routes en bilaterale samenwerking met landen kan worden ingezet om samenwerking op terugkeer te stimuleren. Ook het volgen van de situatie op de verschillende migratieroutes en het verlenen van assistentie aan vrijwillige terugkeer van gestrande migranten op hun route naar Europa maakt daar deel van uit.

In herkomst-, transit en bestemmingslanden buiten de EU blijft de inzet gericht op stabiliteit, capaciteitsopbouw, armoedebestrijding en duurzame, inclusieve groei mede met het oog op bescherming en opvang van vluchtelingen in de regio en voorkoming en beheersing van irreguliere migratie. Ook continueert Nederland de inzet op de bestrijding van mensensmokkel en -handel. Naleving van mensenrechten staat bij deze inzet centraal.

Ter bevordering van regionale veiligheid, grensbeheer en veilige en gereguleerde migratie in de West-Afrikaanse en Sahel-regio, zullen in 2020 de mobiele grensteams op de grens tussen Niger en Nigeria operationeel zijn. Nederland en Duitsland leveren een gezamenlijke financiële bijdrage aan EUCAP Sahel Niger, de trainingsmissie die de oprichting van de grensteams ondersteunt. Daarnaast levert Nederland een personele bijdrage aan de EU-missies in de Sahel en zullen Nederlandse experts bijdragen aan trainingen op onder andere het gebied van grensbeheer.

Ook wil Nederland de positie van UNCHR en IOM in Libië versterken om op die manier de positie van kwetsbare vluchtelingen en migranten in Libië te verbeteren en vrijwillige terugkeer naar landen van herkomst te bevorderen. Nederland blijft de ontwikkelingen in Libië nauwgezet volgen om te bezien waar Nederland in de toekomst verder kan bijdragen.

Venezuela/Koninkrijksaangelegenheden

De politieke en humanitaire crisis in Venezuela die in 2019 zorgelijke vormen aannam, zal ook in 2020 de volle aandacht vergen. Nederland zal in samenwerking met andere Koninkrijkslanden ook in 2020 multilaterale en bilaterale kanalen benutten ten behoeve van de veiligheid en stabiliteit van ons Koninkrijk alsook voor een stabiel en democratisch Venezuela. In EU-verband zal Nederland een voortrekkersrol blijven spelen en zich hardmaken voor verdere uitbreiding van de sanctielijsten. Ook zal het Koninkrijk zich blijven inzetten voor de verbetering van de humanitaire situatie in en rond Venezuela, onder meer door de meerjarige financiële bijdragen aan de Dutch Relief Alliance en het Rode Kruis en door het ter beschikking stellen van de humanitaire hub op Curaçao.

Consulair

Op consulair gebied wordt de inzet in 2020 grotendeels bepaald door de beleidsnota «de Staat van het Consulaire». Daarbinnen zal in 2020 specifiek worden ingezet op de verdere implementatie van het Loket Buitenland, met als doel om eind 2020 circa dertig rijksoverheidsdiensten bereikbaar te hebben via het Loket Buitenland. Voor het Loket Buitenland zal informatievoorziening (website) en communicatie (24/7 CC) naar de burger de primaire focus krijgen. Verder krijgen procesverbeteringen binnen het loket en/of binnen de backoffices van partnerorganisaties bijzondere aandacht.

Ook wordt in 2020 ingezet op gezamenlijke campagnevoering met de Belastingdienst en de Douane richting Nederlandse reizigers. Daarbij staat het belang van een goede reisvoorbereiding centraal. Doel is voorkomen dat Nederlanders tijdens hun verblijf in het buitenland of bij terugkeer naar Nederland in de problemen komen. Een gezamenlijke campagne past bij het streven naar een beter en efficiënter communicerende overheid: niet het belang van de afzender(s), maar het belang en de behoefte van de ontvanger is leidend.

Voorts treedt begin 2020 de nieuwe EU visumcode in werking. Deze bevat een groot aantal wijzigingen waarvoor Nederland zich de afgelopen jaren sterk heeft gemaakt en die belangrijk zijn voor de modernisering en verdere verbetering van de consulaire dienstverlening, zoals de inzet van externe dienstverleners (private partners), de mogelijkheid om visa digitaal aan te vragen en het gecentraliseerd beslissen op aanvragen. Het visumproces zal in 2020 – voor zover het wettelijk kader dat toelaat – volledig zijn gedigitaliseerd. In overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zullen verdere stappen worden gezet met betrekking tot het digitaal aanvragen en verwerken van reisdocumenten.

Cultuur

2020 wordt het laatste jaar van het Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020. Activiteiten en programma’s onder dit kader zullen worden afgerond. In samenwerking met het Ministerie van OCW wordt gewerkt aan de uitgangspunten voor een nieuw kader voor de periode 2021–2024. In 2020 viert het Erasmushuis, het culturele instituut in Jakarta, zijn 50-jarige bestaan.

Postennet

Het Regeerakkoord stelde EUR 40 miljoen structureel ter beschikking voor het postennet, het netwerk van ambassades, consulaten-generaal en permanente vertegenwoordigingen. Zoals weergegeven in diverse brieven5, heeft het kabinet besloten posten te versterken dan wel te openen die uitvoering geven aan de volgende prioriteiten in het regeerakkoord: economische groeikansen, veiligheid, stabiliteit en armoedebestrijding, migratie en versterkte inzet op Europa. Ambassadekantoren in Niamey (Niger), Ndjamena (Tsjaad) en Ouagadougou (Burkina) zijn geopend alsmede een consulaat-generaal in Atlanta (Verenigde Staten) en in Bangalore (India). Daarnaast zijn veel posten versterkt met extra personeel. In 2020 ligt de nadruk op de verdere tenuitvoerlegging van deze intensiveringen van het postennet. Ook zal het kabinet de bijdrage van de ambassadekantoren aan de hierboven genoemde prioriteiten, en de status ervan, evalueren. Hierover zal worden gerapporteerd in het Jaarverslag over 2019.

1

Motie lid Omtzigt Magnitskywet (Kamerstuk 22 112, nr. 2529)

2

Kamerstuk 32734, nr. 31 (2 juli 2018) en Kamerstuk 32734, nr. 32 (8 oktober)

3

Kamerbrief 15 mei 2019, naar aanleiding van Motie Becker kst nr 33 694-16

4

Motie Stoffer/Verhoeven kst nr 33 694-36.

Licence