Base description which applies to whole site

1.3 Financiën op orde

Herstel adequate financiering van de Rechtspraak

Er moest een structurele oplossing komen voor de financiële situatie van de Rechtspraak. In de afgelopen jaren is een onevenwichtigheid gegroeid tussen de jaarlijkse opbrengsten en kosten van de Rechtspraak. De buffers in het bekostigingssysteem konden deze situatie tijdelijk opvangen en waren in 2018 uitgeput, wat leidde tot een negatief eigen vermogen. Over de financiële positie is overleg gevoerd tussen de Raad en het Ministerie van JenV. De Raad heeft aan de Boston Consulting Group (BCG) opdracht gegeven tot het verrichten van een doorlichtingsonderzoek. Conclusie van het onderzoek van BCG is dat de Rechtspraak de komende jaren niet zelfstandig in staat is om de financiële middelen en taken in evenwicht te brengen, maar dat er op termijn wel efficiency-mogelijkheden zijn te realiseren. De disbalans wordt vooral veroorzaakt door een tot nu toe blijvend gedaalde instroom van zaken op vrijwel alle terreinen en de niet volledig ingevulde taakstelling als gevolg van het uitblijven van het inmiddels stopgezette digitaliseringsprogramma «Kwaliteit en Innovatie». Ook blijkt uit het BCG-onderzoek dat zaakverzwarende factoren die de afgelopen jaren zijn opgetreden niet volledig zijn bekostigd. Hiernaast zijn investeringen in innovaties nodig, zodat de Rechtspraak haar vitale positie in de rechtsstaat kan blijven waarmaken.

In het prijsakkoord 2020/2022 zijn nu met de Minister aanvullende afspraken gemaakt om een structureel adequate financiering van de Rechtspraak weer mogelijk te maken. Een adequate financiering waarbij er weer evenwicht is in de financiële middelen en de taken van de Rechtspraak, er een jaarlijks sluitende exploitatie is die minder afhankelijk is van fluctuaties in het aantal rechtszaken en er voldoende financiële ruimte is voor innovatie en voor kwalitatief goede rechtspraak. De aanvullende afspraken zijn gebaseerd op het advies van drs. P.J.C.M. van den Berg43 over aanpassingen op onderdelen van de bekostigingssystematiek en op de door de Boston Consulting Group uitgevoerde Doorlichting44 naar het niveau van de financiering en de mate waarin nog aanvullende efficiency kan worden gerealiseerd. De aanvullende afspraken worden met ingang van de volgende prijsperiode 2020/2022 doorgevoerd.

Aanpassing bekostigingssysteem

De belangrijkste aanpassing in de bekostigingssystematiek vanaf 2020 is de introductie van een «vaste voet» waardoor de financiering een meer stabiele basis krijgt. De vaste kosten voor de landelijke diensten en de kosten voor de ondersteunende processen bij de gerechten worden uit de pxq-bekostiging gehaald en worden voortaan gefinancierd met een voor drie jaar vastgestelde jaarlijkse lump sum bijdrage. De pxq-systematiek wordt alleen toegepast voor de salariskosten van rechterlijk, juridisch en administratief personeel die direct zijn toe te rekenen aan het behandelen van rechtszaken. De verhouding tussen de productie-gerelateerde bijdrage en de vaste voet-bijdrage voor de vaste kosten komt uit op ongeveer 50/50. Door deze aanpassing van de bekostigingssystematiek kan het effect van een lagere zaakinstroom op het budget van de Rechtspraak in principe beter aansluiten op de ontwikkeling van de kosten van de Rechtspraak.

In het onderzoek van Van den Berg is tevens geconstateerd dat de huidige wijze waarop het tijdsbestedingsonderzoek wordt uitgevoerd en onderdeel is van het bekostigingssysteem modernisering behoeft. De Raad en JenV bezien de komende periode of en hoe invulling gegeven kan worden aan dit advies. De modernisering van het tijdbestedingsonderzoek moet uiterlijk voor de prijsbesprekingen over de volgende prijsperiode 2023/2025 gereed zijn.

Prijsafspraken 2020/2022

Uit de BCG-doorlichting is gebleken dat aanvullende financiering van de Rechtspraak noodzakelijk is. Voor het oplossen van het huidige structurele tekort en voor de toegenomen zaakzwaarte wordt extra geld in de prijzen verwerkt. Daarnaast komt extra budget beschikbaar voor de autonome toename van bedrijfsvoeringkosten (huisvesting, schoonmaak, IT-dienstverlening) en voor IT-innovatie. Met deze IT-intensivering kan onder meer het Basisplan digitalisering civiel en bestuur worden gerealiseerd onder de voorwaarde van een positief oordeel van het Bureau ICT.

Voor initiatieven op het gebied van kwaliteitsverbetering wordt geld toegevoegd aan de prijzen. Deze gelden zullen door de Raad gericht worden ingezet op het behalen van de doelstellingen van de Rechtspraak. Zo wordt bijvoorbeeld geld toegewezen voor het daadwerkelijk verkorten van doorlooptijden door achterstanden weg te werken met de inzet van een landelijke flexpool, zodat rechters over regiogrenzen kunnen worden ingezet en zaken bij andere gerechten kunnen worden afgedaan.

De hogere werklastgevolgen van nieuwe wetgeving en van nieuw beleid (versterking strafrechtketen) van Rutte III worden verwerkt in de prijzen. Afgesproken is om gedurende de prijsperiode de werklastgevolgen van enkele specifieke wetten te monitoren.

Tot slot wordt op basis van de aanbevelingen in de BCG-Doorlichting de te behalen efficiency verwerkt in de prijzen 2020/2022. Deze mogelijkheden voor verbetering van de efficiency voor de bedrijfsvoering en de organisatie van het primaire proces kunnen door de Rechtspraak zelf worden gerealiseerd.

In onderstaande tabel is voor de komende prijsperiode 2020/2022 opgenomen op welke onderdelen de prijs wordt aangepast. Naast deze prijsmutaties is een specifieke afspraak gemaakt dat binnen de departementale begroting van JenV voor de jaren 2020 t/m 2022 tijdelijk € 1 mln. per jaar beschikbaar wordt gesteld voor pilots op het gebied van maatschappelijk effectieve rechtspraak. Overigens zal ook de indexatie voor de stijging van het loon- en prijspeil jaarlijks worden toegepast conform het Besluit Financiering Rechtspraak 2005.

Tabel 6.1 Prijsmutaties 2020/2022 ten opzichte van de prijs 2019 in bedragen x € 1.000
 

2020

2021

2022

Oplossen huidig tekort

47.900

47.900

47.900

Toegenomen zaakzwaarte

10.000

10.000

10.000

Toename bedrijfsvoeringskosten autonoom

15.700

13.100

8.500

IT Innovatie

11.900

11.900

9.000

Initiatieven kwaliteitsverbetering

2.386

10.813

15.965

Versterking strafrechtketen

2.000

2.300

2.400

Wetgevingsconsequenties

9.300

9.300

10.700

Aanvullende efficiency-maatregelen

– 4.600

– 7.500

– 9.600

Prijsmutaties ten opzichte van de prijs 2019

94.586

97.813

94.865

       

Pilots Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak

(reservering op JenV-begroting)

1.000

1.000

1.000

Efficiency na 2022

Conform het Besluit Financiering Rechtspraak maken de Minister en de Rechtspraak prijsafspraken voor een periode van drie jaar, nu dus voor de periode 2020/2022. In de BCG-Doorlichting worden ook efficiency-mogelijkheden voor de (middel)lange termijn aangegeven. Op grond hiervan is door het kabinet een tentatieve reeks in de JenV-begroting ingeboekt van € 5 mln. in 2023 die jaarlijks oploopt met € 5 mln. BCG heeft aangegeven dat de rechtspraak dit niet zelfstandig kan realiseren, maar hierbij afhankelijk is van ketenpartijen of nieuwe wetgeving. De Rechtspraak heeft zich bereid verklaard om vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid met JenV en andere betrokken partijen gezamenlijk de door BCG geïnventariseerde mogelijkheden te bezien. Hierbij worden de afspraken over de rechterlijke macht in het regeerakkoord in acht genomen. Waar nodig wordt wetgeving geïnitieerd. Mogelijk zijn hiervoor eerst nog extra investeringen nodig. Alleen op basis van goed uitgewerkte voorstellen kunnen hierover afspraken worden gemaakt voor de volgende prijsperiode 2023/2025.

Tabel 6.2 Meerjarige begroting van baten en lasten (Bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

           
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

             

Bijdrage Ministerie van JenV

943.417

986.809

1.023.674

1.030.369

1.030.988

1.021.586

1.009.974

Overige bijdrage van Ministerie van JenV

20.379

20.379

20.379

20.379

20.379

20.379

20.379

Overige opbrengsten

9.972

9.972

9.972

9.972

9.972

9.972

9.972

Rentebaten

             

NCC

 

800

800

900

1.000

1.000

1.000

Toevoeging uit egalisatierekening

             

Bijdrage meer/minder werk

5.971

2.800

         
               

Totaal baten

979.739

1.020.760

1.054.825

1.061.620

1.062.339

1.052.937

1.041.325

               

Lasten

             

Personele kosten

812.600

881.877

868.753

874.349

874.941

867.198

857.634

Materiële kosten

182.965

165.791

163.692

166.141

165.552

163.634

161.292

Afschrijvingskosten

19.185

19.943

19.336

18.149

18.891

19.171

19.474

Rentekosten

293

285

276

259

270

274

278

Gerechtskosten

2.782

2.864

2.768

2.722

2.685

2.661

2.647

               

Totale lasten

1.017.825

1.070.760

1.054.825

1.061.620

1.062.339

1.052.937

1.041.325

               

Saldo van baten en lasten

– 38.086

– 50.000

0

0

0

0

0

Baten

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen. Naast bovenstaande JenV-bijdrage die als bate is opgenomen, heeft in 2019 aanzuivering plaatsgehad door JenV van het in 2018 ontstane negatieve vermogen bij de Rechtspraak.

Daarnaast is de JenV-begroting met € 50 mln. in 2019 opgehoogd in verband met het verwachte tekort bij de Rechtspraak over 2019. (zie ook overzicht eigen vermogen).

Overige bijdragen van het Ministerie van JenV en overige opbrengsten

Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor IVO en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.

Netherlands Commercial Court (NCC)

De jaarlijkse lumpsumbijdrage aan de Rechtspraak voor de kosten in de aanloop- en opstartfase van de Netherlands Commercial Court (NCC) wordt als een vordering op het ministerie opgenomen. Het ministerie zal deze vordering betalen uit de toekomstige ontvangsten van de griffierechten van de NCC-zaken.

Bijdrage meer- en minderwerk

De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.

Lasten

Personele kosten

Ten opzichte van 2018 zullen de personele kosten toenemen als gevolg van looncompensatie en kwaliteitsintensiveringen.

Materiële kosten

De materiële kosten nemen af als gevolg van lagere IT-investeringen.

Tabel 6.3 Afschrijvingstermijn materiële vaste activa

Materiële vaste activa

Afschrijvingstermijn

Hard- en software

3 jaar

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5 jaar

Audio- en visuele middelen en stoffering

8 jaar

Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang

10 jaar

De afschrijvingskosten van de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «»Vooruitontvangen bedragen OM»». De post «»Vooruitontvangen bedragen OM»» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan.

Rentekosten

Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Dit rentepercentage bedraagt gemiddeld 0,1%.

Gerechtskosten

Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele- en bestuurszaken maakt gedurende of als gevolg van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gespecificeerd.

Tabel 6.4 Opbouw bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid (Bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Productiegerelateerde bijdrage

939.331

880.706

883.720

887.824

880.446

875.348

             

Prijsakkoord 2020–2022

 

94.586

97.813

94.865

92.865

88.365

             

Bijdrage voor gerechtskosten

2.864

2.768

2.722

2.685

2.661

2.647

             

Bijdrage voor overige uitgaven

           

Bijzondere kamers rechtspraak

11.566

11.566

11.566

11.566

11.566

11.566

College van Beroep v/h bedrijfsleven

8.542

9.542

9.542

9.542

9.542

7.542

Megazaken

15.300

15.300

15.800

15.300

15.300

15.300

             

Bijdrage Niet-BFR 2005 taken

           

Tuchtrecht

3.470

3.470

3.470

3.470

3.470

3.470

Cie. van toezicht

5.686

5.686

5.686

5.686

5.686

5.686

Overige

50

50

50

50

50

50

Totaal

986.809

1.023.674

1.030.369

1.030.988

1.021.586

1.009.974

Aanzuivering negatief vermogen 2018

38.100

         

Vermogensstorting 2019

50.000

         

Totaal via rekening-courant JenV-begroting 2020

1.074.909

1.023.674

1.030.369

1.030.988

1.021.586

1.009.974

De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en Minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. Het aantal rechtszaken is sterk gedaald ten opzichte van de prognoses uit de vorige begroting. De Rechtspraak heeft beperkte mogelijkheid voor de korte termijn om haar capaciteit bij te stellen. Voor het begrotingsjaar 2019 ligt de uit de JenV-begroting gefinancierde productieafspraak daarom boven het niveau van de geraamde capaciteitsbehoeften volgens het huidige Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen, daarbij nog uitgaand van de prijzen zoals zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2017–2019.

Het begrotingsvoorstel 2020 van de Raad voor de rechtspraak is geënt op de vastgestelde prijs 2019. In 2019 heeft een eenmalige loonuitkering plaatsgehad die verdisconteerd is in de prijs. Dit verklaart met name waarom het geraamde budget in het begrotingsvoorstel over de jaren enigszins afwijkt van de bijdrage in de JenV-begroting.

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft voor 5 jaar een bijdrage aan JenV beschikbaar gesteld ten behoeve van een groot aantal landbouwzaken bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Tabel 6.5 Productieaantallen (absolute aantallen)
 

Realisatie

           
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Gerechtshoven

             

Civiel

13.399

14.468

13.268

14.373

14.855

14.372

13.878

Straf

31.878

33.936

33.987

33.909

33.843

33.781

33.728

Belasting

3.771

4.327

4.679

5.073

5.056

4.875

4.704

               

Rechtbanken

             

Civiel

256.899

290.376

274.820

279.888

286.546

286.518

285.392

Straf

164.658

166.364

161.488

160.230

158.991

157.932

157.339

Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers)

37.878

43.770

34.668

32.952

32.586

31.611

30.451

Bestuur (Vreemdelingenkamers)

33.231

38.540

38.540

38.540

38.540

38.540

38.540

Kanton1

903.841

953.182

939.623

948.907

957.900

947.301

939.903

Belasting

21.860

32.262

30.996

31.102

30.822

30.094

29.205

               

Bijzondere colleges

             

Centrale Raad van Beroep

7.822

10.259

6.457

5.473

4.980

4.749

4.572

               

Totaal

1.475.237

1.587.484

1.538.524

1.550.449

1.564.119

1.549.773

1.537.712

1

Dit is exclusief CBM-zaken in 2018 en 2019.

Eigen vermogen

In 2018 was het resultaat van de rechtspraak negatief en ten laste gebracht van het eigen vermogen. Dit eigen vermogen is in de loop van 2019 door het Minister van Justitie en Veiligheid aangevuld. De verwachting is dat in 2019 ook de kosten van de rechtspraak groter zullen zijn dan de nu geraamde opbrengsten. Hiervoor is de JenV-begroting opgehoogd.

Door toevoeging van de middelen als gevolg van de gemaakte prijsafspraken, worden voor de toekomstige jaren vooralsnog geen negatieve resultaten verwacht.

Tabel 6.6 Ontwikkeling eigen vermogen (Bedragen x € 1 mln.)
 

2018

2019

2020

2021

2022

Eigen vermogen per 1-1

0

0

0

0

0

Prognose resultaat

– 38,1

– 50

0

0

0

Eigen vermogen per 31-12

– 38,1

– 50

0

0

0

Aanzuivering eigen vermogen (vordering)

38,1

50

     
           

Betaling t.l.v. JenV-begroting (rekening courant)

 

88,1

     

Doorlooptijden

In onderstaande tabel wordt de norm weergegeven voor de doorlooptijden van rechtszaken.

Tabel 6.7 Doorlooptijden rechtszaken
 

Norm

Civiel- handelszaken rechtbanken

   

Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 1

90%

≤ 2 jaar

Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 2

70%

≤ 1 jaar

Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek)

90%

≤ 6 wkn.

Beëindigde faillissementen

90%

≤ 3 jaar

Handelszaken rekesten (vooral insolventie)

90%

≤ 3 mnd.

Kort gedingen / vovo's (inclusief familierecht)

95%

≤ 3 mnd.

     

Civiel- familiezaken rechtbanken

   

Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's)

95%

≤ 1 jaar

– waarvan op gemeenschappelijk verzoek

95%

≤ 2 mnd.

Alimentatiezaken, bijstandsverhaal

90%

≤ 1 jaar

Omgang- en gezagzaken

85%

≤ 1 jaar

Jeugdbeschermingszaken kinderrechter

90%

≤ 3 mnd.

– waarvan verzoeken tot OTS

80%

≤ 3 wkn.

     

Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken

   

Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1

90%

≤ 1 jaar

Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2

70%

≤ 9 mnd.

Voorlopige voorzieningen bestuur regulier

90%

≤ 3 mnd.

Vreemdelingenzaken, bodemzaken

90%

≤ 9 mnd.

Belastingzaken lokaal, bodemzaken

90%

≤ 9 mnd.

Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1

90%

≤ 18 mnd.

Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2

70%

≤ 1 jaar

     

Kantonzaken

   

Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 1

90%

≤ 1 jaar

Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 2

75%

≤ 6 mnd.

Rekesten arbeidsontbindingen op tegenspraak

95%

≤ 3 mnd.

Handelsrekesten, niet-arbeidszaken

95%

≤ 6 mnd.

Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek)

90%

≤ 6 wkn.

Kort gedingen / vovo's

95%

≤ 3 mnd.

Overtredingszaken

85%

≤ 1 mnd.

Mulderzaken

80%

≤ 3 mnd.

     

Strafzaken rechtbanken

   

Strafzaken MK (= meervoudig behandeld)

90%

≤ 6 mnd.

Politierechterzaken (incl. economische)

90%

≤ 5 wkn.

Strafzaken bij de kinderrechter (EK)

85%

≤ 5 wkn.

Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis

100%

≤ 2 wkn.

Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis

85%

≤ 4 mnd.

     

Civiel – handelszaken hoven

   

Dagvaardingszaken handel + verdeling gemeenschap – norm 1

90%

≤ 2 jaar

Dagvaardingszaken handel + verdeling gemeenschap – norm 2

70%

≤ 1 jaar

Insolventierekesten

90%

≤ 2 mnd.

Handelsrekesten, niet insolventie

90%

≤ 6 mnd.

     

Civiel – familiezaken hoven

   

Familierekesten

90%

≤ 1 jaar

– waarvan Jeugdbeschermingszaken

90%

≤ 4 mnd.

     

Belastingzaken hoven

   

Belastingzaken – norm 1

90%

≤ 18 mnd.

Belastingzaken – norm 2

70%

≤ 1 jaar

     

Strafzaken hoven

   

Meervoudige Kamer-zaken

85%

≤ 9 mnd.

EK-strafzaken, niet-kantonappellen

85%

≤ 6 mnd.

EK-strafzaken, kantonappellen

85%

≤ 6 mnd.

Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis

90%

≤ 2 wkn.

Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis

80%

≤ 4 mnd.

     

Klachten niet vervolgen (12 Sv)

85%

≤ 6 mnd.

Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie

100%

≤ 6 mnd.

Kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.

Tabel 6.8 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Rekening courant RHB 1 januari (plus stand depositorekeningen)

104.506

29.885

64.371

63.571

62.671

61.671

60.671

               

Totaal operationele kasstroom

– 57.647

– 33.657

18.536

17.249

17.891

18.171

18.474

               

– /– totaal investeringen

– 15.079

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

159

Totaal investeringskasstroom

– 14.920

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

– 22.000

               

– /– eenmalige uitkering aan moederdepartement

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

88.086

– /– aflossingen op leningen

– 20.534

– 19.943

– 19.336

– 18.149

– 18.891

– 19.171

– 19.474

+/+ beroep op de leenfaciliteit

18.480

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

Totaal financieringskasstroom

– 2.054

90.143

2.664

3.851

3.109

2.829

2.526

               

Rekening courant RHB 31 december plus stand depositorekeningen

             

29.885

64.371

63.571

62.671

61.671

60.671

59.671

Investeringen

Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is jaarlijks een vervangingsinvestering van € 18 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte, noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.

Tabel 6.9 Investeringen (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Hard- en software

10.900

10.900

10.900

10.900

10.900

10.900

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

2.130

2.130

2.130

2.130

2.130

2.130

Audio- en visuele middelen en stoffering

4.070

4.070

4.070

4.070

4.070

4.070

Verbouwingen, installaties en meubilair lang

4.900

4.900

4.900

4.900

4.900

4.900

Totaal

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

     

Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding

   

Vervanging

18.370

18.370

18.370

18.370

18.370

18.370

Uitbreiding

3.630

3.630

3.630

3.630

3.630

3.630

43

Het advies van drs. P.J.C.M. van den Berg is op 15 november 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (handelingen II 2018–2019, 29 279, nr. 468).

44

De BCG Doorlichting is op 7 februari 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden (handelingen II 2018–2019, 29 279, nr. 489).

Licence