Herstel adequate financiering van de Rechtspraak
Er moest een structurele oplossing komen voor de financiële situatie van de Rechtspraak. In de afgelopen jaren is een onevenwichtigheid gegroeid tussen de jaarlijkse opbrengsten en kosten van de Rechtspraak. De buffers in het bekostigingssysteem konden deze situatie tijdelijk opvangen en waren in 2018 uitgeput, wat leidde tot een negatief eigen vermogen. Over de financiële positie is overleg gevoerd tussen de Raad en het Ministerie van JenV. De Raad heeft aan de Boston Consulting Group (BCG) opdracht gegeven tot het verrichten van een doorlichtingsonderzoek. Conclusie van het onderzoek van BCG is dat de Rechtspraak de komende jaren niet zelfstandig in staat is om de financiële middelen en taken in evenwicht te brengen, maar dat er op termijn wel efficiency-mogelijkheden zijn te realiseren. De disbalans wordt vooral veroorzaakt door een tot nu toe blijvend gedaalde instroom van zaken op vrijwel alle terreinen en de niet volledig ingevulde taakstelling als gevolg van het uitblijven van het inmiddels stopgezette digitaliseringsprogramma «Kwaliteit en Innovatie». Ook blijkt uit het BCG-onderzoek dat zaakverzwarende factoren die de afgelopen jaren zijn opgetreden niet volledig zijn bekostigd. Hiernaast zijn investeringen in innovaties nodig, zodat de Rechtspraak haar vitale positie in de rechtsstaat kan blijven waarmaken.
In het prijsakkoord 2020/2022 zijn nu met de Minister aanvullende afspraken gemaakt om een structureel adequate financiering van de Rechtspraak weer mogelijk te maken. Een adequate financiering waarbij er weer evenwicht is in de financiële middelen en de taken van de Rechtspraak, er een jaarlijks sluitende exploitatie is die minder afhankelijk is van fluctuaties in het aantal rechtszaken en er voldoende financiële ruimte is voor innovatie en voor kwalitatief goede rechtspraak. De aanvullende afspraken zijn gebaseerd op het advies van drs. P.J.C.M. van den Berg43 over aanpassingen op onderdelen van de bekostigingssystematiek en op de door de Boston Consulting Group uitgevoerde Doorlichting44 naar het niveau van de financiering en de mate waarin nog aanvullende efficiency kan worden gerealiseerd. De aanvullende afspraken worden met ingang van de volgende prijsperiode 2020/2022 doorgevoerd.
Aanpassing bekostigingssysteem
De belangrijkste aanpassing in de bekostigingssystematiek vanaf 2020 is de introductie van een «vaste voet» waardoor de financiering een meer stabiele basis krijgt. De vaste kosten voor de landelijke diensten en de kosten voor de ondersteunende processen bij de gerechten worden uit de pxq-bekostiging gehaald en worden voortaan gefinancierd met een voor drie jaar vastgestelde jaarlijkse lump sum bijdrage. De pxq-systematiek wordt alleen toegepast voor de salariskosten van rechterlijk, juridisch en administratief personeel die direct zijn toe te rekenen aan het behandelen van rechtszaken. De verhouding tussen de productie-gerelateerde bijdrage en de vaste voet-bijdrage voor de vaste kosten komt uit op ongeveer 50/50. Door deze aanpassing van de bekostigingssystematiek kan het effect van een lagere zaakinstroom op het budget van de Rechtspraak in principe beter aansluiten op de ontwikkeling van de kosten van de Rechtspraak.
In het onderzoek van Van den Berg is tevens geconstateerd dat de huidige wijze waarop het tijdsbestedingsonderzoek wordt uitgevoerd en onderdeel is van het bekostigingssysteem modernisering behoeft. De Raad en JenV bezien de komende periode of en hoe invulling gegeven kan worden aan dit advies. De modernisering van het tijdbestedingsonderzoek moet uiterlijk voor de prijsbesprekingen over de volgende prijsperiode 2023/2025 gereed zijn.
Prijsafspraken 2020/2022
Uit de BCG-doorlichting is gebleken dat aanvullende financiering van de Rechtspraak noodzakelijk is. Voor het oplossen van het huidige structurele tekort en voor de toegenomen zaakzwaarte wordt extra geld in de prijzen verwerkt. Daarnaast komt extra budget beschikbaar voor de autonome toename van bedrijfsvoeringkosten (huisvesting, schoonmaak, IT-dienstverlening) en voor IT-innovatie. Met deze IT-intensivering kan onder meer het Basisplan digitalisering civiel en bestuur worden gerealiseerd onder de voorwaarde van een positief oordeel van het Bureau ICT.
Voor initiatieven op het gebied van kwaliteitsverbetering wordt geld toegevoegd aan de prijzen. Deze gelden zullen door de Raad gericht worden ingezet op het behalen van de doelstellingen van de Rechtspraak. Zo wordt bijvoorbeeld geld toegewezen voor het daadwerkelijk verkorten van doorlooptijden door achterstanden weg te werken met de inzet van een landelijke flexpool, zodat rechters over regiogrenzen kunnen worden ingezet en zaken bij andere gerechten kunnen worden afgedaan.
De hogere werklastgevolgen van nieuwe wetgeving en van nieuw beleid (versterking strafrechtketen) van Rutte III worden verwerkt in de prijzen. Afgesproken is om gedurende de prijsperiode de werklastgevolgen van enkele specifieke wetten te monitoren.
Tot slot wordt op basis van de aanbevelingen in de BCG-Doorlichting de te behalen efficiency verwerkt in de prijzen 2020/2022. Deze mogelijkheden voor verbetering van de efficiency voor de bedrijfsvoering en de organisatie van het primaire proces kunnen door de Rechtspraak zelf worden gerealiseerd.
In onderstaande tabel is voor de komende prijsperiode 2020/2022 opgenomen op welke onderdelen de prijs wordt aangepast. Naast deze prijsmutaties is een specifieke afspraak gemaakt dat binnen de departementale begroting van JenV voor de jaren 2020 t/m 2022 tijdelijk € 1 mln. per jaar beschikbaar wordt gesteld voor pilots op het gebied van maatschappelijk effectieve rechtspraak. Overigens zal ook de indexatie voor de stijging van het loon- en prijspeil jaarlijks worden toegepast conform het Besluit Financiering Rechtspraak 2005.
2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|
Oplossen huidig tekort | 47.900 | 47.900 | 47.900 |
Toegenomen zaakzwaarte | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Toename bedrijfsvoeringskosten autonoom | 15.700 | 13.100 | 8.500 |
IT Innovatie | 11.900 | 11.900 | 9.000 |
Initiatieven kwaliteitsverbetering | 2.386 | 10.813 | 15.965 |
Versterking strafrechtketen | 2.000 | 2.300 | 2.400 |
Wetgevingsconsequenties | 9.300 | 9.300 | 10.700 |
Aanvullende efficiency-maatregelen | – 4.600 | – 7.500 | – 9.600 |
Prijsmutaties ten opzichte van de prijs 2019 | 94.586 | 97.813 | 94.865 |
Pilots Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak (reservering op JenV-begroting) | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Efficiency na 2022
Conform het Besluit Financiering Rechtspraak maken de Minister en de Rechtspraak prijsafspraken voor een periode van drie jaar, nu dus voor de periode 2020/2022. In de BCG-Doorlichting worden ook efficiency-mogelijkheden voor de (middel)lange termijn aangegeven. Op grond hiervan is door het kabinet een tentatieve reeks in de JenV-begroting ingeboekt van € 5 mln. in 2023 die jaarlijks oploopt met € 5 mln. BCG heeft aangegeven dat de rechtspraak dit niet zelfstandig kan realiseren, maar hierbij afhankelijk is van ketenpartijen of nieuwe wetgeving. De Rechtspraak heeft zich bereid verklaard om vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid met JenV en andere betrokken partijen gezamenlijk de door BCG geïnventariseerde mogelijkheden te bezien. Hierbij worden de afspraken over de rechterlijke macht in het regeerakkoord in acht genomen. Waar nodig wordt wetgeving geïnitieerd. Mogelijk zijn hiervoor eerst nog extra investeringen nodig. Alleen op basis van goed uitgewerkte voorstellen kunnen hierover afspraken worden gemaakt voor de volgende prijsperiode 2023/2025.
Realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Baten | |||||||
Bijdrage Ministerie van JenV | 943.417 | 986.809 | 1.023.674 | 1.030.369 | 1.030.988 | 1.021.586 | 1.009.974 |
Overige bijdrage van Ministerie van JenV | 20.379 | 20.379 | 20.379 | 20.379 | 20.379 | 20.379 | 20.379 |
Overige opbrengsten | 9.972 | 9.972 | 9.972 | 9.972 | 9.972 | 9.972 | 9.972 |
Rentebaten | |||||||
NCC | 800 | 800 | 900 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Toevoeging uit egalisatierekening | |||||||
Bijdrage meer/minder werk | 5.971 | 2.800 | |||||
Totaal baten | 979.739 | 1.020.760 | 1.054.825 | 1.061.620 | 1.062.339 | 1.052.937 | 1.041.325 |
Lasten | |||||||
Personele kosten | 812.600 | 881.877 | 868.753 | 874.349 | 874.941 | 867.198 | 857.634 |
Materiële kosten | 182.965 | 165.791 | 163.692 | 166.141 | 165.552 | 163.634 | 161.292 |
Afschrijvingskosten | 19.185 | 19.943 | 19.336 | 18.149 | 18.891 | 19.171 | 19.474 |
Rentekosten | 293 | 285 | 276 | 259 | 270 | 274 | 278 |
Gerechtskosten | 2.782 | 2.864 | 2.768 | 2.722 | 2.685 | 2.661 | 2.647 |
Totale lasten | 1.017.825 | 1.070.760 | 1.054.825 | 1.061.620 | 1.062.339 | 1.052.937 | 1.041.325 |
Saldo van baten en lasten | – 38.086 | – 50.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid
De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen. Naast bovenstaande JenV-bijdrage die als bate is opgenomen, heeft in 2019 aanzuivering plaatsgehad door JenV van het in 2018 ontstane negatieve vermogen bij de Rechtspraak.
Daarnaast is de JenV-begroting met € 50 mln. in 2019 opgehoogd in verband met het verwachte tekort bij de Rechtspraak over 2019. (zie ook overzicht eigen vermogen).
Overige bijdragen van het Ministerie van JenV en overige opbrengsten
Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor IVO en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.
Netherlands Commercial Court (NCC)
De jaarlijkse lumpsumbijdrage aan de Rechtspraak voor de kosten in de aanloop- en opstartfase van de Netherlands Commercial Court (NCC) wordt als een vordering op het ministerie opgenomen. Het ministerie zal deze vordering betalen uit de toekomstige ontvangsten van de griffierechten van de NCC-zaken.
Bijdrage meer- en minderwerk
De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.
Lasten
Personele kosten
Ten opzichte van 2018 zullen de personele kosten toenemen als gevolg van looncompensatie en kwaliteitsintensiveringen.
Materiële kosten
De materiële kosten nemen af als gevolg van lagere IT-investeringen.
Materiële vaste activa | Afschrijvingstermijn |
---|---|
Hard- en software | 3 jaar |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 5 jaar |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 8 jaar |
Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang | 10 jaar |
De afschrijvingskosten van de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «»Vooruitontvangen bedragen OM»». De post «»Vooruitontvangen bedragen OM»» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan.
Rentekosten
Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Dit rentepercentage bedraagt gemiddeld 0,1%.
Gerechtskosten
Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele- en bestuurszaken maakt gedurende of als gevolg van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.
Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid
In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gespecificeerd.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Productiegerelateerde bijdrage | 939.331 | 880.706 | 883.720 | 887.824 | 880.446 | 875.348 |
Prijsakkoord 2020–2022 | 94.586 | 97.813 | 94.865 | 92.865 | 88.365 | |
Bijdrage voor gerechtskosten | 2.864 | 2.768 | 2.722 | 2.685 | 2.661 | 2.647 |
Bijdrage voor overige uitgaven | ||||||
Bijzondere kamers rechtspraak | 11.566 | 11.566 | 11.566 | 11.566 | 11.566 | 11.566 |
College van Beroep v/h bedrijfsleven | 8.542 | 9.542 | 9.542 | 9.542 | 9.542 | 7.542 |
Megazaken | 15.300 | 15.300 | 15.800 | 15.300 | 15.300 | 15.300 |
Bijdrage Niet-BFR 2005 taken | ||||||
Tuchtrecht | 3.470 | 3.470 | 3.470 | 3.470 | 3.470 | 3.470 |
Cie. van toezicht | 5.686 | 5.686 | 5.686 | 5.686 | 5.686 | 5.686 |
Overige | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Totaal | 986.809 | 1.023.674 | 1.030.369 | 1.030.988 | 1.021.586 | 1.009.974 |
Aanzuivering negatief vermogen 2018 | 38.100 | |||||
Vermogensstorting 2019 | 50.000 | |||||
Totaal via rekening-courant JenV-begroting 2020 | 1.074.909 | 1.023.674 | 1.030.369 | 1.030.988 | 1.021.586 | 1.009.974 |
De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en Minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. Het aantal rechtszaken is sterk gedaald ten opzichte van de prognoses uit de vorige begroting. De Rechtspraak heeft beperkte mogelijkheid voor de korte termijn om haar capaciteit bij te stellen. Voor het begrotingsjaar 2019 ligt de uit de JenV-begroting gefinancierde productieafspraak daarom boven het niveau van de geraamde capaciteitsbehoeften volgens het huidige Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen, daarbij nog uitgaand van de prijzen zoals zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2017–2019.
Het begrotingsvoorstel 2020 van de Raad voor de rechtspraak is geënt op de vastgestelde prijs 2019. In 2019 heeft een eenmalige loonuitkering plaatsgehad die verdisconteerd is in de prijs. Dit verklaart met name waarom het geraamde budget in het begrotingsvoorstel over de jaren enigszins afwijkt van de bijdrage in de JenV-begroting.
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft voor 5 jaar een bijdrage aan JenV beschikbaar gesteld ten behoeve van een groot aantal landbouwzaken bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Gerechtshoven | |||||||
Civiel | 13.399 | 14.468 | 13.268 | 14.373 | 14.855 | 14.372 | 13.878 |
Straf | 31.878 | 33.936 | 33.987 | 33.909 | 33.843 | 33.781 | 33.728 |
Belasting | 3.771 | 4.327 | 4.679 | 5.073 | 5.056 | 4.875 | 4.704 |
Rechtbanken | |||||||
Civiel | 256.899 | 290.376 | 274.820 | 279.888 | 286.546 | 286.518 | 285.392 |
Straf | 164.658 | 166.364 | 161.488 | 160.230 | 158.991 | 157.932 | 157.339 |
Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers) | 37.878 | 43.770 | 34.668 | 32.952 | 32.586 | 31.611 | 30.451 |
Bestuur (Vreemdelingenkamers) | 33.231 | 38.540 | 38.540 | 38.540 | 38.540 | 38.540 | 38.540 |
Kanton1 | 903.841 | 953.182 | 939.623 | 948.907 | 957.900 | 947.301 | 939.903 |
Belasting | 21.860 | 32.262 | 30.996 | 31.102 | 30.822 | 30.094 | 29.205 |
Bijzondere colleges | |||||||
Centrale Raad van Beroep | 7.822 | 10.259 | 6.457 | 5.473 | 4.980 | 4.749 | 4.572 |
Totaal | 1.475.237 | 1.587.484 | 1.538.524 | 1.550.449 | 1.564.119 | 1.549.773 | 1.537.712 |
Eigen vermogen
In 2018 was het resultaat van de rechtspraak negatief en ten laste gebracht van het eigen vermogen. Dit eigen vermogen is in de loop van 2019 door het Minister van Justitie en Veiligheid aangevuld. De verwachting is dat in 2019 ook de kosten van de rechtspraak groter zullen zijn dan de nu geraamde opbrengsten. Hiervoor is de JenV-begroting opgehoogd.
Door toevoeging van de middelen als gevolg van de gemaakte prijsafspraken, worden voor de toekomstige jaren vooralsnog geen negatieve resultaten verwacht.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen per 1-1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prognose resultaat | – 38,1 | – 50 | 0 | 0 | 0 |
Eigen vermogen per 31-12 | – 38,1 | – 50 | 0 | 0 | 0 |
Aanzuivering eigen vermogen (vordering) | 38,1 | 50 | |||
Betaling t.l.v. JenV-begroting (rekening courant) | 88,1 |
Doorlooptijden
In onderstaande tabel wordt de norm weergegeven voor de doorlooptijden van rechtszaken.
Norm | ||
---|---|---|
Civiel- handelszaken rechtbanken | ||
Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar |
Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar |
Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. |
Beëindigde faillissementen | 90% | ≤ 3 jaar |
Handelszaken rekesten (vooral insolventie) | 90% | ≤ 3 mnd. |
Kort gedingen / vovo's (inclusief familierecht) | 95% | ≤ 3 mnd. |
Civiel- familiezaken rechtbanken | ||
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's) | 95% | ≤ 1 jaar |
– waarvan op gemeenschappelijk verzoek | 95% | ≤ 2 mnd. |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | 90% | ≤ 1 jaar |
Omgang- en gezagzaken | 85% | ≤ 1 jaar |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter | 90% | ≤ 3 mnd. |
– waarvan verzoeken tot OTS | 80% | ≤ 3 wkn. |
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken | ||
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar |
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 9 mnd. |
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier | 90% | ≤ 3 mnd. |
Vreemdelingenzaken, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. |
Belastingzaken lokaal, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar |
Kantonzaken | ||
Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar |
Handels- dagvaardingszaken met verweer – norm 2 | 75% | ≤ 6 mnd. |
Rekesten arbeidsontbindingen op tegenspraak | 95% | ≤ 3 mnd. |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken | 95% | ≤ 6 mnd. |
Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. |
Kort gedingen / vovo's | 95% | ≤ 3 mnd. |
Overtredingszaken | 85% | ≤ 1 mnd. |
Mulderzaken | 80% | ≤ 3 mnd. |
Strafzaken rechtbanken | ||
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld) | 90% | ≤ 6 mnd. |
Politierechterzaken (incl. economische) | 90% | ≤ 5 wkn. |
Strafzaken bij de kinderrechter (EK) | 85% | ≤ 5 wkn. |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | 100% | ≤ 2 wkn. |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | 85% | ≤ 4 mnd. |
Civiel – handelszaken hoven | ||
Dagvaardingszaken handel + verdeling gemeenschap – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar |
Dagvaardingszaken handel + verdeling gemeenschap – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar |
Insolventierekesten | 90% | ≤ 2 mnd. |
Handelsrekesten, niet insolventie | 90% | ≤ 6 mnd. |
Civiel – familiezaken hoven | ||
Familierekesten | 90% | ≤ 1 jaar |
– waarvan Jeugdbeschermingszaken | 90% | ≤ 4 mnd. |
Belastingzaken hoven | ||
Belastingzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. |
Belastingzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar |
Strafzaken hoven | ||
Meervoudige Kamer-zaken | 85% | ≤ 9 mnd. |
EK-strafzaken, niet-kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. |
EK-strafzaken, kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. |
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 90% | ≤ 2 wkn. |
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 80% | ≤ 4 mnd. |
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | 85% | ≤ 6 mnd. |
Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie | 100% | ≤ 6 mnd. |
Kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rekening courant RHB 1 januari (plus stand depositorekeningen) | 104.506 | 29.885 | 64.371 | 63.571 | 62.671 | 61.671 | 60.671 |
Totaal operationele kasstroom | – 57.647 | – 33.657 | 18.536 | 17.249 | 17.891 | 18.171 | 18.474 |
– /– totaal investeringen | – 15.079 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 159 | – | – | – | – | – | – |
Totaal investeringskasstroom | – 14.920 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 | – 22.000 |
– /– eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | – | 88.086 | – | – | – | – | – |
– /– aflossingen op leningen | – 20.534 | – 19.943 | – 19.336 | – 18.149 | – 18.891 | – 19.171 | – 19.474 |
+/+ beroep op de leenfaciliteit | 18.480 | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 |
Totaal financieringskasstroom | – 2.054 | 90.143 | 2.664 | 3.851 | 3.109 | 2.829 | 2.526 |
Rekening courant RHB 31 december plus stand depositorekeningen | |||||||
29.885 | 64.371 | 63.571 | 62.671 | 61.671 | 60.671 | 59.671 |
Investeringen
Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is jaarlijks een vervangingsinvestering van € 18 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte, noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
Hard- en software | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 2.130 | 2.130 | 2.130 | 2.130 | 2.130 | 2.130 |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 4.070 | 4.070 | 4.070 | 4.070 | 4.070 | 4.070 |
Verbouwingen, installaties en meubilair lang | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 | 4.900 |
Totaal | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 | 22.000 |
Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding | ||||||
Vervanging | 18.370 | 18.370 | 18.370 | 18.370 | 18.370 | 18.370 |
Uitbreiding | 3.630 | 3.630 | 3.630 | 3.630 | 3.630 | 3.630 |