Base description which applies to whole site

Beleidsprioriteiten

Sterke en levendige democratie

Nederland is een land met 17 miljoen inwoners, die op een relatief klein oppervlakte met elkaar wonen, samenleven, werken en recreëren. Een land met 13 miljoen kiezers, van wie elke stem gelijk is en gehoord mag worden, zeker als die plannen van invloed zijn op de veiligheid, duurzaamheid, leefbaarheid en gezondheid van de wijk, de straat, je huis.

Nederland is ook het land waarin de democratie de grond onder onze beschaving is, waarin we iedere dag opnieuw op unieke wijze samen optrekken, samenwerken en samendoen en waarin we een goed georganiseerd en slagvaardig bestuur hebben. Prettig samenleven begint met vertrouwen. Vertrouwen in elkaar en in een overheid die alert is op hoorbare en latente geluiden en op (on)zichtbare dreigingen en die daarop acteert. Daarom werken we aan een sterke en levendige democratie, waarin mensen mee kunnen doen, waar naar mensen geluisterd wordt en waar hun stem telt.

Een sterke lokale democratie

Gemeenten zijn steeds actiever in het betrekken van inwoners bij besluitvorming en uitvoering. Inwoners hebben daar behoefte aan, omdat op lokaal niveau steeds vaker keuzes gemaakt worden met een grote impact op het dagelijkse leven, zoals het Klimaatakkoord, de jeugdzorg, woningbouw en inburgering. Het betrekken van inwoners gebeurt indirect, via een herkenbare en krachtige gemeenteraad waar de belangen van inwoners vertegenwoordigd worden. Het gebeurt ook direct door inwoners zelf betere mogelijkheden te geven voor zeggenschap en eigenaarschap. BZK ondersteunt de actievere betrokkenheid van inwoners met het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie. Daarin richten we ons met gemeenten op een herkenbare en krachtige gemeenteraad, goed toegeruste politieke ambtsdragers, betere mogelijkheden voor inwoners om te participeren, een ambtelijke organisatie met een goede maatschappelijke antenne en een levendige lokale digitale democratie.

Daarvoor gaan wij in 2020 het volgende doen. Via de Quick Scan Lokale Democratie die in het komend jaar verder ontwikkeld en uitgevoerd wordt, brengen gemeenten gezamenlijk met inwoners in kaart hoe zij de lokale democratie kunnen versterken. Met een wijziging van de Gemeentewet verstevigen we participatie van inwoners binnen de gemeente, zowel in de beleidsontwikkeling als tijdens de beleidsuitvoering. We zetten in op een verdubbeling van het aantal gemeenten dat werkt met Right to Challenge. Bovendien willen we het Right to Challenge verankeren, maar wel de ruimte laten voor lokale invulling. Ook komend jaar ondersteunen we gemeenten actief bij het betrekken van hun inwoners bij besluitvorming, vooral op het terrein van de energietransitie en de Omgevingswet. Dat gaat zowel om betere mogelijkheden om als inwoners direct mee te doen, maar ook om versteviging van de positie van de volksvertegenwoordiging. We helpen met visies, gidsen, trainingen en handreikingen. Digitalisering biedt mogelijkheden om mensen beter te betrekken. Daarom onderzoeken en testen we in de Proeftuin Lokale Digitale Democratie hoe we met (open source) digitale participatietools mensen beter kunnen betrekken. In sommige regio’s is meer ondersteuning nodig voor de versterking van de lokale democratie, zoals in het aardbevingsgebied. In deze gemeenten en provincies bieden wij op basis van de behoefte extra ondersteuning. Ook sturen we met een set aan maatregelen op een divers en inclusief samengesteld gemeentebestuur, bijvoorbeeld door het ondersteunen van gemeenten en kandidaatselectiecommissies om inclusief te werven en selecteren.

Verkiezingen vormen het hart van onze democratie

Voor de democratie is het vertrouwen in vrije en eerlijke verkiezingen essentieel. Daarom werken we aan vernieuwing van het verkiezingsproces. We verbeteren de transparantie en controleerbaarheid van het vaststellen van de uitslag: fouten kunnen eerder worden gecorrigeerd en iedereen kan controleren hoe de verkiezingsuitslag is berekend. We bereiden een wijziging van de Kieswet voor waarin we bepalen aan welke mate van transparantie, controleerbaarheid en betrouwbaarheid gebruikte digitale hulpmiddelen moeten voldoen.

We komen met een voorstel voor een experimentenwet voor nieuwe stembiljetten. Zo werken we aan biljetten die iedereen kan gebruiken, makkelijker en sneller handmatig én ook elektronisch te tellen zijn. Daarnaast dienen we een wet in om te experimenteren met early voting. Dan kunnen meer kiezers zelfstandig stemmen en daalt de behoefte aan volmachten. We creëren ook omstandigheden waarin mensen met een verstandelijke beperking bijstand kunnen krijgen in het stemhokje.

Vernieuwingen zijn nodig

Zonder onderhoud verzakt het huis van de democratie. We willen dit huis vernieuwen en mee laten groeien met de vereisten van deze tijd. Het gaat er niet om de democratie grootschalig te verbouwen. In 2018 bracht de staatscommissie parlementair stelsel haar eindrapport «Lage drempels, hoge dijken uit» met aanbevelingen voor staatkundige hervormingen. Over dat eindrapport is op 26 juni 2019 een kabinetsstandpunt uitgebracht. Dat voorziet onder meer in een nadere uitwerking ten aanzien van het kiesstelsel voor de Tweede Kamer, de invoering van een Wet op de politieke partijen, een jongerenparlement, een aangepaste procedure voor de wijziging van de Grondwet en een andere wijze van verkiezing van de Eerste Kamer. Het kabinet maakt een nadere afweging over een aantal andere aanbevelingen van de staatscommissie, waaronder het correctief bindend referendum, constitutionele toetsing en een terugzendrecht voor de Eerste Kamer.

Democratie is mensenwerk en vraagt om weerbaar bestuur

Democratie is mensenwerk. Mensen maken het bestuur. Zware politieke keuzes rond zorg, klimaat, wonen, etc. raken iedereen en krijgen op lokaal niveau concrete betekenis. Politieke ambtsdragers - volksvertegenwoordigers en bestuurders - geven invulling aan de democratische besluitvorming op dat lokale niveau. Met het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie geven we een impuls aan de duurzame toerusting van politieke ambtsdragers1. Daarbij werken we aan passende randvoorwaarden in het politieke ambt zoals adequate vergoedingen en politiek verlof, voldoende mogelijkheden voor inhoudelijke ondersteuning in het raads- en bestuurswerk en voldoende mogelijkheden om te leren, reflecteren en je te ontwikkelen in het politieke ambt. Daar hoort ook de doorontwikkeling en de borging van het in februari 2019 opgerichte kennispunt voor lokale politieke partijen bij, als ook de versterking van de positie van de gemeenteraad.

Met de groeiende omvang en complexiteit van de opgaven, groeien ook de uiteenlopende (financiële) belangen. Dat zet druk op de democratische besluitvorming. Ondemocratische middelen worden daarbij niet geschuwd. Omkoping, intimidatie en agressie bedreigen de veiligheid en integriteit van politieke ambtsdragers en hun gezinnen. Deze antidemocratische tendensen frustreren de besluitvorming, zetten de overheid buitenspel en destabiliseren het openbaar bestuur. Dit vraagt om een stevige tegenactie.

We zetten in op versterking van integer gedrag en veiligheid van politieke ambtsdragers. Voor de bestuurlijke aanpak van ondermijning zetten we samen met lokale partners in op preventie. In samenwerking met JenV, VNG NGB en de Wethoudersvereniging vergroten we de komende tijd de weerbaarheid van bestuurders. De raads- en Statenleden blijven ook een kwetsbare groep. Daarom loopt een apart project met VNG, IPO en de verenigingen van raadsleden en griffiers gericht op de weerbaarheid van raads- en Statenleden.

Samen werken aan een slagvaardig en verbonden bestuur

Nederland moet erop kunnen vertrouwen dat het bestuur slagvaardig en resultaatgericht optreedt. Voor mensen maakt het niet uit of het nu de provincie, de gemeente of de rijksoverheid is die een probleem oplost; áls het maar wordt opgelost. Veel problemen zijn echter complex, overstijgen gemeentegrenzen en vragen - daarom - om een gezamenlijke aanpak. Vanuit die één overheidsgedachte werken we als overheden steeds meer samen op basis van gelijkwaardigheid. Dit kan nog beter. Om echt tot betere oplossingen te komen vraagt dit van het Rijk dat zij beter samenwerkt met andere overheden. Dat doen we steeds meer in nationale programma’s, regiodeals, city deals, woondeals, en in de regiospecifieke aanpak van het Interbestuurlijk Programma (IBP). We gaan inventariseren wat het vermogen van Rijk en andere overheden is om tot effectieve(re) partnerschappen te komen. Deze lessen krijgen in 2020 hun weerslag in een nieuwe Code interbestuurlijke verhoudingen. Wij ondersteunen gemeenten en provincies (en ook rijkspartners) bij (regionale en gebiedsgerichte) governance vraagstukken waar nationaal beleid op regionaal niveau impact heeft. Voor interbestuurlijk toezicht zal in 2020 het actieplan verder worden uitgewerkt.

De nieuwe bestuurlijke werkelijkheid vraagt ook om passende financiële verhoudingen. Daartoe passen we met een wetsvoorstel passende Financiële verhoudingswet aan en rusten we het uitkeringsstelsel beter toe op die situaties waar overheden taken gezamenlijk oppakken. In deze wetswijziging betrekken we ook de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de toepassing van het instrument decentralisatie uitkeringen. Vooruitlopend op die wetswijziging toetsen we - samen met het Ministerie van Financiën - de voorstellen voor nieuwe en bestaande decentralisatie-uitkeringen en de daarmee samenhangende bestuurlijke afspraken. Daarnaast dienen we een voorstel in voor een herijkte verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds in het voorjaar van 2020.

Veel vraagstukken overstijgen gemeentegrenzen, waardoor meer samenwerking nodig is tussen gemeenten. Waar dat gewenst of noodzakelijk is bieden we ruimte voor maatwerk in de Gemeentewet, Wet gemeenschappelijke regelingen en mogelijk ook in aanvullende wet- en regelgeving. Zo stellen we gemeenten beter in staat in te spelen op de opgaven op een manier die past bij hun cultuur en hun regio. We gaan in gesprek met gemeenten waar voor hen knelpunten en oplossingen zitten. Daarnaast heeft de positie van gemeenteraden bij gemeenschappelijke regelingen versterking nodig. Omdat de uitvoering van die regelingen, zowel organisatorisch als qua informatievoorziening, zich deels op afstand van betrokken raden voltrekt kunnen raden hun controlerende functie minder goed vervullen2. We kijken samen met lokale bestuurders, ambtenaren en volksvertegenwoordigers wat nu al mogelijk is en waar aanpassing van wetgeving noodzakelijk is en komen met een wetsvoorstel om deze democratische lacunes te dichten.

Ruimte geven is alleen mogelijk als er duidelijke kaders zijn, met een goed werkend stelsel van checks and balances. Lokale rekenkamers zijn een belangrijk instrument om de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken en van groot belang voor de democratische verantwoording van het bestuur. Daartoe komen we met een wetsvoorstel3. Samen met bestuurlijke partners werken we de aanbevelingen van de werkgroep lokale rekenkamers uit. We richten ons vooral op de benodigde verdere ontwikkeling van de professionele relatie tussen rekenkamer, raad en college.

Fundamentele menselijke rechten en vrijheden

Ook in Nederland is de verwezenlijking van fundamentele menselijke rechten en vrijheden een permanente maatschappelijke opgave. Het tweede Nationaal Actieplan Mensenrechten dat voor het einde van het jaar door het kabinet gepresenteerd wordt, is bepalend voor de prioriteiten die we voor de komende jaren kiezen en bepaalt daarmee de inzet. In het kader van het Nationaal Actieprogramma tegen Discriminatie zal het kabinet blijvende inspanningen verrichten om discriminatie tegen te gaan en gelijke behandeling van gelijke gevallen te blijven bevorderen. Een bijzondere rol is hier weggelegd voor gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Het kabinet ondersteunt antidiscriminatievoorzieningen met opleiding en handreikingen.

Bescherming van de democratie en grondrechten tegen dreigingen

De Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V 2019-2022) die op 1 januari 2019 van kracht werd, is leidend voor de taakuitvoering, de aansturing en verantwoording van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) op het terrein van de nationale veiligheid. De dreiging voor de nationale veiligheid is divers en wederom toegenomen. Om op adequate wijze op de huidige ontwikkelingen in te kunnen blijven spelen, intensiveert de AIVD het onderzoek naar organisaties, personen en andere landen die een (mogelijk) gevaar vormen voor de Nederlandse democratische rechtsorde. Hiertoe heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld. De onderzoeken van de dienst dragen bij aan het handelingsperspectief van zowel publieke als private organisaties om in hun taakuitvoering nationale veiligheidsbelangen te behartigen, het functioneren van de democratische rechtsorde te waarborgen of economisch verdienvermogen in stand te houden.

Jihadistisch terrorisme, radicalisering en extremisme

De dreiging van aanslagen in het Westen van mondiaal opererende jihadistische organisaties en lokale jihadistische bewegingen of individuen blijft aanwezig. Dit geldt ook voor Nederland, getuige onder andere de aanhoudingen van diverse personen die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij handelingen met een terroristisch oogmerk. De voornaamste exogene dreiging blijft uitgaan van ISIS en al-Qa’ida en hun invloed op aanhangers om over te gaan tot terroristische activiteiten.

Er is sprake van toenemende emancipatie van groepen en individuen binnen de samenleving gekoppeld aan een bereidheid om in actie te komen voor de eigen belangen. Wanneer deze ontwikkelingen extremistische vormen aannemen is er een taak voor de AIVD om hier zicht op te krijgen en samenwerkingspartners handelingsperspectief te bieden. Deze onderzoeken richten zich met name op salafistische aanjagers, links- en rechts-extremisme en anti-overheidsextremisme.

Spionage, cyberdreiging en ongewenste buitenlandse inmenging

Onder druk van geopolitieke ontwikkelingen en verdere digitalisering van de samenleving neemt de digitale dreiging voor de democratie en de nationale veiligheid toe. Statelijke actoren zetten steeds geavanceerdere spionagemiddelen in om zowel hun geopolitieke als economische belangen te behartigen. Hierbij kunnen statelijke actoren zich ook richten op politieke beïnvloeding en op ongewenste buitenlandse inmenging. Tegelijkertijd is en wordt de Nederlandse samenleving steeds afhankelijker van digitale processen. Aantasting van deze processen leidt in toenemende mate tot maatschappelijke ontwrichting. Bedrijven en overheden zullen hun weerbaarheid op dit terrein moeten vergroten.

Duurzaam wonen en leven in heel Nederland

De groei van onze steden, de urgente problemen op de woningmarkt, de klimaatverandering en de energietransitie stellen de kwaliteit van onze leefomgeving voortdurend op de proef. Ruimte is schaars; we moeten die zo goed mogelijk benutten. Een toekomstbestendige inrichting vraagt om vindingrijkheid en keuzes. Een gedeeld beeld over in wat voor land we willen leven en wat daarvoor nodig is helpt daarbij. Dat is de Nationale Omgevingsvisie. Hierin geeft het kabinet aan waar we kunnen combineren en waar me moeten kiezen: opwekken van warmte op plekken waar die warmte nodig is, bouwen rondom bereikbare OV-knooppunten en het zoveel mogelijk opwekken van energie door wind op zee zodat er groen en oer-Hollandse landschappen overblijven.

Ons kleine land kent grote verschillen. In de Randstad is sprake van grote druk op de woningmarkt. In Groningen gaat het om herwinnen van vertrouwen in de veiligheid van de woning en omgeving en in de overheid. In Rotterdam-Zuid draait het om meer veerkracht en veiligheid in de wijken en over gelijke kansen. Dergelijke verschillen vragen een gedifferentieerde benadering. De verduurzamingsopgave daarentegen geldt vrijwel overal. Tussen nu en 2050 zullen we onze woningen en gebouwen anders verwarmen: energiebesparing in combinatie met warmtenetten, all-electric verwarming en lokale oplossingen als alternatief voor gas en kolen voor meer dan 7 miljoen woningen en voor 1 miljoen andere gebouwen, zoals kantoren en scholen. Dat doen we samen en slim, in combinatie met andere renovaties en noodzakelijke verbeteringen.

Toekomstbestendige leefomgeving

In gezamenlijke verantwoordelijkheid maken we samenwerkingsafspraken die ervoor moeten zorgen dat de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten logisch op elkaar aansluiten. Vervolgens worden landsdekkende omgevingsagenda’s opgesteld, op basis waarvan we binnen bestaande gebiedsprogramma’s prioriteren en nieuwe initiatieven ontplooien. In gezamenlijkheid pakken de verschillende overheidslagen deze uitdaging op. In 2019 is in een aantal landsdelen al gestart met het opstellen van omgevingsagenda’s (Zuid, Noord en Oost). Op basis van die ervaringen geven we de omgevingsagenda van 2020 verder vorm.

Specifiek voor de steden werken we aan verstedelijkingsstrategieën. Voor de Metropool Regio Amsterdam, de regio Utrecht en de Zuidelijke Randstad maken we voor de middellange en lange termijn de opgaven en bijbehorende keuzes voor wonen, bereikbaarheid, energie, klimaatadaptatie en groen inzichtelijk. Ook voor Groningen en Eindhoven verkennen we welke verstedelijkingsstrategieën nuttig en nodig zijn. Daarbij benaderen we de verschillende opgaven integraal, zodat de verstedelijkingsstrategie een afspiegeling is van de behoeften van de samenleving. We gaan in 2020 aan de slag met een vernieuwing van het instrumentarium voor gebiedsontwikkeling. Op basis van de adviezen van de «Studiegroep Alternatieve bekostiging gebiedsontwikkeling» brengen we opties voor na deze kabinetsperiode in beeld. Hierbij betrekken we de voorziene wijziging in de financiële verhoudingen. Evenzo essentieel is een gezond landelijk gebied. Eind 2019 sluiten Rijk en regio’s een akkoord over de plannen van aanpak voor zeven prioritaire landschappen en begin 2020 versturen we, als uitwerking van de NOVI, de beleidsbrief Landschap naar de Kamer. Tevens start de Nationale Landschapsmonitor.

Betrokkenheid van de burgers is essentieel om voortgang te boeken op duurzaam wonen en leven. Met de nieuwe Omgevingswet activeren we inwoners en bedrijven: iedereen met een plan of belang kan aan de voorkant invloed hebben. Voor de Omgevingswet is 2020 een heel belangrijk jaar. De laatste wetgevingsproducten worden aangeboden aan het parlement, met als doel inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Om overheden, burgers, bedrijfsleven op weg te helpen, intensiveren we in 2020 de uitleg en oefenen we met de nieuwe werkwijze vanuit de Omgevingswet. De experimenten onder de Crisis- en herstelwet zijn daarvoor een goede springplank. Naar verwachting zullen veel nieuwe projecten en gebieden in 2020 starten met de toepassing in de praktijk.

Voor deze nieuwe manier van (samen)werken ontwikkelen we ook een nieuw digitaal instrumentarium. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is de informatiemotor onder de Omgevingswet en zorgt ervoor dat burgers, bedrijven en overheden toegang hebben tot een gebruikersvriendelijk loket om vergunningen aan te vragen, meldingen te doen en plannen te raadplegen in de fysieke leefomgeving. Op 1 januari 2020 wordt het Digitaal Stelsel op basisniveau opgeleverd. Daarna kunnen overheden eigen systemen laten aansluiten op het Digitaal Stelsel om alvast te oefenen met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel in de praktijk.

Goed, veilig en prettig wonen voor iedereen

Er moeten genoeg woningen zijn voor elke portemonnee en elke levensfase; woningen die qua grootte, prijs, locatie en omgeving aansluiten op de woonwensen van mensen. Op dit moment is in met name stedelijke regio’s een tekort aan betaalbare woningen. BZK ondersteunt en stimuleert provincies, gemeenten en ontwikkelaars om jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen en om huurwoningen in de vrije sector betaalbaar te houden. In 2020 voeren we de afspraken uit de Nationale Woonagenda en de Woondeals uit.

We zien dat de toegankelijkheid van de woningmarkt sterk onder druk staat. Door snel stijgende huizenprijzen en huren is het voor middeninkomens en starters steeds moeilijker om een geschikt huis te vinden. Het kabinet neemt daarom een pakket aan maatregelen om het aanbod van betaalbare woningen een stevige impuls te geven. Met een woningbouwimpuls van € 1 mld. komen onder voorwaarden middelen beschikbaar om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren. Daarbij betrekken we ook de kosten van de ontsluiting van die gebieden op de infrastructuur, de kosten die nodig zijn voor een kwalitatief goede leefomgeving en de kosten voor het opvangen van de potentiële gevolgen van de stikstofuitspraak voor de woningbouw. Daarnaast geven we een gerichte impuls voor de bouw van sociale huurwoningen door een heffingsvermindering van structureel € 100 mln. per jaar in de verhuurderheffing. Voor de komende tien jaar gaat het om € 1 mld. Ook komt er een vrijstelling in de verhuurderheffing voor de bouw van tijdelijke flexibele woningen.

De huurlasten in Caribisch Nederland blijken voor veel huishoudens een grote opgave, zowel in de sociale als particuliere sector. Om de koopkracht van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren, verlagen we de woonlasten door de inwoners van Caribisch Nederland als een nieuwe doelgroep binnen de huurtoeslag op te nemen. Met een aangepaste regeling vanaf 2020 ontvangen zij een bijdrage van ongeveer € 2000 per jaar. Vanaf 2020 is hiervoor € 5 mln. per jaar beschikbaar oplopend tot structureel € 8,4 mln. per jaar vanaf 2025.

De woningmarkt moet in de toekomst beter tegen een stootje kunnen: minder uitschieters in woningprijzen, voor iedereen een redelijke en betaalbare overgang naar schone energie en in sommige regio’s goed inspelen op bevolkingskrimp. Ook kijken we naar de investeringscapaciteit van corporaties in relatie tot de maatschappelijke opgave op zowel de middellange als lange termijn, en hoe we de cycliciteit op de woningmarkt kunnen verminderen.

Daarnaast vraagt ook de kwaliteit van de woningvoorraad om betrokkenheid van de Rijksoverheid. Het gaat hierbij niet alleen om de bouwtechnische kwaliteit en het voorkomen en aanpakken van bijvoorbeeld vocht- en schimmelproblematiek evenals de verduurzaming van onze woningvoorraad. Daarvoor is in de woondeals een aantal afspraken gemaakt over het in kaart brengen en wegnemen van knelpunten in wet- en regelgeving in generieke zin. In aanvulling op het Programma Aardgasvrije Wijken gaan we in een meerjarig partnerschap met gemeenten gebiedsgericht in een aantal wijken aan de slag om innovaties in de praktijk te beproeven en uit te voeren. Dat doen we in de wijken die betrokken zijn in de woondeals en regiodeals. Daarnaast starten we in een aantal (nader te bepalen) gemeenten een city deal wijkvernieuwing. We doen dat met gemeenten die nog niet meelopen in de deals, maar die wel wijken hebben met een vergelijkbare grootstedelijke problematiek.

Leefbaarheid

Het is belangrijk dat iedereen in Nederland voor een eerlijke prijs kan wonen in een fijne, veilige omgeving, met goed bereikbare winkels, speelplaatsen, en andere voorzieningen, met zorg in de buurt en ruimte voor alle mogelijke woonwensen. Als de woningmarkt lokaal niet goed functioneert doet dat afbreuk aan de leefbaarheid. Het gaat bijvoorbeeld om discriminatie op de woningmarkt, diverse activiteiten van malafide verhuurders, negatieve effecten van toeristische verhuur op grote schaal, of de ongewenste bewoning van vakantieparken. BZK draagt bij aan het op peil houden of verbeteren van de leefbaarheid van regio’s, straten en buurten. Met de betrokken partijen uit de sector en medeoverheden bekijken we hoe we excessen gericht aan kunnen pakken, hoe we die kunnen voorkomen en of er bij partijen voldoende sturingsmogelijkheden zijn. In 2020 gaat BZK door met de aanpak goed verhuurderschap, het actieplan vakantieparken, het actieplan wonen & zorg, de handreiking toeristische verhuur en het expertisetraject woningmarkt in krimpgebieden. BZK geeft daarbij de kaders in wet- en regelgeving aan en biedt gemeenten ruimte om zelf in te grijpen.

Het behoud van een leefbare woon- en leefomgeving speelt sterk in de regio’s van Nederland die te maken hebben met bevolkingsdaling. De bevolkingsdaling in deze regio’s zorgt, in combinatie met de relatief sterke vergrijzing en ontgroening, voor woningmarktopgaven die een specifieke aanpak vragen. In de regiodeals in deze gebieden – zoals Parkstad Limburg, Zuidoost Drenthe en de Achterhoek – zijn daarover afspraken gemaakt. Daarnaast wordt vanuit het expertisetraject woningmarkt in krimpregio’s kennis en expertise opgebouwd hoe we met deze opgaven in de toekomst omgaan.

Grensoverschrijdende samenwerking

We stimuleren de samenwerking over de landsgrenzen heen om economische groei en de leefbaarheid te versterken, vooral in grensregio’s. We ondersteunen daartoe nieuwe initiatieven, nemen grensbelemmeringen zoveel mogelijk weg, creëren de juiste randvoorwaarden en zorgen dat alle overheden aan beide kanten van de grens met elkaar in contact staan en gebruik maken van de mogelijkheden die samenwerkingsverbanden, zoals de Benelux, bieden. Dit doen we aan de hand van concrete samenwerkingsagenda’s met de grensregio en de buurlanden, zoals de Grenslandagenda met Noordrijn-Westfalen. Samen met de Vlaamse overheid pakken we grensknelpunten in het Nederlands-Vlaamse grensgebied aan. Via regiodeals met regio’s langs de grens ondersteunen we grensoverschrijdende initiatieven en projecten. Verder stimuleren we uitwisseling tussen jongeren in de grensregio en maken jongeren kennis met elkaars taal en cultuur.

Versterkingsoperatie Groningen

De versterkingsoperatie komt in een volgende fase. De menselijke maat moet terug om zo het vertrouwen van de Groningers terug te krijgen. Er komt meer accent op de uitvoering met voor Groningers zichtbare resultaten. BZK zet daarom in op meer regie voor bewoners en bestuurders, het inrichten van één slagvaardige uitvoeringsorganisatie, het versterken van uitvoeringskracht en op het vereenvoudigen en versnellen van de versterking. BZK is per 1 januari 2020 verantwoordelijk voor de uitvoeringsorganisatie. Ook voor het Nationaal Programma Groningen wordt binnen het Kabinet de eerste beleidsverantwoordelijkheid bij BZK gelegd. In het Nationaal Programma Groningen werken het Rijk (waaronder BZK) en de Regio samen om te zorgen dat Groningen een toekomstbestendig en leefbaar gebied blijft, met behoud van de eigen identiteit, waar het goed wonen, werken en recreëren is. Het Rijk en NAM investeren via dit programma in totaal € 1,15 miljard in Groningen.

In het Klimaatakkoord werken aan een duurzame gebouwde omgeving

In het regeerakkoord heeft het kabinet een ambitieus klimaatdoel gesteld om de in Parijs afgesproken doelstellingen voor CO2-reductie in 2050 te realiseren. Op basis van het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord werken we in 2020 voor de gebouwde omgeving een breed pakket aan maatregelen uit om woningeigenaren, huurders en verhuurders te ondersteunen. We ondersteunen hen door fiscale wijzigingen in de energiebelasting, door bestaande subsidieregelingen opnieuw open te stellen en te verbreden en door een Warmtefonds en een digitaal platform in te stellen. De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot en kan de energielasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is woonlastenneutraliteit voor kopers en huurders, waarbij de kosten voor verduurzaming niet hoger zijn dan met maatregelen aan energiebesparing terugverdiend kan worden. Door opschaling en innovatie in de productiewijze kunnen de kosten omlaag gebracht worden. Daarnaast zetten we het in 2019 ingerichte Programma Aardgasvrije Wijken voort. Een wijkgerichte aanpak sluit goed aan bij de werkwijze van gemeenten en lokaal betrokken partijen en kan gecombineerd worden met andere opgaven waar steden en dorpen mee aan de slag zijn zoals op het gebied van stads- en dorpsvernieuwing, woningbouw, klimaatadaptatie en circulaire economie. Ook is het cruciaal om bewoners en eigenaren van woningen en gebouwen goed te betrekken bij dergelijke ingrijpende maatregelen die achter de voordeur voelbaar zijn. In 2020 selecteren we, mede op basis van een evaluatie van de eerste tranche proeftuinen, een aantal nieuwe proeftuinen. Het Rijksvastgoedbedrijf ontwikkelt in het kader van de energietransitie routekaarten voor zijn verschillende gebouwenportefeuilles. De routekaart voor de kantorenportefeuille is al gereed en in 2020 in uitvoering. De routekaarten voor de overige portefeuilles zijn in ontwikkeling.

In 2020 treedt het wettelijk stelsel voor certificering van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in werking. Daarmee willen we de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties verbeteren, om zo het aantal ongevallen met koolmonoxide te verminderen. Ook werken we aan een aantal aanpassingen in de bouwregelgeving om de toegankelijkheid van nieuw te realiseren woningen en nieuwe voor publiek openstaande gebouwen voor mensen met een beperking te verbeteren. In het voorjaar 2019 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel over kwaliteitsborging in de bouw. Het doel van de wet is versterking van de positie van iedere consument als opdrachtgever in de bouw. In 2020 treffen we voorbereidingen voor de stapsgewijze invoering in 2021.

Een waardegedreven digitale overheid

Een inclusieve digitale samenleving; toegankelijk, begrijpelijk en voor iedereen

De overheid vindt dat iedereen - ook in een wereld die steeds digitaler wordt - moet kunnen meedoen. Daarom zorgen we ervoor dat de dienstverlening vanuit de overheid beter aansluit op de situatie, wensen en behoeften van mensen. Daar waar nodig zorgen wij voor maatwerk en dat mensen die hulp nodig hebben passende ondersteuning krijgen.

Het contact met de overheid moet voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk en begrijpelijk zijn. Met de campagne ‘Direct Duidelijk’ bevorderen we dat overheidsorganisaties begrijpelijk communiceren. Door regeldruk te verminderen nemen we ergernissen van mensen weg. Dienstverlening vanuit de overheid laten we beter aansluiten op de situatie, wensen en behoeften van mensen. Daar waar nodig zorgen wij voor maatwerk.

Voor de benodigde oplossingen maken wij gebruik van experimenten, onderzoek, innovatielabs en klantreizen. Dat doen we onder in een city deal voor mensen die digitaal zijn vastgelopen. We werken daarin samen met maatschappelijke organisaties, ministeries en uitvoeringsorganisaties en een vertegenwoordiging van de doelgroep aan de benodigde oplossingen.

We helpen mensen om beter met technologie om te gaan met een landelijk dekkend cursusaanbod en door uit te leggen hoe digitale apparaten en technologie werken zodat ze deze beter begrijpen en meer vertrouwen. Ook is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van de kansen en risico’s van digitalisering. Om dit te bereiken zetten we in op verschillende activiteiten, zodat mensen mee kunnen blijven doen aan de (digitale) samenleving. Zo gaan we het informatiepunt Digitale Overheid verder uitrollen en experimenteren we met manieren om de hulpstructuur beter aan te laten sluiten op het dagelijks leven. Dit alles doen we samen met bedrijven en andere organisaties om elkaars kennis en ervaring te delen en te benutten vanuit de alliantie Digitaal Samenleven.

Voor mensen die niet digitaal willen of kúnnen communiceren met de overheid zorgen we met het programma ‘Machtigen’ voor een toegankelijke en robuuste oplossing. Hiermee kunnen zij iemand die ze vertrouwen, machtigen om hun digitale zaken te doen. In dit programma regelen we ook een makkelijke digitale toegang tot overheidsdiensten voor curatoren en bewindvoerders die mensen (wettelijk) vertegenwoordigen die tijdelijk zelf geen transacties mogen uitvoeren.

Een goed beschermde digitale samenleving; veilig en betrouwbaar 

Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat zijn of haar gegevens veilig en betrouwbaar zijn. Fraude en oneigenlijk gebruik van gegevens willen we zoveel mogelijk voorkomen. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om de gegevens die haar zijn toevertrouwd te beschermen. Daarom is het van belang dat overheden zorgen dat hun systemen en processen veilig zijn en dat de onlinecommunicatie met burgers en ondernemers op een veilige manier verloopt. Om daartoe te komen, gaan we onder meer verder met de overheidsbrede aanpak voor i-bewustzijn en het interbestuurlijk ondersteuningsprogramma voor de implementatie van de overheidsbrede Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De implementatie van de BIO biedt de overheid een basis om de informatiebeveiliging structureel in te richten en te verbeteren. Door bewustwording en oefening met cyberincidenten helpen we overheden om als dat nodig is adequaat te kunnen reageren.

Mensen, bedrijven en overheidsorganisaties moeten erop kunnen vertrouwen dat die gegevens juist zijn. Dit borgen we bijvoorbeeld door de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit structureel in te gaan zetten. Om dit mogelijk te maken wordt de wet BRP aangepast. Daarnaast verbeteren we het aanvraag- en uitgifte proces voor paspoorten en identiteitskaarten in het programma VRS (Verbetering Reisdocumentenstelsel).

Net als snelwegen of het spoor heeft ook onze digitale basisinfrastructuur constant onderhoud nodig. Voor de BRP wordt gewerkt aan uitgesteld onderhoud als gevolg van het stopzetten van de operatie BRP, zoals gemeld in de Kamerbrief over het rapport commissie BRP en de uitkomsten van de health check (Kamerstukken II 2017/18, 27859, nr. 124).

In 2020 starten we met de implementatie van de Wet digitale overheid (WDO). Dit betreft onder meer het ontsluiten van inlogmiddelen en voorzieningen die nodig zijn voor toegang tot de digitale overheid. Het eID-stelsel dient betrouwbaar, toegankelijk, veilig en gebruiksvriendelijk te zijn waarbij de eindgebruiker centraal staat. We richten het toezicht op de inlogmiddelen en fraude- en misbruikbestrijding verder in.

We willen als overheid maatschappelijke doelen bereiken en dienen daarbij continu een afweging te maken tussen verschillende publieke waarden. Om een slag concreter te worden: publieke waarden zoals non-discriminatie en keuzevrijheid zijn bepalend voor hoe de overheid omgaat met vraagstukken zoals datagebruik en de inzet van algoritmes. ‘NL DIGIbeter: Data Agenda Overheid’ bevat maatregelen gericht op verantwoorde inzet en hergebruik van (open) overheidsdata en transparante overheidsalgoritmen waarop effectief toezicht wordt gehouden. Ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence (AI) bieden zowel kansen als risico’s. Wanneer de overheid AI inzet dient dit op een verantwoorde en transparante wijze te gebeuren. We gaan hierbij op zoek naar wat technisch kan, wat juridisch mag en wat ethisch verantwoord is. Dit doen we door te experimenteren en innovaties uit de markt te benutten.

De digitale overheid is effectief, efficiënt en transparant

Het handelen van de overheid kan grote impact hebben op het leven van mensen. Daarom zorgen wij voor een digitale overheid waar je op kunt vertrouwen. Dit doen we door open te zijn over onze werkwijze en besluiten, en gegevens en voorzieningen effectief in te zetten. Omdat digitale ontwikkelingen razendsnel gaan zorgen we ervoor dat de overheid flexibel is ingericht en voldoende is toegerust om met technologische ontwikkelingen om te gaan.

In 2020 werken we een toekomstbeeld voor het stelsel van basisregistraties uit. Met een goed werkend stelsel van basisregistraties hoeven burgers en ondernemers hun gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren en kan de overheid de dienstverlening verbeteren en efficiënter opereren. We zorgen er bijvoorbeeld voor dat burgers hun eigen gegevens, zoals hun adres, leeftijd of inkomen digitaal kunnen delen met organisaties buiten de overheid, zoals een zorgverlener, woningcorporatie of schuldhulpverlener. Hiervoor ontwikkelen we (wettelijke) kaders, zoals is aangekondigd in de kamerbrief Regie op Gegevens. Het verplicht gebruik van gegevens uit basisregistraties gaan we stimuleren en belemmeringen voor het gebruik nemen wij stapsgewijs weg. We gaan het recht op eenmalige verstrekking van basisgegevens (ook) opnemen in de Wet digitale overheid.

In 2019 zijn we gestart met de voorbereiding van de implementatie van de Wet open Overheid (Woo). We zijn nagegaan wat de impact van de Woo zal zijn door een precieze gezamenlijke interpretatie van de wet en een uitvoeringstoets per organisatie te maken. In het Rijksprogramma Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) werkt het hele Rijk samen aan de verbetering van de informatiehuishouding, door kaders en voorzieningen te creëren voor de archivering van websites en e-mail. Dit programma is de opvolger van het programma Rijk aan Informatie (RaI).

Versnelling naar een grenzeloos samenwerkende overheid

De wereld om ons heen verandert. Technologie, mondige burgers, internationalisering, grotere en complexere maatschappelijke opgaven, veranderende verantwoordelijkheden, beleidsterrein raken steeds meer met elkaar verweven. Maatschappelijke opgaven doorsnijden vaak de departementale en interbestuurlijke indeling. Dit vereist een samenwerkende responsieve overheid. BZK, als hoeder van een goed functioneerde overheid, heeft hierin een aanjaagfunctie. We faciliteren en helpen daar waar mogelijk een beweging op gang te brengen naar een samenwerkende Rijksoverheid, een overheid die de maatschappelijke opgaven gezamenlijk adresseert en aanpakt. Het vertrekpunt daarbij is dat departementen de opgave centraal zetten. Wat is het echte probleem in de samenleving? Waar zit de energie om er mee aan de slag te gaan? Welke rol kan de overheid daarbij vervullen? Daar gaat het om.

Dat vraagt om een Rijksoverheid die midden in de maatschappij staat, de wereld van buiten naar binnen haalt, de uitvoering en het toezicht betrekt, en - waar aan de orde - gezamenlijk optreedt. Departementen zijn drukdoende de organisatie aan te laten sluiten op dat wat vandaag de dag van de overheid wordt verwacht. BZK helpt met voorbeelden, inzicht en kennisdeling om rijksbreed van elkaar te leren.

Het Rijk kan zijn rol alleen goed vervullen met een ordentelijke bedrijfsvoering, die het primaire proces zo goed mogelijk ondersteunt. De basis op orde, het fundament stevig en tegelijkertijd flexibel en wendbaar in kunnen spelen op nieuwe of gewijzigde opgaven voor de Rijksoverheid.

De infrastructuur voor een rijksbrede bedrijfsvoering staat. De uitdaging zit in het nog meer optimaal krijgen van de verbinding tussen beleid en bedrijfsvoering. Daarnaast blijven we altijd leren. Ook in 2020 zullen daarom twee evaluaties afgerond worden. De evaluatie van het Huis voor Klokkenluiders wordt vervroegd extern uitgevoerd en de tweede wetsevaluatie Wet normering Topinkomens wordt afgerond.

In onderhandeling met de vakbonden maken we afspraken over een nieuwe cao Rijk die per 1 juli 2020 ingaat. We zetten in op arbeidsvoorwaarden die bijdragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en duurzame en flexibele inzet van personeel. Die flexibele inzet van personeel werkt ook door in de uitvoering van het Strategisch Personeelsbeleid 2025. Opgavegericht werken vereist flexibiliteit om tijdelijke multidisciplinaire teams samen te stellen die maatschappelijk meerwaarde leveren. Vanuit het personeelsbeleid dragen onder meer de ontwikkeling van strategische personeelsplanning en een transparante interne arbeidsmarkt hieraan bij. Dit biedt kansen om alle aanwezige talenten binnen de Rijksdienst optimaal te benutten, waarbij we een inclusieve organisatiecultuur nastreven. We investeren in management development, periodiek medewerkersonderzoek en gesprekken over inclusie op de werkvloer. Om schaarse expertise binnen te halen (nodig voor de taken waar de Rijksoverheid voor staat!) spitsen we ons in arbeidsmarktcommunicatie toe op specifieke groepen en wordt binnen het Rijk nauw samen gewerkt. Markt en overheid werken samen aan de realisatie van banen voor arbeidsbeperkten - samen naar de 125.000 banen! We willen met het initiatief ‘Maatwerk voor Mensen’ afspraken maken tussen overheidswerkgevers en leveranciers over banen voor arbeidsbeperkten.

Opgavegericht werken verandert het werk van de ambtenaar. Het gaat niet meer alleen om het traditionele ‘ambtelijke handwerk’. Beleid wordt steeds meer in en met de praktijk gemaakt. We halen buiten naar binnen, waarbij soms maatwerk niet kan worden uitgesloten. Ook daarom blijft veilig en integer werken een belangrijke doelstelling. Agressief gedrag wordt niet geaccepteerd. We werken aan een infrastructuur die integer gedrag van rijksambtenaren ondersteunt.

ICT binnen de Rijksdienst

Het ministerie van BZK bevordert dat informatisering en ICT in het Rijk en ZBO’s (zelfstandig bestuursorganen) optimaal wordt vormgegeven door kaders te stellen en daarop toe te zien. Om informatiebeveiliging en ICT bij het Rijk te versterken zijn we gestart met de uitvoering van een breed pakket aan maatregelen. Die maatregelen moeten ertoe leiden dat informatie en data betrouwbaar zijn, dat onze ICT robuust is en dat kennis en kunde op I-gebied wordt versterkt binnen de Rijksdienst.

De doelstelling voor 2020 is om een robuuste informatiebeveiliging te realiseren bij het Rijk. We zetten in op het verhogen van de feitelijke veiligheid bij het Rijk, onder andere via benchmarks, een Nationaal Detectie Netwerk en door het inrichten van een Rijksbrede faciliteit voor het geautomatiseerd scannen op kwetsbaarheden. Daarnaast monitoren we de implementatie van de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) binnen het Rijk.

Het doel is de transparantie rondom ICT binnen het Rijk te verhogen. Dat doen we door de informatiewaarde van het Rijks ICT-dashboard te verbeteren (o.a. door toevoegen van meer actuele informatie) en informatie toe te voegen over ICT-beheeraspecten.

Om onder andere bovenstaande doelstellingen te bereiken versterken we de sturing op het ICT-domein Rijksbreed versterkt. In dit verband werken we in 2020 aan de implementatie van een vernieuwd sturingsmodel voor het CIO-stelsel, met meer integrale aandacht voor informatiebeveiliging en een betere borging van ICT-expertise aan de voorkant van het beleidsproces. Dit uit zich in een versterking van de bestaande rollen van departementale CIO’s, CISO’s (Chief Information Security Officers) en de creatie van de nieuwe rol van Chief Information Security Officer Rijk (CISO Rijk). Met de implementatie van een kwaliteitskader voor I-plannen van departementen sturen we op meer samenhang in strategische keuzes en verantwoording over ICT binnen de Rijksdienst.

Het is belangrijk dat binnen de Rijksdienst goede keuzes worden gemaakt over het zelf ontwikkelen van ICT en het uit de markt halen van ICT-oplossingen. In dit verband werken we aan een Rijksbrede sourcingstrategie. In 2020 zal daarom ook gebenchmarkt worden hoe de prijs en kwaliteit van interne ICT-dienstverleners zich verhoudt tot externe marktleveranciers. Een specifiek aandachtspunt daarbij is gebruik van de ‘cloud’. Deze brede term omschrijft een bepaald model waarmee software en gegevens beschikbaar gesteld kunnen worden door interne en externe ICT-dienstverleners.

Samen met de bedrijfsvoering naar een samenwerkende Rijksdienst

De doorontwikkeling van de rijksbrede bedrijfsvoering vordert gestaag. Voor 2020 is een actieagenda door de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR) opgesteld. Focus ligt op het nog beter werkend krijgen in kwalitatieve, aansturende en tariferende zin van onze Shared Service Organisaties. Per pand wordt gekeken naar de kwaliteit van dienstverlening en de mate van harmonisering/standaardisering. Mogelijkheden zoals data-analytics, effecten robotisering en wendbaarheid van de organisatie worden onderzocht en daar waar mogelijk ingezet. Deze actieagenda brengen we, beleid en uitvoering, gezamenlijk tot stand.

Voor dit kabinet is het verduurzamen van Nederland een speerpunt. De Rijksoverheid heeft daarbij een voorbeeldrol en is expliciet onderdeel in het Klimaatakkoord. De Rijksorganisatie wil bijdragen aan de duurzame transitie van Nederland door in de eigen bedrijfsvoering en inkoop duurzame oplossingen toe te passen en andere overheden te ondersteunen en stimuleren. We actualiseren de inkoopcriteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en maken een visie en aanpak voor het circulair beheren van de Rijkskantoren. We gaan verder met het ontwikkelen van het Rijksinkoopstelstel en herijken het categoriemanagement.

Het werk van ambtenaren verandert continue en daarmee ook de fysieke werkplek. Daarvoor is een nieuwe visie op de werkomgeving van de toekomst nodig. We ontwikkelen beleid voor smart kantoren, maken rijksbreed vergaderen mogelijk en maken Rijkskantoren inclusief, gastvrij en veilig. Samen met de Gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland werken we samen aan CO2 neutrale kantoren in Den Haag. In 2020 zal het Rijkshuisvestingsstelsel worden geëvalueerd.

1

zie regeerakkoord: Het Kabinet zet in op het ondersteunen van de versterking van de voorbereiding, opleiding en toerusting van de leden van gemeenteraden en Provinciale Staten. Dit als onderdeel van de brede opgave om de lokale democratie te versterken en als openbaar bestuur en overheid vertrouwen te verkrijgen en te behouden in de veranderende samenleving.

2

Kamerstukken II, 2017/18, 34775 B, nr. 17

3

Kamerstukken II, 2018/19, 35000 VII, nr. 86

Licence