Inleiding: stappen vooruit
Nederland start dit jaar met het vieren dat we 75 jaar geleden zijn bevrijd van geweld, onderdrukking en terreur. Amerikanen, Britten, Canadezen, Polen, andere bondgenoten en Nederlanders vochten zich in bijna een jaar tijd een weg van het zuiden van Limburg naar de Waddeneilanden. Zij gaven ons onze vrijheid terug. Iets wat wij vandaag de dag heel gewoon zijn gaan vinden. Bijna te gewoon...
Dat is niet zo vreemd, want Nederland staat er goed voor. Economisch gaat het ons voor de wind, Nederlanders zijn gelukkiger dan ooit en we leven in een van de meest vrije landen ter wereld. Dat is het beschermen meer dan waard. En Defensie beschermt dátgeen wat ons dierbaar is.
Die opdracht is afgeleid uit de Grondwet. Defensie is er voor bescherming van ons (bondgenootschappelijk) grondgebied; het beschermen en bevorderen van de internationale rechtsorde; en het ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp.
Deze opdrachten konden wij de afgelopen jaren steeds lastiger uitvoeren. We moeten van ver komen. We kunnen echter stellen dat het inmiddels weer voorzichtig aan de goede kant op gaat. Vijf jaar na een begrotingsdieptepunt zetten we weer stappen vooruit. We hebben het komende jaar bijna 3 miljard euro meer te besteden dan vijf jaar geleden.
Dat merken we ook in concrete resultaten. Door kort na het aantreden van het kabinet versneld geld vrij te maken voor investeringen en door in maart 2018 koers te zetten voor de komende jaren met de presentatie van de Defensienota. Daarin staan onze mensen centraal, investeren we in middelen en veranderen we manieren van werken.
We zijn voortvarend van start gegaan met soms grote, niet altijd zichtbare veranderingen zoals het verbeteren van de sociale en fysieke veiligheid, de start van meer dan 20 grote investeringsprojecten in materieel en de uitbreiding van ons cybercommando. Maar ook met andere, zichtbare zaken als een hoger loon voor al onze medewerkers door vernieuwde arbeidsvoorwaarden, de komst van draadloos internet op alle legeringen en het opheffen van het uniformverbod.
Bij die voortvarende start moet ook een kanttekening worden geplaatst. We zijn er nog niet. Soms verwachten we meer dan we krijgen. Soms willen we meer dan we kunnen en duurt een verbetering langer dan we wensen. Bij het aandraaien van de grootste moeren, komen we weer kleine, losse moertjes tegen. Onze aandacht verschuift naar zaken die een lagere prioriteit hadden, maar door het oplopend achterstallig onderhoud tot grotere problemen zijn verworden. Onze 11.000 gebouwen, onze verouderde IT-infrastructuur en onze voorraden.
Dit onderhoud vergt tijd, geld en geduld. Tijd omdat tussen het moment van bestellen en uiteindelijk ontvangen van bijvoorbeeld munitie soms wel vijf jaar kan zitten. Geld om niet alleen de grote tekortkomingen weg te werken, maar ook om die vele kleine tekortkomingen te verhelpen. Geduld omdat we ook onze slagkracht moeten versterken om beter te kunnen voldoen aan onze grondwettelijke taken.
Dit doen we natuurlijk niet alleen, maar samen met onze bondgenoten van de NAVO. Met diezelfde bondgenoten die er 75 jaar geleden ook voor óns waren. Samen met hen staan we sterker om ons grondgebied en onze belangen te verdedigen in een wereld met verslechterde veiligheidssituaties. Dat betekent wel dat we afspraken moeten maken en ónze Nederlandse schakel in de aaneengesloten veiligheidsketen die de NAVO is, moeten verstevigen.
We hebben daarom in 2014 afgesproken dat we in de tien daarop volgende jaren richting de 2% van het bruto binnenlands product willen groeien (bbp). Daardoor kunnen we groeien naar een krijgsmacht die een fair share levert aan de NAVO-doelstellingen. Dit groeipad om het fundament onder de NAVO samen met de andere partners te verstevigen, is vastgelegd in het nationaal plan, waarin wij laten zien hoe we de komende jaren tot 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de 2% gaan bewegen. In het plan staan de vijf prioriteiten waarin we de komende tijd willen investeren; extra F-35-jachtvliegtuigen, uitbreiding van vuurkracht op land en op zee, versterking van de special forces en van het cyber- en informatiedomein.
Daarom heeft het kabinet, bovenop het geld uit het regeerakkoord, met de voorjaarsnota in mei 2019 extra geld uitgetrokken om een start te maken met de uitvoering van deze prioriteiten uit het Nationaal Plan. Omdat het extra geld onvoldoende was om alles te doen, zijn er keuzes gemaakt. Zo is besloten dat:
-
• Er 9 extra F-35’s worden aangeschaft en daarmee een begin wordt gemaakt met een derde squadron van 15 F-35’s;
-
• Er extra wordt geïnvesteerd in de ondersteuning en inzetbaarheid van onze special forces;
-
• Er extra wordt geïnvesteerd in het cyber- en informatiedomein door het versterken van onze IT-infrastructuur;
-
• En een deel wordt geïnvesteerd in ons personeel en de arbeidsvoorwaarden.
De wereld blijft continu in beweging. De onzekerheid neemt toe en daarmee de noodzaak om alert te blijven op onze veiligheid. Daarom volgt er in 2020 een herijking van de Defensienota om vooruit te kijken naar 2035 (conform de motie Stoffer1). We hebben veel in werking gezet de afgelopen twee jaar, maar we willen met de herijking verder vooruit kijken naar toekomstige ontwikkelingen, meerjarige uitdagingen en de doelstellingen van de NAVO. Om tot deze visie te komen zullen we, net als bij de Defensienota, vooraf gesprekken voeren met het defensiepersoneel en met mensen buiten de defensieorganisatie (conform de motie Diks/Belhaj2).
Het jaar 2020 belooft een mooi jaar te worden. We gaan verder aan de slag met de arbeidsvoorwaarden, door vernieuwing van het loongebouw en ons personeelsmodel. We kunnen nieuw materieel tegemoet zien, van nieuwe uitrustingen en helmen tot de MQ-9 Reaper en de F-35. Maar het is ook het jaar waarin we stilstaan bij onze bevrijders van 75 jaar geleden én de bevrijders uit de meer recente conflicten. Wij danken hen jaarlijks op Veteranendag of bij het uitreiken van onderscheidingen, maar dit jaar staan we met de Invictus Games in Den Haag nog eens extra stil bij welke offers zij gebracht hebben.
Offers die zíj hebben gebracht bij het uitvoeren van ónze grondwettelijke taken, voor het beschermen en behouden van ónze vrijheid.
Financiële ontwikkelingen
De veranderde veiligheidsomgeving leidt tot een groter beroep op Defensie in binnen- en buitenland. We moeten sneller, langer en krachtiger kunnen optreden, zowel voor de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied als tijdens missies in het buitenland. Onze bondgenoten verwachten dit ook van ons. Dit geldt ook voor de ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulpverlening in zowel het binnen- als buitenland. Zoals onderstaande figuur goed illustreert, zijn er de afgelopen tijd belangrijke stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Het verwachte bbp-percentage voor 2020 is 1,35.
Defensie-uitgaven als percentage van het bbp
In het volgende figuur is de stand van 2019 weergegeven (in blauw) en de stand van 2024 (in paars) zoals door de landen is opgegeven aan de NAVO. Nederland laat een daling zien in de ontwikkeling van het bbp-percentage, in tegenstelling tot veel andere Europese NAVO-lidstaten.
NAVO landen (EU) ontwikkeling bbp-percentage 2019–2024
Toelichting: Deze figuur toont de ontwikkeling van Defensie-uitgaven als percentage van het bbp tussen 2019 en 2024 van alle NAVO landen binnen de EU op basis van bruto uitgaven. In 2024 zijn er t.o.v. Nederland 22 landen met een hoger bbp-percentage. Verder is Nederland één van de vier landen die een daling in bbp-percentage laat zien t.o.v. 2019.
* Voor België, Denemarken en Noorwegen zijn geen gegevens voor 2024 beschikbaar. Het bbp-percentage voor 2024 van deze landen is daarom gelijk gehouden aan het bbp-percentage van 2019.