In deze bijlage zijn de subsidies van EZK opgenomen. De subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht wordt hierin gebruikt. Deze wet definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21 Awb):
«De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten».
Per beleidsartikel zijn de subsidie(-regelingen) opgenomen. Het subsidieoverzicht sluit zoveel mogelijk aan op de Verantwoord Begroten-categorie «subsidies» in de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen uit de begroting.
In lijn met Verantwoord Begroten zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s niet vermeld als subsidies. De bijdragen aan ZBO’s en RWT’s zijn terug te vinden in de bijlage «ZBO’s en RWT’s».
Voor een aantal subsidies is (nog) geen volgende evaluatie gepland. In veel gevallen gaat het om nieuwe subsidies die nog worden vormgegeven of subsidies die al enige tijd geleden zijn gestopt, waardoor alleen nog sprake is van uitfinanciering. Waar mogelijk is de geplande beleidsdoorlichting opgenomen als volgende evaluatiemoment. In dat geval is een jaartal opgenomen met de aanduiding «B».
De einddatum geeft het moment aan dat de laatste verlening plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Voor een aantal subsidies, waarbij sprake is van een structurele subsidierelatie met een jaarlijkse verlening, is als einddatum «Jaarlijks» opgenomen. Als periodiek besluitvorming plaatsvindt over de verlening, bijvoorbeeld over een volgende programmaperiode, is dit aangeduid als «Periodiek».
Begrotingsartikel | Naam subsidie(-regeling) met hyperlink naar vindplaats | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Laatste evaluatie (jaartal + hyperlink naar vindplaats) | Volgende evaluatie (jaartal) | Einddatum subsidie- (regeling) (jaartal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten | |||||||||||
Subsidies | |||||||||||
1 | 236 | 613 | 203 | 2020 | 2020 | ||||||
Subtotaal | 236 | 613 | 203 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | |||||||||||
Subsidies | |||||||||||
2 | Lucht en Ruimtevaart | 107 | 2023 | 2013 | |||||||
2 | 14.036 | 29.528 | 39.131 | 40.209 | 39.209 | 39.814 | 40.709 | 2022 | 2018 | ||
2 | 15.432 | 17.293 | 18.132 | 18.132 | 18.132 | 18.132 | 18.132 | 2020 | 2021 | ||
2 | Bevorderen ondernemerschap | 12.058 | 20.035 | 21.390 | 14.612 | 8.497 | 11.447 | 11.447 | 2020 B | Jaarlijks | |
2 | Groene Groei en Biobased Economy | 131 | 647 | 2019 | 2018 | ||||||
2 | 31.016 | 27.269 | 23.361 | 24.090 | 23.535 | 23.177 | 23.177 | 2024 | 2020 | ||
2 | 4.956 | 5.661 | 5.661 | 5.661 | 5.661 | 5.661 | 5.661 | 2021 | Periodiek | ||
2 | 8.216 | 38.535 | 61.400 | 60.000 | 70.000 | 85.000 | 85.000 | Geen | 2018 | ||
2 | Startup-beleid | 4.000 | 14.400 | 18.300 | 18.300 | 10.000 | Geen | 2022 | 2023 | ||
2 | Urgendamaatregelen industrie | 22.500 | 21.000 | Geen | 2020 | ||||||
2 | Overige | 5.450 | 2.490 | 1.036 | 474 | 474 | 474 | 474 | Jaarlijks | ||
2 | 40.990 | 44.210 | 40.851 | 41.036 | 40.686 | 39.857 | 39.857 | 2019 | 2021 | ||
2 | 123.069 | 147.297 | 165.059 | 172.137 | 175.199 | 175.199 | 175.199 | 2021 | 2022 | ||
Subtotaal | 255.461 | 359.465 | 411.421 | 394.651 | 399.693 | 408.761 | 399.656 | ||||
Artikel 3 Toekomstfonds | |||||||||||
Subsidies | |||||||||||
3 | 324 | 1.235 | 199 | 183 | 184 | 158 | Geen | 2021 | 2020 | ||
3 | 1.536 | 808 | 800 | 800 | Geen | 2023 | 2021 | ||||
3 | 8.100 | Geen | 2021 | ||||||||
Subtotaal | 1.860 | 10.143 | 999 | 983 | 184 | 158 | 0 | ||||
Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening | |||||||||||
Subsidies |
|
|
|
| |||||||
4 | 63.400 | 63.166 | 35.244 | 38.700 | 43.700 | 43.700 | 43.700 | 2022 | 2022 | ||
4 | Topsector Energie SDE+ projecten (Hernieuwbare Energie-Regeling, HER) | 30.665 | 29.259 | 48.040 | 15.540 | 3.040 | 540 | 540 | 2022 | 2022 | |
4 | 7.092 | 4.033 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2021 | 2018 | ||
4 | Green Deals | 3.903 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 2021 | Geen | |
4 | 28.193 | 67.930 | 66.806 | 57.000 | 70.500 | 70.550 | 70.300 | 2022 | 2022 | ||
4 | 860 | 1.500 | 4.900 | 4.341 | 5.475 | 4.296 | 1.696 | Geen | 2019 | 2018 | |
4 | Projecten Klimaat en Energieakkoord | 3.628 | 4.850 | 2017 | |||||||
4 | 25.492 | 1.236 | 2010 | 2007 | |||||||
4 | 1.101.941 | 1.354.891 | 3.021.816 | 3.239.067 | 3.320.636 | 3.870.936 | 3.953.736 | 2021 | Geen | ||
4 | Aardwarmte | 21.000 | 15.000 | Geen | 2018 | ||||||
4 | 69.864 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | Geen | 2020 | 2020 | |
4 | Subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS4 | 36.895 | 45.305 | 105.595 | 2022 | 2021 | |||||
4 | 1.438 | 2.365 | 4.080 | 3.380 | 2.880 | 3.480 | 5.480 | Geen | 2022 | ||
4 | Subsidieregeling energiebesparing en duurzame sportaccommodaties (EDS) | 7.809 | 150 | Geen | 2020 | 2020 | |||||
4 | Programma Hoge Flux Reactor | 7.250 | 7.250 | 7.651 | 5.401 | 5.401 | 5.401 | 5.401 | Geen | Periodiek | |
4 | Elektrisch rijden | 232 | 45 | 2017 | |||||||
4 | Caribisch Nederland | 3.042 | 3.599 | 4.944 | 4.844 | 4.144 | 4.144 | 4.144 | Geen | 2016 | |
4 | Overige subsidies | 0 | 21.093 | 6.000 | Geen | Jaarlijks | |||||
4 | Maatregelen CO2-reductie | 96.900 | 2.500 | 2020 | |||||||
Subtotaal | 1.412.704 | 1.819.072 | 3.410.444 | 3.471.141 | 3.558.644 | 4.105.915 | 4.187.865 | ||||
Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief | |||||||||||
Subsidies | |||||||||||
5 | Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld | 150 | 14.647 | 20.976 | 20.975 | 13.746 | Geen | 2020 | |||
5 | Fonds achterstallig onderhoud en inzet woningmarkt NCG | 1.350 | 11.750 | Geen | |||||||
5 | Instrumentarium Woningmarkt/woonbedrijf relevant | 10.000 | |||||||||
5 | Regeling energiebesparing woning bouwkundig versterkingsprogramma Groningerveld | 4.036 | 16.882 | 10.511 | 10.501 | Geen | 2020 | ||||
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen | 152.400 | 75.000 | 75.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |||||
Subtotaal | 5.536 | 205.679 | 106.487 | 106.476 | 38.746 | 25.000 | 25.000 | ||||
Totaal | 1.675.797 | 2.394.972 | 3.929.554 | 3.973.251 | 3.997.267 | 4.539.834 | 4.612.521 |
Jaarlijks = Er is jaarlijks een beschikkingsmoment
Periodiek = Er is periodiek een beschikkingsmoment
Topconsortia Kennis en Innovatie
Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zijn stichtingen die ten behoeve van de diverse topsectoren de kennis- en innovatieagenda vormgeven en laten uitvoeren. Hiertoe voeren de TKI’s programma-ondersteunende activiteiten uit gericht op het samen met de relevante bedrijven en kennisinstellingen voor hun thema programmeren van activiteiten, bouwen van PPS-consortia om innovatie vorm te geven, informeren, coördineren en enthousiasmeren van partijen om een bijdrage te leveren aan de kennis- en innovatieagenda. Eén van de instrumenten hiervoor betreft de PPS-toeslag.
De PPS-toeslag is bedoeld om privaat-publieke samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) te stimuleren. Voor de PPS-toeslag komen TKI’s in aanmerking die zijn opgenomen in de begrotingswet van het jaar waarop de aanvraag voor de PPS-toeslag betrekking heeft. In de begrotingswet voor 2020 zijn 12 TKI’s erkend die elk uitvoering geven aan één van de kennis- en innovatieagenda’s van de topsectoren of een onderdeel daarvan (zie onderstaande tabel). De topsectoren zijn Agrifood, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Energie, Logistiek, Creatieve industrie, Life Sciences & Health, Chemie en Water; voor ICT en Biobased Economy (BBE) zijn onder regie van respectievelijk HTSM en Chemie ook Innovatiecontracten opgesteld. Het TKI BBE werkt voor drie topsectoren (Agrifood, Chemie en Energie).
Om als TKI opgenomen te worden in de begroting moet het aan de volgende criteria voldoen:
-
– Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en onderzoeksorganisaties participeren.
-
– Het onderzoeksprogramma vindt plaats voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en onderzoeksorganisaties.
-
– De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 mln.
-
– Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.
-
– Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.
-
– Het is transparant en onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.
-
– Binnen een TKI is een goede vertegenwoordiging van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een TKI wordt dan ook geacht betrokkenheid van het MKB actief te bevorderen.
-
– De kwantitatieve inzet van private partijen binnen de TKI’s bedraagt in 2015 en verder 40%.
Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om in de begroting opgenomen te blijven.
In 2013 is de PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) geïntroduceerd. De kenmerken van de regeling zijn:
-
– De toeslag is een generiek vormgegeven instrument: grondslag van de toeslag is de private bijdrage (waarvan een beperkt aandeel in natura) aan onderzoeksorganisaties voor privaat-publieke samenwerkingsprojecten uit het meerjarig onderzoeksprogramma van de TKI en de cash-bijdrage van bedrijven aan onderzoeksopdrachten die voor het TKI onderzoeksprogramma relevant zijn.
-
– Het toeslagpercentage is 30%, voor de eerste € 20.000 per bedrijf is het percentage 40%. Voor ANBI-bijdragen geldt een toeslagpercentage van 25% tot een maximum van € 90 mln per jaar over alle topsectoren heen.
-
– De PPS- toeslag wordt ingezet in publiek private samenwerkingsprojecten van het onderzoeksprogramma van het TKI.
-
– Het onderzoek voor zowel grondslag als de inzet van PPS-toeslag betreft fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.
Hieronder volgen de TKI’s die in aanmerking komen voor PPS-toeslag. Al deze TKI’s kunnen bovendien subsidie aanvragen voor hun programma-ondersteunende activiteiten tot maximaal € 400.000 per topsector (indien er meerdere TKI’s per sector zijn, wordt dit bedrag dus verdeeld tussen de TKI’s; dit speelt bij topsector Water). De programma-ondersteunende activiteiten moeten direct verband houden met de jaarlijkse onderzoeksprogramma’s die met de PPS-toeslag worden ondersteund of moeten bijdragen aan de voorbereiding van die programma’s dan wel het aanvragen, besteden of verantwoorden van de PPS-toeslag. Deze subsidie wordt verstrekt voor zover in de subsidieaanvraag voldoende onderbouwd met activiteiten, voor zover deze activiteiten passen binnen de staatssteunkaders en voor zover voor deze activiteiten niet uit andere hoofde reeds een vergoeding van de overheid wordt verkregen.
De drie TKI’s genoemd onder 10 a, b en c vormen een bij elkaar horend cluster ten behoeve van de topsector Water.
Statutaire naam | |
---|---|
1 | Stichting TKI Agri&Food |
2 | Stichting TKI Biobased Economy (BBE) |
3 | Stichting TKI Chemie |
4 | Stichting TKI CLICKNL |
5 | Stichting TKI Energie |
6 | Stichting TKI HTSM |
7 | Stichting Life Sciences Health – TKI |
8 | Stichting TKI Logistiek |
9 | Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen |
10a | Stichting TKI Maritiem |
10b | Stichting TKI Deltatechnologie |
10c | Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology |
TKI Energie
De Topsector Energie hanteert een dubbele doelstelling: zowel versterking van de energiesector als ook versnelling van de energietransitie. Daartoe zijn op grond van begrotingsartikel 4 specifieke energie-innovatiemiddelen beschikbaar. Het TKI Energie dat voor de Topsector Energie de programma-ondersteunende activiteiten uitvoert, doet ook de voorstellen voor de inzet van de energie-innovatiemiddelen. Omdat hiermee subsidiegeld gemoeid is, worden aan deze TKI hoge eisen gesteld op het punt van onafhankelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid. Dit impliceert dat deze activiteiten niet door partijen kunnen worden uitgevoerd die (direct) baat hebben bij de uitkomsten van die activiteiten – dat zou immers de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. Om het TKI goed te laten functioneren en ook een stimulerende rol te laten vervullen in het betrekken van bedrijfsleven en kennisinstellingen bij de innovaties benodigd voor de energietransitie wordt een nader te bepalen, aanvullend subsidiebedrag beschikbaar gesteld bovenop de bijdrage vanuit artikel 2. Die extra financiering komt uit de beschikbare energie-innovatiemiddelen op artikel 4. De hoogte van die bijdrage wordt op advies van het Topteam Energie nader vastgesteld.