Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021
Art. | Uitgaven 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) | 14.326.422 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) | 17.988.058 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Urgendamaatregelen industrie | 2 | ‒ 49.500 |
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 2 | ‒ 2.218.000 |
Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters) | 2 | ‒ 70.000 |
Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC) | 2 | ‒ 50.000 |
Garantie Ondernemersfinanciering Corona | 2 | ‒ 200.000 |
Dutch Future Fund en Deep Tech Fund | 3 | ‒ 186.000 |
Fonds alternatieve financiering | 3 | ‒ 40.000 |
Risicokapitaal Seed | 3 | ‒ 40.000 |
SDE | 4 | ‒ 45.831 |
SDE+ | 4 | ‒ 282.659 |
ISDE-regeling | 4 | ‒ 41.850 |
Waardevermeerderingsregeling | 5 | 60.000 |
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen | 5 | ‒ 249.516 |
Overige mutaties | ‒ 89.582 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 14.485.120 |
Toelichting
Urgendamaatregelen industrie
Voor de realisatie van een project voor lachgasreductie Chemelot vindt er een kasschuif plaats van 2021 naar 2023 (€ 24,75 mln) en 2024 (€ 24,75 mln).
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
Het kasbudget voor de TVL wordt voor 2021 met € 2,718 mld verlaagd in verband met een lager beroep op de regeling dan geraamd. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen. Hiertegenover staat verhoging van het budget met € 1,38 mld (incl. € 180 mln van de VLN), zoals opgenomen in de Kamerbrief Aanpassingen aan het steunpakket in het vierde kwartaal van 16 november jl. Een deel van deze middelen (€ 880 mln, incl. € 60 mln van VLN) betreft het jaar 2022 en wordt met een Nota van Wijziging verwerkt in de EZK-begroting 2022.
Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters)
Het budget van deze regeling is met € 70 mln verlaagd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling, ondanks uitgebreide communicatie om de regeling bij de doelgroep onder de aandacht te brengen.
Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)
Van het budget voor de TRSEC wordt € 50 mln verschoven van 2021 naar 2022, om het budget beter te laten aansluiten bij de verwachte uitbetalingen.
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
Het budget voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona wordt in 2021 met € 200 mln verlaagd. Dit betreft een afboeking van de kasbuffer naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona op basis van de benutting in 2020 en de geraamde benutting in 2021.
Dutch Future Fund en Deep Tech Fund
Op basis van de huidige inzichten in de te verwachten capital calls van de betrokken fondsen wordt € 165 mln voor het Dutch Future Fund doorgeschoven naar latere jaren (€ 25 mln per jaar naar de jaren 2022 t/m 2025 en € 65 mln naar 2026). Ook bij het Deep Tech Fund vindt er een kasschuif plaats van € 21 mln zodat de budgetten meerjarig verspreid worden op basis van de op dit moment geraamde uitgaven (2022 € 6 mln, 2023 € 7 mln, 2024 € 8 mln, 2025 € 12 mln en 2026 € 12 mln).
Fonds alternatieve financiering
Dit betreft een kasschuif van € 40 mln voor het Fonds Alternatieve Financiering in het gewenste kasritme van € 10 mln per jaar voor de jaren 2022 t/m 2025.
Risicokapitaal Seed
Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de Seed worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.
SDE
Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Voorjaarsnota rekening mee gehouden was. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.
SDE+
Bij Miljoenennota is € 413 mln van het SDE+-budget afgesplitst en toegevoegd aan een apart budget voor de SDE++, dit om de Kamer beter inzicht te geven in (de realisatie van) de voor de SDE, SDE+ en SDE++ beschikbare budgetten. Omdat door deze afsplitsing te weinig budget is overgebleven voor de uitbetaling van SDE+-subsidies in 2021, wordt het voor de SDE+ beschikbare budget bij Najaarsnota verhoogd met in totaal ruim € 130 mln. Per saldo leidt dit tot een verlaging met € 283 mln.
ISDE-regeling
Omdat er op zowel de reguliere openstelling van de ISDE als de openstelling gericht op het MKB naar verwachting minder subsidies worden verstrekt dan oorspronkelijk geraamd, zullen de kasuitgaven in 2021 bijna € 42 mln lager uitvallen dan waar bij de 1e suppletoire begroting vanuit was gegaan. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.
Waardevermeerderingsregeling
Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardevermeerderingsregeling met € 60 mln te verhogen. Hiermee wordt de verlenging van de regeling naar verwachting gefinancierd tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling.
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen
Vanwege een dalend aantal meldingen, verwacht het IMG in 2021 ongeveer € 290 mln minder vergoedingen uit te keren voor waardedaling en immateriële schade dan bij Voorjaarsnota werd verwacht. Bij Miljoenennota zijn de schadevergoedingen juist verhoogd met € 40 mln vanwege de introductie van de forfaitaire regeling van het IMG (€ 37,5 mln) en een bijdrage van BZK voor de aanpak van schrijnende situaties in Groningen (€ 2,5 mln).
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021
Art. | Ontvangsten 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) | 4.824.359 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) | 6.148.784 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Onttrekking reserve BMKB Corona | 2 | 125.000 |
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC) | 2 | 40.000 |
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 2 | 115.000 |
Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie | 4 | ‒ 356.307 |
Bijstelling ETS-raming | 4 | 530.000 |
Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen. | 5 | ‒ 1.302.959 |
Overige mutaties | 1.549 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 5.301.067 |
Toelichting
Onttrekking reserve BMKB Corona
Dit betreft het onttrekken van € 125 mln aan de begrotingsreserve BMKB Corona naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de BMKB Corona op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)
Dit betreft het onttrekken van € 40 mln aan de begrotingsreserve KKC naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de KKC op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. In de Miljoenennota 2022 waren de ontvangsten in 2022 geraamd op € 375 mln. Dit is in de 2e suppletoire begroting met € 260 mln verlaagd in verband met een doorschuif naar 2022, waarmee de geraamde ontvangsten accurater over de jaren worden verspreid.
Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
Door de naar verwachting lagere uitgaven voor de SDE, de SDE++, de HER+ en de ISDE hoeft er € 356 mln minder budget onttrokken te worden aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie dan waar bij Miljoenennota nog op was gerekend.
Bijstelling ETS-raming
De gestegen prijs van ETS-rechten leidt tot een aanzienlijke opwaartse bijstelling van de raming. De ETS-prijzen zijn na een aanvankelijke daling tijdens de eerste lockdown van 2020 snel hersteld. Sinds halverwege december 2021 zijn de prijzen aanzienlijk gestegen tot een niveau van 50 tot 55 EUR/ton.
Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen
Het IMG doet naar verwachting minder uitgaven in 2021 dan eerder geraamd. Daarnaast wordt het heffingsbesluit aan NAM doorgeschoven naar 2022, omdat dit een zeer zorgvuldige voorbereiding vereist die helaas niet in 2021 is afgerond. Daarom wordt de ontvangstenraming ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met € 1,3 mld naar beneden bijgesteld.