Art. | Uitgaven 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 34.021.950 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 35.469.432 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Bijstelling raming NAAT testen (mei - juli) | 1 | ‒ 305.000 |
2) Bijstelling raming NAAT testen (aug - dec) | 1 | ‒ 340.120 |
3) Ruimte opdrachten COVID | 1 | ‒ 225.000 |
4) Antigeentesten en zelftesten | 1 | ‒ 427.970 |
5) Rijksbijdrage Wlz | 3 | ‒ 1.350.000 |
6) Zorgtoeslag | 8 | 157.900 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 31.893.970 |
Toelichting
1. Er is in de maanden mei t/m juli minder getest dan waar budget voor beschikbaar was.
2. Dit betreft een technische bijstelling op de kasuitgaven aan testcapaciteit. Er wordt voor de periode aug-dec 2022 uitgegaan van uitgaven voor maximaal 6.000 testen per dag in een waakvlam en 12.000 testen per dag in een opleving. Er is geen effect voor de daadwerkelijke testcapaciteit.
3. De huidige ontwikkelingen van de pandemie leiden tot minder uitgaven voor de beheersing en bestrijding van de pandemie. Daarnaast zijn minder middelen nodig gebleken voor de aanschaf van vaccins.
4. Er zijn minder antigeentesten en zelftesten aangeschaft dan eerder geraamd. Daarnaast vallen de kosten per zelftest lager uit. Hierdoor valt een deel van het beschikbare budget in 2022 vrij. Er blijft budget beschikbaar om bij een eventuele opleving extra zelftesten in te kopen bovenop de bestaande voorraad.
5. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming rijksbijdrage Wlz naar aanleiding van actuele ramingen van het CPB.
6. De raming van de zorgtoeslag is aangepast op basis van de raming van het CPB.
Art. | Ontvangsten 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 240.887 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 317.552 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Afrekeningen COVID-uitgaven | 1 | 273.600 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 618.991 |
Toelichting
1. Bij de afrekening van verschillende opdrachten door de LCCB, GGD-meerkosten en Stichting Open Nederland zijn de gerealiseerde uitgaven achteraf lager vastgesteld dan bij de opdrachtverlening was geraamd. Dit leidt tot een terugvordering van niet gerealiseerde voorschotten.