Werken aan waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit vraagt continu inspanningen en investeringen. Deze worden verantwoord in het Deltafonds. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd; de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Door de klimaatverandering wordt het warmer en zullen rivierafvoeren en regenval grotere extremen vertonen.
Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.
Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde te houden.
Mijlpalen en resultaten 2021
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2021 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2021 start.
Beheer, onderhoud en vervanging
Voor het beheer en onderhoud zijn afspraken over prestaties gemaakt voor het watermanagement en beheer en onderhoud, waaronder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze afspraken over prestaties zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van het Deltafonds. In 2021 wil IenW onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:
Hoofdwatersystemen | Zandsuppleties basiskustlijn |
Levensduurverlengend onderhoud aan stuwen Nederrijn/ Lek |
Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.
Aanleg
In 2021 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de watervei-ligheid, onder andere door het uitvoeren van het tweede Hoogwaterbe-schermingsprogramma, het nieuwe Hoogwaterbeschermingprogramma en Maaswerken. Hieronder volgen de mijlpalen die IenW bij deze programma’s in 2021 wil behalen:
Programma | Mijlpaal | Project |
HWBP | Start realisatie | Salmsteke Aanpak Kunstwerken Tranche 1 Limburg Neer Rijnkade Arnhem Industrieterrein Grutbroek Wolferen Sprok Tiel Waardenburg Stad Tiel Hansweert Noordelijke Randmeerdijk Zuidermeerdijk - MSNF |
Oplevering | Neer IJsselpaviljoen Zutphen Vianen Vianen Hazelaarsplein | |
Maaswerken | Oplevering | Grevenbicht |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma’s wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2021 en het MIRT Overzicht 2021. Het Deltaprogramma is te vinden op de website van de deltacommissaris.
Begroting op hoofdlijnen
Verlenging looptijd investeringsfondsen tot en met 2034
Bij de begroting 2021 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2034. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2033 stand begroting 2020 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2034 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten – een ruimte van circa € 1,4 miljard beschikbaar op het Deltafonds. Deze ruimte wordt bij voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die zijn benodigd voor de instandhouding van het huidige areaal. Hiervoor is in 2034 circa € 1,1 miljard benodigd. De ruimte die in 2034 resteert na aftrek van de doorlopende verplichtingen bedraagt circa € 0,3 miljard en wordt toegevoegd aan de investeringsruimte.
Belangrijkste wijzigingen
De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en ontvangsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.
Art. | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026-2033 | 2034 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2020 (inclusief NvW) | 1.104.983 | 1.113.956 | 1.291.925 | 1.298.159 | 1.277.716 | 1.276.873 | 10.548.331 | |||
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 48.898 | 85.234 | ‒ 26.046 | 197.284 | 138.979 | 277.607 | ‒ 587.319 | |||
Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 1.056.085 | 1.199.190 | 1.265.879 | 1.495.443 | 1.416.695 | 1.554.480 | 9.961.012 | |||
Belangrijkste mutaties | ||||||||||
Kaderrelevante mutaties Deltafonds | ||||||||||
Extrapolatie 2034 | Div | 1.409.397 | ||||||||
Loon- en prijsbijstelling 2020 | Div | 13.151 | 15.431 | 15.866 | 18.235 | 14.395 | 16.471 | 193.984 | 24.248 | |
Desalderingen | Div | 4.196 | 10.026 | ‒ 4.897 | 3.086 | 3.104 | 4.072 | 29.349 | 3.080 | |
Overboekingen andere ministeries | Div | ‒ 5.259 | ‒ 5.972 | ‒ 5.088 | ‒ 5.293 | ‒ 4.403 | ‒ 4.403 | ‒ 22.454 | ‒ 148 | |
Mutaties binnen kaders Deltafonds | ||||||||||
Risicoreservering instandhouding | 3.02 | 24.750 | 24.750 | 33.700 | ||||||
5.03 | ‒ 24.750 | ‒ 24.750 | ‒ 33.700 | |||||||
Impulsregeling Ruimtelijke adaptatie | 5.04 | 5.000 | 10.000 | 20.000 | 40.000 | 40.000 | 85.000 | |||
5.03 | ‒ 5.000 | ‒ 10.000 | ‒ 20.000 | ‒ 40.000 | ‒ 40.000 | ‒ 85.000 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.068.173 | 1.218.675 | 1.271.760 | 1.511.471 | 1.429.791 | 1.570.620 | 10.161.891 | 1.436.577 |
Toelichting
1. Bij de begroting 2021 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2034. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2033 stand begroting 2020 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.
2. Loon- en prijsbijstelling 2020: Jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijsontwikkelingen. Dit betreft de toegekende loonbijstelling en prijsbijstelling tranche 2020 die vanuit Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar het Deltafonds.
3. Desalderingen: Deze mutatie betreft een aanpassing van de ontvangsten en worden budgetneutraal gecompenseerd bij de betreffende uitgavenartikelen. De aanpassing betreft met name een actualisatie van de bijdragen derden die gerelateerd zijn aan het hoogwaterbeschermingprogramma.
4. Overboekingen van en naar andere ministeries: de omvangrijkste zijn; Een overboeking van € 3,2 miljoen naar het ministerie Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ten behoeve van de financiering van de door LNV, IenW en provincies Groningen. Noord-Holland en Friesland opgerichte Beheerautoriteit Waddenzee. Een overboeking van € 3,9 miljoen naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van de financiering voor het toezicht van ILT op de Wet Beveiliging Netwerk- en Informatiesystemen (Wbni); deze wet regelt een meldplicht van incidenten en een zorgplicht (treffen van beveiligingsmaatregelen).
5. Overboeking reserveringen lange termijn instandhouding: Op het artikelonderdeel beheer en onderhoud ligt de budgetbehoefte hoger dan het beschikbaar budget voor de jaren 2022 t/m 2025. Daarom zijn afgelopen jaren reserveringen getroffen op artikelonderdeel 5.03. Middels deze boeking wordt de reservering ondergebracht op het artikelonderdeel voor instandhouding. Bij de uitvoeringsorganisatie RWS is eerst een uitvoeringstoets gedaan op de maakbaarheid van een extra impuls. Uit de uitvoeringstoets door RWS blijkt dat extra werkzaamheden maakbaar zijn. Daarom wordt – naast de overboeking van de reserveringen lange termijn instandhouding – aanvullend budget toegevoegd aan de artikel- onderdelen voor instandhouding. Na afronding van de lopende validaties op de budgetbehoefte voor instandhouding zullen deze middelen in het gewenste ritme worden gezet en waar nodig aanvullende maatregelen worden genomen.
6. Impulsregeling Ruimtelijke Adaptatie: In het bestuursakkoord ruimtelijke adaptatie is de intentie uitgesproken om een tijdelijke impulsregeling uit te werken. In dit kader wordt in de periode 2021 tot en met 2027 € 200 miljoen vanuit de investeringsruimte overgeheveld naar reserveringen.
Overprogrammering
Het instrument overprogrammering is door het kabinet ingezet om te zorgen dat de budgetten voor aanleg van infrastructuur zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. De ervaring leert namelijk dat infrastructuurprojecten kunnen vertragen ten opzichte van de planning, bijvoorbeeld door complexiteit, onvoorziene omstandigheden of een hoog ambitieniveau in de afgegeven mijlpalen. Doordat met overprogrammering wordt gewerkt leiden vertragingen bij individuele projecten niet automatisch tot onderbesteding van het beschikbare budget. Het instrument overprogrammering heeft enkel betrekking op reguliere ramingsonzekerheden binnen projectgrenzen. Onzekerheden van exogene aard kunnen slecht in beperkte mate worden opgevangen met het instrument overprogrammering.
In reactie op moties Kröger en van Eijs (kamerstuk 35 300 XII nr.6) wordt het instrument overprogrammering zoveel mogelijk ingezet en wordt de informatievoorziening uitgebreid. Over de begrotingsperiode tot en met 2025 is per saldo sprake van een overprogrammering van circa € 58 miljoen op het DF. De totale overprogrammering over beide fondsen is circa € 3 miljard.
Artikel | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 | 2026-2034 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1.02 Overige Aanlegprojecten | ‒ 66 | ‒ 45 | ‒ 57 | 45 | 41 | 24 | ‒ 58 | 58 |
Totale overprogrammering | ‒ 66 | ‒ 45 | ‒ 57 | 45 | 41 | 24 | ‒ 58 | 58 |
Fonds | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2020-2025 | 2026-2034 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Deltafonds | ‒ 66 | ‒ 45 | ‒ 57 | 45 | 41 | 24 | ‒ 58 | 58 |
Infrastructuurfonds | ‒ 534 | ‒ 718 | ‒ 533 | ‒ 571 | ‒ 372 | ‒ 244 | ‒ 2.972 | 2.972 |
Totale overprogrammering | ‒ 600 | ‒ 763 | ‒ 590 | ‒ 526 | ‒ 331 | ‒ 220 | ‒ 3.030 | 3.030 |
Flexnorm
In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.
In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2021 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken.
Artikelonderdeel | Omschrijving | Budgetten t/m 2034x € 1 miljoen |
---|---|---|
1.03 | Studiekosten | 129 |
2.03 | Studiekosten | 29 |
5.03 | Investeringsruimte | 867 |
5.04 | Reserveringen | 2.027 |
7.03 | Studiekosten | 111 |
Totaal | 3.163 | |
Als percentage van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) | 31% |