Nederland en de wereld in 2021
Het jaar 2021 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de gevolgen van de COVID-19 pandemie en de wijze waarop de internationale gemeenschap, de EU en Nederland daar antwoord op geven. Daarbij werkt de crisis waarin we ons nog steeds verkeren als contrastvloeistof als het gaat om internationale betrekkingen. De crisis toont ons immers genadeloos de kwetsbaarheden van globalisering, multilateralisme en ongewenste afhankelijkheden in economische waardeketens. Tegelijk vergroot de crisis bestaande tegenstellingen en zet het geopolitieke verhoudingen verder onder druk.
Door de crisis is de relatie tussen de Verenigde Staten en China verder onder spanning komen te staan. Sommige landen grepen de crisis bovendien aan om actief desinformatie te verspreiden of cyberaanvallen te plegen. COVID-19 leert ons daarnaast dat de EU voor sommige (medische) producten te afhankelijk is van slechts een paar landen of leveranciers. De EU moet daarom beleid ontwikkelen om haar strategische weerbaarheid te vergroten met betrekking tot strategische goederen en diensten. Waardeketens moeten weerbaarder en flexibeler zijn.
Het virus en de economische recessie die het veroorzaakte kennen geen grenzen. Onze open samenleving en economie worden meteen geraakt door ontwikkelingen elders in de wereld. Deze crisis toont de afhankelijkheid van Nederland van het buitenland en daarmee van internationale samenwerking, bijvoorbeeld als het gaat om de levering van beschermende kleding uit Azië, de samenwerking met Europese en derde landen bij repatriëring van Nederlanders, de samenwerking in de Wereldhandelsorganisatie en het grensbeleid met onze buurlanden. Nederland heeft als middelgroot land met grote handelsbelangen baat bij een goed functionerende internationale rechtsorde waarbij niet het recht van de sterkste geldt. Als open economie is Nederland gebaat bij eerlijke handelsafspraken, een sterke Europese Unie die onze gezamenlijke belangen verdedigt, en bij stabiliteit binnen de EU en daarbuiten.
Duidelijk is dat de wereld in 2021 geconfronteerd wordt met grote veranderingen en uitdagingen, niet in de laatste plaats door de economische recessie die door COVID-19 wordt veroorzaakt. Onverminderde inzet voor veiligheid en een functionerende internationale rechtsorde is daarom nodig om te zorgen dat ons Koninkrijk vrij, veilig en welvarend blijft. Economische veerkracht is daarbij cruciaal om andere uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
De COVID-19 pandemie biedt Nederland ook kansen. Het biedt ons de gelegenheid om het multilaterale systeem verder te hervormen, om meer digitaal diplomatie te bedrijven en om nieuwe coalities te bouwen. De gevolgen van COVID-19 voor internationale vrede en veiligheid, stabiliteit, mobiliteit en de internationale schuldenproblematiek kunnen we niet beantwoorden zonder multilaterale samenwerking. Nederland zal daarom ook in 2021 actief op zoek gaan naar samenwerking met andere landen om de Nederlandse belangen te waarborgen en ons waardenstelsel uit te dragen. Nederland zoekt daarbij naar coalities. In de eerste plaats in EU- en NAVO-verband. Maar ook met gelijkgezinde partners in de VN. Daarbij blijft ook actieve dialoog nodig met de landen waarmee we van mening verschillen, of die onze systeem-concurrenten zijn. Een slagvaardig postennetwerk is hierin onmisbaar.
Nederland draagt ook bij aan het goed functioneren van multilaterale instellingen en initiatieven die multilateralisme bevorderen. Voor Nederland belangrijke thema’s zoals mensenrechten en vrije handel kunnen op deze manier blijvend onder de aandacht worden gebracht, terwijl Nederland tegelijk het gesprek – en ook de kritiek – over het functioneren van deze instellingen niet uit de weg gaat. Betrokkenheid van de Verenigde Staten blijft onontbeerlijk voor het effectief functioneren van het multilaterale systeem en Nederland zal zich hier dan ook voor inspannen. Ondanks de terugtrekking van de Verenigde Staten uit het Intermediate-Range Nuclear Forces (INF) verdrag - vanwege aanhoudende Russische schendingen - en het Open Skies verdrag blijft betrokkenheid van de VS cruciaal bij wapenbeheersing en ontwapening. Nederland wil verdere ontvlechting van het multilaterale stelsel van wapenbeheersing en ontwapening voorkomen. Het belang van actieve diplomatie hierin is groot, juist ook richting landen die multilaterale verdragen schenden.
Door de crisis worden discussies in EU-verband scherper gevoerd en zal Nederland nog meer moeten zoeken naar coalities met wisselende groepen landen. Extern gezien zal de EU als geheel eensgezind naar buiten moeten treden om een partij te zijn in een wereld waarin geopolitieke verhoudingen in beweging zijn. De EU als geheel heeft baat bij naleving van mensenrechten, rechtsstaat en democratie binnen de EU en daarbuiten. Nederland zal daarom proactief het Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid verder vormgeven zodat de EU in staat is om een actievere rol te nemen in de wereld om ons heen.
Ook tijdens de crisis blijven we pal staan voor de voor ons belangrijke waarden. We blijven landen aanspreken op hun verantwoordelijkheden, ook als we afhankelijk van hen zijn. Een sterke, coherente mensenrechtenbenadering is cruciaal, ook als het gaat om de COVID-19-respons. Het is belangrijk dat overheden zich houden aan de mensenrechtennormen waaraan zij zich hebben gecommitteerd. Daarom blijft Nederland, samen met de EU en gelijkgezinde landen, ook onder druk van de voortschrijdende COVID-19 crisis zorgen uitspreken over naleving van de mensenrechten. Hierbij hebben we onder andere aandacht voor het recht op informatie, vrijheid van meningsuiting en de positie van LHBTI’s en vrouwen en meisjes. Het kabinet blijft mensenrechtenverdedigers steunen, waaronder journalisten, en maatschappelijke organisaties. Wij willen overheden ter verantwoording roepen en zo de democratie en een sterke rechtsstaat beschermen. De inzet van het kabinet is dat in 2021 het EU-mensenrechtensanctieregime volledig in werking is.
Nederland zal zich ook in 2021 maximaal inzetten voor waarheid en gerechtigheid voor de nabestaanden van vlucht MH17.
De structurele problemen in de ring van instabiliteit rond Europa zullen daarnaast ook in 2021 veel aandacht vragen. ISIS is nog niet duurzaam verslagen in Irak en Syrië. Aanhoudende conflicten in Libië, Syrië, Irak en Jemen, evenals economische migranten die op zoek zijn naar een beter bestaan, zorgen ervoor dat de migratiedruk op Europa groot blijft. Nederland blijft daarom inzetten op een integrale Europese aanpak met nadruk op herziening van het gemeenschappelijk asielstelsel van de Europese Unie en op brede geïntegreerde partnerschappen met landen van herkomst en transitlanden.
Ook andere ontwikkelingen verdienen onze onverminderde aandacht, waaronder de ontwikkelingen in Afghanistan, ook in relatie tot de Inter-Afghaanse vredesdialoog. De situatie in Venezuela blijft zorgwekkend. Nederland zal zich in 2021 blijven inzetten voor vrije en eerlijke verkiezingen en verbetering van de humanitaire situatie in Venezuela. Verder blijft het van groot belang om de nucleaire deal met Iran in stand te houden en om het Midden-Oosten Vredesproces zoveel als mogelijk te bevorderen. Nederland zal zich hier ook in 2021 hard voor maken.
Tot slot speelt ook de toekomstige relatie tussen de EU en het VK. Na een overgangsperiode die duurt tot en met 31 december 2020 zal de relatie met het VK onherroepelijk veranderen. Nederland blijft streven naar een effectieve relatie tussen de EU en het VK en streeft ook naar een goede bilaterale relatie met het VK.
De COVID-19 crisis heeft in 2020 nog duidelijker laten zien hoe belangrijk een groot diplomatiek netwerk is om Nederlanders in het buitenland effectief hulp te bieden. Na de bijna wereldwijde sluiting van de grenzen repatrieerde het ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met partners ongeveer tienduizend Nederlandse reizigers. Het postennet speelde hierin een cruciale rol. In 2021 zal het ministerie doorgaan met de verbetering van de consulaire dienstverlening, met oog voor de lessen die we kunnen trekken uit de pandemie. Ook zet het ministerie het moderniseringstraject voort om Nederlanders in het buitenland nog beter bij te staan.
Nederland kan de eigen belangen in het buitenland alleen waarborgen met een goed functionerend postennetwerk, niet alleen in de steden waar de grote multilaterale onderhandelingen plaatsvinden, maar ook in de hoofdsteden. Burgers helpen en allianties smeden doe je immers niet alleen in Brussel en New York, maar juist ook in Rome, Rabat, Wenen en Wellington. Nederland heeft goed opgeleide diplomaten ter plekke nodig die Nederlanders helpen, Nederlandse standpunten toelichten en onze belangen rechtstreeks behartigen. Dat doet het ministerie van Buitenlandse Zaken ook in 2021. Voor Nederland en Nederlanders, wereldwijd.
Relaties met geopolitieke mogendheden
De VS blijft een essentiële partner om onze veiligheid, welvaart, en normen en waarden te bestendigen en een goed functionerend multilateraal systeem te creëren. Daarnaast onderhouden we ook een intensieve handels- en investeringsrelatie met de VS en werken we nauw samen op innovatie. Alleen gezamenlijk kunnen we een passend antwoord vinden op strategische uitdagingen waar zowel de VS als Europa voor staan. De COVID-19 crisis heeft het belang van goede trans-Atlantische betrekkingen juist onderstreept. De trans-Atlantische samenwerking blijft dan ook een van de hoekstenen van het buitenlandbeleid.
Nederland zet daarom bilateraal en in EU-verband investeringen in de relatie en samenwerking met de VS onverminderd voort, ook omdat de rol van de VS op het wereldtoneel aan verandering onderhevig is en de Amerikaanse druk op lastenverdeling hoog blijft. Daarbij gaat Nederland ook met de VS het gesprek aan over kwesties waarop we een verschillend beleid of standpunt hebben. Nederland geeft verdere invulling aan de strategische dialogen met de VS over cyber en ontwapening, wapenbeheersing en non-proliferatie.
Voor wat betreft Rusland zet Nederland zich met een combinatie van ‘druk’ en ‘selectieve samenwerking’ in voor Europese waarden en voor de veiligheid van ons land en dat van partners en bondgenoten. Tegelijkertijd is het cruciaal om met Rusland in gesprek te blijven over onderwerpen van gemeenschappelijk belang. We moeten de verbinding blijven zoeken en waar mogelijk samenwerken. Nederland trekt bij dit alles nauw op met EU-partners en bondgenoten en zal zich blijven inzetten voor het bevorderen van maatschappelijke contacten tussen Nederlanders en Russen. Ook blijft Nederland zich hard maken voor sobere en functionele ondersteuning van het bedrijfsleven, zoals ook in andere landen. Het kabinet heeft zich actief ingezet voor het mobiliseren en behouden van internationale steun voor waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17. Zowel in internationaal verband als richting Rusland heeft Nederland veelvuldig de noodzaak benadrukt van medewerking door alle landen aan VN-Veiligheidsraad resolutie 2166. Dit zal ook in 2021 prioriteit blijven.
De COVID-19 crisis geeft ook reliëf aan de context waarin het kabinet uitvoering geeft aan de China notitie. Er zijn belangrijke stappen gezet, zoals het institutionaliseren van de China Taskforce en het inrichten van het China kennisnetwerk, maar in de relaties met China – bilateraal, in de multilaterale instellingen en via de EU – zal opnieuw een juiste balans tussen ‘samenwerken’ en ‘beschermen’ moeten worden gevonden. Nederland zal mensenrechtenvraagstukken blijven adresseren met China, bij voorkeur ook in EU-kader.
Versterkte internationale rechtsorde en mensenrechten
Het kabinet wil op een pragmatische en effectieve manier bijdragen aan de naleving van de rechten van de mens, juist ook in het licht van de COVID-19 crisis. Ook het komende jaar zet Nederland daarom in op zes prioriteiten: 1) vrijheid van (online) meningsuiting, met speciale aandacht voor de versterking van de positie en veiligheid van journalisten, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging, 3) gelijke rechten voor LHBTI’s, 4) de bevordering van de internationale rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid, 5) steun aan mensenrechtenverdedigers en 6) gelijke rechten voor vrouwen en meisjes. Bij de intensivering van het mensenrechtenbeleid in 2017 heeft het kabinet zich gericht op de eerste drie prioriteiten. In opvolging hiervan zet het kabinet in 2021 stevig in op de bescherming van journalisten, onder andere door het steunen van een fonds voor juridische support van journalisten en tijdelijke relocatie van journalisten in nood.
Het kabinet spant zich in voor het behoud en versterking van de instellingen die de universele mensenrechten bevorderen. Dit doen we in zowel bilaterale contacten als in multilateraal verband, zoals binnen de VN, de EU, de OVSE en de Raad van Europa. Daarnaast is Nederland actief in samenwerkingsverbanden met gelijkgezinde landen zoals de Equal Rights Coalition, de Freedom Online Coalition, de Media Freedom Coalition en de International Religious Freedom Alliance. Immers, door samen op te trekken met partners, kan je een boodschap luider doen klinken.
Van 2020 tot en met 2022 is Nederland wederom lid van de VN Mensenrechtenraad, een bijzonder relevant platform voor internationale samenwerking en inhoudelijke resultaten op de zes mensenrechten beleidsprioriteiten. Ook geeft het lidmaatschap Nederland de mogelijkheid om de raad en haar mechanismen verder te versterken. Het is belangrijk dat er ook landspecifieke mechanismen zijn. Nederland wil voorkomen dat er disproportionele aandacht is voor één land binnen de VN. Dat geldt voor het agendapunt 7 dat Israël uitzondert. Dit laat onverlet dat het kabinet van mening is dat er in VN-verband ruimte moet zijn om gerechtvaardigde kritiek op het optreden van lidstaten te uiten. Binnen de bredere VN, maar ook binnen de verschillende ontwikkelingsbanken, pleit het kabinet voor institutionele verankering van de mensenrechtenbenadering, juist ook als het gaat om de implementatie van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de veiligheidsagenda. Daarbij hoort ook een gedegen financiering van de mensenrechtenpijler van de VN.
Ook directe steun aan internationale en lokale maatschappelijke organisaties, onder andere via het Mensenrechtenfonds, is een belangrijk instrument voor de uitvoering van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Door deze steun worden maatschappelijke organisaties versterkt in hun onmisbare rol om mensenrechten te bevorderen, misstanden aan te kaarten en directe hulp te bieden aan mensenrechtenverdedigers in nood.
Op gebied van de internationale rechtsorde blijft Nederland zich onverminderd hardmaken voor accountability en de versterking van het Internationaal Strafhof. De doelstelling is om gerechtigheid te bereiken voor slachtoffers van de meest ernstige misdrijven. Deze gerechtigheid is essentieel voor stabiliteit, vrede en veiligheid. Daarom draagt Nederland zowel financieel als beleidsmatig bij aan verschillende mechanismen die onderzoek doen naar mensenrechtenschendingen, zoals de bewijsgaringsmechanismes voor Syrië (IIIM), Myanmar (IIMM) en Irak (UNITAD).
Veiligheid en stabiliteit
De wereld zal naar alle waarschijnlijkheid ook het komende jaar onveiliger worden. Dreigingen nemen toe en zijn diverser en onvoorspelbaarder van aard. Conflictvoering manifesteert zich niet alleen in wapens maar ook in valuta, technologie, economische druk, informatie en data. De onderliggende drijvende kracht van deze situatie is de doorgezette geopolitieke verschuiving richting een multipolaire wereld die samengaat met een technologische revolutie. Het kabinet blijft daarom inzetten op (1) Voorkomen, (2) Verdedigen en (3) Versterken, zoals vastgelegd in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) (Kamerstuk 33 694, nr. 12), aangevuld door de Kamerbrief over de veranderende veiligheidsomgeving uit oktober 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 22), alsook conform de GBVS tussenrapportage die in april 2020 aan de Kamer is gestuurd. Gezamenlijk vormen deze documenten de kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid.
We zetten in op een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid, in de overtuiging dat dit ook bijdraagt aan een duurzame continuering van cruciale bondgenootschappen met onder andere de Verenigde Staten. Dit vergt enerzijds inzet op een slagvaardige Europese Unie als strategische speler, ook op veiligheidsgebied. Anderzijds vergt het bestendiging van de kracht en eenheid van de NAVO. Bouwen aan de trans-Atlantische band blijft essentieel voor onze veiligheid. We houden goed oog voor de eigen belangen en zijn ons bewust van de dreigingen, en zoeken waar mogelijk dialoog met landen van zorg.
Het GBVS gaat enkel in op menselijke veiligheidsdreigingen en niet op natuurlijke dreigingen zoals natuurrampen en gezondheidscrises. De internationale aspecten van de COVID-19 crisis zijn echter zo evident en hebben een zo serieuze impact op het (inter)nationale veiligheidsbeleid en geopolitieke verhoudingen, dat het kabinet van mening is dat bij een update van de verschillende veiligheidsstrategieën de basis moet liggen in een geïntegreerde veiligheidsanalyse die menselijke én natuurlijke dreigingen in binnen- en buitenland in een totaalbeeld meeneemt.
Voorkomen
Nederland blijft ook in 2021 inzetten op de aanpak van grondoorzaken en voedingsbodems van onveiligheid. Onderdeel daarvan is het investeren in Early Warning & Early Action, waardoor we vroegtijdig conflictrisico’s kunnen identificeren, en preventieve actie ondernomen kan worden. We blijven in dialoog met lokale veiligheidsautoriteiten en we financieren kleinschalige projecten gericht op specifieke kwetsbare groepen die gevoelig zijn voor (aansluiting bij) gewelddadig extremistische en terroristische groepen. Met Marokko en de UN Office for Counter-Terrorism (UNOCT) zet Nederland binnen het Global Counter-Terrorism Forum (GCTF) het initiatief voort om maatregelen te formuleren tegen terrorismefinanciering (ter uitvoering van VNVR resolutie 2462 uit 2019), zonder daarbij de ruimte van het maatschappelijk middenveld in te perken. Het resultaat van deze dialoog presenteert Nederland in de vorm van een set beleidsaanbevelingen op de GCTF Ministeriële in 2021.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken draagt bij aan de 7e herziening van de internationale richtlijn van de VN voor terrorismebestrijding (de zogenaamde UN Global Counter-Terrorism Strategy). Nederland zet in op een inclusief herzieningsproces met betrokkenheid van maatschappelijk middenveld en behoud van mensenrechten als uitgangspunt voor contraterrorisme maatregelen. Intussen blijft het kabinet zich inspannen voor voortzetting van het strikte Nederlandse wapenexportbeleid. In VN- en EU-verband moedigen we ook andere landen aan te bewegen tot een restrictief wapenexportbeleid. We houden tevens een scherp oog voor exportcontrole-aspecten in de onderhandelingen over het Europees Defensiefonds (EDF) en de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Ook wil het kabinet samen met de Verenigde Staten en andere bondgenoten kansen identificeren voor verwijdering van sub-strategische kernwapens uit Europa. Het New Strategic Arms Reduction Treaty (New START) wapenbeheersingsverdrag vormt met zijn effectieve verificatiemechanisme het aangewezen vehikel dat dergelijke stappen door Rusland en de VS mogelijk maakt. Nederland zet in op verlenging van dit verdrag om de weg vrij te maken voor onderhandelingen over ambitieuzere vervolgstappen.
Tot slot blijft het kabinet zich hardmaken voor een open, vrij en veilig internet, zeker nu er in COVID-19 crisis gevallen van internet-shutdowns voordoen en website takedowns plaatsvinden onder voorwendselen van het tegengaan van desinformatie.
Verdedigen
Vanzelfsprekend staat de NAVO centraal in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Het kabinet investeert in 2021 in het verdere herstel van de Nederlandse krijgsmacht en in een meer evenwichtige trans-Atlantische lastenverdeling binnen de NAVO langs de lijnen van het Nationaal Plan uit 2018. We willen een constructieve bijdrage leveren aan het reflectieproces binnen de NAVO. Dit proces heeft mede tot doel zeker te stellen dat de NAVO ook in de toekomst het hoofd kan bieden aan veranderende en nieuwe dreigingen zoals hybride conflictvoering, nieuwe (disruptieve) technologieën en cyber, en in staat is tot geloofwaardige afschrikking.
Daarnaast zet Nederland in op een EU die met haar brede civiele en militaire instrumentarium (onder andere op gebied van contra-terrorisme, economische veiligheid, bescherming van buitengrenzen en cyberveiligheid) Europa beschermt en daarbij de NAVO complementeert.
Op internationaal vlak zal Nederland zich conform internationale standaarden blijven inspannen voor vervolging en berechting van foreign terrorist fighters in de regio. In samenspraak met België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden maakt het kabinet zich hard voor berechting van ISIS-strijders in Irak. Er wordt onderzocht of hier met Irak een overeenkomst over kan worden gesloten. Dit past binnen het uitgangspunt van het kabinet dat berechting daar moet plaatsvinden waar de misdaden zijn begaan.
Naast Islamitisch geïnspireerd terrorisme vergt ook het rechtsextremisme aandacht. Het is van belang dat de internationale dreiging die hier vanuit gaat verder in kaart wordt gebracht, zo ook de mogelijkheden tot gemeenschappelijk optreden met (inter)nationale partners.
Het is een topprioriteit van het kabinet om het EU-cybersanctieregime zo snel mogelijk operationeel te maken, als onderdeel van een brede geïntegreerde diplomatieke inspanning van de EU ter bevordering van internationale veiligheid en stabiliteit in cyberspace.
Tot slot zet Nederland zich in voor behoud van het nucleaire akkoord met Iran (JCPoA). In 2021 zal Nederland zich samen met Europese bondgenoten en partners als het IAEA blijven inspannen voor implementatie van de safeguards door Iran en het maken van afspraken over het nucleaire programma van Iran. Het doel blijft regionale stabiliteit en het voorkomen van een Iraans kernwapen.
Versterken
Het kabinet zet in op versterking van de capaciteit van de EU om, vooral in de ring van instabiliteit rond Europa, meer zelfstandig aan crisisbeheer te doen. Het Europees Defensie Fonds (EDF) en de Permanent Structured Cooperation (PESCO) moeten hieraan gaan bijdragen, alsmede aan de doorontwikkeling van de Military Planning and Conduct Capability (MPCC). Dit zijn de uitgangspunten voor Nederlandse inzet bij verdere ontwikkeling van het Gemeenschappelijk Veiligheid- en Defensiebeleid (GVDB) waaraan het EU strategisch kompas in 2021 richting zal geven. Bij bepaling van deze inzet zullen aanbevelingen uit het verwachte AIV-briefadvies over de Europese veiligheidsarchitectuur worden meegewogen. Ook de Europese Vredesfaciliteit (EPF) kan, onder meer door capaciteitsopbouw in partnerlanden, de rol van de EU als veiligheidsactor vergroten.
Gezien de druk op de internationale rechtsorde en de instabiliteit in de regio’s rond Europa blijft Nederland in 2021 met militairen, politiefunctionarissen en civiel experts deelnemen aan (vredes)missies en operaties, als vorm van vooruitgeschoven verdediging. Nederland neemt zijn internationale verantwoordelijkheid door samen met bondgenoten bij te dragen aan de veiligheid elders. Deze inspanning blijft zich primair richten op de instabiele regio’s rondom Europa en vooral daar waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. Met onze kwalitatief hoogstaande bijdragen aan missies in onder meer Afghanistan, Irak en de Sahel ondersteunen wij capaciteitsontwikkeling van de veiligheidssector, en daarmee de stabiliteit en veiligheid in deze landen en regio’s. Ook in 2021 zal de inzet van de krijgsmacht waar mogelijk stoelen op een geïntegreerde benadering. Het voorkomen en duurzaam oplossen van conflicten vraagt naast militaire inzet bovenal een inclusieve politieke oplossing en de aanpak van grondoorzaken door middel van ontwikkelingssamenwerking.
In 2021 vindt de Vijfjaarlijkse toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag (NPV) plaats. Dit verdrag vormt de basis voor de Nederlandse ontwapeningsinzet. Nederland is hier in 2021 vicevoorzitter van. Om de Nederlandse ambitie kracht bij te zetten heeft Nederland het thema Risk Reduction geagendeerd in zowel NPV-context als NAVO-context. Deze inzet wordt in 2021 voortgezet met als doel de risico’s van het gebruik van kernwapens te verlagen. Nederland faciliteert als medevoorzitter van een van de drie werkgroepen onder het Amerikaanse initiatief Creating the Environment for Nuclear Disarmament internationale gesprekken over manieren waarop het ontwapeningsproces weer vooruit geholpen kan worden. Het toenemende belang van de ruimte als veiligheidsdomein wordt door Nederland onderkend.
Conform motie Verhoeven/Koopmans (Kamerstuk 33 694, nr.56) zet het kabinet zich in voor verdere internationale coördinatie van politieke attributie van cyberaanvallen in zogenaamde ‘attributieallianties’. Ook neemt Nederland initiatieven gericht op internationale capaciteitsopbouw die bijdragen aan benodigde expertise voor de zogenaamde technische attributie, oftewel het vaststellen van de actor achter een digitale aanval. Nederland blijft een voortrekkersrol op zich nemen bij de verduidelijking van toepassing en betere naleving van het bestaande internationaal normatief kader voor de regulering van cyberoperaties tussen staten. Dit middels haar actieve rol in de UNGroup of Governmental Experts en de UN Open Ended Working Group, alsook via het door Nederland gelanceerde Global Forum on Cyber Expertise en het wereldwijde netwerk van Nederlandse ‘cyberdiplomaten’.
In het grijze gebied waar economie, politiek en veiligheid elkaar raken, investeert Nederland, ook in EU-verband, in grondige kennis en analyse van mogelijke kwetsbaarheden en strategische afhankelijkheden om economische en veiligheidsbelangen te borgen. Het kabinet waakt daarbij voor mogelijke valse tegenstellingen of het risico van nationale veiligheidsargumentatie voor protectionistische doeleinden.
Een groot aantal landen in de ring rond Europa kampt met veel uitreizigers en beperkte capaciteit in de justitiële keten om bij terugkeer zorg te dragen voor vervolging, berechting, rehabilitatie en re-integratie. Samen met het Global Community Resilience and Engagement Fund (GCERF), internationale partners en de VN kijkt Nederland naar coördinatie en financiering van projecten ter ondersteuning van derde landen bij detentie en berechting, rehabilitatie en re-integratie van teruggekeerde Foreign Terrorist Fighters (FTF). Nederland agendeert dit in de FTF-werkgroep van de anti-ISIS coalitie die Nederland voorzit met Koeweit en Turkije.
Conform de Motie Koopmans (Kamerstuk 33 694, nr. 43) zal Nederland risico’s en dreigingen die voortvloeien uit productie, gebruik en handel van (nieuwe) wapensystemen internationaal adresseren. Het kabinet zet samen met de Benelux-partners in op verbetering van uitvoering van het Open Skies verdrag om de relevantie daarvan verder te vergroten. Tevens blijft Nederland inzetten op modernisering van het Weens Document. Er is zorg over Rusland dat zich niet volledig aan bepalingen van het Open Skies verdrag houdt en modernisering van het Weens Document afhoudt. Nederland betreurt de aankondiging van de Verenigde Staten dat het zich uit het Open Skies verdrag zal terugtrekken. Dit betekent immers een verzwakking van de Europese veiligheidsarchitectuur.
Klimaat en veiligheid
Nederland blijft bijdragen aan kennisvorming en oplossingsgericht denken over veiligheidsuitdagingen die samenhangen met klimaatverandering en de toegang tot natuurlijke hulpbronnen. Een nieuwe fase van het Planetary Security Initiative draagt bij aan verdere kennisopbouw op dit gebied. Ook in multilaterale fora spant Nederland zich in om klimaat gerelateerde veiligheidsrisico’s te verminderen.
Effectieve Europese Samenwerking
De Europese Unie zal met grote uitdagingen blijven worden geconfronteerd. Vanwege de terugtrekking van het VK uit de EU, grote geopolitieke verschuivingen, ingrijpende technologische ontwikkelingen en economische tegenspoed n.a.v. de COVID-19 crisis, blijft het essentieel dat de Europese lidstaten gezamenlijke slagkracht zoeken en weerbaarder uit de crisis komen. Dit is niet alleen om nationale en regionale stabiliteit en veiligheid te waarborgen, maar ook om een toekomstgerichte agenda te blijven bevorderen ten aanzien van bijvoorbeeld klimaat, migratie, het goed functioneren van de interne markt, democratie en mensenrechten.
De COVID-19 crisis is een duidelijk test voor de Europese eenheid vanwege de impact op mensenlevens en de economie, maar ook omdat het al langer bestaande belangentegenstellingen uitvergroot. Voor Nederland is het van groot belang om ernaar te streven dat de EU deze crisis gezamenlijk en op basis van eerlijke afspraken te boven komt. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal zich daarbij heel actief in moeten zetten om de Nederlandse belangen ook binnen de Europese Unie te verdedigen. Door de crisis worden discussies in EU-verband scherper gevoerd en zal Nederland nog meer moeten zoeken naar coalities met wisselende groepen landen. Dat vereist grote diplomatieke inzet. Niet alleen in Brussel, maar juist ook via bilaterale posten in de EU-hoofdsteden.
Het jaar 2021 is tevens de start voor het nieuwe Europese Meerjarig Financieel Kader voor de periode t/m 2027 (MFK). Nederland heeft zich in de afgelopen onderhandelingsperiode hard gemaakt voor een moderne, toekomstbestendige en financieel houdbare EU-begroting, die volgens een eerlijke verdeling wordt gefinancierd. Via het nieuwe MFK wordt bovendien bijgedragen aan het economische herstel na de COVID-19 crisis. Juist door noodzakelijke transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering in het beleid te integreren kunnen we onze Europese economie veerkrachtiger en weerbaarder maken. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet. Ook herstel en verdere versterking van de interne markt is cruciaal.
De beleidsdoelstellingen uit de strategische agenda, waaronder de Green Deal, mogen niet naar de achtergrond verdwijnen of vertraging oplopen als gevolg van COVID-19. Het kabinet zet daarom onverminderd in op het verhogen van het 2030 broeikasreductie doel van 40% naar 55%, het verbeteren van de circulaire economie en het tegengaan van het verlies van biodiversiteit.
Bescherming en versterking van de rechtsstaat in de EU blijft een prioriteit voor het kabinet. De COVID-19 crisis heeft de Unie ook op dit terrein voor nieuwe uitdagingen gesteld. Nederland zal zich in gezamenlijkheid met gelijkgezinde lidstaten ervoor blijven inzetten dat de waarden waar de Unie op zijn gebaseerd worden nageleefd, en dat de dialoog hierover verder wordt geïntensiveerd. De jaarlijkse toetsingscyclus voor de rechtsstaat van de Europese Commissie die in 2020 van start is gegaan, is in dat opzicht een belangrijk nieuw instrument.
Nederland blijft daarnaast inzetten op intensivering van de samenwerking met Duitsland en de Benelux-landen. In een tijd waarin de internationale en Europese context veranderen, zijn dit zeer belangrijke partners. Deze samenwerking dient voor Nederland twee doelen. Enerzijds neemt Nederland zo samen met haar buurlanden een voortrekkersrol in Europa in als het gaat om krachtige allianties vanuit gedeelde belangen. Europa begint tenslotte in de grensregio’s. Anderzijds is er de continue inzet op effectieve grensoverschrijdende samenwerking met de Benelux-landen, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Het gaat hierbij om het wegnemen van belemmeringen die mensen ervaren in de grensregio’s, met als doel de economische groei en sociale en fysieke leefbaarheid in de grensregio’s te vergroten.
Het is meer dan ooit noodzakelijk om als EU eensgezind op het wereldtoneel op te treden om Europese belangen, normen en waarden te beschermen. Een krachtigere rol voor de EU in de wereld begint bij lidstaten die een sterk en effectief Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB) voorstaan. Nederland zal ook in 2021 initiatief blijven nemen om het GBVB te versterken. In dat kader blijft Nederland zich ook in 2021 in EU- en VN-verband inspannen voor effectief sanctiebeleid in reactie op schendingen van het internationaal recht en/of ernstige mensenrechtenschendingen. Het kabinet streeft ernaar dat, nadat het EU-mensenrechtenregime is ingesteld, het doeltreffend wordt ingezet tegen individuele mensenrechtenschenders wereldwijd. Dit betekent dat hun tegoeden worden bevroren en dat zij de EU niet meer kunnen bezoeken.
Ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk blijft het kabinet zich in 2021 inzetten om de schade van Brexit voor Nederland zoveel mogelijk te beperken en de overgang naar de nieuwe situatie soepel te laten verlopen. Hierbij is de ambitie van de EU en Nederland om op 1 januari 2021 het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK in werking te laten treden, met daarin het voor Nederland belangrijke pakket aan afspraken over de economische en veiligheidsrelatie tussen de EU en het VK. De relatie tussen EU en VK zal onherroepelijk in diepte en intensiteit afnemen en voor alle betrokken stakeholders anders zijn na het aflopen van de overgangsperiode. Het kabinet blijft zich inspannen om tijdens en na afloop van de overgangsperiode alle stakeholders optimaal voor te bereiden op de nieuwe situatie en eventuele verstoringen zo goed als mogelijk op te vangen.
Dat onze buurlanden veilig, stabiel en welvarend zijn is in het directe belang van Nederland en de Europese Unie. Nederland zal daarom blijven inzetten op goede betrekkingen met de landen rondom de EU en hen waar mogelijk helpen bij het bestrijden van de Covid-19 pandemie en de gevolgen hiervan. Daarbij investeert Nederland in de rechtsstaat, de bestrijding van corruptie, het bevorderen van economische groei en het vergroten van veiligheid. Het kabinet hecht in dat kader bijzonder belang aan het EU-Afrika partnerschap. Nederland zet zich in voor versterkte, effectieve samenwerking tussen de EU en Afrikaanse partners op onderwerpen als duurzame economische groei, klimaatactie, migratie en mobiliteit en vrede en veiligheid.
Migratie
Versterkte migratiesamenwerking is nodig om irreguliere migratie richting de Europese Unie tegen te gaan, maar ook om mensensmokkel en mensenhandel te voorkomen en te bestrijden. Nog steeds wagen te veel mensen, geholpen door smokkelaars, hun leven in de gevaarlijke overtocht richting de EU. Aan de hand van het verwachte nieuwe pact voor migratie zal het kabinet zich in 2021 inspannen voor een integrale Europese aanpak met nadruk op de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en brede geïntegreerde partnerschappen met landen van herkomst en transit. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om versterkte grensbewaking, het bestrijden van mensensmokkel en het bevorderen van terugkeer, ook vanuit de partnerlanden naar de landen van herkomst.
Consulaire dienstverlening en het uitdragen van Nederlandse waarden
De COVID-19 pandemie laat het belang zien van een goede, moderne consulaire dienstverlening. In 2020 repatrieerde Buitenlandse Zaken, in samenwerking met partners uit het convenant Bijzondere Bijstand Buitenland (BBB) en na het vrijmaken van extra middelen op de rijksbegroting, circa tienduizend Nederlandse reizigers. Aan vele anderen bood het Ministerie consulaire bijstand in bijzondere omstandigheden. Tegelijkertijd werd de meeste andere consulaire dienstverlening afgeschaald, waardoor de opbrengsten van visum- en paspoortaanvragen in 2020 sterk gedaald zijn, een trend die in 2021 mogelijk zal doorzetten.
In 2021 bouwt het Ministerie verder op de geleerde lessen van de COVID-19 pandemie. Dit betekent ten eerste dat de voorbereiding voor crisissen verder wordt aangescherpt: nog meer nadruk op de voorbereiding van de reiziger (reisadviezen), de eigen verantwoordelijk van de reiziger (Wijs op reis-campagne) en de beschikbaarheid van een draaiboek of mechanisme voor wereldwijde repatriëring. De geleerde lessen bij repatriëring laten de noodzaak zien van een gedegen systematiek voor veiligheid van Nederlanders wereldwijd, zeker ook in een crisisvoorbereiding. Het Ministerie zal dan ook werken aan een verduurzaming van die structuren gericht op de veiligheid van Nederlanders en de verdere verbetering van de consulaire systemen. De informatieservice, het platform waarmee mensen zich kunnen registreren bij ambassades die via die weg kunnen communiceren met Nederlanders in hun land, wordt vernieuwd, en het consulaire case-management systeem wordt vervangen. Tenslotte is het de intentie van het Ministerie te blijven werken met de private sector in een dergelijke crisissituatie, omdat het informeren en helpen van reizigers in nood een gedeelde verantwoordelijkheid is en omdat de veiligheid van Nederlanders in het buitenland een gedeeld belang is.
De tweede geleerde les van de pandemie betreft het belang van modernisering. Het Ministerie zet dan ook extra in op de al begonnen modernisering van de aanvragen van paspoorten en visa, met als doel het aanvraagproces van beide producten zoveel mogelijk te digitaliseren. Hoewel de uitvoering hiervan wordt bemoeilijkt door de pandemie, zijn dit projecten die in de anderhalvemetersamenleving extra relevantie krijgen. Tevens gaat de ontwikkeling van het Loket Buitenland door, met als volgende doel eind 2021 circa 60 rijksoverheidsdiensten via één kanaal beschikbaar te hebben voor de Nederlander in het buitenland. Het ministerie geeft hiermee verder invulling aan de afspraak uit regeerakkoord om een one stop shop op te zetten voor Nederlanders in het buitenland.
Cultuur
Kunst en cultuur geven betekenis aan onze relaties. Ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het nieuwe, vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dit met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangwekkende landen in de rest van de wereld. Culturele samenwerking speelt onder meer een belangrijke rol bij de Nederlandse presentie in Tokio in 2021 (Olympische Spelen) en de viering van 60 jaar diplomatieke betrekkingen met Zuid-Korea, maar ook in de dialoog met landen als Rusland en China.
Polair
In 2021 zal het kabinet uitvoering geven aan de nieuwe Nederlandse Polaire Strategie voor de periode 2021-2025, die eind 2020 aan de Kamer wordt aangeboden. Hierin geeft het kabinet aan op welke wijze het zich in de komende periode wil inspannen voor veilige en duurzaam beheerde poolgebieden en voor goede internationale samenwerking ten aanzien van deze gebieden.
Regionale aandachtspunten
Venezuela
Het kabinet blijft zich zorgen maken over de situatie in buurland Venezuela. In 2021 zal Nederland zich blijven inspannen voor een democratische transitie in het land middels vrije en eerlijke verkiezingen. Nederland steunt (internationale) initiatieven die daarop gericht zijn. Wij blijven ons inzetten om de mensenrechtensituatie te verbeteren in Venezuela via de EU en in de Mensenrechtenraad. Ook zal het Koninkrijk zich blijven inspannen voor de verbetering van de humanitaire situatie in en rond Venezuela, onder meer door de meerjarige financiële bijdragen aan de Central Emergency Responce Fund (CERF), WHO, Dutch Relief Alliance en het Rode Kruis.
De situatie in Venezuela heeft een destabiliserende werking op de gehele regio, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk. Naast irreguliere migratie neemt ook de illegale drughandel en transnationale georganiseerde misdaad toe in de regio. Dit vormt een bedreiging voor het Koninkrijk. Buitenlandse Zaken werkt samen met andere departementen aan een geïntegreerde aanpak van deze problematiek.
Midden-Oosten en Noord-Afrika
Wat betreft het Midden-Oosten Vredesproces maakt Nederland zich ook in 2021 hard voor de twee-statenoplossing. De regering spant zich in om eenzijdige annexatie te voorkomen van delen van de Westelijke Jordaanoever door Israël. Tevens zal Nederland het Palestijns leiderschap aansporen de verdeeldheid op te lossen, en geweld en terrorisme te veroordelen. Nederland zal beide partijen aanmoedigen positieve stappen te nemen die een terugkeer naar onderhandelingen bevorderen, onder meer via trilaterale samenwerking.
Nederland is bezorgd over de precaire stabiliteit van Irak. Het land staat voor grote uitdagingen. Hoewel ISIS territoriaal is verslagen, blijft de veiligheidssituatie fragiel. Globale en regionale spanningen hebben een grote weerslag op het land en de interne onrust duurt voort. De nieuwe Iraakse regering dient op korte termijn hervormingen door te voeren, en de economie van Irak te diversifiëren om verdere radicalisering en irreguliere migratie te voorkomen. Dit is ook in het belang van Nederland. Nederland blijft zich in 2021 met militaire, diplomatieke en OS-middelen, inzetten om Irak en de nieuwe Iraakse regering te ondersteunen bij het bevorderen van de veiligheid en stabiliteit in het land.
De situatie in Libië, waar sprake is van een politieke, economische, humanitaire en veiligheidscrisis, blijft onverminderd zorgelijk en is over het afgelopen jaar verder verslechterd. Ontwikkelingen daar hebben invloed op Europa en dus ook op Nederland, onder andere met betrekking tot irreguliere migratie, terrorisme en georganiseerde misdaad. Nederland zal zich daarom blijven hardmaken voor een politieke oplossing voor het conflict, met een focus op het bevorderen van de rechtsstaat en mensenrechten. Dit doet Nederland onder andere door middel van het co-voorzitterschap van de Internationaal Humanitair Recht en Mensenrechten werkgroep van de International Follow-up Committee (IFC). De IFC komt voort uit de in januari in Berlijn gemaakte internationale afspraken met betrekking tot Libië en ziet toe op de implementatie ervan. Ook blijft Nederland zich onverminderd inzetten voor het verbeteren van de situatie van migranten en vluchtelingen in Libië.
Zo lang er geen alternatief akkoord is, blijft Nederland zich inspannen voor het behoud van het nucleair akkoord met Iran (JCPoA) en blijven we optrekken met de Europese deelnemers aan het akkoord. Veiligheid en stabiliteit in de Golfregio en vrijheid van navigatie blijven onverminderd belangrijk voor ons land en Nederland zal in blijven zetten op de-escalatie en diplomatie. Voorts zal het kabinet zowel in bilateraal als in multilateraal (EU/VN) verband blijven ijveren om het conflict in Jemen onder de aandacht te brengen en te bevorderen dat er een inclusieve politieke oplossing komt voor het conflict, waarbij ondersteuning aan VN-proces leidend is. We gaan onze positie in de Mensenrechtenraad gebruiken om druk te blijven houden op alle partijen als het gaat om gerechtigheid en naleving van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht.
Hoorn van Afrika en Sahel
De aanhoudende instabiliteit in de Hoorn van Afrika heeft impact op Europa en Nederland. Daarom blijft Nederland investeren in relaties met de landen in de Hoorn van Afrika. Stabiliteit in de Hoorn is blijvend van belang voor het succes van migratiesamenwerking met de landen. Die samenwerking betreft de zorg over ontheemden, en de aanpak van mensensmokkel en mensenhandel, en afspraken over terugkeer. Nederland steunt actief het transitieproces in Sudan, met bijzondere aandacht voor accountability. Het kabinet zet zich bilateraal en multilateraal in om de fragiele vredesprocessen in Ethiopië, Eritrea, Somalië en Zuid-Sudan te monitoren en consolideren.
Nederland levert daarnaast een geïntegreerde bijdrage aan de internationale inspanningen in de Sahelregio op het gebied van vrede en veiligheid, het bestrijden van armoede, het verbeteren van de kwaliteit van bestuur, en het voorkomen van verdere verspreiding van instabiliteit vanuit de Sahel naar buurlanden.
Ongewenste Buitenlandse Financiering
Ook in 2021 werkt het kabinet aan de verbetering van de transparantie over financiële stromen vanuit met name de Golfregio, als een van de maatregelen om problematisch gedrag (bijv. anti-integratief of antidemocratisch) en onwenselijke invloed op maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland tegen te gaan. In diplomatieke contacten met een aantal Golflanden (met name Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Qatar) blijft dit onderwerp hoog op de agenda staan.
Postennet
Een efficiënt en op maat gesneden postennet is essentieel, in crisistijd maar ook daarbuiten.
Wereldwijd werken bijna 3.500 mensen op zo’n 140 posten om de belangen van het Koninkrijk te dienen. Zij zijn de vertegenwoordigers van de Nederlandse overheid in het buitenland en de Nederlandse samenleving in de geglobaliseerde wereld. Onze belangen in het buitenland zijn groot. Ruim één derde van het Nederlandse nationale inkomen wordt met export verdiend. De nationale veiligheid in Nederland is zeer afhankelijk van grensoverschrijdende ontwikkelingen elders.
Of het nu Europese samenwerking is, de ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland, veiligheidsbeleid, armoedebestrijding en ontwikkelingssamenwerking of het uitvoeren van onze migratie-agenda, steeds weer blijkt hoe belangrijk Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zijn bij het behalen van onze doelen en het vertegenwoordigen van onze belangen.
De Adviesraad Internationale Vraagstukken stelde in 2017 in zijn advies ‘de Vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland’, dat een aantal internationale ontwikkelingen om extra diplomatieke acties vraagt: de internationalisering van vrijwel alle beleidsterreinen, de groei van het aantal actoren, de erosie van het multilaterale stelsel en de ‘bilateralisering’ van de Europese politiek (ook post-Brexit). In de afgelopen kabinetsperiode is daarom geïnvesteerd in het postennet. Er zijn nieuwe posten geopend in Niamey (Niger), Ndjamena (Tsjaad) en Ouagadougou (Burkina Faso). Daarnaast zijn er consulaten-generaal geopend in Atlanta (Verenigde Staten) en in Bangalore (India). Ook is er extra personeel uitgezonden naar veel van onze posten, ook in Europa, in de focus-landen voor ons ontwikkelingsprogramma en in de ring van instabiliteit rondom Europa. In 2020 wordt, conform het amendement Voordewind c.s. (Kamerstuk 35 300-V, nr. 10) een ambassade geopend in Jerevan (Armenië).
Over de eerste resultaten hiervan is aan de Kamer gerapporteerd bij het jaarverslag 2019. In 2021 zal de Kamer worden geïnformeerd over de eerste en voorlopige resultaten over de gehele periode vanaf 2018.
De afgelopen jaren is het geopolitieke speelveld nog complexer geworden. De COVID-19 crisis heeft bovendien aangetoond dat we blootstaan aan grote (systeem) kwetsbaarheden, terwijl bovendien het behalen van de SDGs ernstige vertraging oploopt. Op de posten (zowel bilateraal als multilateraal) bouwen Nederlandse diplomaten aan coalities om deze kwetsbaarheden vroegtijdig in kaart te brengen en te mitigeren. Om belangen en waarden veilig te stellen, moet een middelgrote mogendheid als Nederland het hebben van de kwaliteit van argumenten, overtuigingskracht en reputatie, kortom van diplomatie.
Alleen met een sterk en hoogwaardig netwerk van ambassades, consulaten en vertegenwoordigingen bij internationale organisaties kunnen wij onze nationale belangen internationaal behartigen, onze veiligheid en welvaart zeker stellen en werken aan een rechtvaardige en duurzame wereld waarin extreme armoede is uitgebannen.
COVID-19 maatregelen
Binnen het kabinet is afgesproken om de maatregelen, welke genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus, expliciet te benoemen als onderdeel van de beleidsprioriteiten. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die in 2020 op het terrein van Buitenlandse Zaken genomen zijn. Het betreft uitgaven welke zowel binnen de bestaande budgettaire kaders van de begroting van BZ zijn opgevangen alsook via generale middelen zijn gefinancierd. De uitgaven worden gedaan in 2020. Op de geëigende begrotingsmomenten worden de Kamers over de voortgang geïnformeerd.
Voorjaar 2020
De mutatie voor bijzondere bijstand buitenland is per incidentele suppletoire begroting aan beide de Kamers gemeld. Het betreft extra uitgaven voor de uitvoering van een convenant tussen de Rijksoverheid, verzekeraars en reisbranche getiteld ‘bijzondere bijstand buitenland als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19)’.
Daarnaast is in het voorjaar besloten om binnen de BZ-begroting middelen ter waarde van EUR 5 miljoen vrij te maken ten behoeve van het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB). Deze middelen worden ingezet voor de steun aan landen met als nadrukkelijk doel de bestrijding van COVID-19, verbetering van de bilaterale betrekkingen en bevordering van de multilaterale samenwerking in NAVO en/of EU-kader.
Zomer 2020
In de zomer van 2020 is besloten om vanuit generale middelen een pakket van EUR 150 miljoen beschikbaar te stellen om, langs de lijnen van het AIV advies 'Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19', in te zetten voor een effectieve, gepaste Nederlandse bijdrage aan de mondiale strijd tegen de impact van het coronavirus. Hiervan wordt een bedrag van EUR 8 miljoen aanvullend op de BZ-begroting opgenomen en is bedoeld voor bijdragen aan medische interventies in internationaal (met name EU- en NAVO) verband. De resterende middelen zijn opgenomen op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de kabinetsreactie is toegelicht op welke wijze de middelen worden ingezet op een aantal specifieke onderdelen (Kamerstuk 2020Z13824).
Artikel | Naam maatregel | bedrag uitgaven 2020 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
2.1 | Programma Ondersteuning Beleid; bijdrage NAVO medisch fonds | 4.000 | |
4.1 | Bijzondere bijstand buitenland | 6.600 | |
4.4 | Programma Ondersteuning Beleid | 5.000 | |
4.4 | Programma Ondersteuning Beleid; o.a. Steunverzoeken EU/NAVO | 4.000 | |