Als de Covid-19 pandemie iets helder maakt, dan is het wel hoe afhankelijk we van elkaar zijn voor onze veiligheid en ons welzijn. Grote maatschappelijke vraagstukken kunnen we alleen samen aan. Deze beleidsagenda schetst wat de samenleving in 2021 kan verwachten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), de Rechtspraak en de andere organisaties die werken op de domeinen justitie, veiligheid en migratie. Met elkaar staan we voor de rechtsstaat, zetten we ons in voor rechtsbescherming en preventie, en treden we op bij wetsoverschrijdingen. We richten een effectief en menswaardig migratiebeleid in, zodat alleen mensen komen en blijven die er recht op hebben. We doen dit alles professioneel, menselijk en met maximale transparantie.
Ons optreden als JenV is hierbij altijd aanvullend. Het is eerst en vooral aan ouders en docenten om kinderen gezond normbesef mee te geven, terwijl sociale professionals nodig zijn om kwetsbare gezinnen meer stabiliteit en perspectief te brengen. Ook bedrijven en maatschappelijke organisaties spelen een belangrijke rol; de vlotte inrichting van de anderhalvemeter-samenleving liet zien hoezeer zij de sociale orde vormen én handhaven waarbinnen we samen leven. We verwachten hier medewerking van mensen, maar evenzeer een kritische houding. Breed draagvlak onder de bevolking maakte de uitvoering van noodmaatregelen mogelijk. Maar de afgelopen periode zijn daar ook stevige discussies over gevoerd, gezamenlijk bepalen draagvlak én discussies onze collectieve democratische weerbaarheid. Ten diepste is die geworteld in vertrouwen in de rechtsstaat. Dat vertrouwen verplicht. De inzet is om de inbreuk op vrijheden zo beperkt mogelijk te houden en te verankeren in democratische gelegitimeerde wetgeving. De door de Ministers van VWS, JenV en BZK voorgestelde tijdelijke wetgeving voorziet daarin (wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19).
Te midden van alle onzekerheid moeten overheden, bedrijven en burgers kunnen rekenen op goed functionerende instituties van de rechtsstaat. De afgelopen periode hebben duizenden professionals keihard gewerkt, veelal vanuit huis, om de rechtsstaat draaiende te houden. Het goede nieuws is dat deze instituties zich buitengewoon weerbaar hebben getoond. Op de politie en de boa’s konden we blijven rekenen, ook in deze ingewikkelde tijden. In gevangenissen, asielzoekerscentra en andere organisaties is de werkwijze aangepast op de anderhalve meter norm. Nieuwe vormen van samenwerking zijn ontstaan in de ketens, met kortere lijnen en snellere besluiten. Online werken is met grote voortvarendheid opgepakt, van digitaal contact met de kinderbescherming en juridische loketten, tot telehoren in lopende asielzaken en digitale overleggen in gerechtelijke procedures.
De crisis heeft veel verdriet en schade gebracht, ook in het domein van justitie en veiligheid. Vooral in die situaties waar direct contact met mensen nodig is voor een goede procedure of begeleiding, is omgang op afstand suboptimaal. Maar de huidige tijd biedt óók kansen. Juist nu moeten we inzetten op innovaties die helpen bij het herstel én die ons minder kwetsbaar maken in de toekomst. Gezamenlijk en met onze partners gaan we bezien welke nieuwe werkwijzen in aanmerking komen om mee door te gaan. De focus ligt op kennisuitwisseling, en wanneer technologie kan ondersteunen, maken we daar zeker gebruik van.
De coronacrisis heeft onvermijdelijk effecten op de JenV-begroting, resulterend in:
– extra uitgaven om de primaire processen door te laten gaan, zoals de aanschaf van beschermingsmiddelen en intensiveringen in elektronische monitoring en telehoren;
– werkvoorraden in strafrechtketen zijn opgelopen (met name bij OM en Rechtspraak), wat leidt tot hogere kosten in 2020;
– diverse posten gerelateerd aan corona waarvoor JenV extra kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de instelling van het programma DG Covid-19;
– er is een tegemoetkomingsregeling voor sociaal advocaten (voor hen die hun inkomen uit vergoedingen vanuit de gesubsidieerde rechtsbijstand substantieel zien dalen);
– lagere ontvangsten uit griffie-bijdragen, administratiekostenvergoeding en Boeten en Transacties.
In 2021 zal verder worden gewerkt aan het wegwerken van de door de coronacrisis opgelopen werkvoorraden.
Hieronder beschrijven we de hoofdlijnen van beleid op de terreinen van justitie, veiligheid en migratie voor 2021. De inzet staat het komende jaar onvermijdelijk in het bijzondere licht van de crisis en de maatregelen waarmee we nog enige tijd zullen moeten leven. Er zijn grootschalige aanpassingen nodig in huisvesting, fysieke inrichting en werkwijzen. Het is de vraag in hoeverre processen in 2021 weer normaal kunnen verlopen en of we alle ambities op het geplande tijdpad kunnen waarmaken. De financiële ruimte is immers beperkt en sterk afhankelijk van het herstel van de wereldeconomie.
Koesteren van de rechtsstaat
Een goed functionerende rechtsstaat is het fundament van onze samenleving. Wetten en regels waaraan iedereen gelijke rechten kan ontlenen, bieden vrijheden en zekerheden aan burgers en bedrijven. De vele duizenden professionals die werkzaam zijn bij de rechterlijke macht, de politie en andere instellingen maken de rechtsstaat in de dagelijkse praktijk levend. Zij zorgen ervoor dat mensen ook daadwerkelijk hun recht kunnen halen en ervaren dat de rechtsstaat er ook voor hen is.
Bescherming van de rechtsstaat begint bij het signaleren van bedreigingen. Iedere drie jaar stelt het kabinet een Nationale Veiligheidsstrategie (NVS) op: een integrale afweging van wat onze nationale belangen bedreigt en welke aanpak nodig is. Naast infectieziekten, zijn er op dit moment met name risico’s rondom digitale dreigingen en uitval van vitale infrastructuur. Eind 2020 verschijnt een midterm review van de NVS-2019 en in 2022 wordt de NVS geheel vernieuwd. In 2021 wordt een bredere analyse gemaakt die de verwevenheid van interne en externe veiligheid tot uitdrukking brengt, wat de grondslag vormt voor een nog meer integrale strategie.
Op basis van de NVS worden plannen uitgewerkt, samenwerkingsverbanden opgezet en oefeningen uitgevoerd. Maar hoe goed je je ook voorbereidt, als de echte crisis komt is alles altijd anders. Het is dan razendsnel schakelen om de juiste maatregelen te nemen en zorgvuldig te communiceren. In reactie op Covid-19 pandemie heeft de crisisstructuur onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het afgelopen half jaar overuren gedraaid. Effectieve samenwerking tussen nationale en lokale partners is hier cruciaal, alsmede de samenwerking binnen en tussen de veiligheidsregio’s. We zijn van plan deze samenwerking in het komend jaar te versterken, op basis van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s en leerpunten uit diverse crisistypen, waaronder de actuele. Ook op EU-niveau is ruimte voor verbetering. De aanpak van een crisis moet zo dicht mogelijk aansluiten bij de werkelijkheid ter plaatse en daarom zetten wij in op betere samenwerking tussen lidstaten om waar nodig de coördinatie op EU-niveau te verbeteren.
De huidige ontwikkelingen tonen nogmaals hoe sterk onze samenleving leunt op digitale technologie: vrijwel alle vitale processen en diensten zijn afhankelijk van ICT. Dit maakt digitale veiligheid nóg belangrijker. Langs de lijnen van de Nederlandse Cybersecurity Agenda (NCSA) en de kabinetsreactie op het WRR-rapport: ''Voorbereiden op digitale ontwrichting'' versterken we de respons bij incidenten en crises met digitale aspecten. We zetten met een reeks van publieke en private partners in op het voorkomen van incidenten en versterken van de weerbaarheid. In ons stelsel is veel ruimte voor publiek-private samenwerking en eigen verantwoordelijkheid. Hiertoe brengen we in kaart welke wettelijke bevoegdheden er bestaan om informatie te delen of om in te grijpen. Dit geldt ook voor bevoegdheden om te sturen op de digitale weerbaarheid bij rijksoverheid, vitale aanbieders en niet-vitale organisaties. De uitkomsten hiervan kunnen desgewenst een plek krijgen in de wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni), met inachtneming van de huidige ministeriële verantwoordelijkheid.
Een goed functionerende rechtsstaat stoelt op solide instituties. Om effectief te zijn, moeten de Rechtspraak en JenV-organisaties als het Openbaar Ministerie, de politie en het gevangeniswezen kunnen rekenen op vertrouwen, respect en herkenning van de waarde die zij leveren. Deze professionals opereren dagelijks in een complexe en vaak schrijnende werkelijkheid, met de uitdaging om tegelijk rechtmatig, effectief én kostenbewust te zijn. Met oog voor de mens in plaats van het cliëntnummer. Dit vraagt om hoogwaardig personeel en investeringen in kwaliteit en technologie. Daarnaast is er helderheid nodig over de uitvoerbaarheid van opgedragen taken. De organisaties werken hier gezamenlijk aan en worden met dit oogmerk ook betrokken bij de totstandkoming van beleid. Hieronder gaan we verder in op wat de instellingen van justitie, veiligheid en migratie het komend jaar gaan doen om opnieuw hun effectiviteit verder te verhogen.
Effectieve organisaties van de rechtsstaat
Modernisering van de rechtspraak
Juist in crisistijd is de rol van de rechtspraak als onafhankelijke derde staatsmacht van groot belang. Dit zien we ook internationaal, waar landen verschillend omgaan met de rechtstatelijke onderbouwing van noodverordeningen. In EU-verband zal JenV namens Nederland aandringen op projecten ter versterking van de rechtsstaat. Met de European Review Cycle komt er ook een instrument waarmee de ministers van Justitie lidstaten kunnen aanspreken op ontwikkelingen in de rechtsstaat.
Als gevolg van de crisis is de urgentie om achterstanden bij diverse organisaties in te lopen, groter geworden. Dit geldt in het bijzonder voor de Rechtspraak. Die zet alles op alles om de snelheid erin te houden, onderwijl verder bouwend aan de modernisering die al in gang was gezet. Verbetering van doorlooptijden, een effectieve organisatie en innovatie staan ook in 2021 op de agenda als onderdeel van de meerjarige afspraken tussen de Rechtspraak en JenV. De bedoeling is dat mensen die een geschil hebben of slachtoffer zijn van een misdrijf sneller geholpen worden en ook sneller genoegdoening krijgen.
Er komen investeringen in digitalisering. Overeenkomstig het regeerakkoord is er voor 2021 nog een bedrag van €45,1 mln. gereserveerd voor de strafrechtketen. Ook voor het civiele- en bestuursrecht wordt 2021 een belangrijk jaar voor verdere digitalisering. Die eerste zaakstromen zullen digitaal gaan verlopen met toepassing van aangepaste regelgeving voor digitaal procederen. In EU-verband krijgt de digitale samenleving ook prioriteit: er komen nieuwe wetgevingsinitiatieven rondom privacy en consumentenbescherming. En lidstaten versterken hun samenwerking rondom toepassing van kunstmatige intelligentie in opsporing en rechtspraak.
Ook op andere terreinen vinden innovaties plaats. Naar verwachting treedt de tijdelijke Experimentenwet Rechtspleging in 2021 in werking. Nieuwe (verplichte) experimenten kunnen dan starten met eenvoudigere procedures die conflicten niet op de spits drijven, maar partijen bij elkaar brengen en echte oplossingen bieden. Met de Rechtspraak is afgesproken dat door wordt gegaan met beproeven hoe procedures maatschappelijk effectiever kunnen worden gevoerd. Omdat geschillen het meest effectief worden opgelost als partijen tot elkaar komen, worden duurzame geschiloplossing middels mediation bevorderd. Er komt een wetsvoorstel, met onder meer een wettelijk register voor beëdigd mediators, dat in de loop van 2021 voorligt bij het parlement.
Capaciteit op orde
Jaarlijks wordt op basis van het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ) geraamd welke capaciteitsbehoefte wordt verwacht in de justitiële keten. Op basis van de meest recente ramingen van de PMJ, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele gevolgen van de coronacrisis (het PMJ-proces is opgestart eind 2019 en is in januari 2020 afgerond), zijn er meerjarige bijstellingen verwerkt op basis van de meest recente uitkomsten van de PMJ-raming. In 2021 is er ruim € 142 mln. aan de begroting toegevoegd, structureel gaat het om € 332 mln. Het leeuwendeel hiervan gaat naar DJI: het gevangeniswezen € 113 mln., forensische zorg € 108 mln. en TBS € 38 mln.
Merkbaar versterkte politieorganisatie
Om de uitdagingen in de veiligheidsaanpak aan te gaan, is een flexibele, moderne politieorganisatie nodig. Dit kabinet heeft de operationele formatie uitgebreid onder andere naar aanleiding van moties uit de Tweede Kamer over bijvoorbeeld bij de Zedenpolitie, de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) en in verband met de Brexit. Sinds het begin van deze kabinetsperiode wordt gewerkt aan de uitbreiding van de politiecapaciteit, naast de vervanging van een groot aantal medewerkers vanwege pensioen. De komende jaren worden de gevolgen echt goed merkbaar, omdat het eerste, grotere cohort aspiranten afstudeert en in een operationele functie aan de slag gaat. Daarnaast begint de vernieuwde basisopleiding, waardoor aspiranten in twee jaar (in plaats van drie) worden opgeleid en deels al onder begeleiding kunnen werken in de praktijk.
De coronacrisis bevestigt dat verbinding met de wijk voor de politie van essentieel belang voor haar functioneren. De politie ontwikkelt zich naar een organisatie waarin de oriëntatie op wijk, web en wereld wordt versterkt. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van het Inspectierapport Gebiedsgebonden Politiewerk (GGP) wordt gerichter naar versterking van de basispolitiezorg gekeken, bijvoorbeeld door medewerkers in te zetten die zich richten op criminaliteit rond scholen of die als digitale wijkagent opereren. Ook bij de dienstverlening door politie zal nabijheid centraal staan.
Robuuste migratieketen
Bij het verder ontwikkelen van een robuuste migratieketen komen er verschillende analyses en beleidsdoorlichtingen tot stand. Hierbij wordt in 2021 ook gekeken naar partners waar een substantiële subsidierelatie mee is (artikel 37.2 en 37.3). Daarnaast brengen we in kaart op welke onderdelen de nationale wet – en regelgeving en uitvoeringspraktijk significant afwijkt van andere EU-lidstaten, om te onderzoeken in hoeverre aanpassingen kunnen bijdragen aan de effectiviteit van de migratieketen.
Een speciale Taskforce werkt aan het verkleinen van de wachtlijsten bij de IND. Om toekomstige fluctuaties in de instroom van asielzoekers beter het hoofd te bieden, worden ook in 2021 maatregelen die bijdragen aan flexibilisering van de asielketen door de ketenpartners verder uitgevoerd. De samenwerking tussen de ketenpartners en sturing op de migratieketen is onderwerp van voortdurende verbetering en reflectie.
Samengevat over de effectiviteit van de rechtstaat: de Rechtspraak, de politie en de migratieketen werken aan hun eigen effectiviteit om de uitdagingen van de huidige tijd aan te gaan. Versterking van de justitieketens zal overigens ook centraal staan in de nieuwe beleidsagenda voor de JenV-inzet in Caribisch Nederland. Hieronder geven we aan wat deze en andere organisaties op het domein van justitie en veiligheid van plan zijn om te gaan doen in het komend jaar.
Rechtsbescherming
De instanties van justitie en veiligheid zijn onverminderd aanwezig voor de rechtsbescherming van hen die dat nodig hebben. Vooral kinderen die bedreigd worden in hun ontwikkeling of veiligheid moeten snel geholpen worden. JenV werkt aan een breed gedragen toekomstscenario voor een effectievere jeugdbeschermingsketen. Dit wordt begin 2021 geleverd, samen met een plan van aanpak. Om huiselijk geweld en kindermishandeling sneller te stoppen worden in 2021 landelijke afspraken gemaakt met Veilig Thuisorganisaties over het optreden in de eerste 24 uur van een crisissituatie en bij vermoedens van kindermishandeling. In 2021 zal gewerkt worden met een landelijk handelingskader en kwaliteitscriteria voor de inzet van forensisch-medische expertise, waardoor slachtoffers beter worden geholpen en daders effectiever aangepakt.
Ons land heeft een goede digitale infrastructuur, die helaas ook voor criminelen aantrekkelijk is. Straffen voor allerlei vormen van digitale criminaliteit zijn bovendien relatief laag, zo ook voor het distribueren van kinderporno via servers in ons land. Dat is een beschamende situatie. De bestrijding van kinderporno krijgt daarom een impuls. Maximale straffen gaan omhoog en internetbedrijven (hosters) die laks omgaan met meldingen krijgen te maken met dwangsommen en bestuurlijke boetes. Er komt een wet om Nederlandse hosters aanhoudend bestuursrechtelijk aan te pakken. We willen geen kinderporno op servers in Nederland.
Bij een scheiding zijn kinderen nog te vaak de dupe. Bescherming van de rechten van kinderen staat daarom centraal in de ontwikkeling van een scheidingsaanpak die escalatie voorkomt en zorg en rechtspraak beter verbindt. In de loop van 2021 zijn de eerste uitkomsten beschikbaar van de nieuwe procedures, mede op basis van experimenten in twee arrondissementen. Ook wordt duidelijk hoe de prototypes van een digitaal scheidingsplein en een virtuele scheidingsbegeleider eruit komen te zien. Er komt een AMvB die regelt dat een gezinsvertegenwoordiger kan optreden zonder tussenkomst van advocaten.
Jongeren zijn niet alleen slachtoffers, soms worden ze ook daders. We maken ons vooral zorgen over hun betrokkenheid bij cyber- en drugscriminaliteit en gebruik van geweld. Naast de noodzakelijke focus op vroegsignalering, bewezen innovatieve interventies en goede nazorg, gaan we het jeugdstrafrecht aanpassen: er komt snellere, gerichte sanctionering van wetsovertredingen door jeugdigen. We willen deze trend keren om zowel de samenleving als de jongeren zelf te beschermen.
Bescherming is ook het doel van verbetering van de toegang tot het recht. Voor mensen die hier op achterstand staan, kent Nederland een stelsel van gefinancierde rechtsbijstand, momenteel in proces van herziening. Speerpunt hierin is de intensivering van rechtsbijstand bij ZSM-zaken (Zorgvuldig, Snel en op Maat). Naast de reeds bestaande wettelijk verankerde vormen van rechtsbijstand, wordt consultatiebijstand en rechtsbijstand bij OM-afdoening verleend. In 2021 wordt dit uitgebreid naar alle verdachten van misdrijfzaken. Hiervoor is jaarlijks € 10 mln. begroot binnen het totale budget voor rechtsbijstand.
Een prioriteit van dit kabinet is ook een betere bescherming van slachtoffers van misdrijven. De in 2018 gestarte Meerjarenagenda Slachtofferbeleid komt in 2021 tot een afronding. Een belangrijk spoor is het ondersteunen van slachtoffers bij het verhalen van schade. Hiertoe is in 2020 een college opgericht dat begin 2021 adviseert hoe het stelsel te verbeteren. Medio 2021 start ook (na goedkeuring door TK en EK) de implementatie van de Wet uitbreiding slachtofferrechten, die onder andere verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven verplicht ter zitting te verschijnen.
De coronacrisis vergroot de maatschappelijke verschillen. Mensen die op meerdere gronden discriminatie ondervinden zijn daarbij extra kwetsbaar. Politie, OM, Rechtspraak en andere organisaties die staan voor de rechtsstaat hebben hier een bijzondere verantwoordelijkheid. Zij voeren het gesprek over regels en gewoonten die werkelijke gelijke behandeling in de weg staan en blijven hun eigen inclusiviteit bevorderen. Anti-discriminatie is de norm en bij overtreding handhaven we, ook online. In Europees verband maken we afspraken om online ‘hate speech’ aan te pakken. Het Meldpunt internetdiscriminatie krijgt een stevige positie. Het Nationaal Actieprogramma Discriminatie krijgt een vervolg. Zo worden delicten met een discriminatie-aspect zwaarder bestraft. We voeren het Actieplan Veiligheid LHBTI verder uit en zetten € 1 mln. in tegen antisemitisme. Met gemeenten en de KNVB gaan we racisme, antisemitisme en homofobie in voetbalstadions tegen. Het wordt eenvoudiger om discriminatie te melden; alle meldingen krijgen opvolging, binnen of buiten het strafrecht.
Mensen die in aanraking komen met politie en justitie, kunnen een psychiatrische of psychische stoornis hebben. Voor de veiligheid van de samenleving is het van belang dat zij een passende behandeling en beveiliging ontvangen. Het programma forensische zorg beoogt een nieuw en versterkt fundament voor een betere balans tussen zorg en veiligheid, met ook aandacht voor goed risicotaxatie management. Ook wordt de analyse uitgewerkt die is gemaakt in het kader van de Brede maatschappelijke heroverwegingen ‘zorg voor een veilige omgeving’. De focus daarbij ligt op het afremmen van de groei van de uitgaven van de forensische zorg.
De vraag wanneer veroordeelden, met of zonder tbs-indicatie, een veilig begin kunnen maken met terugkeer in de samenleving vergt een buitengewoon zorgvuldige afweging. Begin 2021 treedt de Wet Straffen en Beschermen in werking, die het onder meer mogelijk maakt dat partners meer informatie met elkaar kunnen delen over re-integratie en risico’s, dat gedetineerden op een beperkt beveiligde afdeling kunnen worden geplaatst en dat het OM een voorwaardelijke invrijheidsstelling beslissing kan nemen.
Onderwerpen als de balans tussen zorg en veiligheid in de forensische instellingen of die tussen bescherming van kinderen en vervolging van jeugddelinquenten zijn doortrokken van de dilemma’s die inherent zijn aan de dubbele taak op ons domein – enerzijds de rechtsbescherming en anderzijds handhaving van wetten en regels en bestraffing van overtreding. Dit spanningsveld komt op talloze manieren tot uiting in de dagelijks praktijk, zeker omdat zowel in de rechtsbescherming als in de veiligheidsaanpak intensief wordt samengewerkt met een hele reeks aan partners. Lokaal bestuur, advocaten, bedrijven, maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor steun aan ex-gedetineerden en asielzoekers etc. – allen brengen zij eigen perspectieven en waarden in die meegenomen moeten worden in de overwegingen.
Dit geldt des te sterker in de veiligheidsaanpak, waar de partners van justitie en veiligheid vaak slechts één van de partijen zijn. Hieronder wordt beschreven waar onze organisaties zich het komende jaar vooral voor gaan inzetten. Bij het lezen is het dus goed te bedenken dat bij al deze onderwerpen ook een reeks aan andere interventies plaatsvindt vanuit andere departementen, bestuurslagen, bedrijfsleven en maatschappelijke partners, zowel lokaal als internationaal.
Prioriteiten in het veiligheidsbeleid
In de veiligheidsaanpak wordt telkens bezien waar de dreigingen zijn en wat voorrang moet krijgen bij de aanpak (zie 2.2.Veiligheidsagenda). Daarom is de Veiligheidsagenda tussentijds herijkt. De coronacrisis heeft in elk geval tijdelijk effect op criminaliteitsvormen: inbraken, zakkenrollen en andere vormen van traditionele criminaliteit daalden tijdelijk, terwijl fenomenen als cybercrime en fraude via internet in omvang groeien. Daarnaast gaan reeds gesignaleerde trends verder. Criminaliteit lijkt te verharden, ook onder jongeren – ondanks de sterke daling van geregistreerde algemene jeugdcriminaliteit. Grensoverschrijdende criminaliteit, cybercrime en drugscriminaliteit blijven aandacht vereisen. Maatschappelijke scheidslijnen verdiepen zich al langer in Nederland en met het onvermijdelijke economische laagtij zal de komende periode extra aandacht nodig zijn voor mensen die minder weerbaar zijn, ook tegen de verlokkingen van criminaliteit en radicalisering.
Bij dit alles is het lokaal bestuur een cruciale partner. De verantwoordelijkheid voor het lokale veiligheidsbeleid ligt immers bij de gemeente. De burgemeester heeft ook verschillende bevoegdheden in het kader van zijn openbare orde taak; zo overlegt hij of zij binnen het driehoeksoverleg over de taakuitvoering van de politie. Daarom werken het departement en taakorganisaties van JenV nauw samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en gemeenten zelf. De OOV-portefeuille (Openbare Orde en Veiligheid) bestaat al langere tijd niet meer alleen uit klassieke handhaving van de openbare orde en crisisbeheersing. Zorg, leefbaarheid, veiligheid en de bestuurlijke aanpak van ondermijning en georganiseerde criminaliteit zijn inmiddels zwaarwegende en tijdrovende onderdelen. Denk hierbij aan bevoegdheden op het terrein van huiselijk geweld, het drugsbeleid en binnen het sociale domein. De veranderde invulling van taken hangt samen met de stevigere rol die van gemeenten gevraagd wordt, bijvoorbeeld bij de aanpak van radicalisering en ondermijning. Er moet continue aandacht zijn voor toerusting van het lokaal bestuur om die stevigere rol te vervullen. Samen met de Minister van BZK wordt in 2021 verder uitvoering gegeven aan de Agenda Burgemeester (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 108).
De afgelopen jaren ziet Nederland nieuwe vormen van zware criminaliteit, waarbij het gebruik van grof geweld te midden van gewone burgers niet geschuwd wordt. Criminele organisaties spreiden hun tentakels uit in de bovenwereld en ondermijnen zo onze rechtsstaat. We hebben te maken met een diepgeworteld probleem, dat we niet gaan oplossen met incidentele maatregelen. Gedurende een langere periode is daarom een aanpak nodig die het mogelijk maakt langdurige samenwerkingsverbanden en diepergaande expertise op te bouwen. De afgelopen periode is hard gewerkt om robuuste maatregelen te nemen en die ook structureel te maken.
De aanpak van ondermijning is prioriteit, in de volle breedte: van lokaal tot internationaal, met de focus op voorkomen, oprollen en afpakken. Voor 2021 is € 141 mln. structureel extra ter beschikking gesteld. We leveren daarvoor meer bewaking en beveiliging (ca. € 40 mln.). Ook komt er een Multidisciplinair Interventie Team, waarin alle betrokken diensten intensief samenwerken (ca. € 82 mln.). Daarnaast is eenmalig € 15 mln. uitgetrokken om de lokale aanpak te verstevigen. Ten slotte is voor ondersteunende versterkingen € 4 mln. uitgetrokken. In 2020 hebben acht gemeenten incidentele middelen gekregen voor preventie van ondermijning; deze voorstellen worden mede in 2021 geïmplementeerd.
Ook de bouw van een nieuwe extra beveiligde gevangenis in Zeeland maakt onderdeel uit van de aanpak van ondermijning (met additionele middelen buiten de hierboven genoemde gelden). In juni 2020 is een bestuursakkoord gesloten over de compensatie voor het feit dat de Marinierskazerne niet naar Vlissingen verhuist. Onderdeel is de Law Delta met onder meer een justitiecomplex en een Strategisch kenniscentrum Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit in Vlissingen. Het totale budget aan Rijkszijde van € 650 mln. in 10 jaar tijd is te vinden bij de begroting van het Ministerie van BZK (bijlage 7 die ingaat op de rijksuitgaven).
Georganiseerde criminaliteit en fraude zijn ook aandachtspunten in de verwachte snelle uitrol van aanzienlijke Europese fondsen ten behoeve van economisch herstel. Economische steunmaatregelen in reactie op de effecten van de Covid-19 crisis dienen degenen te bereiken die daar het meest behoefte aan hebben. Fraude daarmee wordt dan ook actief bestreden, zowel op nationaal niveau als in EU-verband. Het is van belang dat Eurojust en Europol adequaat zijn toegerust om hun rol bij de aanpak van georganiseerde misdaad en fraude te kunnen vervullen. Hetzelfde geldt voor het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en het Europees OM (EOM). Het is van belang dat die laatste zo snel mogelijk van start gaat, zodra er voldaan is aan alle voorwaarden om dat mogelijk te maken en gaat doen waarvoor het is opgericht, te weten het bestrijden van fraude met EU-middelen. Een en ander maakt deel uit van de integrale besluitvorming over het nieuwe EU Meerjarig Financieel Kader (MFK), passend binnen de kabinetsinzet voor een modern en financieel houdbaar MFK.
Bijzondere aandacht binnen de aanpak van georganiseerde criminaliteit is er voor mensenhandel. Het lopende interdepartementale programma Samen tegen mensenhandel krijgt ook in 2021 verdere uitvoering, onder meer met de realisatie van afspraken uit de veiligheidsagenda 2019-2022. Daarbij wordt in 2021 met de middelen uit de motie Segers-Asscher verder gewerkt aan uitbreiding van de politiecapaciteit ten aanzien van de bestrijding van mensenhandel. Aandachtspunt blijft ook de gemeentelijke aanpak waarover in het interbestuurlijk programma afspraken zijn gemaakt. Daarbij blijft JenV betrokken bij de implementatie van de handvatten die VNG ontwikkelt en de uitrol van het kader. JenV blijft in contact met de betrokken partners zoals de VNG en de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIECs) om knelpunten te signaleren en waar mogelijk op te lossen. Verdere verbetering van de mogelijkheden tot gegevensdeling tussen ketenpartners is eveneens een belangrijk speerpunt. Naast gegevensdeling in de keten zal ook gewerkt worden aan de gegevensverzameling ten behoeve van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Tot slot zullen op basis van actuele ontwikkelingen waar nodig nieuwe maatregelen getroffen worden om de aanpak samen met betrokken partners blijvend te versterken.
De dreiging van cybercrime neemt toe. In antwoord hierop gaan we door met de verstoring van criminele verdienmodellen. We houden aandacht voor slachtoffers van online criminaliteit en zetten gericht in op veilig internet-gedrag, onder meer met een preventieconvenant tussen publieke en private partners. Er komt € 10 mln. extra voor uitvoering van de Wet Computercriminaliteit III. Er komen strakkere waarborgen voor de publieke aanschaf van hacksoftware en grotere inzet op het beschermen van de privacy van burgers onderling. Stevige inzet is er op het verspreiden van wraakporno; dit wordt als een zelfstandig delict strafbaar gesteld.
De terroristische dreiging in Nederland is in 2020 nog altijd aanzienlijk. Prioriteit ligt op het voorkomen van een aanslag. Verder ligt komend jaar het accent op verdere verbetering van de informatie-uitwisseling en detectie van jihadistische reisbewegingen, vervolging van terugkeerders uit strijdgebieden en re-integratie na detentie, inzet op preventie met een individuele maatwerkaanpak en beter zicht op effectiviteit van lokale interventies. We gaan problematisch gedrag (links- en rechts- en islamitisch extremisme) en ongewenste buitenlandse financiering tegen en ondersteunen gemeenten bij de aanpak hiervan. Daarbij wordt ingezet op bevordering van transparantie van maatschappelijke organisaties (wetsvoorstel ligt ter advisering bij de Raad van State). Daarnaast komt er een uitbreiding van een verbod voor radicale organisaties die tot doel hebben onze democratische rechtsstaat omver te werpen (de wetswijziging ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen(2:20 BW) komt in het najaar ter behandeling).
Bij de aanpak van dreigingen door statelijke actoren ligt de focus op economische veiligheid, ongewenste buitenlandse inmenging gericht op de diaspora en bescherming van democratische instituties. We verbeteren informatie-uitwisseling en maken doelgroepen bewuster van dreigingen. De veiligheid van de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen krijgt extra aandacht. Een investeringstoets wordt ingezet om te beschermen tegen nationale veiligheidsrisico’s bij overnames en investeringen. Ook risico’s bij inkoop vanuit de overheid en vitale infrastructuur gaan we beter beheersen. Ongewenste kennisoverdracht in brede zin wordt via de weg van (academisch) onderwijs en onderzoek beperkt door verder in te zetten op bewustwording, handvatten voor veiligheidsbeleid en verscherpt toezicht op onderzoek en onderwijs. Er komt een strategisch afwegingskader om te bepalen of (nieuwe) technologie cruciaal is voor de nationale veiligheid. Rijksbreed onderzoeken we hoe we de strategische afhankelijkheid van Nederland te verkleinen.
Een menswaardig en effectief migratiebeleid
Migratie is een dynamisch, veelzijdig en complex vraagstuk, met duidelijke internationale, Europese en nationale dimensies en samenwerkingsverbanden. Het is juist daarom van belang om open en transparant te communiceren over ontwikkelingen, knelpunten en doelstellingen. In 2021 gaat de aandacht uit naar de hierboven beschreven versterking van de migratie-keten. Daarnaast gaat de aandacht uit naar versterking van het Europees grenzentoezicht, het stimuleren van kennismigratie en het gemeenschappelijk asielbeleid. De aanpak van overlast en terugkeer van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen is een prioriteit.
Grenzen en Schengen
Een open maar weerbaar Schengen is van groot belang voor de interne markt en het vrij verkeer van personen. Het kabinet zet in op versterking van het grenstoezicht en het verbeteren van de implementatie van het Schengen- en asielacquis, ook omwille van het waarborgen van vrij verkeer. Ten aanzien van de buitengrenzen versterkt Nederland zijn bijdrage in personeel aan Frontex. Het agentschap zal door de nieuwe verordening meer capaciteit krijgen en een sterker mandaat ten aanzien van geïntegreerd grensbeheer en terugkeer. Het beheer van de buitengrenzen wordt verder verbeterd door implementatie van zes Europese verordeningen, waarbij in 2021 de nadruk ligt op de realisatie van SIS (Schengen Information System), EES (Entry-Exit System) en ETIAS (European Travel Information and Authorization System), en verdere digitalisering van het grensproces.
Gemeenschappelijk Europees Asiel Stelsel
De Europese Commissie heeft in 2020 een nieuw asiel- en migratiepakket voorgesteld, met onder meer wetsvoorstellen voor de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). In 2021 wordt de behandeling hiervan voortgezet. Een effectief asielsysteem is essentieel voor het goed functioneren van Schengen. Nederlandse prioriteiten zijn het voorkomen van secundaire migratiestromen en het aanpakken van oneigenlijk gebruik van asielprocedures en de daarmee samenhangende voorzieningen. Inzet van het kabinet hierbij is dat het traditionele op rechten geënte systeem wordt gecomplementeerd met een sterk systeem van regels, zonder hierbij solidariteit uit het oog te verliezen. Gewenste verbeteringen zijn onder meer de ontwikkeling en implementatie van een verplichte buitengrensprocedure voor kansarme asielverzoeken (terugkeer incluis), verdere harmonisatie van asielprocedures en opvangvoorzieningen en het efficiënter maken van de Dublinregels. Ook willen we streng toezicht middels monitoring door het EU-asielagentschap EASO en krachtige handhaving van de regels door de Commissie.
Minder overlast en illegaliteit, meer terugkeer
Een wisselende en relatief kleine groep asielzoekers zorgt in Nederland voor disproportionele overlast en criminaliteit. Hiermee ondermijnen ze het draagvlak voor de opvang van asielzoekers die zijn gevlucht voor oorlog en geweld. Dit vraagt om een stevige aanpak. De integrale (lokale) aanpak van de migratieketen, de strafrechtketen en het lokale bestuur zal in 2021 verder geïntensiveerd worden met de inzet van ketenmariniers, waarbij steeds wordt gekeken of aanvullende maatregelen (ook op het gebied van bewaring) noodzakelijk en mogelijk zijn. Vreemdelingen uit veilige landen zijn oververtegenwoordigd in de groep overlastgevenden; zij worden in 2021 separaat en versoberd opgevangen. Dit past bij de relatief korte tijd die zij veelal in Nederland verblijven vanwege hun kansarme asielaanvraag. Daarnaast helpt dit om deze personen goed beschikbaar te houden voor de afhandeling van de asiel- en eventuele terugkeerprocedure.
In 2021 zal een evaluatie van de vijf pilot-Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV’s) worden opgeleverd. Bij een positieve evaluatie gecombineerd met de opgedane ervaring zal de inzet zijn om een bestuursakkoord met de VNG te sluiten, om in de toekomst te komen tot een landelijk dekkend netwerk. De verwachting is dat de LVV’s de noodzaak wegnemen voor gemeenten om eigen bed, bad en broodvoorzieningen in stand te houden. Al tijdens de pilotperiode bouwen gemeenten de BBB-capaciteit in eenzelfde tempo af als die van de LVV wordt opgebouwd.
Terugkeer is aan de orde voor iedere vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijft. Binnen de EU zet Nederland zich in voor toepassing van de Visumcode om landen aan te spreken die onvoldoende meewerken aan terugkeer van hun onderdanen. Om de irreguliere instroom te verminderen en de terugkeer te bevorderen, versterken we zowel bilateraal als in EU-verband de samenwerking met prioritaire landen van herkomst en transitlanden. Daartoe zet JenV, samen met BZ en andere partners, in op o.a. versterken van opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio, opschalen van vrijwillige terugkeer, aanpakken van irreguliere migratie en mensensmokkel en meer capaciteit voor migratiemanagement. Voor landen waar vanuit migratieoogpunt prioriteit ligt, geldt een kabinetsbrede aanpak met inzet van alle beschikbare instrumenten van buitenlands beleid.
Het verkrijgen van het Nederlanderschap is een groot goed. Het kabinet verzwaart de voorwaarden die hieraan worden gesteld. Vanaf medio 2021 geldt dat vreemdelingen die om naturalisatie verzoeken het Nederlands moeten beheersen op taalniveau B1, een niveau hoger dan de huidige vereiste. Deze verhoging onderstreept het grote belang dat het kabinet hecht aan de nationaliteit.
Het stimuleren van kennismigratie blijft van belang. De verblijfsregeling voor essentieel personeel van startups treedt begin 2021 in werking. Prioriteit heeft daarnaast het stroomlijnen en concretiseren van regelgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van de erkend referent. Hiermee zet Nederland verdere stappen in het aantrekken én het behouden van internationaal talent.
Tot slot
In deze beleidsagenda is beschreven wat de voornemens zijn voor 2021 op de terreinen van justitie, veiligheid en migratie. Zowel waar het inhoudelijk beleid betreft, als waar het gaat om versterking van de organisaties die het dagelijks werk uitvoeren. Zij doen dit niet alleen; bij elk onderwerp is een keur aan stakeholders en belanghebbenden betrokken. Hun onderlinge samenwerking vormt de ruggengraat van de aanpak, we doen het echt met elkaar.
In die samenwerking zijn stevige discussies aan de orde van de dag. Over de voorwaardelijke invrijheidsstelling, over de hoeveelheid agenten in de wijk en over terugkeer van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen - om er enkele te noemen. We nemen alle perspectieven ter harte en zoeken telkens naar maatschappelijk draagvlak voor de aanpak. Toetssteen blijven de kernwaarden van onze rechtsstaat. Niet dat dat het eenvoudiger maakt. De professionals in de rechtsstaat staan dagelijks voor ingewikkelde dilemma’s. Rechtsbescherming van daders én bescherming van slachtoffers. Informatie verzamelen die de collectieve veiligheid dient én waarborgen van de privacy; strak handhaven van de anderhalve meter normen én ruimte laten voor fundamentele grondrechten. Onze intentie is om zo transparant mogelijk te zijn over de keuzes die onder onze verantwoordelijkheid worden gemaakt en hierover met de grootst mogelijke openheid te communiceren. We verwelkomen hierbij nadrukkelijk het maatschappelijk debat. Ook in dit opzicht is bescherming van de rechtsstaat een zaak van ons allemaal.