Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Investeren in perspectief – ontwikkelingen en kerndoelen

De BHOS-begroting voor 2021 bouwt voort op de nota Investeren in Perspectief, zij het in een sterk veranderde mondiale context. De uitbraak van COVID-19 en de daaropvolgende pandemie hebben internationaal ingrijpende gevolgen. We staan aan het begin van een wereldwijde, hevige recessie. De geopolitieke spanningen tussen de VS en China nemen verder toe, waardoor ook het multilaterale stelsel onder steeds grotere druk komt te staan. Mondiale waardeketens blijken kwetsbaar, wat tot risico’s leidt voor de bescherming van publieke belangen en een terugval in de armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Deze ontwikkelingen raken het BHOS-beleid en komen bovenop uitdagingen die er op dit terrein al lagen vanwege geopolitieke en economische ontwikkelingen, resterende extreme armoede, conflicten en instabiliteit, klimaatverandering, toenemend protectionisme en druk op mensenrechten en het wereldhandelssysteem.

In deze moeilijke context blijft het kabinet onverminderd inzetten op de drie hoofddoelen van de BHOS-nota Investeren in Perspectief: (1) vermindering van instabiliteit, armoede en ongelijkheid in ontwikkelingslanden; (2) bevordering van duurzame economische groei en effectieve klimaatactie wereldwijd; (3) en versterking van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Bij alle doelen geldt dat digitalisering –zowel het benutten van kansen die nieuwe technologie kan bieden als het voorkomen van negatieve effecten- door de COVID-19 crisis nog relevanter en urgenter is geworden. De Digitale Agenda voor BHOS biedt hiervoor een sterke basis.

De SDG-agenda voor 2030 blijft ook in 2021 de samenbindende preventie- en weerbaarheidsagenda en het kader voor de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering. Respect voor mensenrechten – in veel landen als gevolg van de crisis extra onder druk - is daar integraal onderdeel van. Het is zaak om de geboekte vooruitgang in het behalen van de SDG's niet verloren te laten gaan als gevolg van de crisis. Daarvoor is toewijding en effectieve samenwerking nodig; nationaal, Europees én multilateraal. 

Het is in het belang van Nederland om samen met andere overheden, partners uit het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en internationale organisaties doortastend op te treden om dit doel te realiseren. De COVID-19 pandemie biedt Nederland immers ook kansen: om het multilaterale systeem verder te hervormen, om digitaler en slimmere diplomatie te bedrijven, om nieuwe coalities te bouwen en om een duurzame transitie te versnellen. Het kabinet steunt daarom de oproep van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (VN) om ‘building back better’ tot uitgangspunt van de COVID-19 respons te maken. Ook steunt Nederland de Team Europe Approach en het initiatief van de G20 en de Club van Parijs voor het Debt Service Suspension Initiative (DSSI). Nederland zet er bij de G20, het IMF en de WB op in dat de tijd die dit schuldenmoratorium biedt, gebruikt wordt om samen met de getroffen landen te komen tot duurzame en structurele oplossingen voor de financiële problemen waarmee zij als gevolg van de COVID-19 crisis te maken hebben.

Tegen de achtergrond van deze crisis van ongekende omvang legt het kabinet voor 2021 de volgende accenten, in lijn met de BHOS-nota.

Versterking Maatschappelijk Middenveld

Maatschappelijke organisaties zijn essentieel voor een goed functionerende democratische rechtsstaat. Nederland zet in op de onafhankelijke positie van maatschappelijke organisaties en een open publieke ruimte (civic space), juist tijdens, en na de pandemie. In 2021 starten 42 partnerschappen onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld, om maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden te versterken.

Gezondheid en gendergelijkheid

Steun voor gendergelijkheid, vrouwenrechten en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), inclusief HIV/aids, is een pijler van het BHOS-beleid. COVID-19 zet deze thema’s extra onder druk. Het kabinet blijft daarom stille en luide diplomatie bedrijven om de ‘pushback’ tegen vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR tegen te gaan.

Om de weerbaarheid van landen voor COVID-19 en mogelijke toekomstige gezondheidscrises te vergroten is het belangrijk te investeren in het versterken van gezondheidssystemen. NL draagt daaraan bij door financieren van o.a. WHO, UNFPA, Wereldbank (Global Financing Facility) en maatschappelijke organisaties. Extra aandacht zal worden besteed aan activiteiten om de veerkracht van deze systemen te versterken, zoals het vergroten van efficiëntie door innovatieve financiering, betere coördinatie op landenniveau en betere samenwerking met eindgebruikers van de diensten. Nederland pleit ook voor een gendersensitieve COVID-19 respons. In 2021 gaan nieuwe programma’s van start: Power of Women (PoW) en Leading from the South (LFS) gericht op vrouwenrechtenorganisaties, en Women, Peace and Security (WPS) voor het vierde Nederlandse Actieplan 1325 (2021-2025).

Onderwijs, werkgelegenheid en jongeren

Jongeren worden in sociaaleconomisch opzicht hard getroffen door de COVID-19 crisis. Uitvoering van de kabinetsstrategie Youth at Heart (2020) is daarom extra van belang. Het kabinet blijft werken aan perspectief voor jongeren in de focusregio’s, door te investeren in onderwijs en werk en jongeren als partners te betrekken.

Klimaat

De aanpak van klimaatverandering wordt steeds urgenter. Het kabinet blijft in 2021 inzetten op groen herstel (building back better), zowel binnen als buiten Nederland, om de overgang naar een klimaatneutrale, weerbare en circulaire economie te versnellen. Uitvoering van de Overeenkomst van Parijs en verhoging van het ambitieniveau blijven kernelementen van het internationale klimaatbeleid dat het kabinet actief uitdraagt.

Geestelijke gezondheid en psychosociale steun in crisisrespons

Geestelijke gezondheid en psychosociale steun (MHPSS) zijn cruciaal voor behoud en herstel van menselijke waardigheid, weerbaarheid en daadkracht van mensen en gemeenschappen in crisissituaties. De COVID-19 crisis onderstreept het belang hiervan nogmaals. De internationale gemeenschap heeft de noodzaak van integratie van MHPSS in humanitaire hulp inmiddels erkend. In 2021 zet het kabinet in op het aanboren van nieuwe financieringsbronnen voor MHPSS. Ook wil Nederland een MHPSS-inclusieve crisisrespons vertalen in praktische handreikingen.

Handel en geopolitiek

Het multilaterale handelssysteem verkeert meer dan ooit in zwaar weer. Nederland blijft zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal inspannen voor versterking van een op regels gebaseerd internationaal handelssysteem, onder meer door te pleiten voor hervorming van de WTO. Het kabinet wil handel en duurzaamheid steviger met elkaar verbinden, zowel multilateraal in WTO-verband, als ook bilateraal door in te zetten op verdere verduurzaming van EU-handelsakkoorden. Het kabinet blijft via de uitvoering van de handels- en investeringsagenda werken aan het vergroten van het internationale verdienvermogen van Nederlandse bedrijven en richt zich daarbij in het bijzonder op de kansen die de SDG’s daarvoor bieden. De voorziene oprichting van Invest International moet hier een nieuwe impuls aan geven.

Mondiale waardeketens

De COVID-19 crisis legt de kwetsbaarheden van mondiale waardeketens bloot. Deze raken niet alleen Nederlandse bedrijven, maar hebben ook ernstige gevolgen voor miljoenen werknemers in ontwikkelingslanden die voor hun inkomen direct afhankelijk zijn van de marktvraag vanuit landen als Nederland. In het licht van de crisis wil het kabinet het systeem van mondiale waardeketens versneld duurzamer en weerbaarder maken. Het spreekt Nederlandse bedrijven daarbij aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zet zich in voor het verbeteren van regelgeving en productieomstandigheden in ontwikkelingslanden.

Economische Veiligheid

Door geopolitieke spanningen, waaronder de competitie tussen de VS en China, en technologische ontwikkelingen zijn economie, politiek en veiligheid sterker verweven geraakt. Daarom zijn op nationaal niveau en in EU-verband maatregelen genomen om kwetsbaarheden ten aanzien van economische veiligheid aan te pakken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om risico’s op het gebied van spionage, cybercrime, oneerlijke concurrentie en ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. De COVID-19 crisis geeft aanleiding om te onderzoeken of er aanvullende maatregelen nodig zijn, specifiek gericht op het weerbaarder maken van waardeketens en het behoud van toegang tot strategische goederen en diensten. Economische veiligheid als publieke waarde moet in samenhang met overige beleidsterreinen zijn beslag krijgen in effectieve maatregelen, waarbij de voordelen van de vrije markt zoveel mogelijk behouden blijven.

Ondersteuning Nederlands bedrijfsleven in het kader van COVID-19 en Brexit

Het kabinet heeft specifieke maatregelen getroffen om het internationaal opererend Nederlands bedrijfsleven tijdens en na de wereldwijde COVID-19 uitbraak te ondersteunen (Kamerstuk 35420, nr. 38). Deze maatregelen zullen in 2021 geheel of gedeeltelijk noodzakelijk blijven en/of aangepast moeten worden, mede afhankelijk van de behoeften van bedrijven.

Naast de al bestaande ondersteuning voor bedrijven in het kader van het uitreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, zoals het Brexit-loket en de Brexit-voucher, wordt in gezamenlijkheid met andere betrokken departementen de komende periode de communicatie richting het bedrijfsleven versterkt om zich goed voor te bereiden op de gevolgen van een veranderende relatie met het VK na afloop van de overgangsperiode. Hiervoor worden aan de bestaande communicatiestrategie nieuwe digitale instrumenten toegevoegd, zoals webinars en instructievideo’s. Ook zal meer gefocust worden op het tastbaar maken van kansen die er voor ondernemers in het VK liggen.

Ontwikkelingssamenwerking: focusgebieden

Versterking maatschappelijk middenveld

De ruimte voor het maatschappelijk middenveld staat wereldwijd steeds verder onder druk. Dit heeft negatieve effecten op het goed en inclusief functioneren van samenlevingen. Nederland blijft zich, ook binnen de EU, inzetten voor meer ruimte voor het maatschappelijk middenveld en voor gezamenlijk optreden tegen mensenrechtenschendingen en de krimpende ruimte van het maatschappelijke middenveld. Het kabinet investeert in programma’s van Civicus en het International Centre for Not for Profit Law. Deze partners monitoren en onderzoeken de ruimte voor het maatschappelijk middenveld. Zoals hierboven reeds genoemd zullen in 2021 42 nieuwe partnerschappen starten onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld.

Nederland zet in op het versterken van de stem van minderheden en mensen met een beperking met als doel volledige participatie en inclusie. Ook steunt Nederland het Digital Defenders Partnership dat organisaties helpt weerbaar te zijn tegen digitale bedreigingen, zoals hate speech.

Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

De vier doelen van het Nederlandse internationale genderbeleid blijven in 2021 onverminderd van kracht: (1) versterken van politieke participatie en leiderschap van vrouwen; (2) versterken van economische participatie en empowerment van vrouwen; (3) tegengaan van (seksueel) geweld tegen vrouwen en meisjes; (4) en versterken van de rol van vrouwen in conflictpreventie en vredesopbouw. Vanuit het besef dat de stem van vrouwen tijdens en na de crisis een onmisbaar geluid blijft, geven we in 2021 extra aandacht aan vrouwelijk leiderschap en inclusieve besluitvorming. Dit sluit goed aan bij de nieuwe strategische partnerschappen en de internationale inzet op feministisch leiderschap. Ook neemt Nederland een leiderschapsrol in de actiecoalitie ‘feminist movements & leadership’, die begin 2021 wordt gelanceerd tijdens het uitgestelde Generation Equality Forum (GEF) ter viering van 25 jaar Beijing Platform of Action.

Om de economie van landen weerbaarder te maken wil Nederland de economische positie van vrouwen versterken en vrouwelijk ondernemerschap stimuleren. Via het innovatieve financieringsprogramma Affirmative Finance Action for Women in Africa (AFAWA) zal het kabinet in 2021 vrouwelijke ondernemers en financiële instellingen bijstaan met risicokapitaal, advies en expertise. Binnen programma’s en fondsen gericht op het mkb in ontwikkelingslanden krijgen vrouwelijke ondernemers extra aandacht.

Nederland blijft investeren in het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag via een gemeenschappelijke aanpak met maatschappelijke organisaties, bedrijven en internationale organisaties. In 2021 is het zaak de voortgang te consolideren.

Keuzevrijheid en verbeterde toegang tot anticonceptie

De COVID-19 pandemie onderstreept het belang van een veerkrachtige gezondheidssector. Naar verwachting zullen ongewenste (tiener-)zwangerschappen, moeder- en kindsterfte, en obstakels voor toegang tot HIV/aidspreventie en -behandeling toenemen als gevolg van de pandemie. Met diplomatieke en financiële middelen zet het kabinet zich in voor behoud van internationale afspraken over SRGR en tegen de toenemende internationale druk op SRGR. Ook in 2021 wordt dit gerealiseerd door (gezondheids-)systemen structureel te versterken. Lokaal ownership is hierbij essentieel, net als samenwerking tussen lokale overheden, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en (internationale) maatschappelijke organisaties.

Nederland blijft de mondiale gezondheidsarchitectuur steunen via de WHO, vaccinatie-alliantie Gavi, GFATM (Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria), UNAIDS, Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (GFF), en UNFPA (United Nations Population Fund), met speciale aandacht voor effectieve onderlinge samenwerking tussen deze organisaties. Nederland ziet er op toe dat deze organisaties inzetten op het versterken van gezondheidssystemen, verduurzaming, innovatieve financiering, gendergelijkheid en het bereiken van kwetsbare groepen, in samenspraak met het lokale maatschappelijk middenveld.

In 2021 gaat het SRHR Partnership Fund (2021-2025) onder het SDG-5 fonds van start, als onderdeel van het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld. Het richt zich op steun voor beïnvloeding ten behoeve van SRGR, met name voor jongeren en achtergestelde groepen. Ook beschikbaarheid van anticonceptiemiddelen blijft een prioriteit van het kabinet. Belangrijke aandachtspunten zijn de rol van de private sector in de productie en distributie, en initiatieven ter verbetering van de kwaliteit van anticonceptiemiddelen.

Investeren in onderwijs, werk en jongeren

In lijn met de jongerenstrategie Youth at Heart werkt het kabinet aan perspectief voor jongeren in de focusregio’s. In 2021 investeert Nederland in onderwijs via onder andere het Global Partnership for Education (GPE), Education Cannot Wait (ECW) en de Innovative Financing Facility for Education (IFFEd). Nederland zet onverminderd in op betere aansluiting van (beroeps-)onderwijs en benodige vaardigheden van jongeren bij de vraag van de arbeidsmarkt. Hiertoe steunt het kabinet het programma Nexus Skills and Jobs, Generation Unlimited, het Prospects-partnerschap en het Orange Knowledge programma.

Het kabinet ondersteunt mkb-bedrijven met groeipotentieel om te groeien en werkgelegenheid te creëren, en stimuleert jongeren en vrouwen om ondanks de crisis een eigen onderneming te starten. Programma’s die in 2021 fatsoenlijk werk en inkomen als hoofdprioriteit hebben, zijn het Challenge Fund for Youth Employment, Orange Corners, het Local Employment for Development in Africa (LEAD) programma, en het Youth Entrepreneurship and InnovationFund van de Afrikaanse ontwikkelingsbank. In 2021 intensiveert het kabinet de aandacht voor jongeren binnen bestaande mkb-programma’s. Het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en de door FMO beheerde programma’s MASSIF en Nasira bieden mkb-bedrijven essentiële toegang tot financiering, en creëren en behouden daarmee banen. Nederland deelt kennis over wat wel/niet werkt in het Global Initiative on Decent Jobs for Youth.

Bevordering van jongerenparticipatie, zowel in beleid als uitvoering, is van groot belang. In 2021 zet het kabinet kansen en uitdagingen voor jongeren centraal in de uitvoering van het BHOS-beleid en in de dialoog met partners. Nederland werkt daartoe samen met One Young World.

Opvang en bescherming in de regio In 2021 gaat het Prospects-partnerschap, gericht op de aanpak van langdurige crises van ontheemden in de Syrië-regio en in de Hoorn van Afrika, het derde jaar in. Dit partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank biedt duurzame oplossingen voor vluchtelingen, ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen. In samenwerking met de private sector is Prospects gericht op bescherming, onderwijs en werk, zodat vluchtelingen en ontheemden een menswaardig bestaan kunnen opbouwen daar waar zij (tijdelijk) verblijven. Daarbij is aandacht voor MHPSS ook van groot belang. In 2021 worden op basis van een tussentijdse evaluatie eerste lessen over de effectiviteit van Prospects getrokken.

Migratiesamenwerking Het kabinet zal ook in 2021 mensensmokkel en -handel bestrijden, voorlichting geven over risico’s van irreguliere migratie, mensenrechten van migranten beschermen en terugkeer en herintegratie bevorderen. Daarbij wordt de samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) – de grootste uitvoerder van Nederlandse programma’s op het terrein van migratiesamenwerking, inclusief vrijwillige terugkeer van gestrande migranten - gestroomlijnd. Het kabinet zet hierbij in op een meer strategische relatie, samen met andere donoren.

In 2021 versterkt het kabinet de strijd tegen mensenhandel, in samenwerking met de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee, het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Intensivering van diplomatieke contacten met herkomst- en transitlanden op alle niveaus is daar een integraal onderdeel van.

Noodhulp en humanitaire diplomatie De COVID-19 pandemie vergroot humanitaire noden aanzienlijk, in 2020 en waarschijnlijk ook daarna. Dit noopt tot adequate humanitaire actie en diplomatie. Het kabinet draagt hieraan bij met tijdige en ongeoormerkte financiering van sleutelorganisaties als UNHCR, WFP, UNICEF en het internationale Rode Kruis. Het kabinet zet ook in op grotere effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector conform de afspraken gemaakt in de Grand Bargain in 2016.

In 2021 legt het kabinet extra nadruk op verdere integratie van MHPSS bij het verlenen van humanitaire hulp in conflictsituaties, onder meer door financiering van een Minimum MHPSS Service Package. Ook is er meer aandacht voor bescherming en empowerment van vrouwen, meisjes en andere kwetsbare groepen in humanitaire crises. Daarnaast start het kabinet in 2021 met pilotprojecten voor steun en rechtsbijstand aan slachtoffers van seksuele exploitatie en intimidatie.

De COVID-19 crisis onderstreept het belang van lokale capaciteit(sopbouw) in crises. Betere financiering voor lokale hulporganisaties en meegaan in lokale prioriteitstelling is één van de thema’s in de Grand Bargain, en krijgt in de nieuwe opzet van de Dutch Relief Alliance (DRA) verder vorm. 

Het kabinet blijft zich inzetten voor de onder Nederlands voorzitterschap aangenomen VN-Veiligheidsraadresolutie 2417 over conflict en honger. Specifieke aandacht gaat naar het verbod op uithongering als oorlogswapen, naar het voorkomen van honger als gevolg van conflict, en naar instrumenten die schendingen van het internationaal recht op deze punten aanpakken.

Rechtvaardige en vreedzame samenlevingen

Door het versterken van de rechtsstaat en aandacht voor inclusieve vredesprocessen draagt Nederland bij aan rechtvaardigheid, legitieme stabiliteit en vrede in de focusregio’s. Het gaat om het verbeteren en hervormen van de veiligheidssector, het opruimen van explosieve oorlogsresten, het voorkomen van gewelddadig extremisme, steun voor vredesonderhandelingen, conflictbemiddeling en transitional justice, het verbeteren van toegang tot rechtspraak, en het versterken van democratische instellingen. SDG-16 (rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen) vormt hierin de leidraad, evenals een geïntegreerde inzet van ontwikkelingssamenwerking, diplomatie en militaire missies.

Naast een gedegen analyse van de conflictsensitiviteit van de Nederlandse inzet voorafgaande aan een activiteit, wordt ook extra aandacht besteed aan de risico’s gedurende de uitvoering van activiteiten in conflictgebieden.

In 2021 draagt het kabinet actief bij aan de uitvoering van de VN-Veiligheidsraadresolutie over de VN-Vredesopbouw Architectuur (2020), gericht op verbetering van de VN-inzet op vredesopbouw wereldwijd. Het kabinet steunt hiertoe het VN Peace Building Fund, bepleit integratie van MHPSS in vredesopbouw en zet zich ook in EU-verband in voor het toepassen van de mensenrechtenbenadering bij wederopbouw.

Internationale klimaatactie Het kabinet streeft ook in 2021 naar ambitieuze uitvoering van de overeenkomst van Parijs en verhoging van de ambities voor emissiereducties wereldwijd. Nederland wil de inzet om de mondiale doelen van Parijs te halen niet laten verslappen, aangezien de kosten van klimaatadaptatie jaarlijks exponentieel toenemen. Actieve klimaatdiplomatie van Nederland zal zich niet alleen richten op het ambitieniveau via onder meer het NDC-Partnership, maar ook op de cruciale bevordering van groen herstel (building back better) in de post-COVID-19 fase. Het kabinet geeft extra aandacht aan de strijd tegen ontbossing en landdegradatie, in lijn met de in 2020 aangekondigde verdubbeling van de uitgaven voor dit doel.

Nederland stelt ambitieuze doelen voor klimaatfinanciering en benadrukt de belangrijke rol die het bedrijfsleven en de financiële sector daarin spelen. Het kabinet vraagt multilaterale banken om hun portefeuilles in lijn te brengen met de doelen van Parijs, om fossiele financieringen uit te faseren en om landen te helpen met groen herstel. De financiële inzet voor ontwikkelingslanden richt zich zowel op klimaatmitigatie als op -adaptatie, onder meer via het Groene Klimaatfonds (GCF). Het overzicht van de verwachte Nederlandse klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden in 2021 vindt u in bijlage zeven bij de HGIS-nota.

Investeren in duurzame energie en in de overgang naar een circulaire economie zijn voorwaarden voor toekomstbestendige economische groei. De stijgende vraag naar metalen die gepaard gaat met de overgang naar duurzame energie is zorgwekkend. Nederland zet daarom in op internationale multi-stakeholder partnerschappen voor verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden.

Betere voeding, klimaatslimme landbouw, water en sanitatie

Het aantal mensen dat voedsel-onzeker is stijgt al drie jaar. De COVID-19 pandemie zal naar verwachting een sterke verdere stijging tot gevolg hebben. Het voorkomen van voedselcrises staat hoog op de agenda van het kabinet in 2021. Hongersnoden en humanitair ingrijpen kunnen met goed werkende lokale voedselsystemen mogelijk worden voorkomen. Het kabinet ondersteunt dit door te investeren in voedselproductie en toegang tot gezonde voeding.

In 2021 krijgt de voedselsysteembenadering internationaal en politiek meer vorm. Deze benadering koppelt de inzet op klimaat, duurzame landbouw, voedselmarkten en diëten aan elkaar in de grote uitdaging een groeiende wereldbevolking van een gezond dieet te voorzien. Nederland speelt een actieve rol tijdens de VN Food Systems Summit. Speerpunten daarbij zijn een brede deelname van zowel publieke als private belanghebbenden, en de verbinding tussen wetenschap en beleid op het gebied van landbouw en duurzame voedselsystemen in brede zin (incl. voeding en ecologie).

De wereldwijde COVID-19 crisis onderstreept het belang van toegang tot drinkwater, sanitatie en hygiëne (WASH). WASH is de eerste verdedigingslinie om (infectie-)ziekten te voorkomen. WASH gaat ook moeder- en zuigelingensterfte tegen en vermindert het verzuim onder schoolgaande meisjes. Nederland ondersteunt daarom in 2021 programma’s van nationale en internationale partners die de toegang van arme en kwetsbare groepen tot WASH verbeteren. De doelstelling om in 2030 50 miljoen mensen te voorzien van sanitaire voorzieningen en hygiëne en 30 miljoen mensen van toegang tot schoon drinkwater, blijft overeind. Het kabinet zet daarbij in op transformatieve verandering, nationaal en lokaal, zodat de gerealiseerde voorzieningen blijven.

Nederland draagt bij aan verbeterde waterzekerheid en -veiligheid om zo de gevolgen van veranderende neerslagpatronen te mitigeren. Het verbeteren van het beheer van stroomgebieden wordt onder meer via de Wereldbank gestimuleerd. In 2021 worden toepassingen valuing water principes gepresenteerd. Deze zijn met Nederlandse steun geformuleerd, en hebben duurzamer watergebruik en –beheer als doel.

Investeringen in de focusregio’s Het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid verschuift in deze kabinetsperiode geleidelijk naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). In vergelijking met 2017 neemt de besteding van de thematische budgetten in de focusregio’s met een derde toe. Het cijfermatige overzicht hiervan is opgenomen in de HGIS-nota. Ook in 2021 vergt de opbouw van programma’s in nieuwe landen in de focusregio’s de nodige aandacht. In de Sahel-regio, met nieuwe programma’s in Niger en Burkina Faso, speelt de zorgwekkende veiligheidssituatie een belangrijke rol. Door het uitblijven van een politieke oplossing in Syrië, blijft steun aan de omringende landen voor de opvang van vluchtelingen en ontheemden, interne (economische) stabiliteit en het creëren van werkgelegenheid daar de kern van de inzet.

Nederland en EU-ontwikkelingssamenwerking

In Afrika zijn uitdagingen die het bereiken van de SDG’s in de weg staan talrijk. Door de COVID-19 crisis zijn deze verder vergroot. Nederland steunt daarom de Team Europe benadering, waarbij de EU-Commissie, EU-instellingen, EU-lidstaten en hun nationale ontwikkelingsorganisaties en –banken gezamenlijk optrekken om de COVID-19 crisis wereldwijd het hoofd te bieden. Het kabinet steunt de inspanningen van de EU om een stevig partnerschap met Afrika te ontwikkelen. De economie in Afrikaanse landen groeit, en onder meer digitalisering en de circulaire economie bieden kansen voor verdere economische en sociale ontwikkeling. Ook staan de EU en Afrika voor gezamenlijke uitdagingen, onder andere op het gebied van vrede en stabiliteit, klimaatverandering en inclusieve groei.

In 2021 start een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK, 2021-2027). Als onderdeel hiervan zal vanaf 2021 het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) het belangrijkste financieringsinstrument zijn waarmee ontwikkeling in landen buiten de EU wordt gefinancierd. De steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) zal vanaf 2021 uit het NDICI worden gefinancierd, en niet meer, zoals tot en met 2020 het geval was, uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat buiten de EU-begroting staat. Het kabinet steunt de geografische focus binnen het NDICI op Sub-Sahara Afrika en de landen in de ring rondom de EU –het Nabuurschap. Onder het NDICI zal ook een garantiefonds worden opgezet, het European Fund for Sustainable Development+ (EFSD+).

Het is de intentie van de EU-Commissie om de onderhandelingen tussen de EU en ACS landen over een vervolg op het Verdrag van Cotonou, dat nu de relaties tussen beide regelt, in 2020 af te ronden.

Het kabinet blijft zich inzetten om Nederlandse organisaties beter te positioneren als uitvoerder van programma’s van de EU-Commissie, onder andere via gedelegeerde samenwerking.

Duurzame en inclusieve groei wereldwijd

Mobiliseren van de private sector voor de SDG's

De private sector is een onmisbare partner voor het realiseren van duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen. Nederland werkt dan ook actief samen met de private sector om werkgelegenheid en leefbaar loon te creëren. Het kabinet zet door middel van Innovatieve Financiering voor Ontwikkeling (IFO) in op het aantrekken en opschalen van private financiering en op het gebruik van publieke middelen als hefboom voor private investeringen in bedrijven in ontwikkelingslanden ter ondersteuning van nieuwe en bestaande werkgelegenheid.

Het kabinet ziet een belangrijke rol voor de private sector bij het behalen van de SDG's, zeker nu er vanwege COVID-19 een extra inspanning gevraagd wordt. Het kabinet stimuleert en ondersteunt het Nederlands bedrijfsleven om de SDG's tot uitgangspunt van hun verdienmodel te maken, verantwoordelijkheid te nemen bij het tegengaan van negatieve milieu en sociaal-maatschappelijke effecten (‘do no harm’) en het ambitieniveau te verhogen (‘do good’). Het kabinet stelt hiervoor financiering beschikbaar, onder meer via de SDG Partnerschapfaciliteit. Invest International, waarvan de oprichting voorzien wordt, zal hierin ook een belangrijke rol vervullen. Invest International zal een deel van het financiële instrumentarium voor de ondersteuning van Nederlandse ondernemers bij hun (SDG-relevante) internationaliseringsstrategie bundelen, en vult dit aan met een eenmalige injectie van 833 miljoen euro investeringskapitaal en een jaarlijkse bijdrage van 9 miljoen euro voor projectontwikkeling.

Integrale aanpak mondiale ketenverduurzaming

Nederland streeft er naar dat de productie van goederen en diensten wereldwijd op een duurzame en verantwoorde manier plaatsvindt. Daarbij ziet het kabinet een rol voor de private sector, overheden en maatschappelijke organisaties. COVID-19 biedt een kans om zwaktes in de systemen aan te pakken en waardeketens duurzaam en verantwoord opnieuw in te richten. In 2021, het internationale jaar voor de uitbanning van kinderarbeid, spant het kabinet zich in om bestrijding van kinderarbeid in ketens te versnellen door de grondoorzaken van kinderarbeid aan te pakken, waaronder inzet op het bevorderen van leefbaar loon. Ook wordt nadere invulling gegeven aan de Wet Zorgplicht Kinderarbeid.

Het kabinet zal in 2021 het belang van duurzame en inclusieve waardeketens benadrukken in een sterke diplomatieke inzet richting internationale platformen en organisaties als de Wereldbank, de WTO en het World Economic Forum (WEF). Ook wordt de politieke dialoog met productielanden voortgezet, om zo ambities voor ontbossingsvrije productie en minimumlonen te verhogen. Het kabinet steunt Solidaridad en IDH om met bedrijven en overheden te werken aan de transitie naar duurzaam, waaronder circulair, ondernemen.

In 2021 zal opvolging worden gegeven aan de evaluatie van de IMVO-convenanten en aan de assessment van het Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten. De kabinetsdoelstelling dat 90% van de grote bedrijven in Nederland in 2023 de OESO-richtlijnen expliciet onderschrijft vraagt om extra beleidsinspanningen, bewustmaking, voorlichting en ondersteuning.

Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Internationale handel is essentieel om de economische gevolgen van COVID-19 te mitigeren. Nederland zal zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal blijven inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. Nederland streeft daarbij naar een inclusieve aanpak, met betrokkenheid van de VS. Verder zal handelspolitiek in 2021 in het teken staan van: weerbaarheid van de EU, verdere verduurzaming van handelsakkoorden en het creëren van een internationaal gelijk speelveld voor het bedrijfsleven.

De EU moet beleid ontwikkelen om haar strategische weerbaarheid te vergroten met betrekking tot strategische goederen en diensten, waaronder bepaalde medische goederen en (grondstoffen voor) medicijnen. Waardeketens moeten weerbaarder en flexibeler worden. COVID-19 leert ons dat de EU voor sommige (medische) producten te afhankelijk is van slechts een paar landen of leveranciers. Om ook in tijden van crisis te komen tot een eerlijke verdeling van schaarse goederen, zet Nederland, samen met de Commissie, in op een Essential Health Goods Agreement binnen de kaders van de WTO.

Om het draagvlak voor handelspolitiek te vergroten zal de relatie met duurzaamheid verder versterkt moeten worden. Bilateraal kan dit door verdere verduurzaming van toekomstige EU-handelsakkoorden. Nederland zet zich daarvoor in binnen de EU en heeft samen met Frankrijk ideeën aangedragen. Een aanknopingspunt is de door de Europese Commissie naar voren te halen brede herziening van de Europese handelspolitiek. Multilateraal kan verduurzaming van handel gerealiseerd worden door een sterkere focus hierop binnen de WTO, onder andere door de WTO-onderhandelingen over het afschaffen van schadelijke visserijsubsidies af te ronden.

Nederland zal blijven werken aan een duurzaam internationaal investeringssysteem. Inzet is de voortgaande modernisering en hervorming van investeringsakkoorden en van investeerder-staat geschillenbeslechting. Het mkb krijgt hierbij bijzondere aandacht.

Het internationale speelveld voor het bedrijfsleven zal een belangrijk thema zijn, mede door de recessie als gevolg van COVID-19 en de China-strategie. In de EU moet overeenstemming worden bereikt over het International Procurement Instrument (IPI) en zal een instrument worden ontwikkeld om verstoringen op de EU interne markt door buitenlandse subsidies tegen te gaan.

Digitaliseringsagenda BHOS

Het kabinet implementeert de Digitale Agenda voor BHOS in 2021, waarbij nadruk ligt op het benutten van de kansen van digitalisering voor de SDG's. De agenda richt zich hoofdzakelijk op de toekomst van werk, digitalisering voor een robuuste, duurzame voedselproductie, versterking van het maatschappelijk middenveld en digitalisering in noodhulp. De Nederlandse inzet op al deze thema’s is om digitale inclusie te vergroten, om zo te voorkomen dat specifieke groepen, zoals vrouwen, ouderen en mensen in rurale gebieden minder profiteren van technologische innovatie of zelfs worden uitgesloten van belangrijke dienstverlening. Ook zet Nederland in op verantwoord gebruik van technologie en data door bedrijven en overheden om mensenrechten te waarborgen.

Via het Strategisch Partnerschap van Nederland met UNCTAD zal het kabinet in 2021 met eTrade for Women vrouwelijke tech-ondernemers bijstaan met advies, expertise en regionale netwerken. Ook zal Nederland hun deelname aan internationale en regionale beleidsdialogen ondersteunen. Binnen programma’s gericht op regionale ketens gaat speciale aandacht uit naar het versterken van digitale handel van het mkb in arme landen. Digitalisering van het mkb en toegang van deze landen tot digitale handel zijn, post COVID-19, urgenter dan ooit. Fintech kan bijdragen aan betere toegang tot financiële diensten.

Gezien de huidig ontwikkelingen rond COVID-19 zal ook op het gebied van economische diplomatie ingezet worden op digitalisering en cybersecurity. Met de nieuwe acquisitiestrategie, uitgevoerd door de NFIA in samenwerking met de regionale partners van het Invest in Holland netwerk, wil het kabinet meer focus aanbrengen in de acquisitie van buitenlandse bedrijven. Daarbij zal nog meer dan voorheen worden gezocht naar buitenlandse bedrijven die Nederland innovatiever en duurzamer maken en die bijdragen aan de verdere digitalisering van ons land.

Een proactieve handels- en investeringsagenda

Markttoegang

De EU zal in 2021 de onderhandelingen met derde landen over bilaterale handelsakkoorden voortzetten. Dergelijke handelsakkoorden leiden tot nauwere politieke relaties en intensievere economische betrekkingen, die in tijden van een mondiale economische recessie des te belangrijker zijn. Bilaterale handelsakkoorden verbeteren de onderlinge markttoegang, bieden een platform voor dialoog en verminderen het risico op conflicten en schadelijk protectionisme. De EU zal verder onderhandelen over nieuwe EU-handelsakkoorden met Indonesië, Australië en Nieuw-Zeeland en over modernisering van het associatieakkoord met Chili. De onderhandelingen van de EU met China over een investeringsakkoord zullen ook worden voortgezet, hoewel de voortgang mogelijk beperkt zal zijn.

Brexit

Het kabinet blijft inzetten op een zo breed en zo ambitieus mogelijk toekomstig partnerschap met het Verenigd Koninkrijk. Belangrijk punt van aandacht is de voorbereiding op de nieuwe relatie met het VK na afloop van de overgangsperiode. Daarnaast hecht het kabinet groot belang aan een gedegen implementatie van het terugtrekkingsakkoord.

Maatwerk in de economische diplomatie

De kabinetsinzet richt zich in belangrijke mate op het ondersteunen van de internationale ambities van Nederlandse mkb’ers en startups, met specifieke aandacht voor kansen op het terrein van vrouwelijk ondernemerschap. Daarbij zet het kabinet vooral in op het vergroten van de groep mkb’ers die over de grens zakendoet.

Herinrichten van het publieke en private handels- en investeringsbevorderende netwerk

De inzet van het publiek-private netwerk bestaande uit NLinBusiness (NLiB), Trade and Innovate NL (TINL) en NLWorks, gericht op het versterken van de economische belangen, wordt in 2021 gecontinueerd, en met het oog op de COVID-19 ontwikkelingen, waar nodig aangepast. Het Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL) ondersteunt deze inzet en ziet toe op de samenhang. Een belangrijke doelstelling van dit netwerk is de ontwikkeling en uitrol van de meerjarige marktbewerkingsstrategieën in 2021 (zie hieronder).

NLiB ondersteunt mkb ondernemers die internationaal willen groeien, door met hen kennis, contacten en marktexpertise te blijven delen en het bereik van ondernemers te vergroten. Via verdere digitalisering en samenwerking met lokale business councils wordt het aantal NL Business Hubs wereldwijd uitgebreid.

TINL groeit toe naar een landelijk dekkend netwerk van regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROMS), die zich gezamenlijk inzetten voor internationalisering van de regio’s. Alle provinciale en stedelijk partners worden daarbij gepositioneerd om het bereik van ondernemers te vergroten via workshops, seminars, in- en uitgaande missies en bedrijfsadvisering.

NL Works vergroot de ontwikkeling van consortia van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen met nieuwe programma’s op het gebied van water, gezondheidszorg, landbouw, duurzame ketens en natuurbescherming, landbouwlogistiek en havengebied ontwikkeling en smart cities. Deze programma’s zijn innovatief en dragen bij aan oplossingen voor mondiale maatschappelijke uitdagingen en leggen koppelingen met de SDG-agenda.

Excellente dienstverlening voor het mkb en start-ups

De inzet van het kabinet op een gedifferentieerde benadering van markten waar kansen liggen voor Nederlandse ondernemers (top-9, top 25-markten, OS-focusmarkten en overige markten) wordt in 2021 voortgezet. De productontwikkeling en toegankelijkheid van het handelsinstrumentarium blijft de volle aandacht krijgen. Hierbij wordt voortgebouwd op in 2020 gerealiseerde verbeteringen, zoals de verbetering van informatievoorziening en digitale dienstverlening. In reactie op de COVID-19 crisis zijn maatregelen genomen om het internationaal opererend Nederlandse bedrijfsleven door deze moeilijke tijd heen te helpen en handelsstromen op gang te houden. Afhankelijk van de actuele situatie, zal het kabinet bezien of deze maatregelen in 2021 geheel of ten dele voortgezet worden. Er wordt gestreefd naar een optimale aansluiting van het Nederlandse bedrijfsleven op herstelmaatregelen van landen en internationale financiële instellingen.

Centraal onderdeel van deze gedifferentieerde aanpak is de ontwikkeling en inzet van meerjarige marktbewerkingsstrategieën voor - in eerste instantie de top-9 strategische markten – vanuit publieke-private krachtenbundeling. Deze gerichte meerjarige marktbewerking ondersteunt overheid, ondernemers en kennisinstellingen om de Nederlandse kennis en kunde optimaal te positioneren op de strategische markten voor ons internationale verdienvermogen. De gevolgen van de COVID-19 crisis op internationaal zakendoen en de positie van Nederlandse ondernemers zullen hierbij een belangrijk aandachtspunt vormen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de pandemie, de veerkracht van het internationale Nederlandse bedrijfsleven en het internationale economische klimaat is het mogelijk dat in de uitvoering van de publiek-private inzet in 2021 verder geprioriteerd zal moeten worden.

Taskforce handelsbevordering Nederland-Afrika

Ter invulling van de motie Amhaouch c.s. (34952 XVII, nr. 69) heeft het kabinet de Taskforce Handelsbevordering Nederland - Afrika opgericht waar de private inzet op het bevorderen van internationale handel en investeringen samenkomt met de publieke inzet op handelsbevordering en duurzame economische ontwikkeling in Afrika. Zo wordt door slim gebruik te maken van de instrumenten van publieke en private partners gezocht naar mogelijkheden om de marktkracht en het investeringsvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven optimaal in te zetten ten behoeve van werk en inkomensverbetering in veelbelovende Afrikaanse markten.

Amendement ROMS

Ter invulling van het amendement Amhaouch en Weverling (35 300 XVII, nr. 19) is opdracht verleend voor het Trade Relations Programma, gericht op internationalisering van het mkb in de regio’s. De pilot loopt tot eind 2021 en wordt uitgevoerd door de Trade and Innovate partners. Zij halen bij regionale bedrijven internationaliseringswensen op, zorgen voor follow up en brengen onbenut exportpotentieel in beeld. In 2021 zal de pilot worden afgerond en geëvalueerd.

Amendement innovatiesamenwerking

Aan RVO is in 2020 de opdracht verleend voor de uitvoering van werkzaamheden voor de pilotprojecten ter ondersteuning van het bedrijfsleven bij het opzetten van langdurige bilaterale innovatiesamenwerkingsprojecten op de terreinen voedselzekerheid, agrifood en waterbeheer, conform het amendement Weverling (35 300 XVII, nr. 25). De pilots richten zich op de stap tussen Research & Development samenwerking en handelsbevordering en gaan in 2021 van start.

COVID-19 maatregelen

Binnen het kabinet is afgesproken om de maatregelen, welke genomen zijn als gevolg van de impact van COVID-19, expliciet te benoemen als onderdeel van de beleidsprioriteiten. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die in 2020 op het terrein van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking genomen zijn. Het betreft uitgaven welke zowel binnen de bestaande budgettaire kaders van de begroting van BHOS zijn opgevangen alsook via generale middelen zijn gefinancierd. De uitgaven worden gedaan in 2020 (met uitzondering van een betaling van EUR 10 miljoen aan het IMF die zal plaatsvinden in 2021). Om een en ander in goede banen te leiden is binnen het Ministerie een speciale Corona Taskfoce-OS opgericht. Op de geëigende begrotingsmomenten worden de Kamers over de voortgang geïnformeerd.

Op twee momenten is een pakket aan maatregelen gepresenteerd.

Voorjaar 2020

In het voorjaar van 2020 is via een Kamerbrief (Kamerstuk II, 33 625, nr. 293) een aantal maatregelen aangekondigd en toegelicht. In lijn met de wijzigingen zoals opgenomen in onderstaande tabel (tabel 1), zijn budgetten aangepast via de eerste suppletoire begroting 2020. Het betreft middelen welke binnen de bestaande budgettaire kaders van de BHOS begroting zijn geheralloceerd.

Tabel 1 Extracomptabel overzicht Coronamaatregelen voorjaar 2020(bedrag x EUR 1 000)

Artikel

Naam maatregel

bedrag uitgaven 2020

Relevante Kamerstukken

2

WASH programma UNICEF

7.500

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Strategic Preparedness and Responce Plan

7.500

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Dutch Relief Alliance

10.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Central Emergency Response Fund

15.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Country Based Pooled Funds

5.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Internationaal Comité van het Rode Kruis

5.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

3

Global Financing Facility - Wereldbank

10.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

5

IMF Catastrophe Containment and Relief Trust

25.0001

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

5

VN Responce and Recovery Trust Fund

15.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

 

Subtotaal

100.000

 

4

Noodfonds WHO

5.000

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

4

Internationaal Comité van het Rode Kruis

6.300

Kamerstuk II 33 625, nr. 293

 

Subtotaal

11.300

 
 

Totaal

111.300

 
1

EUR 10 miljoen wordt in 2021 betaald

Zomer 2020; AIV advies

Zoals aangekondigd in de Kabinetsreactie op het AIV advies 'Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19' (Kamerstuk 2020Z13824) wordt aanvullend op het eerder pakket, het budget voor de inzet van de gevolgen van COVID-19 wereldwijd, verhoogd met EUR 150 miljoen. In onderstaande tabel (tabel 2) is inzichtelijk gemaakt op welke onderdelen deze inzet is vertaald naar budgettaire aanpassingen per beleidsartikel. Het betreft hierbij inzet van generale middelen.

Tabel 2 Extracomptabel overzicht Coronamaatregelen zomer 2020; AIV advies (bedrag x EUR 1 000)

Artikel

Naam maatregel

bedrag uitgaven 2020

Relevante Kamerstukken

 

Preventie

27.000

 

2

WASH SDG6 consortium (Simavi, PLAN, SNV)

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

3

GAVI - Covax Advance Market Commitment for COVID-19 vaccins

5.000

Kamerstuk 2020Z13824

3

FIND - Foundation for Innovative New Diagnostics

5.000

Kamerstuk 2020Z13824

V-2.1/4.4

Overig (Begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken)1

11.0002

Kamerstuk 2020Z13824

    
 

Humanitaire hulp, voedselhulp en transport

48.000

 

3

Education cannot wait - First Emergency Respons mechanism

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

4

DRA (Dutch Relief Alliance)

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

4

CERF (Central Emergency Response Fund)

9.000

Kamerstuk 2020Z13824

4

CBPF (Country-Based Pooled Funds)

15.000

Kamerstuk 2020Z13824

4

ICRC/Rode Kruis

12.000

Kamerstuk 2020Z13824

    
 

Sociaal economische weerbaarheid

75.000

 

1

DGGF (Dutch Good Growth Fund)

15.000

Kamerstuk 2020Z13824

1

Trade Mark East Africa

3.000

Kamerstuk 2020Z13824

2

GAIN - Netherlands Food Partnership

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

2

IFAD (Intermational Fund for Agricultural Development) - COVI-19 Rural Poor Stimulus Facility (RPSF)

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

2

Safetynet Ethiopie (WB Cash Transfers PSNP)

13.000

Kamerstuk 2020Z13824

2

Family Support Programme Sudan

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

3

Medical Credit Fund - PharmAccess

6.000

Kamerstuk 2020Z13824

5

Schuldverlichting IMF/Wereldbank

20.000

Kamerstuk 2020Z13824

 

Totaal

150.000

 
1

2

EUR 4 miljoen hiervan zal door defensie worden uitgegeven

Licence