Base description which applies to whole site

2.2 Overzicht Coalitieakkoordmiddelen Rutte IV

Binnen het Coalitieakkoord kabinet Rutte IV zijn middelen gereserveerd voor verschillende doelen binnen het Mobiliteitsfonds. Bij eerste suppletoire begroting is er in totaal € 14,1 miljard toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds.

Op de aanvullende post zijn na eerste suppletoire begroting resterende middelen gereserveerd voor het Coalitieakkoord. Deze middelen zullen op een later moment worden overgeboekt naar het Mobiliteitsfonds. Het gaat om € 10,5 miljard voor instandhouding voor de periode 2026 t/m 2035 en € 1,25 miljard structureel, € 3,1 miljard voor de Lelylijn, € 200 miljoen voor veiligheid rijks N-wegen en € 50 miljoen voor fietsknooppunten OV en fietsenstallingen.

Tabel 3 Overzicht toegekende middelen Coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Instandhouding infrastructuur

75

350

875

1.150

160

160

160

160

Lelylijn

5

5

      

NGF peiler infrastructuur

300

700

800

800

250

250

250

 

Ontsluiten nieuwe woningen

 

900

1.000

1.000

800

800

750

750

         
 

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

totaal

Instandhouding infrastructuur

160

      

3.250

Lelylijn

       

9

NGF peiler infrastructuur

       

3.350

Ontsluiten nieuwe woningen

750

750

     

7.500

Instandhouding infrastructuur

In het coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor beheer, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. De komende jaren groeit de extra bijdrage stapsgewijs toe naar jaarlijks 1,125 mld. extra vanaf 2026 en structureel €1,25 miljard extra vanaf 2038 voor de instandhouding van onze wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen, ook met het oog op de verkeersveiligheid.

Voor de korte termijn (periode tot en met 2025) worden de middelen door middel van dit wetsvoorstel nu toegevoegd en ingezet om de programmering van Rijkswaterstaat en ProRail op te hogen. De extra middelen uit het coalitieakkoord zijn daarbij niet toereikend om al onze wensen en ambities (tegelijk) te realiseren.

Daarnaast wordt er voor VenR jaarlijks vanaf 2026 tot in ieder geval 2029 € 160 miljoen uit de CA-middelen overgeheveld naar IenW. De specifieke verdeling naar de RWS-netwerken moet nog worden uitgewerkt. Over wat dit betekent voor de programmering van VenR-projecten en de dit jaar de te maken keuzes zal ik u later nog informeren.

Lelylijn

In het coalitieakkoord zijn middelen gereserveerd om op termijn met medefinanciering vanuit de regio en uit Europese fondsen de Lelylijn te kunnen aanleggen. De komende periode wordt uitgewerkt hoe de Lelylijn, in het kader van het Deltaplan voor het Noorden, kan bijdragen aan versterking van de economie van het Noorden, de ontsluiting van nieuw te ontwikkelen woningbouwgebieden en betere internationale treinverbindingen met het noorden van Duitsland.

In dit wetsvoorstel worden voor de Lelylijn de middelen toegevoegd om het haalbaarheids-onderzoek uit te kunnen voeren. Eerst wordt ingezet op een gestructureerd MIRT-onderzoek van ca. 1-2 jaar dat moet toewerken naar een MIRT-startbeslissing (start MIRT-verkenning). Om daadwerkelijk tot een MIRT-verkenning te kunnen overgaan, moet er zicht zijn op volledige financiering van de meest plausibele variant, en dienen de resterende budgetten bij deze kostenraming gevonden te worden o.a. via regionale (mede)financiering en financiering vanuit Europese fondsen.

NGF peiler infrastructuur

De reservering voor de bijdrage van de rijksoverheid van incidenteel € 2,53 miljard voor de drie infrastructuurprojecten uit de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds bestaande uit de Noordzuidlijn, Oude Lijn en Brainport Eindhoven wordt toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Daarbovenop wordt incidenteel € 820 miljoen toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds.

Ontsluiten nieuwe woningen

In het coalitieakkoord is afgesproken om € 7,5 miljard beschikbaar te stellen voor goede ontsluiting en bereikbaarheid van nieuwe woningen in de 15 grootschalige woningbouwgebieden en daarbuiten. Met als doel een bijdrage te leveren aan het oplossen van de woningbouwcrisis. Daarbij wordt zowel naar snelheid van realisatie als naar de toekomstbestendigheid van nieuwe woongebieden gekeken, vanuit het perspectief van een deur tot deur-bereikbaarheid. De omvang van de opgave vraagt scherpe keuzes bij toekenning van middelen aan woongebieden en de ontsluiting daarvan. De middelen voor de ontsluiting van nieuwe woningen worden door middel van dit wetsvoorstel toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds.

De Wet Mobiliteitsfonds schrijft voor dat hieruit realisatie, beheer en onderhoud van infrastructurele maatregelen (Rijksinfrastructuur en lokale en regionale infrastructuur) kunnen worden bekostigd, evenals maatregelen ter vergroting van de doelmatigheid of de veiligheid van het gebruik van infrastructuur. Investeringen in de bereikbaarheid en mobiliteit uit het Mobiliteitsfonds worden gedaan volgens de MIRT systematiek, afspraken worden gemaakt conform het MIRT proces.

Licence