Uitgaven 2022 | |
---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 2.540.680 |
Belangrijkste suppletoire mutaties | |
1) Aanpassing accres 2022 | 86.188 |
2) Afrekening ruimte onder plafond BCF 2021 | 15.485 |
3) Opcenten MRB | 124.000 |
4) Opschorten oploop opschalingskorting | 10.000 |
5) Overige mutaties | 20.622 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 2.796.975 |
Toelichting
1. Aanpassing accres 2022
Het accres 2022 is onderdeel van de normeringssystematiek. Als gevolg van mutaties in de accres relevante uitgaven (ARU) wordt het accres 2022, ten opzichte van de stand Miljoenennota 2022, verhoogd met € 86,2 mln.
2. Afrekening ruimte onder plafond BCF 2021
De ontwikkeling van het BTW compensatiefonds (BCF) en het bijbehorende plafond leiden, conform het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO, met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering van de fondsen. Bij Miljoenennota 2022 werd de ruimte onder het plafond voor 2021 geraamd op € 243,2 mln., waarvan € 27,2 mln. voor de provincies. Bij de definitieve afrekening blijkt deze ruimte te zijn toegenomen met € 135,0 mln. Dit overschot wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en provinciefonds. Het aandeel van de provincies daarin bedraagt € 15,5 mln.
3. Opcenten MRB
Electrische voertuigen zijn tot en met 2024 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting (MRB). Daardoor lopen de provincies opcenten mis. Deze gederfde opcenten voor de periode 2021-2024 van totaal € 372 mln. worden gecompenseerd in de periode 2022 t/m 2024. Dit betekent € 124 mln. per jaar.
4. Opschorten oploop opschalingskorting
De oploop van de opschalingskorting voor provincies is geschrapt voor de duur van deze kabinetsperiode. Het betreft een reeks die oploopt van € 10 mln. in 2022 naar € 40 mln. in 2025. Dit betekent dat de stand van de opschalingskorting zoals bereikt in 2021 (€ 35 mln.) wordt bevroren gedurende de periode 2022 t/m 2025.