Base description which applies to whole site

5.1 Sociale fondsen SZW

Deze paragraaf beschrijft de financiering van de premie-uitgaven onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Onderdeel daarvan zijn de door de Minister van SZW vast te stellen premiepercentages voor de volks- en werknemersverzekeringen. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen van UWV en SVB.

5.1.1 Premiepercentages 2022

Premievaststelling

Jaarlijks stelt de Minister van SZW de premiepercentages volks- en werknemersverzekeringen vast. De voorstellen hiertoe voor 2022 zijn in tabel 114 opgenomen. Deze premiestelling heeft het kabinet beoordeeld binnen het lastenkader voor huishoudens en bedrijven en de koopkrachtontwikkeling. Het saldo van de premie-inkomsten en de premiegefinancierde uitgaven (het exploitatiesaldo van de fondsen) is onderdeel van het EMU-saldo van de overheid als geheel.

AOW

Het premiepercentage voor de Algemene ouderdomswet (AOW) wordt op hetzelfde niveau vastgesteld als in 2021. Bij het Ouderdomsfonds zijn de premieopbrengsten niet voldoende om de uitgaven te dekken. De inkomsten van het Ouderdomsfonds worden daarom aangevuld door middel van rijksbijdragen (zie ook artikel 12). De AOW-premie wordt gecombineerd geheven met de loon- en inkomstenbelasting. Uit het Ouderdomsfonds worden de uitgaven op grond van de AOW betaald. Die uitgaven bestaan zowel uit het ouderdomspensioen (de AOW-uitkering) als de inkomensondersteuning in aanvulling op het ouderdomspensioen (de IOAOW).

Anw

Het premiepercentage voor de Algemene Nabestaandenwet (Anw) wordt op hetzelfde niveau vastgesteld als in 2021.

AWf

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkeringen van marktwerkgevers. Als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) zijn er vanaf 2020 twee premietarieven binnen het AWf: een laag tarief voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief voor flexibele dienstverbanden. Het lage tarief wordt voor 2022 geraamd op 2,20 procent en het hoge tarief op 7,20 procent. Het (gewogen) gemiddelde van de AWf-werkgeverspremie bedraagt dan 3,45 procent. Definitieve vaststelling van de AWf-premie vindt plaats in oktober.

In 2021 is het tarief van de AWf-premie per 1 augustus verlaagd om werkgevers te compenseren voor het niet doorgaan van de baangerelateerde investeringskorting (de BIK). De tabel geeft de premie zoals deze gold aan het begin van 2021.

Ufo

Alleen overheidswerkgevers betalen de Ufo-premie. De Ufo-premie wordt voor 2022 gelijk gehouden op 0,68 procent.

Uniforme opslag kinderopvang

De premieopslag kinderopvang voor 2020 blijft met 0,5 procent gelijk aan die in 2020. De premieopslag kinderopvang wordt door werkgevers betaald door middel van een opslag op de Aof-premie.

Aof

De Aof-premie is (voorlopig) vastgesteld op gemiddeld 6,76 procent. Vanaf 2022 kent de Aof-premie twee verschillende tarieven: een tarief voor kleine werkgevers (tot 25 maal de gemiddelde premieplichtige loonsom) en een tarief voor grotere werkgevers. Definitieve vaststelling van de Aof-premietarieven vindt plaats in oktober.

Whk

De premie voor de Werkhervattingskas (Whk), waaruit de uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en uitkeringen op grond van de Ziektewet worden betaald, is door UWV voor 2022 vastgesteld op gemiddeld 1,52 procent.

Tabel 114 Premiepercentages sociale verzekeringen (%)

Premie

Fonds

Uitgaven

Betaald door

2021

2022

AOW

Ouderdomsfonds

AOW

Werknemer

17,90

17,90

Anw

Nabestaandenfonds

Anw

Werknemer

0,10

0,10

      

Awf-laag

Algemeen Werkloosheidsfonds

WW, ZW

Werkgever

3,95

3,45

 

Awf - laag tarief

  

2,70

2,20

 

Awf - hoog tarief

  

7,70

7,20

Ufo

Uitvoeringsfonds voor de overheid

WW, ZW, WGA overheid

Werkgever

0,68

0,68

Aof

Arbeidsongeschiktheidsfonds

WGA, IVA, WAO, WAZ, WAZO, ZW

Werkgever

7,03

6,76

 

Aof - kleine werkgevers

   

5,49

 

Aof - grote werkgevers

   

7,05

Aof

Uniforme opslag kinderopvang

Kinderopvang

Werkgever

0,50

0,50

Whk

Werkhervattingskas (rekenpremie)

WGA, ZW

Werkgever

1,36

1,52

5.1.2 Sociale fondsen

Exploitatiesaldi

De premiegefinancierde uitgaven worden vanuit de sociale fondsen betaald. Op basis van de eerdergenoemde premiepercentages voor 2021 en 2022 en de verwachte ontwikkeling van de desbetreffende grondslagen zijn de uitgaven en ontvangsten van de sociale fondsen geraamd in tabel 115 en 116. Hierbij is rekening gehouden met de bijdragen aan de fondsen van het Rijk en de onderlinge betalingen van de fondsen. Het saldo tussen betaalde en ontvangen onderlinge betalingen is voor de sociale verzekeringen negatief, omdat uit enkele van deze fondsen premies voor de zorgverzekering worden betaald. Tegenover deze negatieve saldi staan dus positieve saldi bij de zorgfondsen.

In de onderstaande tabellen worden de arbeidsongeschiktheidsfondsen (het Aof en de Whk) samen weergegeven.

Het exploitatiesaldo van de fondsen is het verschil tussen de premie-inkomsten en de premiegefinancierde uitgaven van de fondsen. In 2022 bedraagt dit saldo naar verwachting bijna € 5,6 miljard voor alle fondsen samen. Het positieve saldo wordt met name veroorzaakt door de arbeidsongeschiktheidsfondsen. Het exploitatiesaldo van de fondsen maakt onderdeel uit van het totale EMU-saldo.

Het exploitatiesaldo van het Anw-fonds is negatief doordat de rijksbijdrage op nul is vastgesteld. Hierdoor wordt het vermogensoverschot in het Anw-fonds langzaam teruggebracht (zie ook tabel 117).

Tabel 115 Overzicht sociale verzekeringen 2021 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

22.290

153

19.357

6.174

47.974

Bijdragen van het Rijk

22.898

0

239

310

23.448

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

1.386

446

1.833

Saldo Interest

24

‒ 1

45

18

86

Totaal Ontvangsten

45.212

152

21.028

6.949

73.340

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

43.022

318

13.239

4.630

61.209

Uitvoeringskosten

130

9

799

770

1.708

Betaalde onderlinge betalingen

537

21

2.219

903

3.680

Totaal Uitgaven

43.689

348

16.258

6.303

66.597

      

Exploitatiesaldo

1.523

‒ 196

4.770

646

6.744

Bron: SZW en CPB (MEV 2022)

Tabel 116 Overzicht sociale verzekeringen 2022 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

22.252

151

19.440

7.529

49.372

Bijdragen van het Rijk

22.590

0

243

97

22.930

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

1.483

466

1.950

Saldo Interest

23

‒ 3

88

29

137

Totaal Ontvangsten

44.865

148

21.254

8.121

74.389

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

44.161

310

13.894

4.855

63.220

Uitvoeringskosten

154

9

827

814

1.804

Betaalde onderlinge betalingen

551

19

2.295

930

3.795

Totaal Uitgaven

44.865

338

17.016

6.599

68.819

      

Exploitatiesaldo

0

‒ 191

4.238

1.523

5.570

Bron: SZW en CPB (MEV 2022)

In tabel 117 wordt voor de jaren 2021 en 2022 de verwachte vermogenspositie van de verschillende fondsen weergegeven. De vermogens van de fondsen worden vergeleken met de normen. Een vermogen gelijk aan de norm geeft aan dat het fonds gemiddeld genomen over het jaar over voldoende liquiditeiten beschikt om de uitkeringen te financieren. De middelen van de fondsen worden aangehouden op een rekening-courant bij het Rijk. Indien er sprake is van een vermogenstekort zal het Rijk niet alleen tijdelijk gedurende het jaar maar ook langduriger deze tekorten moeten aanvullen via de rekening-courant.

Het vermogensoverschot van de fondsen stijgt naar verwachting in 2022 naar iets meer dan € 20 miljard. Dat overschot is vooral te danken aan de overschotten in het Anw-fonds en in de arbeidsongeschiktheidsfondsen. Zoals hierboven beschreven daalt het vermogen in het Anw-fonds doordat de rijksbijdrage op nul is gesteld. Het vermogensoverschot van de arbeidsongeschiktheidsfondsen stijgt. De WW-fondsen hebben weliswaar de laatste jaren een exploitatie-overschot, maar de tekorten uit het verleden zijn nog niet ingelopen. De vermogenspositie van de WW-fondsen is daardoor negatief. Dankzij de jaarlijkse rijksbijdrage aan het tekort van het Ouderdomsfonds blijft de vermogenspositie van het Ouderdomsfonds door de jaren heen neutraal, al kunnen er in individuele jaren relatief beperkte tekorten of overschotten zijn.

Tabel 117 Vermogenspositie sociale fondsen (bedragen x € 1 mln)
 

ultimo 2021

ultimo 2022

 

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Ouderdomsfonds

1.141

1.141

0

1.141

1.170

‒ 29

Anw-fonds

2.956

44

2.911

2.765

44

2.721

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

20.532

678

19.854

24.770

709

24.061

WW-fondsen

‒ 6.204

1.879

‒ 8.082

‒ 4.681

1.879

‒ 6.560

Totaal sociale fondsen

18.425

3.742

14.683

23.995

3.802

20.193

Bron: CPB (MEV 2022)

Licence