Indicator - De beweging naar de Juiste Zorg Op de Juiste Plek
We willen dat mensen de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plek krijgen. Als het kan in de eigen omgeving. Het liefst gewoon thuis. Uitgangspunten daarbij zijn het voorkomen van duurdere zorg, verplaatsen van zorg (dichterbij mensen), vervangen van zorg door meer innovatieve zorgvormen en (domeinoverstijgend) samenwerken om zorg meer aan te laten sluiten bij de behoeften van mensen.
De voortgang van de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek wordt kwalitatief inzichtelijk gemaakt door middel van een lerende evaluatie die wordt uitgevoerd door het RIVM. Deze evaluatie heeft als doel om partijen lokaal, regionaal of landelijk te stimuleren, te ondersteunen en te inspireren om de beweging naar de JZOJP verder te brengen. Dat wordt gedaan door inzicht te geven in ontwikkelingen en ervaringen, de knelpunten en versnelpunten. In het najaar van 2021 wordt door het RIVM een indicatorenset vastgesteld waardoor de beweging JZOJP ook kwantitatief in beeld kan worden gebracht. Deze indicatorenset is nog in ontwikkeling en zal waarschijnlijk betrekking hebben op onderwerpen zoals kwaliteit van zorg, volksgezondheid, kosten, werkplezier en toegankelijkheid.
0-meting | Doelstelling | |
---|---|---|
Zorg meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) * | ‒ | + 50% (2020) |
*In het kader van het vernieuwde Topsectorenbeleid heeft het ministerie van VWS in samenwerking met andere departementen en stakeholders missies opgesteld op het gebied van Gezondheid en Zorg. Deze missies geven richting aan de activiteiten van de Topsectoren in de komende jaren, en richten zich specifiek op een aantal terreinen waar VWS een meerwaarde ziet voor de Topsectoren. Deze missies zijn in april 2019 door het kabinet vastgesteld (kst-33009-82). Hoewel de missies oorspronkelijk bedoeld zijn voor het Topsectorenbeleid, hebben ze betekenis voor het beleid van VWS in de volle breedte. | ||
De centrale missie is: In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30% afgenomen. | ||
Daaronder vallen vier missies die elk bijdragen aan de realisatie van de centrale missie: | ||
Missie 1: In 2040 is de ziektelast als gevolg van een ongezonde leefstijl en ongezonde leefomgeving met 30% afgenomen; | ||
Missie 2: In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) georganiseerd, samen met het netwerk rond mensen; | ||
Missie 3: In 2030 is het aantal mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking dat naar wens en vermogen kan meedoen in de samenleving met 25% toegenomen; | ||
Missie 4: In 2030 is de kwaliteit van leven van mensen met dementie met 25% toegenomen. |
Indicator - Betaalbaarheid van de zorg
De directe, beïnvloedbare indicator voor de betaalbaarheid is de plafondtoets voor de zorg, omdat die aangeeft of de zorguitgaven binnen het door het kabinet gestelde maximum blijven. Zoals in het Financieel Beeld Zorg (VWS-jaarverslag 2020) beschreven blijven de netto-zorguitgaven jaarlijks meer dan € 1 miljard onder dat gestelde plafond. Daarmee wordt dus ruimschoots voldaan aan de doelstelling. Twee bredere relevante indicatoren voor de betaalbaarheid van de zorg betreffen het aandeel van het BBP dat wordt besteed aan zorg en de gemiddelde lasten per volwassene. De lasten per volwassene zijn gestegen van € 5.178 in 2018 naar € 5.651 in 2020 .
Indicator – Arbeidsmarkt\
Een actuele visuele weergave van alle kernindicatoren van het actieprogramma is te vinden op https://dashboards.cbs.nl/v1/AZWDashboard/ onder het kopje ‘Werken in de Zorg’.
0-meting | Actuele stand | |
---|---|---|
Verwachte personeelstekort in 2022 | 100-125 dzd (2018) | 56-74 dzd. (2020) |
Aantal werknemers, seizoensgecorrigeerd | 1.172 dzd. (Q4 2017) | 1.285 dzd. (Q1-2021) |
Percentage medewerkers binnen zorg en welzijn dat (zeer) tevreden is2 | 67% (2017)3 | 81% (najaar 2020) |
Percentage medewerkers binnen zorg en welzijn dat vindt dat ze goed toegerust zijn2 | 89% (2017)3 | 91% (najaar 2020) |
Zij-instromers | 31.800 (Q4-2017) | 37.300 (Q1-2021) |
Herintreders | 33.710 (Q4-2017) | 37.110 (Q1-2021 |
Uitstroom uit de sector | 112.430 (Q4 2017) | 114.580 (Q1-2021) |
Ziekteverzuim | 5,1% (Q2-2017) | 6,8% (Q1 2021) |
Door een andere methode van meten zijn de waarden vanaf 2019 niet helemaal vergelijkbaar met die in 2017. De waarden over 2019 worden desondanks wel gezien als een verbetering, zoals ook gerapporteerd in de voortgangsrapportage https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/12/20/voortgangsrapportage-werken-in-de-zorg.
Indicator – Gezondheidsbescherming
We spannen ons in om de vaccinatiegraad te bevorderen. Uit het Vaccinatiegraadrapport 2021 blijkt dat de vaccinatiegraad is gestegen. Van de kinderen die in 2018 geboren zijn, heeft in 2021 91,3% vóór het bereiken van de tweejarige leeftijd alle vaccinaties volgens het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) ontvangen. De vaccinatiegraad is gestegen, in 2020 was deze nog 90,8%, ook ten opzichte van de nulmeting in 2017 is de vaccinatiegraad gestegen.
Indicator – Preventie
Eind 2018 is het Nationaal Preventieakkoord gesloten. Doel is om een zichtbare bijdrage te leveren aan de afname van het aantal volwassen mensen dat rookt, problematisch alcohol gebruikt, en overgewicht en obesitas heeft. Het gaat om gedragsveranderingen waarbij het enige tijd vergt voordat de effecten van beleid zich materialiseren. Daarom zijn er doelstellingen voor de langere termijn gesteld. Daarnaast is in het kader van het missiegedreven topsectorenbeleid de volgende missie geformuleerd: In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30% afgenomen.
0-meting | Actuele stand | Doelstelling | |
---|---|---|---|
Roken (volwassenen) | 23% (2017) | 20% (2020) | < 5% (2040) |
Roken (jongeren) | 8% (2017) | 7% (2020) | 0% (2040) |
Roken (zwangere vrouwen) | 9% (2017) | 7% (2018) | 0% (2040) |
Overmatig drinken (volwassenen) | 9% (2017) | 7% (2020) | 5% (2040) |
Overgewicht (volwassenen) | 49% (2017) | 50% (2020) | < 38% (2040) |
Overgewicht (jongeren) | 14% (2017) | 15% (2020) | < 9,1% (2040) |
Levensverwachting in goed ervaren gezondheid bij geboorte | 64,4 jaar (2017) | 64 jaar (2019) | + 5 jaar (2040) |
Verschil in levensverwachting in goed ervaren gezondheid tussen hoge en lage SES | 14,7 jaar (2015-2018) | ‒ | ‒ 30% (2040) |
Indicator – Sport en bewegen
Onze doelstelling is het aantal buurtsportcoaches te verhogen van 2.900 in 2016 naar 3.665 in 2021. Op 1 september 2020 was hiervan 3.468 fte (95%) gerealiseerd.33 Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2019 (93% realisatie).
Daarnaast willen we het aandeel van de bevolking verhogen dat sport, dat voldoet aan de beweegrichtlijn, dat voldoende en goede sportfaciliteiten in de buurt heeft, en dat actief is als vrijwilliger in de sport. Het sportdeelnamecijfer bleef gelijk in 2020. En ondanks de coronamaatregelen groeide het aandeel van de bevolking dat aan de beweegrichtlijn voldoet in 2020. Toch is nog een lange weg te gaan voordat in 2040 de beweegrichtlijn door 75% van de Nederlanders moet worden behaald.
Vrijwilligerswerk in de sport is licht gedaald richting 2018 en dit jaar trekt de coronacrisis ook een zware wissel op vrijwilligers in de sport.34 Daarom zetten we extra in op ondersteuning van vrijwilligers via NOC*NSF. Ook wordt in het programma Maatschappelijke Diensttijd gekeken hoe jongeren meer als vrijwilliger bij de sportclub kunnen worden ingezet.
0-meting | Actuele stand | Doelstelling | |
---|---|---|---|
Aantal buurtsportcoaches (fte)1 | 2.900 (2016) | 3.600 (2020) | 3.665 (2021) |
Sporten wekelijks2 | 55% (2017) | 55% (2020) | ‒ |
Voldoet aan beweegrichtlijn | 47% (2017) | 53% (2020) | 75% (2040) |
tevredenheid met sportfaciliteiten in de buurt3 | 86% (2016) | 86% (2018) | ‒ |
Vrijwilligers in de sport4 | 10% (2016) | 9% (2018) | ‒ |
Indicator – Jeugd en Gezin
We willen dat alle kinderen een goede start maken en dat jongeren en gezinnen zich in de jeugdhulp merkbaar beter ondersteund voelen. In het kader van het programma Zorg voor de Jeugd willen we dat meer kinderen en ouders weten waar ze terecht kunnen als ze hulp nodig hebben en sneller geholpen geworden.
0-meting | Actuele stand | |
---|---|---|
% kinderen vroeggeboorte en/of laaggeboortegewicht (BIG2)1 | 15,6% (2017)2 | 15,2% (2019) |
Aantal lokale coalities Kansrijke Start3 | 0 (2017) | 275 (2020)4 |
Ik weet waar ik terecht kan als ik hulp nodig heb5 | 72% (2017) | 72% (2019) |
Ik ben snel geholpen6 | 65% (2017) | 67% (2019) |
Passende jeugdhulp (Traject eenzijdig door cliënt beëindigd)6 | 3,4% (2017) | 3,4% (2020) |
% herhaald beroep bij start traject7 | 25% (2017) | 23% (2020) |
% medewerkers binnen jeugdzorg dat (zeer) tevreden is8 | 69% (2017) | 82% (2020) |
In de begroting 2020 stond een 0-meting van 16,5% in 2017. Door verdere validering van de methode van berekening en de dynamische aard van de dataset is dit percentage bijgewerkt naar 15,6%.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/01/29/kamerbrief-over-vierde-voortgangsrapportage-kansrijke-start
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/05/31/actieprogramma-zorg-voor-de-jeugd'
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/05/31/vierde-voortgangsrapportage-actieprogramma-zorg-voor-de-jeugd
Indicator – Waardig ouder worden
We willen dat er meer tijd en aandacht is voor bewoners van verpleeghuizen en dat er voldoende, gemotiveerde en deskundige zorgverleners zijn. Dit meten we onder andere aan de hand van cijfers over cliënttevredenheid en medewerkerstevredenheid.
Ook willen we dat het aandeel ouderen dat zich eenzaam voelt (in 2016: 55%, waarvan 12% ernstig) afneemt en dat zij een goede kwaliteit van leven ervaren. Een actuele stand met betrekking tot deze indicator is nog niet beschikbaar. Daarnaast rapporteert het RIVM in de Monitor Langer thuis dat het percentage 75-plussers dat een goede kwaliteit van leven ervaart in 2020 68% bedroeg.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/06/10/infographic-thuis-in-het-verpleeghuis
In de begroting 2020 stond een 0-meting van 83% in 2017, o.b.v. de jaarlijkse cijfers van het Zorginstituut. Per 2019 wordt er gebruik gemaakt van de tweejaarlijkse medewerkersenquête van ZorgkaartNederland, die ook voor eerdere jaren beschikbaar is. Daarom is de 0-meting 2017 aangepast.
De actuele stand is niet goed te vergelijken met de 0-meting door een breuk in de meetmethode. De waarden over 2019 worden desondanks wel gezien als een verbetering, zoals ook gerapporteerd in de voortgangsrapportage: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/12/12/derde-voortgangsrapportage-thuis-in-het-verpleeghuis
Indicator – Leven met een beperking
We willen een merkbare verbetering realiseren voor mensen met een beperking. We willen dit realiseren door mensen met een beperking die een complexe zorgvraag hebben, beter passende zorg en ondersteuning te bieden en de maatschappelijke participatie van personen met een beperking of chronische ziekte te verhogen. In de voortgangsrapportages van de programma’s Volwaardig Leven en Onbeperkt Meedoen! is dit verder geoperationaliseerd. In onderstaande tabel is een aantal kernindicatoren uit die rapportages opgenomen.
Als missie is geformuleerd dat in 2030 van de mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking het deel dat naar wens en vermogen kan meedoen in de samenleving met 25% is toegenomen.
0-meting | Actuele stand | Doelstelling | |
---|---|---|---|
Aantal deelnemers pilots cliëntondersteuning volwaardig leven1 | 0 (2017) | 450 (2020) | 450 (2021) |
Gemeenten die werken aan/met een lokaal inclusieplan2 | 26% (2018) | 60,5% (2020) | ‒ |
Treinreizigers die van of naar een toegankelijk station reizen2 | 39% (2016) | 66% (2019) | 90% (2021) |
Aantal banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak2 | 97.733 (2016) | 136.794 (2019) | 200.179 (2025) |
Mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking die naar wens en vermogen kunnen meedoen in de samenleving | ‒ | ‒ | + 25% (2030) |
Indicator – Psychische kwetsbaarheid
We willen dat zorg en ondersteuning voor personen met psychische problemen tijdig en zoveel mogelijk in de eigen omgeving plaatsvindt. Een steeds groter deel van de ggz-uitgaven betreft daarom zorg zonder verblijf.
De gemiddelde wachttijd in de curatieve ggz lag eind 2020 in de basis ggz onder en in de gespecialiseerde ggz net boven de Treeknorm van 14 weken. Het aantal wachtenden op Wlz-zorg in de ggz, langer dan de Treeknorm en zonder overbruggingszorg, is gestegen. Er is door het kabinet actie ondernomen om in samenwerking met het veld overschrijdingen van de Treeknorm terug te dringen. Sinds eind 2020 is via de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein meer informatie beschikbaar over de wachttijden in het Wmo-domein beschermd wonen.
Uiteindelijk willen we dat meer mensen zich gezond voelen. Ruim één op de tien personen van 12 jaar of ouder heeft helaas psychische problemen.
0-meting | Actuele stand | |
---|---|---|
Uitgaven ggz zonder verblijf als percentage van totale ggz-uitgaven1 | 51% (2015-2017) | 55% (2020) |
Basis ggz: gemiddelde wachttijd in weken2 | 9 (nov. 2018) | 9,2 (Q4 2020)3 |
Gespecialiseerde ggz: gemiddelde wachttijd in weken2 | 13 (nov. 2018) | 21 % (Q1 2021)4 |
Aantal wachtenden op Wlz-zorg in de ggz5 | 2 (oktober 2017) | 32 (Q1 2021) |
% personen dat zich psychisch ongezond voelt | 11,0% (2017) | 11,9% (2020)6 |
Het onderscheid tussen instellingen en vrijgevestigden dat in de begroting 2020 was opgenomen wordt in de informatiekaart van de NZa niet langer gemaakt.
https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/wachttijd-generalistische-basis-ggz-overschrijding-treeknorm-en-wachttijd