Bij de vormgeving van beleidsinstrumenten en activiteiten wordt standaard aandacht besteed aan doelmatigheid en doeltreffendheid. Bij de identificatie en beoordeling van activiteiten, zorgt een toets op beleidsrelevantie en kwaliteit, en de afweging van alternatieven (zgn. «Quality at Entry») voor borging van kwaliteit en het verkrijgen van beter inzicht in de realisatie van de beleidsprioriteiten. Daarnaast vindt periodiek een analyse plaats van de samenhang en kwaliteit van het activiteitenportfolio per thema of land (de portfolioschouw). Bij de portfolioschouw van alle hoofdthema’s van ontwikkelingssamenwerking ligt de focus op behaalde resultaten en onderliggende analyses, mede op basis van indicatoren en streefwaarden.
Indicatoren maken het effect van interventies meetbaar en drukken dit uit in te bereiken en bereikte streefwaarden op diverse niveaus: impact, outcome, output en input. De indicatoren en streefwaarden in deze begroting liggen voornamelijk op outcome niveau, en zijn SMART geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Voor het meten van de doelen op het gebied van voedselzekerheid worden geen outcome maar output indicatoren gebruikt, die zorgen voor preciezere en meer betrouwbare gegevens.
De streefwaarden en indicatoren zijn afgeleid van de Sustainable Development Goals (SDG’s), die internationaal zijn afgesproken tijdens de VN-top daarover in september 2015. Deze goals worden zowel nationaal als internationaal gemonitord. In de indicatorentabel is een verwijzing opgenomen naar de corresponderende SDG.
Naast de SDG’s vormen de Theories of Change een belangrijke basis. Deze geven aan hoe en waarom de door Nederland gesteunde interventies en activiteiten worden verondersteld bij te dragen aan de gewenste maatschappelijke en economische veranderingen en resultaten. De Theories of Change zijn aangepast op basis van de meest recente BHOS-nota.
Doelen en ambities strekken zich uit over een langere termijn. Inspanningen in ontwikkelingssamenwerking zullen in veel gevallen pas na een aantal jaar vruchten afwerpen en niet lineair verlopen. Voor de lange termijn wordt de horizon van 2030 van de SDG’s gehanteerd. Deze termijn wordt voor de BHOS-begroting opgesplitst in drie overzienbare periodes van eerst vier en dan twee keer vijf jaar. De indicatoren en eventueel bijbehorende streefwaarden zullen daarom periodiek worden bijgesteld (eerste periode van 2017 tot en met 2020; tweede van 2021–2025 en derde van 2026–2030). Uitzonderingen zijn water, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne, en klimaat waarvoor per indicator reeds streefwaarden zijn vastgelegd voor 2030, het eindjaar van de SDG’s.
De werkelijk behaalde resultaten worden gerapporteerd in het Jaarverslag met een toelichting op de succes- en faalfactoren. De realisaties voor de indicatoren in het jaar 2019 (voor buitenlandse handel is het 2020) worden gehanteerd als referentiewaarden. De meeste streefwaarden zijn uitgedrukt in absolute getallen die in een jaar worden bereikt (aantal personen, organisaties). In een aantal gevallen betreffen de streefwaarden cumulatieve waarden (dus een optelsom van de bereikte resultaten in alle jaren binnen de meetperiode).
Omdat niet alle resultaten kwantitatief meetbaar en aggregeerbaar zijn, dienen deze indicatoren en streefwaarden in samenhang te worden bezien met de overige in deze begroting geformuleerde (kwalitatieve) doelen en resultaten. Aanvullende resultaten en nadere toelichting op ontwikkelingssamenwerking zijn terug te vinden op www.osresultaten.nl.
Het CBS brengt op verzoek van het kabinet vanaf 2019 elk jaar in september een publicatie uit waarin nader wordt ingegaan op de internationalisering van de Nederlandse economie en de effecten daarvan op onder andere economische groei, werkgelegenheid en productiviteit.
Thema | Resultaatgebied | Indicator | Referentiewaarde 2020 | Streefwaarde | SDG |
Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | Bevorderen van MVO onder het Nederlands bedrijfsleven | Het aandeel grote bedrijven in Nederland dat de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten | 35% | Streefwaarde 90% in 2023 | SDG 8 Inclusieve en duurzame groei, SDG 12 Duurzame consumptie en productie |
Bevorderen van internationaal ondernemerschap | Het aantal door RVO voor internationalisering ondersteunde ondernemingen, dat in de 3 jaar na de beleidsinterventie meer heeft geëxporteerd naar de doelmarkt | 415 van 1.820 | n.v.t. | SDG 8 Inclusieve en duurzame groei, SDG 9 Innovatie en duurzame infrastructuur | |
De cumulatieve exporttoename van de betreffende bedrijven | EUR 145,5 miljoen | n.v.t. |
Thema | Resultaatgebied | Indicator | Realisatie 2016-20201 | Streefwaarde 2022 | Streefwaarde 2021-20252 | SDG |
---|---|---|---|---|---|---|
Private sectorontwikkeling (PSD)Artikel 1 | Bedrijfsontwikkeling | Aantal banen ondersteund door PSD-programma’s (direct jobs supported naar internationaal geharmoniseerde definitie) | 2019: 180.0002018: 255.0002017: 217.000 | 150.000 | 300.000(streefwaarde in 2025, wordt nog aangepast met insluiting van 2021-2024) | SDG 8 Inclusieve en duurzame groei |
Aantal bedrijven (Nederlandse en lokale ondernemingen) met een ondersteund plan voor investering, handel of dienstverlening | 2019: 12.6602018: 8.8002017: 5.576 | 10.000 | 24.000(streefwaarde in 2025, wordt nog aangepast met insluiting van 2021-2024) | |||
VoedselzekerheidArtikel 2 | Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding | Aantal mensen bereikt met activiteiten gericht op verbetering van de inname van voedsel | 2019: 15.300.0002018: 11.400.0002017: 15.500.000 | 20.000.000per jaar | 20.000.000per jaar | SDG 2 Einde maken aan honger |
Stimuleren van duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector | Aantal boeren bereikt met activiteiten gericht op toename van productiviteit en/of inkomen | 2019: 6.600.0002018: 1.200.0002017: 1.950.000 | 10.000.000per jaar | 10.000.000per jaar | ||
Creëren van ecologisch duurzame voedselsystemen | Aantal hectare landbouwgrond bereikt met activiteiten gericht op eco-efficiënter gebruik | 2019: 612.0002018: 635.0002017: 370.000 | 1.000.000 | 5.000.000 | ||
WaterArtikel 2 | Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne | Het aantal mensen met toegang tot een verbeterde waterbron | 2019: 2.900.0002018: 2.200.0002017: 2.504.1872016: 1.330.000 | 2.200.000 | 9.500.000 (30 miljoen cumulatief in 2030) | SDG 6 Toegang tot een duurzaam beheer van water |
Het aantal mensen met toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiënische leefomstandigheden | 2019: 5.300.0002018: 3.600.0002017: 2.440.1752016: 1.270.000 | 3.800.000 | 17.000.000 (50 miljoen cumulatief in 2030) | |||
Verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s | Het aantal mensen dat voordeel ondervindt van verbeterd stroomgebied beheer en veiligere delta’s | 2019: 670.0002018: 2.400.0002017: 10.200.0002016: 3.110.000 | 3.000.000 | 12.500.000 | ||
KlimaatArtikel 2 | Hernieuwbare energie | Aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie | 2019: 2.500.0002018: 2.600.0002017: 2.700.0002016: 1.900.000 | 2.000.000 | 16.100.000(50 miljoen, cumulatief in 2030) | SDG 7 Toegang tot duurzame en moderne energie |
Vrouwenrechten en gender-gelijkheidArtikel 3 | Verbeterde randvoorwaarden voor vrouwen-rechten en gender gelijkheid | Aantal keren dat maatschappelijke organisaties erin slagen ruimte te creëren voor maatschappelijke eisen en posities op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid4 | n.v.t | n.v.t. | n.v.t | SDG 5 Sekse-gelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen |
Versterkte capaciteit van maatschappelijke organisaties | Aantal maatschappelijke organisaties met versterkte capaciteit voor de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid | 2019: 2302018: 8202017: 113 | 300 | 1.500 | ||
Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en HIVArtikel 3 | Toegang tot family planning | Toename in vrouwen en meisjes met toegang tot moderne anticonceptie in 69 FamilyPlanning2020 focuslanden (t.o.v. basisjaar 2012) | 2019: 2.750.0002018: 2.499.2882017: 2.420.5602016: 1.800.000 | 3.500.000 | 5.100.000Cumulatief sinds de baseline in 2012 | SDG 3 Goede gezondheid en welzijnSDG 5 Sekse-gelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen |
Rechten | Aantal gemeenschappen, maatschappelijke organisaties en pleitbezorgingsnetwerken met versterkte capaciteit voor de bevordering van seksuele en reproductieve gezondheid & rechten5 | n.v.t | n.v.t | n.v.t. | ||
Veiligheid & RechtsordeArtikel 4 | Rechtstaat ontwikkeling | Aantal mensen (man/vrouw) dat toegang heeft tot recht via een juridische instelling (formeel of informeel), om zo hun grondrechten te beschermen, strafbare feiten te laten berechten en geschillen te beslechten, | 2019: 286.086,waarvan 63.860 vrouwen (22%)2018: 136.912,waarvan 42.939 vrouwen (32%)2017: 147.000,waarvan 56.000 vrouwen (38%)2016: 22.607,waarvan 5.578 vrouwen (25%) | 300.000waarvan 50% vrouwen | 1.500.000cumulatief | SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving |
Menselijke Veiligheid | Aantal m2 land dat is vrijgegeven als gevolg van humanitaire ontmijningswerkzaamheden | 2019: 10.800.0002018: 15.000.0002017: 18.000.000 | 12.000.000 m2 | 60.000.000 m2 | SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving | |
Migratie en OntwikkelingArtikel 4 | Opvang en bescherming in de regio | Aantal mensen dat formeel/ informeel onderwijs en trainingen volgt | 2019: 240.000 | 125.000 personen | 625.000personen | SDG 4 Kwaliteitsonderwijs |
Aantal mensen ondersteund in het ontwikkelen van inkomsten genererende activiteiten | 2019: 30.0002018: 4.000 | 30.000personen | 150.000personen | SDG 8 Inclusieve en duurzame groei |
Noot 1: In deze kolom zijn waar van toepassing de cumulatieve realisaties opgenomen van 2016 t/m 2019 (2016 is het eerste jaar van de implementatie van de SDG's), met uitzondering van de indicator voor Familyplanning die vanaf 2012 wordt gemeten. |
Noot 2: Streefwaarden in deze kolom zijn de optelsom over de komende vijfjaar periode voor rapportage met betrekking tot de SDG's. Voor indicatoren waar cumulatieve waarden worden gemeten is dit vermeld. |
Impact van de Corona pandemie op resultaten zijn lastig in te schatten. Om die reden zullen streefwaardes mogelijk worden aangepast in de loop van deze vijf jaar periode. |
Noot 3: De formulering van de indicatoren op dit beleidsartikel zijn licht aangepast en reflecteren nu juister dat wat er wordt gemeten. |
Noot 4: Deze indicator is gewijzigd om deze in lijn te brengen met de resultatenkaders ‘Versterking Maatschappelijk Middenveld’ en ‘Vrouwenrechten en Gendergelijkheid’ als onderdeel van de strategische partnerschappen. |
De streefwaardes worden in overleg met de partners nog vastgesteld. |
Noot 5: Deze indicator is gewijzigd om deze in lijn te brengen met het resultatenkader voor ‘Seksuele en Reproductieve gezondheidszorg en Rechten’. De streefwaardes worden in overleg met de partners nog vastgesteld |