Base description which applies to whole site

Beleidsprioriteiten

Het doel van het Nationaal Groeifonds

Het doel van het Nationaal Groeifonds is het beschikbaar stellen van financiële middelen voor extra investeringen om het duurzaam verdienvermogen van Nederland op lange termijn te verhogen. Met «duurzaam verdienvermogen» wordt bedoeld: het bruto binnenlands product (de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties. Daarbij wordt uitgegaan van een tijdshorizon van twintig tot dertig jaar. De investeringen moeten betrekking hebben op het gebied van (1) kennisontwikkeling of (2) onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Deze twee gebieden vormen daarmee de reikwijdte van het fonds.

Bij introductie van het Nationaal Groeifonds werd een bedrag van € 20 mld beschikbaar gesteld, gespreid over de periode 2021-2025. Bij de 1e suppletoire begroting 2022 werd een bedrag van € 660 mln gekort op het NGF, dat werd ingezet ter dekking van de Rijksbrede problematiek met betrekking tot de VPB, Box 3, de AOW, Defensie en de verhoging van het wettelijk minimumloon. Hiermee kwam het in totaal beschikbare budget op € 19,3 mld. De ramingen voor het Nationaal Groeifonds worden echter jaarlijks aangepast voor de loon- en prijsbijstelling. Aangepast voor deze bijstellingen is er in totaal alsnog € 20 mld beschikbaar voor het Nationaal Groeifonds. In tabel 1 staat weergegeven:

  • voor welke bedragen definitieve toekenningen zijn gedaan (€ 2,9 mld);

  • voor welke bedragen voorwaardelijke toekenningen zijn gedaan (€ 2,8 mld);

  • voor welke bedragen reserveringen zijn gemaakt (€ 2,1 mld);

  • welk bedrag aan apparaatsuitgaven is overgeheveld naar de EZK-begroting (€ 43,4 mln);

  • welk bedrag beschikbaar is voor toekomstige projecten (€ 12,2 mld).

Tabel 1 Huidige verdeling NGF-budget (bedragen x € 1 mln)

Definitieve toekenningen

 

Begroting

Aantal projecten1

Totaalbedrag

Overboekingen naar:

 

OCW

9

590,7

  

SZW

1

16,2

  

EZK

11

1.858,3

  

LNV

1

20,8

  

VWS

1

79,0

  

I&W

3

365,2

  

BZK

0

0,0

  

Totaal

26

2.930,2

     

Voorwaardelijke toekenningen

 

Begroting

Aantal projecten

Totaalbedrag

Geraamd op NGF-begroting voor:

 

OCW

7

1.270,0

  

SZW

0

0,0

  

EZK

6

1.235,2

  

LNV

2

81,5

  

VWS

0

0,0

  

I&W

2

224,5

  

BZK

0

0,0

  

Totaal

17

2.811,2

     

Reserveringen

 

Begroting

Aantal projecten2

Totaalbedrag

Gereserveerd op NGF-begroting voor:

 

OCW

3

955,6

  

SZW

1

22,6

  

EZK

3

645,0

  

LNV3

1

55,0

  

VWS

0

0,0

  

I&W3

3

275,0

  

BZK

2

126,0

  

Totaal

13

2.079,2

     

Apparaatskosten

    

Overgeboekt naar EZK-begroting:

 

2021

 

5,1

  

2022-2025

 

38,3

  

Totaal

 

43,4

     

Beschikbaar voor nieuwe projecten

    
  

Totaal

 

12.166,8

     

1 Eén project is van OCW en SZW samen. Om het juiste inzicht te geven in de verdeling van middelen is dit project in deze tabel zowel bij OCW als bij SZW geteld. Het daadwerkelijke totaal is daarom niet 26, maar 25 projecten.

2 Eén project is van OCW en SZW samen en één project is van I&W en LNV samen. Om het juiste inzicht te geven in de verdeling van middelen zijn deze projecten in deze tabel respectievelijk zowel bij OCW als bij SZW en zowel bij I&W als bij LNV geteld. Het daadwerkelijke totaal is daarom niet 13, maar 11 projecten.

3 Het project NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland is van I&W en LNV samen. De verdeling van middelen tussen deze departementen is nog ongewis. Voor deze tabel is er voor gekozen om de helft van het totaalbedrag bij ieder departement te noemen.

Ten opzichte van 2022 hebben enkele veranderingen plaatsgevonden rond het Nationaal Groeifonds. Die worden hieronder uiteengezet.

Pijler Infrastructuur opgeheven

De pijler Infrastructuur - aanvankelijk de derde pijler van het Nationaal Groeifonds - is opgeheven als gevolg van het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV.

De begroting voor het Nationaal Groeifonds werd verlaagd met de middelen voor de pijler Infrastructuur. Dit ging om incidenteel € 6,7 mld. De reservering voor de bijdrage uit het Nationaal Groeifonds van incidenteel € 2,53 mld voor de drie infrastructuurprojecten uit de eerste ronde werd toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Daarbovenop werd incidenteel € 820 mln toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Tegelijk werd het budget van het NGF voor de pijler Kennisontwikkeling en de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie verhoogd met incidenteel € 6,7 mld in de jaren tot en met 2028. Deze middelen werden bij de 1e suppletoire begroting van 2022 gelijkelijk verdeeld over de resterende twee pijlers.

Van niet-departementale begroting naar een begrotingsfonds

De Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds is per 1 augustus 2022 in werking getreden. Hiermee wordt het Nationaal Groeifonds een begrotingsfonds als bedoeld in artikel 2.11 van de Comptabiliteitswet 2016 en komt er een einde aan de vormgeving van het fonds via een niet-departementale begroting. Hiermee is tegemoet gekomen aan de wensen van de Afdeling advisering van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 35 570, nr. 3) en het parlement.

Subsidieregeling in 2023

Vanaf 2023 is het ook mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd). Daarnaast blijft het mogelijk voor departementen om investeringsvoorstellen in te dienen (ook wel de «departementale route» genoemd).

Licence