De begroting voor 2023 is de eerste begroting van het nieuwe kabinet. Voor het ministerie van BZK liggen er grote uitdagingen op allerlei terreinen. Denk hierbij aan de woningmarkt, de klimaatverandering en de gevolgen van de toeslagenaffaire. Het Coalitieakkoord is de basis van ons beleid. Tegelijkertijd staat de wereld zoals we deze kenden onder druk. Aan de rand van Europa is een vreselijke oorlog gaande in Oekraïne en de gevolgen van Covid-19 houden ons nog steeds bezig.
Deze grote gebeurtenissen laten goed zien dat een overheid belangrijk is. Een betrouwbare en betrokken overheid die er voor haar inwoners is. En die ervoor zorgt dat mensen mee kunnen doen in de maatschappij.
De Nederlandse democratische rechtstaat moeten we respecteren en beschermen. Het ministerie van BZK zet zich ervoor in dat mensen samenleven in vrijheid, veiligheid en met respect voor elkaar.
Voor een prettig leven is een goed, betaalbare en duurzaam huis in een leefbare wijk belangrijk. BZK wil hier, op basis van de afspraken in het Coalitieakkoord, grote stappen in zetten.
Het ministerie van BZK heeft ook een andere belangrijke opdracht: iedereen moet mee kunnen doen in de digitalisering, met respect voor privacy en democratie. Het leven speelt zich immers voor een steeds groter deel af in de digitale wereld.
Een overheid die mensen vooropstelt vraagt om een gelijktijdige inzet op het beschermen en vernieuwen van onze democratische rechtsstaat. Beschermen en vernieuwen zijn beide nodig, omdat de huidige stand van de democratische rechtsstaat een dubbel beeld laat zien. Als we kijken naar internationale ranglijsten, dan staat de democratische rechtsstaat in Nederland hoog aangeschreven.1 Daartegenover staat dat het vertrouwen in democratische instituties na een piek aan het begin van de coronacrisis dalende is, en dat er een toenemend sentiment in de samenleving is dat ‘het de verkeerde kant opgaat’.2 We kunnen daarom niet stilzitten waar het gaat om de staat van de democratische rechtsstaat. Dit vraagt om doorlopend onderhoud, ook in 2023.
Grondrechten
Een democratische samenleving kan alleen functioneren als we staan voor fundamentele grondrechten en vrijheden en deze blijven respecteren, beschermen en waarmaken. Waar iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden, zodat mensen in waardigheid vrij, veilig en gezond kunnen samenleven. We voeren daarvoor het rijksbrede Nationaal Actieplan Mensenrechten uit en hebben het Platform Gemeenten en Mensenrechten ingesteld. Daarnaast is er een actief antidiscriminatiebeleid met onder andere het Nationaal actieprogramma tegen discriminatie, dat momenteel wordt opgesteld door de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR).
Verkiezingen
Vrije, toegankelijke en betrouwbare verkiezingen zijn het belangrijkste proces in onze democratische rechtsstaat. Dat het verkiezingsproces robuust, toegankelijk en goed uitvoerbaar is, is niet vanzelfsprekend. Dit vraagt om doorlopend onderhoud.
Het kabinet investeert vanaf 2023 ieder jaar extra geld in het onderhoud en de kwaliteitsversterking van het verkiezingsproces. Daarmee kunnen we samen met de Kiesraad en gemeenten de robuustheid, toegankelijkheid en uitvoerbaarheid van het verkiezingsproces versterken. In 2023 zijn er verkiezingen voor de provinciale staten, het algemeen bestuur van de waterschappen, de eilandsraden, de kiescolleges en de Eerste Kamer.
Met de ontwikkeling van de Kiesraad tot verkiezingsautoriteit werken we aan de kwaliteit van het verkiezingsproces. Ook de nieuwe procedure voor de vaststelling van de uitslag vergroot de kwaliteit van het proces. We werken aan een betere toegankelijkheid van de verkiezingen, zodat zoveel mogelijk kiesgerechtigden zelfstandig kunnen stemmen. Ook bereiden we experimenten met een nieuw stembiljet voor.
Democratische vernieuwing
Te veel mensen in Nederland hebben het gevoel dat zij onvoldoende een stem hebben in de besluiten die hen raken. We zorgen daarom voor meer invloed en zeggenschap van mensen bij grote opgaven zoals de energie transitie of de woonopgave. Voor de lokale overheden vernieuwen we de afspraken via het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau.
De democratische rechtsstaat vraagt ook om vernieuwing van het democratisch stelsel. De door het kabinet aan de Raad van State en de Kamers voorgelegde voorstellen ter uitvoering van de Staatscommissie Parlementair stelsel (commissie-Remkes), worden (verder) in behandeling genomen, zoals volgt uit het Coalitieakkoord.
Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de Wet op de politieke partijen. Daarmee willen we de onafhankelijke positie van politieke partijen versterken door hun wettelijke positie duidelijker te regelen. Deze wet moet ook de transparantie, over onder andere de financiering van (nationale en lokale) politieke partijen, vergroten. Met de Wet op de politieke partijen brengen we de bestaande regels voor politieke partijen zoveel mogelijk samen in één wet.
Betrouwbare informatie
Desinformatie, die wordt verspreid om het publieke debat te beïnvloeden, kan veel ernstige gevolgen hebben: ze kan de democratie ondermijnen, het vertrouwen in de democratische rechtsstaat verminderen, polarisatie aanwakkeren en het verloop van vrije en eerlijke verkiezingen verstoren. We werken samen met andere betrokken partijen om desinformatie aan te pakken. Dat doen we om de weerbaarheid tegen desinformatie te vergroten, onze informatiepositie te verstevigen en te reageren als het nodig is.
Daarnaast werken we op Europees niveau aan regels die ervoor moeten zorgen dat sociale mediabedrijven de verspreiding van desinformatie verminderen.
In 2023 gaan we door met de toerusting en ondersteuning van landelijke en lokale partners bij het omgaan met uitingen van maatschappelijke onrust en ongenoegen. Uitingen van ongenoegen kunnen, als dat binnen de grenzen van de wet gebeurt, de democratie versterken. Maar dergelijke uitingen gaan soms ook gepaard met strafbare feiten. Daarnaast is, naar aanleiding van de motie Segers c.s., een adviescommissie «Versterken weerbaarheid democratische rechtsorde» ingesteld (Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 136). De adviescommissie gaat onderzoek doen naar de ontwikkeling van radicalisering en politieke polarisatie en de effecten hiervan op het democratisch proces. De commissie komt met aanbevelingen over hoe onze democratie beter te weren tegen extermisme, radicalisering en polarisatie en over wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische rechtsorde.
Ontwikkeling nationale en internationale dreiging
Conflicten in andere landen zijn van invloed op Nederland en op de nationale veiligheid. De Russische inval in Oekraïne heeft niet alleen de geopolitieke verhoudingen op haar grondvesten doen schudden, de gevolgen daarvan kunnen ook een weerslag hebben op de nationale maatschappelijke verhoudingen.
Door technologische ontwikkelingen is spionage door statelijke actoren sterk toegenomen en vormt daarmee een grotere bedreiging voor Nederlandse belangen. Deze dreiging speelt zich in toenemende mate af in het cyberdomein en de AIVD constateert dat (statelijke) actoren misbruik maken van de Nederlandse ICT-infrastructuur bij cyberaanvallen. De knelpunten die de diensten hebben ondervonden bij het tegengaan van deze dreiging worden geadresseerd in de «Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma». Deze wordt in het najaar van 2022 ingediend bij de Tweede Kamer.
De (politieke) inlichtingen van de AIVD brengen de intenties van statelijke actoren in beeld en helpen de rijksoverheid en haar partners goede keuzes te maken. Naast het tegengaan van digitale spionage doet de AIVD ook onderzoek naar klassieke spionage en (overige vormen van) ongewenste buitenlandse inmenging, waaronder de beïnvloeding van diaspora gemeenschappen door statelijke actoren.
De dreiging van het jihadistisch-terrorisme blijft aanwezig en kenmerkt zich door onvoorspelbaarheid. De internationale situatie is sterk van invloed op de Nederlandse situatie. Een opleving van Islamitische Staat (ISIS) of een nieuw strijdgebied kan jihadisten in Nederland mobiliseren en de dreiging vergroten, ondanks dat de steun voor internationale jihadistische organisaties lijkt afgenomen. De terugkeer van uitreizigers en de vrijlating van jihadisten die nu nog gevangen zitten, kan bijdragen aan een vergroting van de dreiging. De AIVD doet intensief onderzoek naar jihadistische en geradicaliseerde personen en organisaties, zowel in het buitenland als in Nederland. Ook snelle radicalisering van rechts-extremisten is een reden tot zorg3. Het (online) rechts-extremistische gedachtegoed met een eventueel terroristische geweldsdreiging en daarmee samenhangende gedragingen zijn een reëele bedreiging voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde in Nederland. In het buitenland heeft dit gedachtegoed al tot terroristische aanslagen geleid. Ook in Nederland kan de dreiging toenemen door de internationale vertakking van deze groep en de online werving van nieuwe leden en vermenging met andere extremistische online netwerken. De AIVD doet onderzoek naar rechts-extremisme om vast te stellen op welke manier en in welke mate sprake is van dreiging voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde.
Investeren in de (digitale) slagkracht van de AIVD
De AIVD helpt de overheid, vitale sectoren en de Nederlandse economie weerbaar te zijn tegen de (digitale) dreigingen van de toekomst. In 2023 zet de AIVD in op een gecombineerde aanpak van detectie van digitale aanvallen en advies aan overheden en vitale bedrijven over het vergroten van de digitale weerbaarheid. Daarnaast dragen de inlichtingen van de AIVD bij aan het stelstel dat onder meer politici, bewindspersonen en diplomatieke objecten bewaakt en beveiligt. Het kabinet investeert de komende jaren in de slagkracht van de AIVD. De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit het rapport aangaande de impact van de Wiv 2017 op de slagkracht van de AIVD en de MIVD worden daarbij betrokken. Daarnaast investeert het kabinet in de gerichte transformatie en innovatie naar een datagedreven en technisch toekomstbestendige dienst. Tevens worden middelen vrij gemaakt voor de structurele versterking van inlichtingenposities voor de verhoging van de weerbaarheid van cyber, economische veiligheid, vitaal en nieuwe vormen van extremisme.
De evaluatiecommissie Jones-Bos stelt vast dat de dynamiek van de cyberdreiging zich niet goed verhoudt tot het statische toezichtstelsel. De brede wijziging van de Wiv 2017 wordt geëntameerd ter opvolging van het door commissie Jones-Bos uitgebrachte evaluatierapport. Zo kan de AIVD de komende jaren, samen met partners zoals de MIVD, gekende en ongekende dreigingen onderkennen en tegengaan. De AIVD voert haar taken uit in een constant veranderende wereld. Deze veranderingen zijn zichtbaar in bestaande en opkomende dreigingen en in de geopolitieke verschuivingen. De Russische inval in Oekraïne plaatst bestaande dreigingen in een scherper licht.
Nederland staat voor grote maatschappelijke opgaven, die veel vragen van het openbaar bestuur. De complexiteit van de opgaven en de dynamiek van de omgeving stellen hoge eisen aan de overheid om richting te geven en tegelijkertijd mee te bewegen. Een goed functionerend decentraal openbaar bestuur is slagvaardig en democratisch gelegitimeerd. Een bestuur dat dicht bij de inwoners staat en dat maatschappelijke opgaven daadkrachtig aanpakt. Dat is onze ambitie en dit vergt voortdurend onderhoud. Een overheid die de menselijke maat steeds in het oog houdt, draagt bij aan herstel van vertrouwen van Nederlanders in de democratische instituties. Goede interbestuurlijke verhoudingen tussen de overheden, een goede balans tussen taken en middelen en een sterk binnenlands bestuur zijn essentieel om de huidige maatschappelijke opgaven goed aan te kunnen.
Beleidsagenda versterken bestuur
Om de maatschappelijke opgaven effectief op te kunnen pakken, moet het hele openbaar bestuur goed samenwerken. Dat vraagt om een goede interbestuurlijke samenwerking en we zetten in op de uitwerking van een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025. Het is noodzakelijk dat de opgaven waarvoor decentrale overheden staan en de middelen die ze tot hun beschikking hebben in balans zijn, zodat zij in staat zijn hun taken naar behoren uit te voeren. Aan de hand van de Uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (Udo) die in 2022 is geïntroduceerd, richten we een afwegingsproces in dat aan de voorkant beter inzichtelijk maakt wat de effecten voor medeoverheden zijn van nieuw beleid van het Rijk. Op die manier brengen we de taken en middelen beter met elkaar in balans. In voorkomende gevallen en aan de hand van nader te bepalen randvoorwaarden zou de betrokkenheid van de minister van BZK als sluitstuk kunnen leiden tot medeondertekening van wetsvoorstellen die medeoverheden raken, zoals wordt gevraagd in de motie-Van Dijk/Grinwis (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 90).
Regiodeals, elke regio telt
We hebben ook nadrukkelijk aandacht voor de regionale schaal van samenwerking in ons land. We investeren samen met de regio's, door middel van de Regiodeals in het versterken van brede welvaart die goed aansluit op het specifieke karakter van een regio. Daarbij kijken we ook naar specifieke opgaven in grensregio’s. De opgebouwde samenwerking met de buurlanden zetten we voort. In 2023 worden de Regiodeals uit de vierde tranche gesloten en begint de uitvoering hiervan.
Veerkrachtige samenleving met weerbare en integere bestuurders, politici en ambtenaren
Overheidsorganisaties hebben helaas steeds vaker te maken met agressie, intimidatie en andere ondermijnende invloeden. Politieke ambtsdragers of ambtenaren moeten zonder oneigenlijke druk of dwang van buitenaf hun ambt kunnen vervullen. We zetten in op meer weerbaarheid en veiligheid van decentrale politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisaties. Met het programma Weerbaar bestuur streven we naar meer bewustwording, betere nazorg na (online) intimidatie, meer veiligheid in de woonomgeving en sterkere gemeentelijke processen die kwetsbaar zijn voor ondermijning.
De integriteit van individuele bestuurders en van het bestuur als geheel is belangrijk voor het vertrouwen van inwoners in de overheid. Dat vertrouwen is het fundament onder onze democratische rechtsstaat. In het eerste kwartaal van 2023 sturen we een integrale visie over Integriteit openbaar bestuur naar de Tweede Kamer.
In 2023 voeren we de visie op een toekomstbestendig decentraal openbaar bestuur uit. Hierin hebben we expliciet aandacht voor de ondersteuning en de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen, de burgemeester en de aantrekkelijkheid van politieke ambten. Bij een aantrekkelijk politiek ambt voor diverse groepen en een goed functionerend openbaar bestuur hoort een daarop toegesneden rechtspositie. In 2023 vindt de verdere implementatie plaats van de ‘Wet aanpassing APPA en enkele andere wetten 2021’. Dit omvat een aangepast Sollicitatiebesluit – waarin een nieuw kader wordt gegeven voor de uitvoering van de begeleiding van voormalige politieke ambtsdragers – en het inhoudelijk gelijktrekken van de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers met het ABP-regelement. Verder werken we aan het plan om de politieke pensioenen onder te brengen in het nieuwe pensioenstelsel, waarvoor eind 2023 het wetsvoorstel in consultatie gaat.
Tijdens Covid-19 was fysiek vergaderen voor gemeenteraden en provinciale staten niet altijd en overal mogelijk en heeft digitaal vergaderen zijn meerwaarde bewezen. We bereiden daarom een wetsvoorstel voor met een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming. Dit wetsvoorstel wordt in het eerste kwartaal van 2023 ingediend bij de Tweede Kamer.
Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar huis in een leefbare wijk vormt de basis van het menselijk bestaan. Volkshuisvesting is, als kerntaak van de overheid, een van de prioriteiten van dit kabinet. We hernemen de regie op volkshuisvesting. Samen met de medeoverheden en partners zetten wij ons ervoor in dat in 2023 de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van het woningaanbod verder wordt bevorderd. Om dit vorm te geven is op 11 maart 2022 de Nationale Bouw- en Woonagenda met de Kamer gedeeld. De komst van grote aantallen Oekraïense vluchtelingen maakt deze opgaven groter. Voor het in eerste instantie opvangen van vluchtelingen zetten we onder meer Rijksvastgoed in.
Woningbouw
Er zijn onvoldoende woningen en het aantal huishoudens neemt toe. Daarom is het nodig dat de woningbouwproductie naar 100.000 woningen per jaar stijgt. Er moeten tot en met 2030 900.000 woningen worden gerealiseerd waarvan twee derde betaalbaar. We werken hierbij langs vier actielijnen: versterken regie, sneller van initiatief naar realisatie, stimuleren snelle woningbouw en grootschalige woningbouw. In 2023 gaan we de gemaakte afspraken met woondealregio’s en provincies uitvoeren. Hierbij zorgen we voor goede opvolging en monitoring. Voor het versnellen van woningbouw zetten we met verschillende trajecten in op verbeteren van de randvoorwaarden en het vereenvoudigen van de procedures en processen. In 2023 stellen we een nieuwe tranche van de Woningbouwimpuls open. Ook komt er een nieuwe tranche voor aandachtsgroepen. Tevens zijn er vanaf 2023 extra middelen beschikbaar ten behoeve van het versneld realiseren van flexwoningen.
Een thuis voor iedereen
Een aantal mensen heeft het extra moeilijk bij het vinden van een woning die bij hun past. We richten ons op aandachtsgroepen met het programma ‘Een thuis voor iedereen’. De eerste twee actielijnen zijn gericht op voldoende betaalbare en passende woningen, zoals tijdelijke woningen en geclusterde woonvoorzieningen en een evenredige verdeling over alle gemeenten. Ook zetten we ons via de actielijnen ‘het combineren van wonen en zorg’ en ‘inzet op preventie’ in voor zorg, ondersteuning en begeleiding.
Betaalbaar wonen
Door de schaarste en gestegen prijzen is de beschikbaarheid van een betaalbaar huis voor steeds minder mensen vanzelfsprekend. Een deel van de huurders heeft moeite om iedere maand de woonlasten op te brengen. Anderen kunnen geen geschikte woning vinden die past bij hun levensfase, waardoor ze belangrijke levensbeslissingen (nieuwe baan of gezinsuitbreiding) uitstellen. Met name mensen met een middeninkomen kunnen moeilijk een betaalbare middenhuur- of koopwoning vinden. We willen ervoor zorgen dat dat het voor mensen eenvoudiger wordt om de woonlasten te dragen en dat mensen toegang hebben tot een kwalitatief goede woning die past bij hun woonbehoefte en levensfase. Dit doen we langs drie actielijnen: we zorgen voor meer betaalbare woningen voor mensen met een middeninkomen, we pakken te hoge woonlasten aan voor huurders met een laag inkomen en we zorgen voor een betere bescherming van huurders en kopers.
We reguleren de (aanvangs)huurprijzen zodat er meer huurwoningen komen voor mensen met een middeninkomen en verbeteren de positie van mensen met een middeninkomen ten opzichte van beleggers. We pakken te hoge woonlasten aan door te zorgen voor een verantwoorde huurprijsontwikkeling en via een gerichte huurprijsverlaging. We zorgen dat kopers en huurders hun recht beter kunnen halen en we geven kopers en verkopers zelf meer regie op het koopproces door makelaars te verplichten gebruik te maken van een gecertificeerde biedtool. We verbeteren het verhuurproces door het introduceren van een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap en door gemeenten de mogelijkheid te geven om een verhuurvergunning te introduceren.
Aanvullend op dit programma heeft het kabinet maatregelen genomen om de koopkrachtdaling van mensen te verzachten. Zo wordt de huurtoeslag verhoogd. Daarnaast werkt het verhogen van het wettelijk minimumloon in 2023 door in de huurtoeslag.
Verduurzaming gebouwde omgeving
In 2030 moeten we veel minder energie in de gebouwde omgeving gebruiken om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Hiermee verlagen we onze energierekening en verminderen we onze energieafhankelijkheid. Om dit te bereiken gaan we de verduurzaming aanzienlijk versnellen. Het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving geeft daar invulling aan. Dit vindt plaats langs vijf actielijnen: gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie, verduurzaming individuele woningen, verduurzaming utiliteitsbouw, duurzame bronnen en infrastructuur en innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw.
We gaan actief bevorderen dat natuurlijke momenten voor verduurzaming, zoals vervanging van de cv-ketel, groot onderhoud en aankoop van een nieuwe woning, optimaal benut gaan worden. Gelijktijdig zullen, onder regie van de gemeenten, wijken (collectief) worden verduurzaamd, waaronder het realiseren van warmtenetten. Daarnaast is het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed, zoals overheidsgebouwen en rijksmonumenten, belangrijk om de doelstellingen te halen. Ook zetten we ons in voor het bevorderen van innovatie in de bouw.
Leefbaarheid en veiligheid
In een aantal gebieden in Nederlandse steden staat de leefbaarheid steeds meer onder druk. Hier is sprake van een concentratie en stapeling van problemen op het gebied van onderwijs, werkloosheid, armoede, gezondheid, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, veiligheid en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid streeft ernaar om de leefsituatie en het perspectief van bewoners van de kwetsbaarste gebieden te verbeteren. We zetten hierbij in op drie actielijnen: het verbeteren van de fysieke leefomgeving, het bieden van perspectief en het vergroten van veiligheid. Dit doen we door een gebiedsgerichte langjarige inzet van Rijk, betrokken gemeenten en maatschappelijke en private partners.
Wonen en ouderen
Om in vergrijzend Nederland ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, werken we langs drie actielijnen: versnellen van woningbouw, stimuleren van doorstroming en verbeteren van de leefbaarheid. We willen meer woningen voor ouderen bouwen die aansluiten bij de wensen van ouderen. Hierbij valt te denken aan geclusterde woon(zorg)vormen. Ook stimuleren we de doorstroming naar passende huisvesting en verbeteren we de leefbaarheid, zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.
De huidige ruimtelijke opgaven zijn groot, terwijl de fysieke ruimte in Nederland schaars is. Er is ruimte nodig voor duurzame woningen en dito economie met groeimogelijkheden en de energievoorziening moet verduurzaamd worden. Een grote verbouwing van Nederland is daarom noodzakelijk, met consequenties voor hoe landschappen, steden en dorpen worden (her)ingericht. Dit vraagt om het hernemen van de regie door het Rijk in het ruimtelijk domein.
Hernemen ruimtelijke regie
Het aangaan van de grote, urgente opgaven krijgt vorm en uitvoering via verschillende nationale programma’s (zoals bijvoorbeeld het Programma Woningbouw en het Nationaal Programma Landelijk Gebied), waarbij deze opgaven in samenhang en domeinoverstijgend worden opgepakt. Maar niet alles kan en niet alles kan overal. In deze programma’s zullen dan ook ruimtelijk structurerende keuzes worden gemaakt. Het realiseren van samenhang in deze keuzes loopt via de aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de programma’s NOVEX en Mooi Nederland. De uitvoering van de NOVI vraagt om samenwerking tussen overheden en maatschappelijke organisaties, zoals Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer. Deze partnerschappen stellen het Rijk beter in staat om de regierol te pakken.
Vanuit de NOVEX leggen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de ruimtelijke puzzel. In 2023 werken Rijk en de provincies toe naar een ‘ruimtelijk arrangement’ per provincie met heldere afspraken en investeringsbeslissingen. Met het programma ‘Mooi Nederland’ werken we aan een gedeeld beeld van de ruimtelijke toekomst van Nederland. We werken nieuwe concepten uit voor de inrichting van gebieden waarbij we laten zien hoe we ons land kunnen inrichten met toevoeging van ruimtelijke kwaliteit.
De keuzes uit de nationale programma’s plus de programma’s NOVEX en Mooi Nederland komen samen in de aangescherpte NOVI. Tot de zomer van 2023 werken we aan een aangescherpte ontwerpNOVI en milieueffectrapportage. Daarbij gaan we in gesprek over de ruimtelijke overwegingen die voorgelegd worden in de ontwerpNOVI. Op deze manier werken we aan een toekomstbestendige ruimtelijke inrichting van Nederland.
Aan de slag met de Omgevingswet
De Omgevingswet is belangrijk om oplossingen voor deze opgaven voortvarend te realiseren. Deze wet, die volgens huidige planning in werking treedt op 1 januari 2023, zorgt voor een meer samenhangende aanpak van de leefomgeving en maakt het mogelijk dat inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden eerder bij besluitvorming over ruimtelijke ordening worden betrokken. Ook geeft de wet overheden handvatten tot het nemen van regie bij het maken van (beleids)keuzes over de inrichting van ons land. Het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet ondersteunt de medeoverheden en andere belanghebbenden bij een zorgvuldige inwerkingtreding van de nieuwe wet.
Het versterken van vertrouwen in de overheid vraagt om een rijksdienst die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is. Dat gaat over goede dienstverlening, beleid dat uitvoerbaar is, beleid waarin de menselijke maat voorop staat en goed ambtelijk vakmanschap. De maatschappelijke opgaven worden steeds complexer en vragen dat ambtenaren over grenzen van organisaties heen samenwerken.
Samen aan de opgaven werken
We werken aan een rijksdienst die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven. Dat vraagt een cultuuromslag waarbij samen met andere departementen en uitvoeringsorganisaties gewerkt wordt aan het versterken van het ambtelijk vakmanschap. Hierbij schenken we aandacht aan leiderschap, professionalisering en opleiding, rijksbrede communicatie en bedrijfsvoering.
We zetten in op een cultuuromslag richting een rijksdienst die samen werkt (inclusief participatie vanuit de samenleving) aan maatschappelijke opgaven. We werken langs drie lijnen aan een goed functionerende rijksdienst. De eerste lijn is ‘uitvoerbaarheid’. Met het programma Werk aan Uitvoering werken we ook in 2023, vanuit de menselijke maat in de uitvoering, aan verbetering van het samenspel tussen politiek, beleid en uitvoering. De tweede lijn is ‘Openheid van informatie’. Met de nieuwe Wet Open overheid is een belangrijke stap gezet naar een opener overheid. In 2023 worden verdere stappen gezet in het verkorten van de afhandelingstermijnen van Woo-verzoeken en wordt steeds meer informatie actief openbaar gemaakt door middel van het gezamenlijke platform open.overheid.nl. Ook rapporteren we vanaf 2023 in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over de afhandeling van Woo-verzoeken.
Een kwalitatief hoogstaande rijksdienst: de derde lijn
Zoals vermeld in het Coalitieakkoord wordt meer ingezet op voldoende domeinspecifieke kennis bij (top)managers bij het Rijk, waarbij ook de roulatiesnelheid wordt verlaagd. Het onderzoeksrapport «Kwaliteit van mobiliteit: de werking van de Algemene Bestuursdienst» biedt aanknopingspunten voor verdere versterking van het (top)management. Een kwalitatief hoogwaardige rijksdienst vraagt ook blijvende inzet op de rijksdienst als aantrekkelijke werkgever met een inclusieve werkcultuur en ruimte voor verschillende perspectieven en dilemma’s. Ook is in dit kader de implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn van belang, waarbij de werking daarvan naast publieke overigens ook private organisaties treft.
Een kwalitatief hoogwaardige rijksdienst met (top)managers met voldoende domeinspecifieke kennis en ervaring is noodzakelijk om de complexe maatschappelijke opgaven te realiseren. Om te komen tot meer continuïteit en een grotere kennisopbouw in de ambtelijke top zijn diverse maatregelen genomen, waaronder het zwaarder meewegen van domeinspecifieke kennis en het uitgangspunt dat ABD’ers minimaal vier jaar op hun functie blijven. In 2023 zal een externe visitatie plaatsvinden om te laten toetsen of de nieuwe en al eerder ingezette maatregelen het gewenste effect hebben.
Een belangrijk onderdeel om te komen tot een verbetering van de kwaliteit van de rijksdienst betreft ook de structuur en sturingsprincipes van de rijksoverheid. In 2023 wordt, op basis van de eind 2021 afgeronde brede evaluatie van de organisatiekaders van rijksorganisaties op afstand, gekeken naar de inrichting van de rijksdienst en naar wetgeving wat betreft rijksinspecties.
Ook in 2023 is het essentieel om het Rijk als aantrekkelijke werkgever te blijven profileren in het licht van de steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Dit vraagt om het verder intensiveren van bestaande en nieuwe initiatieven. De initiatieven zullen gericht zijn op zowel werving van capaciteit (zoals gerichtere arbeidsmarktcommunicatie, meer aandacht voor talent en verdere uitwerking van studenten- en startersbeleid) als op het behoud én vorming en opleiding van personeel (zoals om- en bijscholing).
Een inclusieve rijksdienst
Het Rijk streeft naar een inclusieve werkomgeving met divers samengestelde teams. Hiertoe worden in 2023 verschillende interventies gedaan, zoals het trainen en divers samenstellen van selectiecommissies en het organiseren van dialoog tussen medewerkers over inclusie. Verder wordt er in 2023 een rijksbrede inclusiemonitor ontwikkeld en uitgevoerd. In het kader van de herijking van de banenafspraak worden voorgestelde wijzigingen in de wetgeving doorvertaald naar het Rijk en zullen er aanvullende inspanningen worden gedaan om de doelstelling voor de rijksdienst voor 2023 te realiseren.
Een rijksbrede aanpak wordt in gang gezet, met vermindering van vooroordelen, discriminatie en racisme binnen de rijksoverheid als doelstelling. In 2023 wordt onder andere ingezet op een breed scala van trainingen en workshops, betere informatie over mogelijkheden tot het melden van ervaringen met discriminatie en racisme, het verhogen van de meldingsbereidheid en een ‘gereedschapskist’ voor leidinggevenden.
Een duurzame en hybride rijksdienst
Een duurzame bedrijfsvoering en hybride werken zijn de uitgangspunten voor het werken binnen de rijksdienst. Voor de verduurzaming zet de rijksdienst zijn inkoopkracht maximaal in. Kenmerkend voor hybride werken is de verschuiving in de balans tussen op kantoor, thuis en elders werken. Dit brengt ook veranderingen met zich mee voor het gebruik, de inrichting en de bezetting van de rijkspanden. Deze veranderingen leiden tot het herijken van de bedrijfsvoeringkaders en de masterplannen voor (kantoor)huisvesting in 2023. Daarbij blijft duurzaamheid onverminderd het uitgangspunt.
Digitalisering verandert de samenleving. Zij verrijkt onze maatschappij en heeft ons leven aangenamer en makkelijk gemaakt. Tegelijkertijd zorgt het voor een digitale kloof en groeiende ongelijkheid in de samenleving en staan waarden als privacy en zelfbeschikking onder druk. Voor BZK is het de uitdaging om deze kansen te pakken en deze uitdagingen aan te gaan. We nemen onze verantwoordelijkheid door een sterke, anticiperende rol te spelen in de digitalisering die past bij Nederlandse waarden als veiligheid, democratie en zelfbeschikking.
Digitalisering in Europa, Nederland en Internationaal
Digitalisering gaat over grenzen heen en veel regelgeving en beleid voor digitalisering komt in Europees verband tot stand. Wij maken ons ook in deze arena sterk voor de publieke waarden. We stimuleren innovatie, maar beschermen de rechten van burgers. Veel Europese wetgeving is bijna afgerond, zoals de Digital Governance Act, de Digital Markets Act, eIDAS verordening en de Digital Services Act. BZK gaat werk maken van de vertaling daarvan naar de Nederlandse context en zal partijen die dit implementeren actief ondersteunen.
Het digitale fundament
De aanpak van digitalisering bestaat uit vier onderdelen die sterk vervlochten zijn: vanuit het digitale fundament (de democratische randvoorwaarden) werken we aan het digitaliseren van de overheid, de samenleving en de economie. Hierbij zetten we de mens centraal. BZK voert de regie op de hoofdlijnen van het kabinetsbrede digitaliseringsbeleid en richt zich op het digitale fundament en op de digitale overheid.
Om onze democratische waarden en grondrechten te waarborgen investeren we in een stevig (digitaal) fundament. We hebben een vertaling nodig van ons maatschappelijk fundament – democratie, grondrechten en rechtsstaat – naar de digitale context. Hiertoe ontwikkelen we een langetermijnvisie met handelingsperspectieven: een jaarlijks te actualiseren Werkagenda Digitalisering. Zo geven we richting aan de snelle en voortdurende ontwikkeling van de digitalisering.
Een waardengedreven digitalisering is gestoeld op vertrouwen van burgers en bedrijven. Daarom geeft BZK langs vijf lijnen richting aan de Werkagenda Digitalisering, die nog in 2022 aan de Kamer wordt verstuurd:
1. Iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk;
2. Iedereen kan de digitale wereld vertrouwen;
3. Iedereen heeft regie op het digitale leven;
4. Een waardengedreven digitale (rijks)overheid die open werkt voor de burger;
5. De digitalisering versterken in het Caribisch deel van het koninkrijk.
We verbeteren onder andere de privacy online door het naleven van de AVG door de overheid zelf aan te scherpen en privacy-by-design te waarborgen. We introduceren een Nederlandse publieke, vrijwillig te gebruiken, open source wallet en ontsluiten relevante gegevensbronnen. We versterken het toezicht op het gebruik van gegevens en algoritmes en we beschermen onze kinderen online met de doorontwikkeling van de Code Kinderrechten Online.
Digitale overheid
De overheid moet als digitale partner het goede voorbeeld geven. We werken aan een toegankelijke en inclusieve digitale overheid die de inwoner en ondernemer centraal stelt, op transparante wijze toegankelijke dienstverlening biedt en die is georganiseerd rond de belangrijke levensgebeurtenissen van mensen en organisaties. Daarom investeren we in één overheidsloket voor (digitale) dienstverlening, net zoals dat nu al bestaat voor ondernemers.
Moderne IT-architectuur
Met de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) creëren we een veilige digitale basis voor de uitvoering met bouwstenen als DigiD en Mijn Overheid. Hiermee realiseren we een moderne IT-architectuur. Tevens ontwikkelen we een federatief datastelsel voor het rechtmatig delen van (bron)gegevens en meer transparantie voor inwoners over het gebruik van die gegevens. Ook de Basisregistratie Personen (BRP) wordt stapsgewijs gemoderniseerd naar de eisen en wensen van deze tijd.
In het Caribisch deel van het Koninkrijk is veel van wat wij vanzelfsprekend vinden dat nog niet. Daarom onderzoeken we daar de invoering van het BSN en maken we – waar zinvol en mogelijk – de GDI toegankelijk en ontsluiten we de digitale overheid.
Digitaal vakmanschap en agile werkwijze
In de I-strategie Rijk 2021-2025 hebben we samen met de kerndeparte menten en grote uitvoeringsorganisaties de tien belangrijkste thema's voor de informatievoorziening van het Rijk bepaald. In 2023 wordt verder uitvoering gegeven aan de realisatie van deze I-strategie. Dit doen we bijvoorbeeld door de informatiehuishouding van de overheid verder te professionaliseren en te werken aan digitaal vakmanschap.
Vanwege de toenemende digitale dreigingen investeren we in meer digitale weerbaarheid bij (publieke) bestuurders. Security-by-design en securitystandaarden (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) worden integraal onderdeel van de inkoopeisen voor ICT- producten en -diensten. We bestrijden versnippering in wet- en regelgeving met de Wet Digitale Overheid om de informatieveiligheid van het openbaar bestuur te vergroten.