De Strategische Evaluatie Agenda is opgebouwd uit hoofdthema’s, thema’s en subthema’s. IenW kent de volgende hoofdthema’s: Water en Bodem, Mobiliteit (wegen en verkeersveiligheid en openbaar vervoer en spoor), Luchtvaart en Maritiem en Milieu en Internationaal. Deze hoofdthema’s zijn onderverdeeld in thema’s die samenvallen met de opzet van de begrotingsartikelen. Onderstaande tabel bevat per thema de belangrijkste onderzoeken. Het betreft de periodieke verplichte rapportage (beleidsdoorlichtingen), aangevuld met andere geprioriteerde onderzoeken.
DGWB | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Integraal Waterbeleid | Monitoring: Jaarlijkse voortgangsrapportage De Staat van Ons Water | 2024 | Met de Staat van Ons Water wordt elk jaar gerapporteerd over de voortgang van het waterbeleid in het afgelopen kalenderjaar. De Staat van ons Water is bedoeld om meer inzicht te hebben in de kwaliteit van ons (drink)water, alsook om inzicht te hebben in de mate van bescherming tegen wateroverlast en toenemende droogte. | 11 |
Monitoring: Tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water 2023/2024 van de Nederlandse plannen voor de KRW | 2024 | De Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 voor de Kaderrichtlijn Water voor Rijn, Maas, Eems en Schelde zijn vastgesteld in maart 2022. Eind 2027 moeten de maatregelen genomen zijn die leiden tot doelbereik voor de KRW. In de evaluatie 2024 wordt de balans van de waterkwaliteit in Nederland opgemaakt en een eenduidig inzicht in prognose van het doelbereik 2027, resterende waterbeheerkwesties en het resterend handelingsperspectief. | 11 | |
DGMo | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Wegenen Verkeersveiligheid | Ex-post synthese: Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid | 2023 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 14 is afgerond in 2017 en betrof de onderzoeksperiode 2011 ‒ 2015 (documentatie: Wegen en verkeersveiligheid | Rijksfinancien). De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2016 ‒ 2022. | 14 |
Ex-post: Evaluatie Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 | 2025 | Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) wordt geëvalueerd, om onder meer nieuwe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen mee te nemen in het plan. | 14 | |
Monitoring: Staat van de Verkeersveiligheid | Jaarlijks | In de jaarlijkse Staat van de Verkeersveiligheid analyseert SWOV de ontwikkelingen op het gebied van de verkeersveiligheid. Belangrijke veiligheidsindicatoren hierbij zijn: het aantal verkeersdoden, het aantal verkeersgewonden en de risico's. | 14 | |
Ex-post: Evaluatie Wegenverkeerswet 1994 | 2023 | De Wegenverkeerswet 1994 is het kader dat onder meer de toegang tot de weg en de voor alle verkeersdeelnemers voorgeschreven gedragingen en interacties op de weg bepaalt. In 2022 wordt gestart met het formuleren van de evaluatievragen, waarna in 2023 de evaluatie van de wet kan starten. De uitkomsten hiervan, die in 2023 worden verwacht, dienen als input voor een eventuele modernisering van de wet. | 14 | |
Ex-post: Evaluatie Hand aan de Kraan | 2021, 2022en 2024 | Ten aanzien van de modaliteit personenauto's is in 2021 de tweede jaarlijkse monitor stimulering elektrische auto's (Hand aan de Kraan) naar de Tweede Kamer gestuurd. In 2022 wordt een tussenevaluatie opgeleverd ten aanzien van het gehele stimuleringspakket Elektrisch vervoer (Hand aan de Kraan) en in 2024 volgt een integrale evaluatie. | 14 | |
Openbaar Vervoer en Spoor | Ex-post synthese: Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor | 2025 | 16 | |
Monitoring: Evaluatie Staat van de infrastructuur | 2022 | Elk jaar wordt er middels een evaluatie een (figuurlijke) foto gemaakt van hoe de infrastructuur erbij ligt. Er wordt dan gekeken of de staat van de infrastructuur hetzelfde is gebleven, verslechterd of verbeterd is. Dit wordt gebruikt in het proces rondom de besluitvorming over investeringen in de infrastructuur. | 16 | |
Ex-post: Evaluatie beschikbaarheidsvergoeding OV | 2022 | N.a.v. de coronapandemie heeft de Rijksoverheid een beschikbaarheidsvergoeding beschikbaar ingesteld voor het openbaar vervoer in Nederland. Het Rijk vergoedt hiermee een deel van de kosten die vervoerders maken zodat deze, ook bij de lagere reizigersaantallen als gevolg van de coronapandemie, OV kunnen blijven aanbieden. De beschikbaarheidsvergoeding OV is in 2020 ingesteld en daaropvolgend een aantal maal verlengd tot in ieder geval 1 september 2022. Uitvoering vindt plaats via een subsidieregeling en de afstemming met betrokken partijen verloopt via het Nationaal OV-beraad. | 16 | |
Ex-post: Evaluatie Maatregelenpakket spoorgoederenvervoer | 2022 | Het doel van de evaluatie is het bepalen van het effect van het maatregelenpakket spoorgoederenvervoer op de beleidsdoelstelling. Twee opgaven stonden in de evaluatie centraal: Het analyseren van de ontwikkeling van het spoorgoederenvervoer in de afgelopen 3,5 jaar (2017-2021) en het duiden van die ontwikkelingen (een inventarisatie van de genomen maatregelen naar aanleiding van het Maatregelenpakket per cluster). Op hoofdlijnen is aangeven welke resultaten en effecten dit heeft opgeleverd. | 16 | |
DGLM | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Luchtvaart | Ex-post synthese: Artikel 17 Luchtvaart | 2024 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 17 is afgerond in 2017 en betrof de onderzoeksperiode 2009 ‒ 2015 (documentatie: decisio-beleidsdoorlichting-artikel-17-luchtvaart.pdf). De laatste doorlichting Luchtvaart vond plaats in 2017 en staat weer op de agenda in 2024. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2016 ‒ 2022. | 17 |
Scheepvaart en Havens | Ex-post synthese: Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 2022 | Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle begrotingsartikelen eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 18 is afgerond in 2015 en betrof de onderzoeksperiode 2007-2014 (documentatie: Scheepvaart en havens | Rijksfinancien). In 2022 wordt de beleidsdoorlichting uitgevoerd met betrekking op de periode 2015 ‒ 2020. | 18 |
DGMI | ||||
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Artikel |
Lucht en Geluid | Ex-post synthese: Luchtkwaliteit, het Schone Lucht Akkoord | 2025 | Het Schone Lucht Akkoord is een bestuurlijke overeenkomst tussen het Rijk en de decentrale partners (provincies en gemeenten), en is gericht op het realiseren van gezondheidswinst voor alle burgers door een permanente verbetering van de luchtkwaliteit verdergaand dan de EU-normen voor luchtkwaliteit. Hierbij wordt toegewerkt naar de WHO-advieswaarden in 2030. Voor luchtkwaliteit is in 2019 de beleidsdoorlichting Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) uitgebracht. Het NSL loopt tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het Schone Lucht Akkoord is op 13 januari 2020 van start gegaan en loopt tot 2030. Er is behoefte om vijf jaar na de start van het Schone Lucht Akkoord, het beleid door te lichten. | 20 |
Ex-post synthese: Geluid | 2022 | Het doel van het beleid ‘Geluid’ is het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door geluidhinder te voorkomen of te beperken. Hierbij ligt een belangrijke focus op geluidsanering, het aanpakken van knelpunten bij woningen met de hoogste geluidbelastingen. De doorlichting is eerder aangekondigd voor de jaren 2021-2022 in vervolg op de laatste doorlichting in 2016. In 2023 treedt de Omgevingswet in werking en verandert de wet- en regelgeving inhoudelijk. Een beleidsevaluatie in 2022 kan geen doorwerking meer hebben in de regels zoals die per 1-1-2023 van kracht gaan worden. Gegeven de inwerkingtreding van nieuwe regels voor de geluidsanering in 2023 kan op dat moment wel teruggekeken worden op de resultaten die bereikt zijn (ex-post) onder het bestaande recht (Wet geluidhinder). Een doorlichting gericht op evalueren van de werking van het nieuwe stelsel voor geluidsanering kan dan in 2027 plaatsvinden, in lijn met de voor dat moment geplande bredere evaluatie van de Omgevingswet. | 20 | |
Duurzaamheid | Ex-ante: Onderzoek Duurzame Agro emissiearme stalsystemen | 2022 | Naar aanleiding van een onderzoek van CBS dat suggereerde dat emissiearme stalsystemen minder goed functioneren dan verondersteld, onderzoekt WUR het proces van stalbeoordeling en regulering. Hierin wordt gekeken naar het meten van de emissiereductie, de toelatingsprocedure, het gebruik van de systemen in de praktijk en het toezicht daarop. De uitkomsten hiervan zullen worden gebruikt ter verbetering van de regulering van stikstof-, fijnstof- en geuremissies uit stallen. | 21 |
Omgevings- veiligheiden Milieurisico's | Ex-post synthese: Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | 2025 | Het doel van het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is het realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren. In alle hierna opgenomen beleidsevaluaties vallend binnen artikel 22 dienen ter ondersteuning van deze beleidsdoorlichting. Over het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is eind 2018 uitgebracht (TK 32 861 nr. 42). Eén van de aanbevelingen daarvan was om voor de volgende doorlichting te zorgen voor meer kwantitatief evaluatiemateriaal. Er is behoefte om in 2024 het beleid wederom door te lichten. | 22 |
Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link: Status beleidsdoorlichtingen. Voor een verdere onderbouwing van de strategische evaluatie agenda zie "Bijlage 6: Strategische Evaluatie Agenda".