Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Vastgestelde begroting 20241

 

12.735.901

10.895.395

12.810.700

12.343.820

13.364.933

5.737.312

Belangrijkste suppletoire mutaties

       
        

Indirectie Kosten Compensatie ETS

2

186.000

     

Eindejaarsmarge Klimaatfonds

2+4

420.743

     

Ontwerp Meerjarenprogramma Klimaat 2025

2+4

60.569

424.331

558.099

395.316

409.216

400.616

Energiemaatregelen

2+4

297.461

5.387

2.703

   

DEI+

4

1.525

22.007

52.677

66.526

60.340

128.226

SDE- domein

4

629.945

37.632

‒ 1.862.620

‒ 1.673.959

‒ 1.230.031

‒ 574.630

ISDE

4

‒ 55.602

 

53.102

   

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

4

‒ 222.040

‒ 1.784

‒ 3.748

363

42.900

184.043

Norg akkoord

5

‒ 292.000

     

Schade afhandeling

5

‒ 108.634

23.913

284.144

‒ 155.008

1.893

102.071

Versterkingsoperatie

5

36.838

381.435

196.768

‒ 26.140

‒ 88.820

 

Vulmaatregelen gasopslag

5

‒ 240.000

0

233.000

   

Overhevelingen PEGA

4+5

167.235

286.473

156.541

122.989

118.144

58.163

Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen

5

  

293.838

709.850

152.052

‒ 35.630

Voedingsartikel NGF

6

‒ 959.141

‒ 548.002

‒ 420.861

‒ 158.927

‒ 1.269.232

111.661

Loon- en prijsbijstelling

41

233.753

250.076

208.878

195.054

187.386

167.542

        

Overige mutaties

 

1.361.513

196.477

417.942

43.465

89.726

5.858.943

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

14.254.066

11.973.340

12.981.163

11.863.349

11.838.507

12.138.317

1

Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Indirectie Kosten Compensatie ETS

Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023. Dekking voor deze regeling in 2024 is gevonden binnen de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE).

Eindejaarsmarge Klimaatfonds

Bij de 1e suppletoire begroting zijn klimaatfondsmiddelen toegevoegd die vorig jaar niet tot besteding zijn gekomen. Klimaatfondsmiddelen vallen onder het Investeringsplafond waardoor zij 100% eindejaarsmarge kennen. Hiermee kan klimaatbeleid worden voorgezet.

Ontwerp Meerjarenprogamma Klimaat 2025

Gelijktijdig met de Voorjaarsnota worden via het Meerjarenprogramma Klimaat 2025 toekenningen gedaan vanuit het Klimaatfonds. Voor het Ministerie van Economische zaken en Klimaat wordt totaal € 2,7 mld toegekend onder andere voor vergassingsprojecten (€ 500,0 mln), subsidieregeling warmtenetten (€ 972,5 mln), de ISDE (€ 218,1 mln),  waterstofnetwerk op zee (€ 100,0 mln), voor gebiedsinvestering netten op zee (€ 500,0 mln) en nog meerdere maatregelen. Zie het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 voor meer informatie.

Energiemaatregelen

Deze post bevat drie energiemaatregelen namelijk, Tegemoetkoming Energiekosten (TEK), Prijsplafond en Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB). In 2024 wordt de TEK subsidie vastgesteld op basis van de energieprijzen uit 2023. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van RVO.Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling TTB in 2023. Dit budget wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren.. Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd verwacht.

DEI+

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).

SDE-domein

Het SDE- domein bestaat uit drie onderdelen namelijk, SDE, SDE+ en SDE++. Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.Voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee worden extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.Het SDE++ budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales en anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE.Vanuit de reserve duurzame energie, SDE+ en SDE++ worden middelen ingezet voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE/MOOI. Het grootste deel wordt gedekt uit de beschikbare middelen van de SDE+.Voor de SDE+ en SDE++ geldt dat er middelen worden overgeheveld van de EZK-begroting naar de bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

ISDE

Het budget in 2024 is verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering. Daarnaast wordt de eindejaarsmarge via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn.

Warmtenetten Investeringssubsidie

De middelen van de openstellingen van de WIS 2023 en 2024 zijn in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.

Norg akkoordConform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg. De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere CPB gasprijs.

SchadeafhandelingDe raming voor de schadeafhandeling is door de uitvoeringsorganisatie (IMG) bijgesteld, op basis van geactualiseerde verwachtingen over de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstukken II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Op basis van deze raming is de EZK-begroting met t/m 2029 cumulatief € 148 mln bijgesteld.

VersterkingsoperatieDe raming voor de versterkingsoperatie is geactualiseerd aan de hand van het Meerjarenversterkingsplan (MJVP) van uitvoerder Nationaal coördinator Groningen (NCG). De raming loopt tot en met 2028 in verband met de geplande afronding van de versterkingsoperatie in 2028. De NCG is gevraagd een analyse te doen naar de haalbaarheid van de afronding van de versterking in 2028 (Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1227). Op basis van deze raming is de EZK-begroting t/m 2029 cumulatief met ca. € 500 mln bijgesteld.

Vulmaatregel gasopslag

In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.

Overhevelingen PEGAVoor diverse maatregelen uit Nij Begun (de kabinetsreactie op PEGA) worden middelen opgevraagd van de Aanvullende Post. In de toelichting op artikel 5 is een overzichtstabel opgenomen (tabel 24). De nog resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.

Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken GroningenDe kosten voor schade en versterken worden (exclusief btw) doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die namens de Maatschap (NAM en beleidsdeelneming EBN) verantwoordelijk is voor de kosten voor schade en versterken. In lijn met de economische verhoudingen binnen de Maatschap komt 40% van de kosten voor rekening van EBN. Op basis van de actualisatie van de ramingen voor schade en versterken is de bij EBN aanwezige voorziening niet toereikend om het EBN-deel van de geraamde uitgaven voor schade en versterken te voldoen. Om die reden wordt vanaf 2026 in de Rijksbegroting een bijdrage aan EBN opgenomen voor de kosten van schade en versterken Groningen, cumulatief € 1.610 mln tot en met 2029, wat resulteert in een tegenvaller van € 1.120 mln. De omvang van deze bijdrage wordt verklaard doordat de NAM uitgaat van lagere kosten voor NAM voor schade en versterken dan de Staat, en omdat de voorziening bij EBN op de inschatting van NAM is gebaseerd.

Voedingsartikel NGF

Op het voedingsartikel van het Nationaal Groeifonds worden verschillende mutaties doorgevoerd, om aansluiting te behouden met de fondsbegroting. Onderdeel hiervan is de uitname voor investeringen in de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector). Het kabinet heeft in het voorjaar middelen ter beschikking gesteld om in deze sector knelpunten aan te pakken, ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland. De middelen zijn bestemd voor verschillende maatregelen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en onderwijs in de regio Eindhoven. Hiervoor wordt cumulatief € 1,279 mld uit het budget van het Nationaal Groeifonds gehaald. Daarnaast wordt bij 1e suppletoire begroting het amendement Erkens c.s. verwerkt. Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd om de accijns op benzine, diesel en LPG per 1 januari 2024 niet te verhogen. Ter dekking hiervan is € 1,212 mld aan het Nationaal Groeifonds onttrokken in 2028. Tenslotte worden er verschillende omzettingen verwerkt, welke in detail worden toegelicht onder beleidsartikel 6 van de 1e suppletoire begroting van EZK, en in de 1e suppletoire begroting van het NGF.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2024 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2024 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2024 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Vastgestelde begroting 20241

 

5.789.765

5.351.333

4.924.322

7.856.346

6.229.519

1.920.000

Belangrijkste suppletoire mutaties

       
        

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

4

541.322

70.662

    

Heffing gasleveringszekerheid

4

 

‒ 148.475

‒ 1.750

‒ 1.750

‒ 1.750

146.725

ETS-ontvangsten

4

‒ 550.000

‒ 550.000

‒ 650.000

‒ 950.000

‒ 850.000

‒ 750.000

Terugontvangsten Prijsplafond

4

109.000

     

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

5

 

22.749

326.767

129.197

  

Ontvangsten NAM schadeafhandeling

5

413.063

255.143

416.449

597.289

48.036

101.769

Dividenduitkering EBN

5

‒ 446.000

‒ 541.000

‒ 374.000

‒ 270.000

‒ 197.000

‒ 158.000

Ontvangsten Mijnbouwwet

5

‒ 280.000

‒ 330.000

‒ 220.000

‒ 90.000

10.000

10.000

        

Overige mutaties

 

291.447

94.273

87.135

23.887

‒ 69.772

3.103.737

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

5.868.597

4.224.685

4.508.923

7.294.969

5.169.033

4.374.231

1

Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen komen in 2024 tot betaling, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.

ETS-ontvangsten

De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.

Terugontvangsten Prijsplafond

RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatieDe uitgaven voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten.

Ontvangsten NAM schadeafhandelingDe uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De omvang van de totale bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld. Daarnaast komen in 2024 ook ontvangsten binnen die aanvankelijk geraamd waren voor 2023.

Dividenduitkering EBN De geraamde ontvangsten aan dividend EBN worden bijgesteld voornamelijk vanwege de lagere CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

Ontvangsten Mijnbouwwet De geraamde ontvangsten Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

Licence