Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x €1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

5.074.528

4.535.264

3.284.854

3.042.142

2.164.828

0

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Wet op de politieke partijen kasschuif

1

‒ 8.382

‒ 217

298

8.301

0

0

2) Versterking kennis- en onderzoeksfunctie van de TK kasschuif

1

‒ 9.900

9.900

0

0

0

0

3) Overboeking min J&V Stelsel Bewaken en Beveiligen

2

6.361

6.361

6.361

6.361

6.361

6.361

4) Middelen Hooflijnenakkoord nationale veiligheid

2

7.500

32.310

77.570

77.570

77.570

77.570

5) Overboeking min DEF AIVD

2

20.453

161

161

0

0

0

6) EU boete open data richtlijn

6

14.860

0

0

0

0

0

7) Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

11

25.000

0

0

0

0

0

8) Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

11

100.190

0

0

0

0

0

9 Apparaatskosten NCG

11

3.928

24.147

81.274

73.008

107.355

64.780

10) Bestendigen organisatie apparaat min VRO

11

1.088

7.776

9.462

9.462

12.657

12.657

11) Aanvullende taakstelling apparaat (amendement Bontenbal)

13

7.278

9.824

9.824

9.824

9.824

9.824

12) Slavernijverleden kasschuif

14

‒ 7.325

1.675

3.310

675

1.665

0

13) Duurzaam herstel kasschuif

15

21.278

‒ 21.278

0

0

0

0

14) Aanvullende MKB maatregelen AP

15

0

12.540

11.230

6.230

0

0

15) Bijstelling schaderaming IMG

15

231.190

7.849

415.348

388.772

133.313

33.797

16) Knelpunten IMG kasschuif

15

‒ 9.959

‒ 4.453

698

599

5.750

7.365

17) Overboeking economische agenda naar min EZ

15

‒ 27.540

‒ 27.540

‒ 27.540

‒ 10.057

‒ 9.000

0

18) Verduurzaming bij lichte versterking AP

15

0

10.142

17.311

20.896

300

0

19) Verduurzaming bij lichte versterking kasschuif

15

‒ 13.000

0

0

0

4.500

8.500

20) Versterkingsoperatie kasschuif

15

‒ 65.000

0

0

0

16.000

49.000

21) Bijstelling raming versterkingskosten NCG

15

‒ 382.036

‒ 145.351

227.960

‒ 32.340

323.919

175.137

22) Versterkingsoperatie hogere bouwkosten

15

8.400

8.800

2.300

500

0

 

23) Hogere bouwkosten compensatie gemeenten en provincie

15

0

64.700

0

0

0

0

24) Gestegen kosten batch 1588 AP

15

0

33.500

0

0

0

0

25) Nationaal Programma Groningen economische agenda kasschuif

15

45.500

‒ 6.100

‒ 6.000

‒ 33.400

0

0

26) Nationaal Programma Groningen AP provincie Groningen

15

16.381

32.784

29.067

36.035

45.333

27.359

27) Nationaal Programma Groningen AP economische agenda

15

24.500

56.100

56.000

56.000

0

0

28) Nationaal Programma Groningen kasschuif

15

65.780

13.384

320

‒ 6.792

‒ 45.333

‒ 27.359

29) Sociale agenda kasschuif

15

‒ 41.900

41.900

0

0

0

0

30) Sociale Agenda AP

15

0

0

79.000

117.000

137.600

145.600

31) Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen AP opvraag

15

10.000

5.000

5.000

0

0

0

32) Eindejaarsmarge 2024

Alle

273.019

0

0

0

0

0

33) Extrapolatie 2030

Alle

0

0

0

0

0

2.146.408

34) Loon- en prijsbijstelling tranche 2025

Alle

78.862

73.780

69.130

66.496

61.590

61.078

35) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

Alle

0

9.118

11.136

13.712

14.456

14.437

36) Overig

Alle

‒ 32.799

20.645

33.564

34.168

53.444

38.647

        

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

5.438.255

4.812.721

4.397.638

3.885.162

3.122.132

2.851.161

Toelichting

1. Wet op de politieke partijen kasschuif

Voor de Wet op politieke partijen (Wpp) is er subsidiebudget voor decentrale politieke partijen beschikbaar. In verband met vertraging van de inwerkingtreding van de Wpp naar 2026 vindt er een kasschuif plaats van 2025 en 2026 met een totaalbedrag van circa € 8,5 mln. naar 2027 en 2028. Hierdoor zijn de subsidiebudgetten voor decentrale politieke partijen vanaf 2026 structureel.

2. Versterking kennis- en onderzoeksfunctie van de TK kasschuif

Voordat de middelen uit het Hoofdlijnenakkoord kunnen worden ingezet voor versterking van de kennis- en onderzoeksfunctie van de Tweede Kamer is onderzoek nodig naar hoe het bedrag goed besteed kan worden. De middelen zijn daarom via een kasschuif van 2025 (- € 9,9 mln.) naar 2026 (€ 9,9 mln.) geschoven om deze in een realistischer kasritme te krijgen.

3. Overboeking min J&V Stelsel Bewaken en Beveiligen

Voor het versterken en vernieuwen van het stelsel bewaken en beveiligen, ontvangt het ministerie van BZK van het ministerie van Justitie en Veiligheid vanaf 2025 structureel € 6,4 mln.

4. Middelen hoofdlijnenakkoord nationale veiligheid

In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat er een structureel bedrag beschikbaar wordt gesteld voor Nationale Veiligheid. Het ministerie van BZK ontvangst van het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2025 € 7,5 mln., in 2026 € 32,3 mln. en de daarop volgende jaren jaarlijks € 77,5 mln.

5. Overboeking min DEF AIVD

Het ministerie van BZK ontvangt in 2025 € 20,4 mln. van het ministerie van Defensie voor de bijdrage in het kader van de kostendeling van gezamenlijke eenheden, detachering en bedrijfsvoeringskosten.

6. EU boete open data richtlijn

Bij de tweede suppletoire 2024 is € 14,9 mln. gereserveerd in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. De uitspraak werd verwacht in 2024, maar heeft toen niet plaatsgevonden. De uitspraak volgt in 2025. Daarom worden de gereserveerde middelen meegenomen naar 2025.

7. Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

De raming van de kosten van de dienstverlening van baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's) wordt bijgesteld (€ 25,0 mln.).

8. Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de tariefgefinancierde diensten en producten van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding ), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.).

9. Apparaatskosten NCG

De reguliere schade- en versterkingsraming wordt jaarlijks geactualiseerd bij de Voorjaarsnota. De apparaatskosten NCG worden ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen.

10. Bestendigen organisatie apparaat ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

In 2024 is het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) als zelfstandig departement opgericht met structurele taken. De apparaatsbudgetten van VRO zijn echter voor een groot deel incidenteel en nemen op termijn af. De afname komt doordat recente kabinetten incidenteel geld beschikbaar hebben gesteld. Ten behoeve van de structurele taken van VRO worden er middelen vrijgemaakt voor de bestendiging van het apparaat. De apparaatsuitgaven van VRO worden verantwoord op het centraal apparaatsartikel van de begroting van BZK. Vanaf 2026 worden deze verantwoord op het centraal apparaatsartikel van VRO (H22).

11. Aanvullende taakstelling apparaat (amendement Bontenbal)

Conform de grondslag is de dekking van het amendement-Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) voor een deel verder verdeeld over de uitvoeringsorganisaties. Hiervoor zijn middelen overgeboekt naar artikel 13 onvoorzien (€ 3,6 mln. vanaf 2026 structureel). Daarnaast wordt het amendement gedekt uit de prijsbijstelling (€ 7,3 mln. in 2025 en € 6,3 mln. vanaf 2026 structureel).

12. Slavernijverleden kasschuif

Tijdens het vormgeven van artikel 14 was het kasritme nog niet bekend. Middels een kasschuif zijn de middelen (- € 7,3 mln. in 2025) in het juiste kasritme gezet voor de komende jaren.

13. Duurzaam herstel kasschuif

Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie Groningen (Kamerstukken II, 2021/2022, 33 529, nr. 948). Er is een kasschuif van 2026 naar 2025 (€ 21,3 mln.) om zo de middelen duurzaam herstel in het juiste kasritme te zetten.

14. Aanvullende MKB maatregelen AP

Van de Aanvullende Post zijn middelen (€ 30,0 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2028) overgeboekt voor aanvullende MKB-maatregelen. Er is onderzocht in hoeverre hulp aan MKB-ondernemers die nadelige gevolgen ondervinden van de gaswinning verbeterd kan worden. Daaruit blijkt met name dat gedupeerde micro-ondernemers in het aardbevingsgebied aanvullende hulp hard nodig hebben Deze zwaarst getroffen ondernemers zijn veel tijd en energie kwijt aan schadeherstel en/of een versterkingstraject. Dit gaat vaak ten koste van het ontwikkelen van de eigen onderneming.

15. Bijstelling schaderaming IMG

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. Het betreft de uitgaven voor de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de vergoedingen fysieke en immateriële schade en waardedaling.

16. Knelpunten IMG kasschuif

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). Een deel van de toegevoegde eindejaarsmarge is met een kasschuif naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

17. Overboeking ecomische agenda naar min EZ

Er is een overboeking naar het ministerie van Economische Zaken van in totaal € 101,7 mln. voor de jaren 2025 tot en met 2029 voor ondersteuning bij de Economische Agenda Groningen onder de noemer Economische Bedrijvigheid. Het budget is bedoeld voor strategische acquisitie, met als doel: het aantrekken van nieuwe (internationale) bedrijvigheid met strategische, toegevoegde waarde voor de regio. Verder is een deel van het budget bestemd voor de Noordelijke Ontwikkelmaatschappij (NOM) en de Economic Board Groningen (EBG). Tot slot wordt het budget gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoeringskracht vanuit het ministerie van Economische Zaken bij projecten, innovatie en opschaling het benutten van bestaande regelingen en in aanmerking komen voor nationale en Europese financiering.

18. Verduurzaming bij versterking AP

Van de Aanvullende Post zijn middelen (€ 48,6 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2029) overgeboekt voor de uitvoering maatregel 29 uit Nij Begun naar de BZK begroting. Het betreft hier verduurzaming bij lichte versterking door NCG.

19. Verduurzaming bij versterking kasschuif

Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie voor (middel)zware versterkingen. Via een kasschuif (€ 13,0 mln. voor 2025) wordt een deel van de eindejaarsmarge naar de jaren 2029 en 2030 doorgeschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

20. Versterkingsoperatie kasschuif

Via een kasschuif worden de middelen (€ 65,0 mln. voor 2025) voor maatwerk in de versterkingsoperatie die voor een deel via de eindejaarsmarge toegevoegd zijn aan de begroting voor 2025 doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

21. Bijstelling raming versterkingskosten NCG

Ieder jaar wordt bij de Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2030 aangepast. NCG heeft een diepteanalyse uitgevoerd naar de einddatum van de versterkingsoperatie. Daaruit volgt dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 is afgerond. De analyse laat echter ook zien dat de beoogde einddatum voor de afronding van de versterking in 2028 niet voor alle gebouwen behaald kan worden. De huidige raming is gebaseerd op de laatste actualisatie van de diepteanalyse van maart 2025. Hieruit volgt dat de versterkingskosten in 2025 naar beneden zijn bijgesteld, en stijgen in latere jaren ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024. De versterking zal dus langer op een hoger uitvoeringsniveau duren dan vorig jaar werd verwacht. De totale bijstelling t/m 2030 op de versterkingskosten onder de categorie opdrachten is ‒ € 237,4 mln. Hier staan bijstellingen naar boven op de budgetten voor vergoeding voor schade door versterken (bijstelling tot en met 2030 is € 65,7 mln.), versterken in eigen beheer (bijstelling tot en met 2030 is € 332,8 mln.) en diverse subsidies versterken tegenover.

22. Versterkingsoperatie hogere bouwkosten

Er is een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en indexatie (meerjarig € 20,0 mln.) op diverse versterkingsprojecten uit bestuurlijke afspraken. Deze tegenvaller wordt gedekt vanuit de generale middelen.

23. Hogere bouwkosten compensatie gemeenten en provincie

Er is nog een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en verdere indexatie (€ 64,7 mln.) op de versterkingsoperatie in Batch 1588. Deze tegenvaller wordt gedekt vanuit de generale middelen.

24. Gestegen kosten batch 1588 AP

Als onderdeel van de bestuurlijke afspraken worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588. Voor gestegen bouwkosten zijn in Nij Begun middelen gereserveerd die van de Aanvullende Post naar de BZK-begroting zijn overgeboekt (€ 33,5 mln. voor 2026).

25. Nationaal Programma Groningen economische agenda kasschuif

Middels een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van latere jaren naar 2025 (€ 65,8 mln.) en 2026 (€ 13,4 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

26. Nationaal Programma Groningen AP provincie Groningen

Met het NPG wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, in de economische ontwikkeling en in de energietransitie in Groningen. Vanuit de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2025 tot en met 2030 middelen voor de NPG-aanvraag van de provincie Groningen (totaal € 187,0 mln.) toegevoegd aan de BZK-begroting.

Hierover ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een separate onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1.).   

27. Nationaal Programma Groningen AP economische agenda

De verwachting was begin 2024 dat er al een start gemaakt zou worden met de Economische Agenda. Die is echter in 2025 definitief opgeleverd en de eerste projecten dienen zich aan. Daarom zijn vanuit de Aanvullende Post voor de jaren 2025 tot en met 2028 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor het startkapitaal van de economische agenda (totaal € 192,6 mln.).

Hierover ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een separate onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1.).   

28. Nationaal Programma Groningen kasschuif

Middels een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van latere jaren naar 2025 (€ 45,5 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

29. Sociale agenda kasschuif

De sociale agenda bestaat uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Via een kasschuif worden de middelen van 2025 (- € 15,1 mln.), die via de eindejaarsmarge zijn toegevoegd, naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

30. Sociale Agenda AP

Van de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2027 tot en met 2030 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor de sociale agenda (totaal € 479 mln.).

31. Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen AP opvraag

Vanuit de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2025 tot en met 2027 middelen (totaal € 20,0 mln.) voor de uitvoering van maatregel 16 (vergoeding eigen tijd van bewoners) uit Nij Begun toegevoegd aan de BZK-begroting.

32. Eindejaarsmarge

Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge van 2024 (€ 273 mln.). Hiervan is € 261 mln. ontvangen voor artikel 15 Een veilig Groningen met perspectief. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken. De korting is niet van toepassing op de middelen voor Groningen.

33. Extrapolatie 2030

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

34. Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de BZK-begroting. Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

35. Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

De apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord bedraagt structureel € 121 mln. De invulling van de taakstelling valt uiteen in drie delen: invulling door de beleidskern en staf (fte-reductie) van € 23 mln. structureel, besparingen op (beleids)budgetten van € 41 mln. structureel en daarnaast besparingen op de bedrijfsvoering uitgevoerd door de Shared Service Organisaties (€ 57 mln.). Als gevolg van de beleidskeuzes wordt een aantal beleidsonderwerpen afgebouwd of wordt hier minder geld aan besteed. Hierbij kan worden gedacht aan een reductie van het aantal congressen en bijeenkomsten dat wordt georganiseerd, vermindering van opdrachten voor onderzoeken en het verminderen van subsidies. Op de begroting van BZK komt deze dekking grotendeels vanuit (beleids)budgetten van artikel 1, 6 en 7. Structureel betreft dit € 6,1 mln. voor artikel 1, € 5,9 mln. voor artikel 6 en € 5,4 mln. voor artikel 7. Met de wijze waarop de taakstelling op het gezamenlijk apparaat van BZK en VRO budgettair is ingevuld, wordt de uitvoering zoals bedoeld in de motie-Chakor niet geraakt (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 18).

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangsten mutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

1.771.618

2.175.828

1.918.923

946.271

821.653

0

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

11

100.190

0

0

0

0

0

2) Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

11

25.000

0

0

0

0

0

3) Bijstelling raming apparaat ontvangsten NAM versterkingsoperatie

11

‒ 32.216

‒ 44.596

33.488

78.992

65.198

98.163

4) Bijstelling raming ontvangsten NAM versterkingsoperatie

15

‒ 174.292

‒ 338.085

‒ 139.329

182.657

‒ 39.554

270.481

5) Bijstelling raming knelpunten IMG

15

‒ 35.500

0

0

0

0

0

6) Bijstelling raming ontvangsten IMG

15

83.515

225.634

543

398.836

372.595

317.622

7) Bijstelling raming ontvangsten NAM Juridische Bijstand

15

‒ 5.721

4.139

4.226

4.226

4.226

10.793

8) Extrapolatie 2030

Alle

0

0

0

0

0

264.527

9) Overige mutaties

Alle

24.389

3.820

4.794

5.159

5.581

5.581

        

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

1.756.983

2.026.740

1.822.645

1.616.141

1.229.699

967.167

Toelichting

1. Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de tariefgefinancierde diensten en producten van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.).

2. Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

Er zijn meerontvangsten van de dienstverlening van de baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd.

3. Bijstelling raming apparaat ontvangsten NAM versterkingsoperatie

Verder heeft een bijstelling van ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) plaatsgevonden (minder ontvangsten in 2025 van € 32,2 mln. naar € 44,6 mln. in 2026 en vanaf 2027 meer ontvangsten van € 33,5 mln oplopend naar € 98,2 mln. in 2030).

4. Bijstelling raming ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor de versterkingsoperatie worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten in 2025 worden met € 174,3 mln naar beneden bijgesteld.

5. Bijstelling raming knelpunten IMG

De raming is bij de uitgaven en bij de ontvangsten voor 2025 met € 35,5 mln. neerwaarts bijgesteld om zo aan te sluiten bij de laatste prognose.

6. Bijstelling raming ontvangsten IMG

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. Het betreft de ontvangsten voor uitvoeringskosten, fysieke en immateriële schade en waardedaling.

7. Bijstelling raming ontvangsten NAM Juridische Bijstand

De kosten voor juridische bijstand aan bewoners worden bij de NAM in rekening gebracht (excl. btw). De actualisatie van de uitgavenraming leidt daarom eveneens tot een bijstelling op de ontvangsten. De geraamde ontvangsten voor de juridische bijstand worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 11 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De neerwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van ca. € 6 mln.

8. Extrapolatie

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

Licence