Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 8 (Defensie Ondersteuningscommando) van de Begroting Hoofdstuk X. Ook vallen over-/ onderprogrammering en de ontvangsten van infrastructuur en vastgoed onder dit artikel. Naast de infrastructuur en vastgoed van Defensie wordt ook NAVO-vastgoed in Nederland begroot binnen dit artikel.

De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en instandhouding van infrastructuur en vastgoed van Defensie en de afstoting van overtollige infrastructuur en vastgoed. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is de opdrachtnemer voor het uitvoeren van de door Defensie uitgegeven opdrachten.

In het vastgoeddomein wordt verder gegaan met de concentratie, vernieuwing en verduurzaming van het vastgoedportfolio zoals uiteengezet in het strategische vastgoedplan 2022 en de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Zo blijft Defensie kazernes en vliegbases revitaliseren met als doel dat deze gedurende lange termijn betaalbaar blijven voldoen aan de organisatiebehoefte, duurzaamheidsdoelstellingen, wet- en regelgeving.

Voor het vastgoeddomein geldt dat Defensie de doelen en de aanpak volgt die zijn opgenomen in het strategische vastgoedplan 2022 waarover de Tweede Kamer in december 2022 is geïnformeerd. De twee onderstaande DMP A-brieven voor projecten met een budget van meer dan € 250,0 miljoen die sinds de ontwerpbegroting van vorig jaar zijn verzonden geven hier uitvoering aan.

Het betreft het project Revitaliseren Johannes Postkazerne in Havelte (Kamerstuk II 36124, nr. 37) en het project Revitalisering vliegbasis Woensdrecht (Kamerstuk II 27830, nr. 421). Beide projecten hebben een projectbudget van € 250,0 miljoen tot € 1,0 miljard. De stand van zaken van dit project en lopende projecten binnen dit artikel zijn terug te vinden in het meest recente DPO (Kamerstuk II 27830, nr. 435) en diens afwijkingsrapportage.

Artikel 5 Infrastructuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

828.239

1.101.436

1.373.366

2.274.483

2.070.320

1.968.742

1.799.823

         
 

Uitgaven

865.706

965.562

826.758

1.615.774

1.389.361

1.380.221

1.599.253

         

5.11

Verwerving

412.224

637.812

954.940

1.940.528

1.713.391

1.560.789

1.365.383

 

Opdrachten

412.224

637.812

954.940

1.940.528

1.713.391

1.560.789

1.365.383

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

14.667

68.093

909.989

760.406

839.415

940.264

 

Verwerving: realisatie

412.224

623.145

886.847

1.030.539

952.985

721.374

425.119

5.12

Instandhouding

453.482

544.101

507.301

504.999

507.311

513.639

515.912

 

Opdrachten

453.482

544.101

507.301

504.999

507.311

513.639

515.912

 

Instandhouding Infrastructuur

453.482

544.101

507.301

504.999

507.311

513.639

515.912

5.16

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 216.351

‒ 635.483

‒ 829.753

‒ 831.341

‒ 694.207

‒ 282.042

 

Fonds

0

‒ 216.351

‒ 635.483

‒ 829.753

‒ 831.341

‒ 694.207

‒ 282.042

 

Fonds

0

‒ 216.351

‒ 635.483

‒ 829.753

‒ 831.341

‒ 694.207

‒ 282.042

         
 

Ontvangsten

26.917

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

         
Artikel 5 Infrastructuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
  

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

Art.

Verplichtingen

1.249.779

1.025.648

962.602

888.728

816.883

815.148

799.284

822.402

789.783

831.879

            
 

Uitgaven

1.480.324

1.513.846

1.530.686

1.507.784

1.136.137

1.154.004

1.104.120

1.121.270

1.112.223

1.113.470

            

5.11

Verwerving

783.925

558.289

489.688

416.856

361.316

334.979

311.582

327.876

295.509

338.823

 

Opdrachten

783.925

558.289

489.688

416.856

361.316

334.979

311.582

327.876

295.509

338.823

 

Verwerving: voorbereidingsfase

367.651

202.828

176.287

98.366

62.288

49.880

36.233

52.784

22.297

57.536

 

Verwerving: realisatie

416.274

355.461

313.401

318.490

299.028

285.099

275.349

275.092

273.212

281.287

5.12

Instandhouding

513.444

514.570

518.658

518.031

501.535

501.726

501.701

501.509

501.266

493.401

 

Opdrachten

513.444

514.570

518.658

518.031

501.535

501.726

501.701

501.509

501.266

493.401

 

Instandhouding Infrastructuur

513.444

514.570

518.658

518.031

501.535

501.726

501.701

501.509

501.266

493.401

5.15

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Fonds

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Fonds

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5.16

Over-/ onderprogrammering

182.955

440.987

522.340

572.897

273.286

317.299

290.837

291.885

315.448

281.246

 

Fonds

182.955

440.987

522.340

572.897

273.286

317.299

290.837

291.885

315.448

281.246

 

Fonds

182.955

440.987

522.340

572.897

273.286

317.299

290.837

291.885

315.448

281.246

            
 

Ontvangsten

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

28.240

Tabel 8 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

9,5%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

90,5%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 5 betreffen verplichtingen voor alle instrumenten met uitzondering van de ontvangsten. De raming van de verplichtingen is gebaseerd op het verwachte moment dat in het kader van een DMF-gerelateerde activiteit een overeenkomst wordt getekend. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend of als een juridisch bindende overeenkomst wordt aangegaan, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan bij de begroting is voorzien.

Uitgaven

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasuitgaven. Voor 2025 gaat het naar verwachting om 9,5% van het uitgavenbudget. Het resterende deel, 90,5% van dit artikel is beleidsmatig gereserveerd voor verwerving en instandhouding, waarvan het aangaan van de juridische verplichting wordt voorbereid.

Verwerving infrastructuur en vastgoed

Dit instrument heeft betrekking op de geraamde uitgaven voor de verwerving en afstoting van Infrastructuur en vastgoed. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Hierna wordt gerelateerd projectbudget overgeheveld naar de (vervolg)onderzoeksfase of realisatiefase.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de infrastructuur en vastgoed projecten boven de € 50 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. Dit betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt ook weergegeven wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie is.

Figuur 6

De toelichtingen over de reeds bestaande projecten zijn te lezen in het DPO dat op Verantwoordingsdag met uw Kamer is gedeeld (Kamerstuk II 27830, nr. 435). Het kasritme van de middelen die voor 2024 aan de begroting zijn toegevoegd, past echter niet bij het absorptievermogen van onder andere het Rijksvastgoedbedrijf. Een deel van dit budget zal daarom worden doorgeschoven naar 2025 of latere jaren.

Instandhouding infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld circa 447 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 342 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag.

Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed

In het DMF wordt gewerkt met het instrument overprogrammering. Op de begroting kan zich dit uiten in negatieve standen op het artikelonderdeelniveau. Er vindt geen realisatie plaats op dit instrument. Gedurende het jaar zullen onstane vertragingen/versnellingen op individuele projecten worden verwerkt op dit instrument.

In de materieelagenda wordt inhoudelijk ingegaan op de over-/onderprogrammering in het DMF.

Ontvangsten

De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Licence