Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar
Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de indicatieve Klimaatfondsbegroting 2024. Dit zijn de grootste en de politiek-relevante mutaties. Aangezien er vanuit het Klimaatfonds geen directie uitgaven kunnen worden gedaan, zijn de middelen overgeboekt naar (andere) departementale begrotingen.
Art. | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | na 2030 | cum | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2024 | 96.949 | 797.450 | 3.945.100 | 2.829.672 | 2.627.104 | 2.547.359 | 4.478.580 | ‒ | 17.322.214 | |
Belangrijkste mutaties | ||||||||||
Nieuwbouw kerncentrales | 1 | ‒ | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 9.050 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 21.550 | |
Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 1 | ‒ | ‒ 4.100 | ‒ 14.600 | ‒ 14.100 | ‒ 9.600 | ‒ 7.100 | ‒ 5.100 | ‒ 54.600 | |
Uitvoeringslasten | 1 | ‒ 569 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 8.899 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 945 | ‒ 17.609 | |
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur | 1 | ‒ | ‒ 5.415 | ‒ 4.983 | ‒ 6.900 | ‒ 7.200 | ‒ 7.500 | ‒ 7.500 | ‒ 39.498 | |
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen | 3 | ‒ | ‒ 50.000 | ‒ 54.000 | ‒ 60.000 | ‒ 50.000 | ‒ | ‒ | ‒ 214.000 | |
Slimme laadinfrastructuur | 3 | ‒ 20.000 | ‒ 12.500 | ‒ 6.500 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 39.000 | |
Waterstofnetwerk op zee | 3 | ‒ | ‒ 100.000 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 100.000 | |
Invoering batterijverplichting voor zonneparken | 3 | ‒ | ‒ | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 100.000 | |
Nationale subsidieregeling warmtenetten | 3 | ‒ | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 139.000 | ‒ 972.500 | |
Gebiedsinvesteringen Netten op Zee | 4 | ‒ 50.000 | ‒ 100.000 | ‒ 50.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 500.000 | |
Normering en stimulering biobased bouwen | 4 | ‒ 1.300 | ‒ 12.756 | ‒ 15.859 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 29.915 | |
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 4 | ‒ | ‒ 12.000 | ‒ 21.000 | ‒ 18.000 | ‒ 6.000 | ‒ 3.000 | ‒ | ‒ 60.000 | |
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in* | 4 | ‒ 3.766 | ‒ 7.766 | ‒ 12.766 | ‒ 29.766 | ‒ 42.766 | ‒ 66.700 | ‒ 163.530 | ||
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | 4 | ‒ 2.033 | ‒ 6.100 | ‒ 6.100 | ‒ 6.100 | ‒ 4.067 | ‒ 4.067 | ‒ 2.033 | ‒ 30.500 | |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer) | 4 | ‒ | ‒ 33.000 | ‒ 55.000 | ‒ 50.000 | ‒ 44.000 | ‒ 28.000 | ‒ | ‒ 210.000 | |
Verduurzaming zeevaartschepen | 4 | ‒ | ‒ 989 | ‒ 9.789 | ‒ 16.029 | ‒ 24.429 | ‒ 37.869 | ‒ 22.195 | ‒ 111.300 | |
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 4 | ‒ | ‒ 11.100 | ‒ 44.400 | ‒ 77.800 | ‒ 94.400 | ‒ 100.000 | ‒ 172.300 | ‒ 500.000 | |
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid) | 4 | ‒ | ‒ 100 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 100 | ‒ 1.800 | |
Intensivering DEI+ (uit reservering ophoging perceel, titel voorheen DEI-XL) | 5 | ‒ | ‒ 14.025 | ‒ 30.600 | ‒ 26.350 | ‒ 8.500 | ‒ 4.250 | ‒ 4.250 | ‒ 87.975 | |
Nationaal Isolatie Programma | 6 | ‒ 90.600 | ‒ | ‒ 223.560 | ‒ 32.160 | ‒ 36.860 | ‒ 41.860 | ‒ 41.860 | ‒ 466.900 | |
Warmtefonds ophogen | 6 | ‒ | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 211.800 | |
HLA-intensivering Kernenergie | 1 | 250.000 | 350.000 | 500.000 | 750.000 | 7.650.000 | 9.500.000 | |||
HLA-ombuiging waterstof/batterij | 2 ‒ 3 ‒ 4 | ‒ | ‒ 60.000 | ‒ 280.000 | ‒ 106.000 | ‒ 90.000 | ‒ 89.000 | ‒ 346.000 | ‒ 971.000 | |
Loon en prijsbijstelling op Klimaatfonds | 1 ‒ 7 | 11.559 | 85.517 | 127.356 | 127.359 | 130.788 | 127.257 | 127.257 | 737.093 | |
Kasschuiven* | 1 ‒ 7 | ‒ 75.426 | ‒ 156.475 | ‒ 737.408 | ‒ 456.863 | ‒ 310.575 | ‒ 424.875 | ‒ 550.353 | 2.711.975 | ‒ |
Overige mutaties | 1 ‒ 7 | 131.420 | 663.481 | 498.479 | 431.559 | 845.297 | 405.684 | 393.910 | ‒ | 3.369.830 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | ‒ | 757.823 | 2.782.671 | 2.440.173 | 2.936.093 | 2.488.314 | 4.258.611 | 10.361.975 | 26.025.660 |
Toelichting
Nieuwbouw kerncentrales
Voor de beoogde nieuwbouw van kerncentrales is veel technische, financiële en juridische kennis vereist, die KGG zelf niet in huis heeft. KGG wil daarom voor de periode 2025 tot en met 2030 een lender’s technical advisor (LTA) inhuren. Om inspraak te organiseren en draagvlak te creëren in Borssele/Zeeland wil KGG in deze regio een informatiecentrum inrichten. Daarnaast is op basis van politieke besluitvorming extra middelen toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
Ondersteuning ontwikkeling SMR's
Deze maatregel richt zich niet op de productie van een volledige SMR. Voor Small Modular Reactors (SMR’s) zijn meerdere toepassingen denkbaar, waaronder stabilisatie van het net, productie op afgelegen locaties, als bron van hoge-temperatuur-warmte voor de energie-intensieve industrie, als bron van stadverwarming, of voor de productie van waterstof. Deze maatregel beoogt de ontwikkeling van SMR’s te versnellen door te ondersteunen bij de overgangsfase van ontwerp naar realisatie. De overgang zou moeten worden versneld door een praktische koppeling tot stand te brengen tussen maakindustrie en ontwikkelaars van SMR’s. De vormgeving van de maatregel volgt de volgende ketenstructuur: SMR-ontwikkelaars, productie toelevering, quality assurance, en vergunningverlening/toezicht. SMR-ontwikkelaars. In de uitvoering van de maatregel moeten de elementen in deze ketenstructuur parallel ondersteund worden.
Uitvoeringslasten kernenergie
Dit betreft financiering voor uitvoeringslasten vanuit de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en bij de ministeries van KGG en IenW, alsmede een toekenning van een werkbudget voor de provincie Zeeland en de gemeente Borsele voor ambities rondom de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele en het nieuwbouwtraject. Daarnaast is op basis van politieke besluitvorming extra middelen toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur
Er wordt door het missieteam – waarin het bedrijfsleven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en de overheid zijn vertegenwoordigd – gewerkt aan het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) Kernenergie. In dit MMIP is een nadere prioritering van onderzoeksthema’s aangebracht en wordt ingezet op het opbouwen van een toepasselijk opgeleide workforce en versterking van nucleaire kennisontwikkeling en -innovatie.
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen
Dit betreft een voorstel om middelen beschikbaar te stellen voor laadinfrastructuur voor de bouw. Volgens het voorstel is dit nodig om de gang naar emissieloos te realiseren, wat nodig is voor onder andere stikstofreductie en CO2-reductie. De middelen worden gebruikt via lopende en in ontwikkeling zijnde instrumenten: (1) Inzet via de nieuwe regeling voor private laadinfra (voor mobiele laadpalen en aansluitingen), publieke laadinfra (eis minimaal één laadplek per laadlocatie voor mobiele werktuigen) en via de bestaande Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) (batterijcontainers, wisselpakketten, en nieuwe oplossingen zoals inzet van een vliegwiel in de bouw voor het opvangen van piekvermogens) en (2) Aanvullende middelen naar aanbestedende rijksdiensten en een Specifieke Uitkering Schoon en Emissieloos Bouwen (SPUK SEB) voor medeoverheden.
Slimme laadinfrastructuur
De maatregel bevat een aantal gerichte investeringen in slimme laadinfrastructuur. Dit betreft: 1) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op witte vlekken ten behoeve van het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van publieke laadinfrastructuur; 2) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op private (bedrijfs)locaties, om daarmee de druk op de publieke laadinfrastructuur te verlagen en inpassing in een toekomstbestendig en duurzaam energiesysteem te versnellen; 3) het realiseren van de pilot stopcontact-op-land om te zorgen dat de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet zo optimaal mogelijk en meervoudig wordt benut; en 4) het investeren in tijdige ontwikkeling van publieke toegankelijke laadinfrastructuur voor logistiek, voorbereidend op de invoering van de ZE-zones (zero-emissiezones) in 2025 en de snelle ingroei van het aantal elektrische vracht- en bestelvoertuigen.
Waterstofnetwerk op zee
Met de middelen voor Waterstofnetwerk kan in 2031/2032 de waterstof die geproduceerd wordt in het grootschalige demonstratieproject van elektrolyse op zee bij windgebied Ten Noorden van de Waddeneilanden aan land gebracht worden, gevolgd door de verdere uitrol van waterstofproductie op zee in windgebied 6/7. De middelen voor de aanleg en het beheer van het waterstoftransportnet op zee zullen, net als bij het waterstoftransportnet op land, dienen om door middel van subsidie de aanloopkosten en de verliezen af te dekken (vollooprisico). Subsidies vloeien terug naar het Klimaatfonds als aanloopverliezen kleiner zijn dan verondersteld als gevolg van lagere kosten of hogere transportinkomsten.
Invoering batterijverplichting voor zonneparken
Deze maatregel is erop gericht dat extra duurzame elektriciteitsproductie wordt gerealiseerd, door elektriciteit in een batterij op te slaan en op het net wordt ingevoed op momenten van tekorten aan duurzame energie en netcapaciteit. Dit wordt ook wel uitgestelde levering genoemd.
Nationale subsidieregeling warmtenetten
Dit betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. De subsidie bedraagt ten hoogste € 30 mln per project dat ziet op de aanleg van een efficiënt warmtenet, waarbij de hoogte van de subsidiebijdrage maximaal 45 procent van de subsidiabele kosten bedraagt of de subsidiebijdrage vastgesteld is op maximaal € 6.000 per te realiseren kleinverbruikersaansluiting voor een huurwoning en maximaal € 7.000 voor een particuliere woning.
Gebiedsinvesteringen Netten op Zee
Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de leef kwaliteit van de vijf locaties die in de (aanvullende) routekaart windenergie op zee zijn aangewezen voor de aanlanding voor de elektriciteit van windparken op zee, teneinde regionaal draagvlak voor huidige en toekomstige energie-infrastructuur te behouden. Bij Voorjaarsnota 2022 is besloten de incidentele kosten voor de inpassing van windenergie op zee te dekken uit het Klimaatfonds (routekaart windenergie op zee 21 GW), omdat ze bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. De middelen worden beschikbaar gesteld voor het behoud en versterken van de natuur, verbeteren van de fysieke leefomgeving, versterken van de regionale economie of versnellen en toepassen van de (duurzame) energietransitie. Het gevraagde budget is € 500 mln. De middelen voor de gebiedsinvesteringen zijn eenmalig en worden beschikbaar gesteld via twee tranches.
Normering en stimulering biobased bouwen
Dit betreft een pakket aan maatregelen voor het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond- weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics
Dit betreft een tweetal maatregelen met als doel het ondersteunen van de normering voor de toepassing van een minimum aandeel recyclaat en biogebaseerd plastic. De eerste maatregel is een programmalijn die voorziet in ten eerste een kennisloket waar het mkb advies kan inwinnen over de praktische toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic en ten tweede voor activiteiten die bijdragen aan de toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic bij eindklanten. De tweede maatregel betreft een apart luik binnen de DEI+ en VEKI voor investeringssubsidies voor sorteer- en recyclingsprocessen van kunststofafval en productie van biogebaseerde kunststoffen.
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in*
De maatregel bevat ten eerste een tijdelijke subsidieregeling met een looptijd van 2025-2030 voor scheepseigenaren. Zij kunnen een bijdrage krijgen voor de onrendabele top voor investeringen (CAPEX) in Tank-To-Wake emissieloze aandrijflijnen of motoren die op hernieuwbare brandstoffen varen. Ook wordt de maatregel ingezet voor het inrichten van een programma-aanpak ‘verduurzaming binnenvaart’ t/m 2030.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart)
Deze maatregel is erop gericht dat 18 binnenvaartschepen worden omgebouwd zodat ze op waterstof kunnen varen, zodat een begin wordt gemaakt met de opschaling naar emissieloos varen op langere afstanden in de binnenvaart. De CAPEX-subsidie (50% van de ombouwkosten) voor varen op waterstof sluit aan bij aangekondigde maatregelen, waaronder de implementatie van de Renewable Energy Directive III.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer)
De Subsidieregeling voor Waterstof in Mobiliteit (SWiM) is een nieuwe regeling, die zich richt op consortia van waterstoftankstations en vervoerders die gebruik willen maken van waterstofvoertuigen. Het gaat om een tenderregeling die zich richt op de additionele investeringskosten (ten opzichte van fossiele alternatief). Subsidiabel zijn de aanleg of opschaling van waterstoftankstations (subsidiepercentage max. 40%) en de aanschaf van waterstofvoertuigen (max. subsidiepercentage 80% van de meerkosten ten opzichte van fossiel alternatief), waarbij de nadruk ligt op zwaar vervoer.
Verduurzaming zeevaartschepen
Dit betreft een tijdelijke subsidieregeling die een CAPEX-tegemoetkoming biedt bij: (1) aanschaf en inbouw van aandrijftechnieken voor varen op waterstof of methanol, eventueel aan te vullen met aanschaf van de energiebesparende techniek Wind Assisted Ship Propulsion (WASP) of een andere energiebesparende techniek; en (2) aanschaf en installatie van een batterijpakket inclusief aanvullende benodigde aanpassingen aan boord. Doel is dat dit pakket in de haven via de walstroomaansluiting geladen wordt met als doel om emissieloos de (Nederlandse) haven in en uit te kunnen varen.
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase
Dit zijn middelen voor een apart budget binnen de DEI+ gericht op vergassingstechniek. (Biogene) reststromen worden op hoge temperatuur of druk gekraakt tot gasvormige moleculen die kunnen worden opgewaardeerd tot brandstof of grondstof. De vele verschillende grondstoffen die gebruikt kunnen worden en producten die met vergassing gemaakt kunnen worden behoeven ook een groot aantal innovatieve technieken met elk eigen uitdagingen.
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid)
Dit zijn maatregelen die ertoe moeten leiden dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de technieksector kleiner wordt. De maatregelen richten zich op training voor docenten, ondersteunend (les)materiaal voor het doorbreken van genderstereotypering en jongerenparticipatie/ambassadeurs.
Intensivering Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+, titel voorheen DEI-XL)
In de huidige openstelling van de DEI+ is het maximale subsidiebedrag opgehoogd naar € 30 mln en zijn de thema’s waar subsidie voor aangevraagd kan worden uitgebreid met innovatieve klimaattechnologieën voor de industrie.
Nationaal Isolatie Programma (NIP)
Het doel van het NIP is het isoleren van 2,5 miljoen woningen in 2030 met de nadruk op de € 1,5 mln slechtgeïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma bestaat uit vier actielijnen. Actielijn 1, de lokale aanpak, wordt ingericht als specifieke uitkering voor gemeenten. Actielijn 2, die ziet op huur, is gericht op onder meer prestatieafspraken met corporaties en normering van slecht geïsoleerde woningen. Actielijn 3 richt zich op de nationale aanpak koopwoningen en VvE's, middels de ISDE en SEEH. Dit zijn bestaande regelingen die worden geïntensiveerd met klimaatfondsmiddelen. Actielijn 4 betreft een brede inzet op energie besparen met laagdrempelige maatregelen, met een verduurzamingscoalitie van maatschappelijke partijen. Daarnaast worden middelen uitgetrokken voor communicatie, contingenten aanpak en natuurinclusief, duurzaam en circulair isoleren.
Warmtefonds ophogen
Deze middelen worden ingezet om de inkomensgrens van het Warmtefonds op te hogen en om VvE’s in staat te stellen goedkoper te lenen. Het verlagen van de rente die het Warmtefonds rekent voor haar leningen naar 0% voor burgers met een inkomen tot € 60.000 (indicatief), om daarmee de remmende werking van de gestegen marktrente weg te nemen en een prikkel te geven aan woningeigenaren om te verduurzamen. Voor VvE’s wordt de rente verlaagd met circa 1,5% (waarmee de rente nu zou uitkomen op 2,5-3%).
HLA-intensivering Kernenergie
Het perceel kernenergie wordt naar aanleiding van de maatregel in het Hoofdlijnenakkoord verhoogd met € 9,5 mld voor de bouw van vier kerncentrales tot en met 2035. Hiervan is € 1,9 mld gereserveerd voor de periode 2027 ‒ 2030 en € 7,7 mld voor de periode 2031 ‒ 2035.
HLA-ombuiging waterstof/batterij
In het Hoofdlijnenakkoord is besloten € 1,2 mld te bezuinigingen op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Deze bezuiniging wordt gedeeltelijk ingezet op de middelen uit het perceel CO2-vrije gascentrales (€ 146 mln), perceel Energie-infrastructuur (€ 46 mln) en perceel Vroege fase opschaling (€ 779 mln). In totaal is er hiermee € 971 mln omgebogen op het Klimaatfonds. De rest is omgebogen op reeds overhevelde middelen voor batterij en groene waterstof van de departementale begrotingen van de ministeries Klimaat en Groene Groene Groei en Infrastructuur en Waterstaat.
bedragen in € miljoenen | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Klimaatfonds | ‒ 60 | ‒ 280 | ‒ 106 | ‒ 90 | ‒ 89 | ‒ 346 | ‒ 971 |
Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 28 |
Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productsubsidies) (Vroege fase opschaling) | ‒ 59 | ‒ 89 | ‒ 59 | ‒ 44 | ‒ 44 | ‒ 133 | ‒ 428 |
Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (vraagsubsidies) (Vroege fase opschaling) | ‒ | ‒ 133 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 133 |
Elektrolyse, offshore: 500 MW (CAPEX + OPEX) (Vroege fase opschaling) | ‒ | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 59 | ‒ 207 |
De-risken waterstofopslag (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ 18 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 18 |
Subsidie voor waterstof in binnenvaart (Energie-infastructuur) | ‒ 1 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 2 | ‒ 1 | ‒ 1 | ‒ 11 |
Subsidie voor ombouw gascentrales (CO2-vrije gascentrales) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 146 | ‒ 146 |
KGG-begroting | ‒ 107 | ‒ 61 | ‒ 21 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 198 |
Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 15 |
IPCEI jaren 2024 en verder (Vroege fase opschaling) | ‒ 107 | ‒ 58 | ‒ 18 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 183 |
I&W-begroting | ‒ 5 | ‒ 8 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 4 | ‒ | ‒ 31 |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer (Energie-infastructuur) | ‒ 5 | ‒ 8 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 4 | ‒ | ‒ 31 |
Totaal | ‒ 172 | ‒ 349 | ‒ 134 | ‒ 100 | ‒ 96 | ‒ 349 | ‒ 1.200 |
Loon en prijsbijstelling
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgekeerd is op het Klimaatfonds.
KasschuivenIn de tabel zijn kasschuiven opgenomen waarmee het budget beter aansluit bij de verwachte uitgaven. Er kasschuiven gedaan om het ritme van het fonds aan te laten sluiten bij over te hevelen middelen voor MJP25. De grootste kasschuif vindt plaats op het perceel kernenergie, daar zijn de middelen in een realistisch rimte gezet.
Overige mutaties
Overige mutaties die onderdeel zijn van het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025. Zie bijlage 1 totaaloverzicht Klimaatfonds voor meer informatie.