Base description which applies to whole site

6. Raad voor de rechtspraak

De Rechtspraak geeft in dit hoofdstuk, dat gebaseerd is op de PMJ-prognose van december 2023 en de MPP van maart 2024, aan welke activiteiten zij in de jaren 2024–2029 gaat verrichten en welke middelen daarvoor nodig zijn.

6.1 Beleidsdoelen van de Rechtspraak

De Rechtspraak heeft beleidsdoelen geformuleerd op basis van de prijsbesprekingen voor de periode 2023-2025 tussen de Raad voor de rechtspraak en de (toenmalige) Minister voor Rechtsbescherming. Daarnaast vloeit het beleid voort uit de missie, visie en agenda van de Rechtspraak en de Uitvoeringsagenda 2023-2025. De Uitvoeringsagenda geeft richting en vorm aan de besturing van de Rechtspraak en helpt strategische doelen te bereiken.

Staatscommissie Rechtsstaat

Op 10 juni 2024 presenteerde de Staatscommissie rechtsstaat haar eindrapport «De gebroken belofte van de rechtsstaat» met daarin tien verbetervoorstellen aan het parlement, de regering, de rechtspraak en de overheidsorganisaties vanuit het perspectief van de burger. De Staatscommissie geeft daarbij aan dat het voor de uitwerking van deze voorstellen nodig is dat het parlement, regering en rechtsprekende macht (ieder vanuit de eigen rol) samenwerken. En dat zij voor deze krachtenbundeling een gezamenlijke rechtsstaatagenda vaststellen.

Het meeste van wat de commissie aanbeveelt is eerder al aan de orde geweest bij andere commissies en rapporten. Wat nieuw is, is het gekozen perspectief van de Staatscommissie; dat van de burger. Dat levert een indringend rapport op waarbij de vraag centraal staat wat de burger van de rechtsstaat en haar staatsmachten mag verwachten. In 2025 wordt gekomen tot  vervolgacties en -trajecten voor de gehele Rechtspraak.

Daarnaast werken de Raad, de gerechten en de landelijke diensten in 2025 gezamenlijk aan de belangrijkste beleidsdoelen aan de hand van de Uitvoeringsagenda 2023-2025. Thema’s die daarin een rol spelen zijn:

  • 1. Toegankelijke en digitale rechtspraak

  • 2. Tijdige en voorspelbare rechtspraak

  • 3. Kwaliteit van het primaire proces

  • 4. De mensen: vinden, binden, boeien & iedereen voelt zich welkom en gewaardeerd (inclusiviteit)

Toegankelijke en digitale rechtspraak

Onder de noemer van toegankelijke en digitale rechtspraak werkt de Rechtspraak aan digitale toegankelijkheid, begrijpelijke en mensgerichte communicatie en het beter benutten van de beschikbare data om de toegankelijkheid en transparantie te vergroten. Hieronder valt ook het meer en verantwoord publiceren van rechterlijke uitspraken en het vergroten van de toegankelijkheid en kwaliteit van de openbare registers van de Rechtspraak.

De Rechtspraak wil eenvoudige digitale toegang in alle rechtsgebieden realiseren voor rechtszoekenden en hun (juridische) vertegenwoordigers. In 2025 komen nagenoeg de laatste zaakstromen Civiel/Bestuur digitaal beschikbaar en kan er vrijwel in alle zaakstromen digitaal geprocedeerd worden. De digitale toegankelijkheid heeft daarnaast een Europese component. Wet- en regelgeving uit de Europese Unie verplicht de gerechten digitaal te kunnen gaan communiceren met burgers en rechtspersonen uit andere EU-lidstaten betreffende verschillende civielrechtelijke en strafrechtelijke rechtsinstrumenten.

Continuïteit van het primaire proces is prioriteit nummer één. Om dat in de toekomst te waarborgen én om de huidige primaire processystemen geschikt te maken voor digitaal werken bouwt de Rechtspraak ook in 2025 verder aan de vernieuwing van primaire processystemen.

Een van die primaire processystemen die vervangen (moet) worden is het primaire processysteem van het strafrecht (GPS). Dit nieuwe systeem (BAS) houdt ook rekening met de consequenties van de vernieuwing van het Wetboek van Strafvordering in de informatievoorziening van de strafrechtketen.

Tot slot neemt door de toegenomen digitalisering de afhankelijkheid van deze middelen toe. Om de continuïteit nu en in de toekomst te waarborgen word er verder geïnvesteerd in beveiliging en privacy.

Tijdige en voorspelbare rechtspraak

Voor rechtzoekenden blijft het belangrijk dat zij weten wanneer ze wat van de Rechtspraak kunnen verwachten. Daarom wordt er binnen de Rechtspraak verder gewerkt aan tijdige en voorspelbare rechtspraak.

Het programma Tijdige Rechtspraak loopt derhalve door tot eind 2025. Op deze manier wordt er meer ruimte gegeven aan gerechten om stappen te blijven zetten. Ook geeft een verlenging ruimte om toe te werken naar een meer structurele borging van tijdige en voorspelbare rechtspraak binnen de gerechten, zodat gerechten ook na afloop van het programma hierin zelfstandig stappen blijven zetten. Verder blijft de zogeheten landelijke inloopkamer in 2025 bestaan om de zaken die (te) lang op de plank liggen over te kunnen nemen van gerechten.

Kwaliteit van het primaire proces

In september 2023 is het visitatierapport «Kwaliteit van rechtspraak: versterking door samenwerken» gepresenteerd met als focuspunt de professionele standaarden. Dit zijn kwaliteitsnormen van en voor rechters en interne gezamenlijke afspraken over de kwaliteit waaraan hun werk moet voldoen. Hoofdlijn van het rapport is dat binnen de Rechtspraak op alle niveaus (meer) moet worden samengewerkt aan een landelijk eenduidig kwaliteitsbegrip waarop, indien nodig, prioritering van zaak afdoening kan plaatsvinden.

De visitatiecommissie doet in haar rapport negen kernaanbevelingen om de ontwikkeling van de kwaliteit te blijven bevorderen. Naast het eenduidige kwaliteitsbegrip en verdere uniformering van de professionele standaarden wordt er aandacht gevraagd voor kwaliteitscoördinatoren en kennisdeling. In januari 2024 is gestart met de uitvoering van de aanbevelingen. De eerste concrete resultaten worden in het derde kwartaal van 2024 verwacht.

De professionele standaarden worden voortdurend (door)ontwikkeld. Zo zijn er nieuwe standaarden gerealiseerd voor «Het Getuigenverhoor» in civiele zaken bij de gerechtshoven en leveren de gerechtshoven een doorontwikkeling op van de standaard «Het Kindgesprek». Daarnaast werkt de Rechtspraak aan de vertaling van de eerste vier aanbevelingen uit het reflectierapport «Recht doen aan kinderen en ouders» naar professionele standaarden.

Innovatie en maatschappelijk effectieve rechtspraak

De veranderende behoeften van de samenleving vragen om rechtspraak die zichzelf blijft verbeteren en aanpassen. Voor mensen met een juridisch probleem is de oplossing niet altijd (alleen) het doorhakken van de juridische knoop. Soms is het nodig en passend om achterliggende problemen aan te pakken. Met innovatieve projecten wil de Rechtspraak zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeften van rechtzoekenden. In het kader van maatschappelijk effectieve rechtspraak heeft de Rechtspraak extra aandacht voor laagdrempelige, toegankelijke en snelle rechtspraak en het probleem achter het juridische geschil.

In 2025 gaat de Rechtspraak verder met innovatieve projecten op diverse actuele thema’s of stromingen: wijkrechtspraak, schuldenaanpak, de eenvoudige civiele procedure en complexe echtscheidingen. Daarnaast zijn er ook nog innovatieve projecten die niet onder één van deze stromingen vallen.

Inmiddels zijn er wijkrechtspraakprojecten in Amsterdam Zuid-Oost, Rotterdam-Zuid, Den Haag Zuidwest, Tilburg Noord en West, Oost-Brabant. Voor Heerlen is een wijkrechtspraakproject in voorbereiding. In 2025 wordt er gestart met wijkrechtspraak in Amsterdam Nieuw-West, Zaanstad, Arnhem en worden de mogelijkheden voor wijkrechtspraak verkend in Enschede. De inzet van schuldenfunctionarissen is afgelopen jaar bij alle rechtbanken bewerkstelligd en zal in 2025 worden uitgebreid naar alle rechtsgebieden. Daarnaast wordt gewerkt aan de uitbreiding van innovaties waarbij artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijker Rechtsvordering wordt toegepast.

Ook zal in 2025 de Nabijheidsrechter (of Regelrechter) van start gaan. Kenmerkend voor deze experimentele procedure zijn de eenvoudigere wijze waarop partijen een zaak kunnen aanbrengen en het streven om op de mondelinge behandeling tot een minnelijke regeling te komen. Daarnaast zal er gewerkt worden aan de uitbreiding van de pilot 'voorRecht' met een tweede zaakstroom, naast de huidige stroom VvE-zaken. Met deze pilot wordt de toegang tot het recht via een online portaal sterk verbeterd.

Invoering nieuw Wetboek van Strafvordering

De Rechtspraak vormt als organisatie een schakel binnen de strafrechtketen en is volop betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

De implementatie wordt een grote opgave die de nodige (personele en financiële) druk zal leggen op de Rechtspraak. De Innovatiewet Strafvordering is reeds in 2022 in werking getreden en maakt het mogelijk om vooruitlopend op de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek te experimenteren met een aantal bepalingen. Inmiddels is bekend dat de nieuwe datum van inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafvordering 1 april 2029 zal zijn.

Voor de implementatie van het nieuwe Wetboek binnen de Rechtspraak is een programma ‘NWvSv’ ingericht. Het programma zal in 2025 met name gericht zijn op de deelprojecten voor de implementatie van het wetboek. Die deelprojecten zien op onder meer het voorbereiden van de met het nieuwe Wetboek van Strafvordering samenhangende digitalisering, het opstellen van een opleidingsplan, het aanpassen van werkprocessen en de periodieke herijking van de structurele kosten. Ook zal het programma blijven participeren in het wetgevingstraject en in expertmeetings.

De pilots audiovisuele verslaglegging, mediation en prejudiciële vragen aan de Hoge Raad worden in 2024 geëvalueerd. Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en het WODC is in het kader van die evaluatie aan de orde gesteld dat afhankelijk van de voortgang van de pilots en (representatieve) uitkomsten van de evaluatie, één of meerdere pilots verlengd zullen kunnen worden om een verantwoorde keuze te kunnen maken. De uitkomsten bepalen mede of de wettelijke bepalingen in de voorgestelde vorm behouden kunnen blijven. De evaluatie wordt uiterlijk 1 oktober 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Opvolging reflectietraject familie- en jeugdrechters

In februari 2023 heeft de reflectiecommissie familie- en jeugdrechters van de rechtbanken en de gerechtshoven haar rapport «Recht doen aan kinderen en ouders» gepubliceerd. Dit rapport bevat een groot aantal conclusies en aanbevelingen om meer rechtsbescherming aan ouders en kinderen te bieden. De aanbevelingen uit het reflectierapport zijn ter hand genomen.

De vele aanbevelingen kunnen en zullen niet allemaal tegelijk, maar gefaseerd geïmplementeerd worden. Met voorrang worden vier onderwerpen opgepakt: het afschaffen van de meldbriefprocedure, meer tijd op zitting, een landelijk eenduidige leeftijd horen minderjarigen en onderzoek naar het vertalen van oproepbrieven.

Samenwerken in netwerken

De Rechtspraak zet zich actief in voor samenwerking binnen diverse netwerken met verschillende partijen en belanghebbenden. Deze samenwerking vindt plaats op internationaal, landelijk en op arrondissementsniveau, is niet vrijblijvend en vereist een serieuze inzet van alle betrokken partijen. Dit is belangrijk en noodzakelijk om het rechtssysteem zo goed mogelijk te laten functioneren. Tegelijkertijd blijft de onafhankelijke en onpartijdige rol van de rechter in elke samenwerking volledig gewaarborgd, zodat de integriteit van de rechtspraak behouden blijft.

De mensen: vinden, binden, boeien & iedereen voelt zich welkom en gewaardeerd (inclusiviteit)

De Rechtspraak heeft, net als andere organisaties in Nederland, te maken met arbeidsmarktkrapte. Om nu en in de toekomst professionele, onafhankelijke en tijdige rechtspraak mogelijk te maken, is het daarom essentieel om betrokken en bekwame medewerkers aan te trekken en te behouden, zodat zij hun talenten optimaal kunnen inzetten. De opleidingscapaciteit is daarom al eerder opgeschaald naar 140 rechters en/of raadsheren in opleiding. Ook wordt specifiek ingezet op het aantrekken van fiscalisten in verband met de gedeeltelijke inwerkingtreding van de fiscale vereenvoudigingswet in 2027.

In 2025 gaat de Rechtspraak door met diverse HR-projecten gericht op arbeidsmarktcommunicatie en de ontwikkeling van doelgroepcampagnes en de verdere invulling van het traineeprogramma voor jonge juristen. Daarbij wordt er verder geïnvesteerd in het versterken van leidinggevenden en de HR-functie binnen de Rechtspraak. Werkplezier, inzetbaarheid en vitaliteit van alle medewerkers blijft van belang om te zorgen dat de kwaliteit van het rechtspreken kwantitatief en kwalitatief hoog blijft. Ook wordt ingezet op werkdrukverlagende maatregelen en activiteiten om werkplezier te verhogen, mede naar aanleiding van het rapport van de onafhankelijke verkenner.

De Rechtspraak zorgt ervoor dat zij nu en in de nabije toekomst waarin schaarse middelen, digitalisering en kunstmatige intelligentie een prominente rol spelen, voldoende toegerust is voor haar maatschappelijke taak. Hiertoe worden diverse scenario’s en de gewenste organisatieontwikkeling voor de Rechtspraak richting 2030 uitgewerkt. De inzet van HR-analytics ondersteunt bij het uitwerken van deze scenario’s.

Huisvesting en beveiliging

Voor 2025 wordt er veel (voor)werk gestoken in de instandhouding en verduurzaming van de bestaande huisvestingsportefeuille. De extra beveiligde zittingslocaties in Vlissingen en Lelystad zijn onderhanden werk van het RVB in 2025. De zittingslocatie binnen PI Vught, voor onder andere verhoren van de rechter-commissaris, wordt in 2025 opgeleverd. Door de verhoogde dreiging treft de Rechtspraak in het algemeen maatregelen om risico’s te beperken en adequaat te kunnen handelen.

6.2 Financiën

Bekostiging

De bekostiging van de Rechtspraak is gebaseerd op een productiegerelateerde bijdrage en een bijdrage voor de vaste kosten. Met het gesloten prijsakkoord 2023-2025 is er voor de Rechtspraak extra geld beschikbaar gekomen in de vorm van een aantal oplopende reeksen. Voor 2025 zal er ten opzichte van 2024 met name meer geld beschikbaar komen voor digitalisering en innovatie, versterking van de gerechtelijke capaciteit en verhogen van de kwaliteit.

Tabel 85 Meerjarige begroting van baten en lasten (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Baten

       

Bijdrage Ministerie van JenV

1.326.860

1.472.950

1.465.102

1.452.541

1.446.427

1.434.044

1.434.681

Overige bijdrage van Ministerie van JenV

29.080

26.373

26.173

26.173

26.173

26.173

26.173

Overige opbrengsten

12.934

12.934

12.934

12.934

12.934

12.934

12.934

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

NCC

 

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Toevoeging uit egalisatierekening

       

Bijdrage meer/minder werk

1.797

      
        

Totaal baten

1.370.671

1.513.257

1.505.209

1.492.648

1.486.534

1.474.151

1.474.788

        

Lasten

       

Personele kosten

1.085.519

1.200.363

1.193.796

1.183.674

1.178.743

1.168.771

1.169.283

Materiële kosten

263.072

290.904

289.313

286.859

285.664

283.248

283.372

Afschrijvingskosten

18.716

18.716

18.716

18.716

18.716

18.716

18.716

Gerechtskosten

3.014

2.902

3.012

3.027

3.039

3.045

3.045

Rentelasten

372

372

372

372

372

372

372

Totale lasten

1.370.693

1.513.257

1.505.209

1.492.648

1.486.534

1.474.151

1.474.788

        

Saldo van baten en lasten

‒ 22

0

0

0

0

0

0

Baten

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor de vaste kosten, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de secretariaten van de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.

Overige bijdragen van het ministerie van JenV en overige opbrengsten

Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor IVO en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.

Netherlands Commercial Court (NCC)

De jaarlijkse lumpsumbijdrage aan de Rechtspraak voor de kosten in de aanloop- en opstartfase van de Netherlands Commercial Court (NCC) wordt als een vordering op het ministerie opgenomen. Het ministerie zal deze vordering betalen uit de toekomstige ontvangsten van de griffierechten van de NCC-zaken.

Bijdrage meer- en minderwerk

De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten stijgen doordat er extra middelen beschikbaar komen uit de prijsafspraken met de Rechtspraak en door indexatie van de lonen.

Materiële kosten

De materiële kosten stijgen doordat er extra middelen beschikbaar komen uit de prijsafspraken met de Rechtspraak en door indexatie van de prijzen.

Tabel 86 Afschrijvingstermijn materiële vaste activa

Materiële vaste activa

Afschrijvingstermijn

Hard- en software

3 jaar

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5 jaar

Audio- en visuele middelen en stoffering

8 jaar

Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang

10 jaar

Gerechtskosten

De gerechtskosten in civiele en bestuurlijke zaken zijn voor rekening van de gerechten. Het gaat onder andere om kosten voor getuigen, tolken en vertalers en deskundigen. De rechtspraak ontvangt hiervoor een bijdrage op basis van de gerealiseerde kosten.

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gespecificeerd.

Tabel 87 bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Productiegerelateerde bijdrage

672.252

756.431

757.553

745.159

748.527

738.261

738.905

Bijdrage vaste kosten

582.352

634.223

631.882

631.926

622.927

622.927

622.927

        

Bijdrage voor overige uitgaven

       

Bijzondere kamers rechtspraak

13.775

20.426

16.202

16.202

16.202

16.202

16.202

College van Beroep v/h bedrijfsleven

12.557

14.297

12.302

12.038

11.560

9.445

9.445

Megazaken

32.426

33.642

33.272

33.318

33.345

33.345

33.345

Gerechtskosten

2.910

3.138

3.204

3.210

3.178

3.176

3.169

        

Bijdrage Niet-BFR 2005 taken

       

Tuchtrecht

3.659

3.571

3.571

3.571

3.571

3.571

3.571

Cie. van toezicht

6.489

7.161

7.056

7.056

7.056

7.056

7.056

Overige

57

62

61

61

61

61

61

        

Bijdrage JenV-begroting

1.326.477

1.472.950

1.465.102

1.452.541

1.446.427

1.434.044

1.434.681

De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en minister te vermenigvuldigen met de afgesproken productgroepprijzen.

De begroting van Justitie en Veiligheid wordt in samenhang met het maatregelenpakket uit het Hoofdlijnenakkoord ten aanzien van de beperking van de asielinstroom op het terrein van Rechtspraak vanaf 2027 structureel verlaagd. Hierdoor ligt de uit de JenV-begroting gefinancierde productieafspraak voor vreemdelingenzaken in 2027 en verdere jaren onder het niveau van de geraamde capaciteitsbehoefte volgens de huidige Meerjaren Productie Prognose migratieketen (MPP).

In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen, daarbij uitgaand van de prijzen zoals deze zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2023-2025.

Tabel 88 Productieaantallen (absolute aantallen)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Gerechtshoven

       

Handel

5.908

5.961

6.004

6.344

6.346

6.219

6.280

Familie

4.472

4.153

4.042

4.068

4.119

4.132

4.141

Straf

26.290

31.593

32.182

27.551

27.538

27.511

27.504

Belasting

8.065

8.246

8.684

8.888

9.029

9.137

9.204

        

Rechtbanken

       

Handel

54.304

54.884

54.640

56.020

56.219

56.124

56.096

Familie

147.863

151.241

148.639

150.510

153.280

154.915

156.630

Straf

161.463

167.327

168.188

158.419

158.354

158.196

158.053

Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers)

37.629

40.096

38.896

39.442

39.535

39.622

39.479

Bestuur (Vreemdelingenkamers)

39.656

49.850

53.050

51.460

30.592

20.903

20.903

Kanton

875.246

962.662

888.676

891.961

895.746

893.442

889.845

Belasting

29.508

31.508

29.465

29.407

29.970

30.227

30.414

        

Bijzondere colleges

       

Centrale Raad van Beroep

4.380

3.951

3.973

4.283

4.449

4.540

4.554

        

Totaal

1.394.784

1.511.473

1.436.440

1.428.353

1.415.177

1.404.969

1.403.104

Eigen vermogen

De Rechtspraak heeft in 2023 een klein negatief resultaat geboekt van € 0,02 mln. (zie ook jaarverslag 2023 van de Rechtspraak). Dit is als vordering op de balans van de Rechtspraak opgenomen. Hierdoor is het eigen vermogen van de Rechtspraak per eind 2023 nihil. Op basis van de thans bekende gegevens is de inschatting dat eind 2024 ook een nihil resultaat zal worden behaald.

Tabel 89 Ontwikkeling eigen vermogen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

Eigen vermogen per 1-1

  

Prognose resultaat

  

Eigen vermogen per 31-12

‒ 22

Aanzuivering eigen vermogen (vordering)

22

Kasstroomoverzicht

Tabel 90 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Rekening courant RHB 1 januari

65.140

35.709

33.210

30.211

26.962

23.513

       

Totaal operationele kasstroom

‒ 170

18.088

18.088

18.088

18.088

18.088

       

-/- totaal investeringen

‒ 16.162

‒ 28.635

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

674

     

Totaal investeringskasstroom

‒ 15.488

‒ 28.635

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

       

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

      

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

      

-/- aflossingen op leningen

‒ 19.736

‒ 20.587

‒ 21.087

‒ 21.337

‒ 21.537

‒ 21.637

+/+ beroep op de leenfaciliteit

5.963

28.635

24.000

24.000

24.000

24.000

Totaal financieringskasstroom

‒ 13.773

8.048

2.913

2.663

2.463

2.363

       

Rekening courant RHB 31 december1

35.709

33.210

30.211

26.962

23.513

19.964

1

incl. saldo egalisatierek € 19.661

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.

Investeringen

Tabel 91 Investeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Hard- en software

16.920

14.120

13.171

12.710

13.180

13.180

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5.170

3.260

2.910

3.540

3.610

3.610

Audio- en visuele middelen en stoffering

2.200

2.720

3.921

3.830

3.620

3.620

Verbouwingen, installaties en meubilair lang

4.345

3.900

3.998

3.920

3.590

3.590

Totaal

28.635

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

   

Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding

  

Vervanging

25.976

17.029

13.300

12.473

18.065

18.065

Uitbreiding

2.659

6.971

10.700

11.527

5.935

5.935

Doorlooptijden

De doorlooptijd is gedefinieerd als de totale tijd in dagen die verstrijkt tussen het instromen en het uitstromen van een zaak bij een gerechtelijke instantie. De Rechtspraak heeft deze (maximum)normen voor doorlooptijden in 2020 ontwikkeld, dit worden «de standaarden» genoemd. Er wordt nu voor het overgrote deel gewerkt met een maximum voor het aantal dagen per zaakstroom. Het streven is dat alle zaken binnen deze standaard worden afgehandeld. Deze methodiek maakt interne sturing eenvoudiger en maakt duidelijker wat rechtszoekenden kunnen verwachten.

Voor de interne sturing worden inmiddels zo’n 70 standaarden voor (hoofd)zaakstromen onderscheiden. De verantwoording in het jaarverslag vindt plaats per rechtsgebied, met nadere specificatie voor een tweetal zaakstroomgroepen onder bestuur. In de onderstaande tabel wordt het percentage zaken weergegeven dat is uitgestroomd binnen de genormeerde doorlooptijd in 2023. Het streven is om over de hele linie elk jaar vooruitgang te boeken in het percentage zaken dat binnen de normtijd wordt afgehandeld.

Tabel 92 Doorlooptijden

Bestuur

Standaard

Rechtbanken

30%

waarvan belastingzaken

15%

waarvan vreemdelingenkamer

54%

Gerechtshoven (belastingzaken)

15%

CBb

9%

CRvB

4%

  

Familie- en jeugdrecht

 

Rechtbanken

66%

Gerechtshoven

46%

  

Handel/kanton

 

Rechtbanken

76%

Gerechtshoven

27%

  

Strafrecht

 

Rechtbanken

37%

Gerechtshoven

26%

  

Toezicht

 

Rechtbanken

47%

Licence