Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van syntheseonderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema in deze bijlage. De nadere uitwerking omvat een overzicht van evaluaties die de afgelopen twee jaar zijn uitgevoerd, momenteel lopen of in de komende jaren op de planning staan. Zo laat Defensie zien hoe zij voldoet aan haar wettelijke verplichting om al het beleid periodiek te onderzoeken.
Toelichting thematische indeling
Bij Defensie sluiten de thema's van de SEA aan op de centrale thema's in de Defensienota, Beleidsagenda en Stand van Defensie. Dit betekent dat de SEA bestaat uit de thema's:
1. Koers voor versterking
2. Gevechtskracht
3. Mensen
4. Materieel
5. Randvoorwaarden
Raadpleeg de Beleidsagenda en Defensienota 2024 voor een toelichting op de doelen en maatregelen die onder de SEA-thema's vallen.
Defensie voert diverse onderzoeken en evaluaties uit waarmee inzichten over één of meerdere thema's worden verzameld. Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) worden de verzamelde inzichten over een thema eens in de vier tot zeven jaar samengebracht in een zogenoemde periodieke rapportage. De Defensienota 2024 heeft invloed op de kennisbehoefte van de organisatie. Deze kennisbehoefte wordt in de begroting 2026 nader toegelicht en gebruikt om de agendering van onderzoeken en evaluaties verder uit te werken.
Hieronder is per thema zichtbaar welke (evaluatie)onderzoeken als input voor de periodieke rapportages kunnen dienen. Dit overzicht wordt jaarlijks in de bijlage Uitwerking Strategische Evaluatieagenda van de begroting geactualiseerd.
Thema 1. Koers voor versterking
De bestaande koers voor versterking van de Defensieorganisatie wordt voortgezet en waar mogelijk versneld. De organisatie heeft bijzondere aandacht voor de noodzaak van nationale, maatschappijbrede en internationale samenwerking, innovatie, digitalisering en samenwerking met de industrie.
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
NLD-DEU samenwerkingsverbanden | Synthese (beleidsdoorlichting) | 2024 | In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken en wordt project Taurus als casus bestudeerd. Door gebrek aan personele capaciteit en benodigde afstemming in de voorbereidingsfase, heeft het proces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 23 februari 2023 (Kamerstuk 33279, nr. 37) en op 19 december 2023 (Kamerstuk 31516, nr. 42) over geïnformeerd. |
Koers voor versterking | Synthese (periodieke rapportage) | n.t.b. | Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid. |
Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling | Ex-durante evaluatie | 2025 | Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten, is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.In 2025 voert Defensie een evaluatie rondom het Europees Defensiefonds uit. De rapportage van de EDF-evaluatie wordt als input voor deze evaluatie gebruikt. De EDF-evaluatie vindt pas in 2025 plaats, daarom is deze evaluatie een jaar opgeschoven. |
Europees Defensiefonds | Ex-durante evaluatie | 2025 | Eind 2024 staat een evaluatie van het EDF in EU-kader gepland (in art. 32 van de verordening is vastgelegd dat maximaal 4 jaar na de start van het EDF een evaluatie zal plaatsvinden). Nederland start parallel daaraan ook een eigen evaluatie. |
SKIA | Ex-post evaluatie | 2025 | Met de Strategische Kennis- & Innovatieagenda (SKIA) 2021-2025 geeft Defensie richting aan kennisopbouw, technologieontwikkeling en innovatie. In 2024-2025 worden deze SKIA geëvalueerd. |
Thema 2. Gevechtskracht
De krijgsmacht moet de juiste gevechtskracht hebben om tegenstanders af te schrikken. Bovendien moet de krijgsmacht gereed zijn en de juiste capaciteiten hebben voor nationale taken en inzet in EU-missies of andere verbanden.
Evaluaties van missies en operaties
In Kamerstuk 27925, nr. 721 wordt toegelicht hoe en wanneer Defensie missies monitort en evalueert. Zo zet het stuk uiteen dat Defensie gebruikmaakt van voortgangsrapportages, tussentijdse evaluaties, eindevaluaties en in enkele gevallen een post-missie beoordeling. Conform het Toetsingskader wordt voor elke artikel-100 missie een eindevaluatie uitgevoerd. Dit wordt sinds 1 mei 2020 niet meer door de departementen Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid gedaan, maar door een onafhankelijke partij.
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
Informatiegestuurd Optreden Koninklijke Marechaussee | Synthese (beleidsdoorlichting) | 2022 | In 2022 is een beleidsdoorlichting van artikel 5 ‘Koninklijke Marechaussee’ (KMar) afgerond. Binnen dit artikel is de invoering van Informatiegestuurd Optreden (IGO) over de periode 2008-2022 bij de KMar bestudeerd. Specifiek is onderzocht in hoeverre de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering. |
Militaire gezondheidszorg | Synthese (beleidsdoorlichting) | 2024 | Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode 2011 tot 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. In de onderzoeksperiode hebben binnen de MGZ een aantal significante beleidswijzigingen plaatsgevonden en heeft de MGZ een ingrijpende herstructurering doorgemaakt. De onderzoeksfase van de beleidsdoorlichting is reeds afgerond. Voor de Kabinetsreactie heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie de opdracht gegeven om niet alleen op de resultaten van de doorlichting te reflecteren, maar ook naar de toekomst te kijken. Om dit goed te onderbouwen, bleek aanvullend onderzoek nodig. Hierdoor heeft het proces van de beleidsdoorlichting vertraging opgelopen. De Kamer is op 25 september 2023 over de vertraging geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40). |
Fleet Operational Standards and Training (FOST) | Synthese (beleidsdoorlichting) | 2024 | Deze beleidsdoorlichting richt zich op de gereedstelling van de zogenaamde ‘Grootbovenwatereenheden (GBW)’ van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht. |
Gevechtskracht | Synthese (periodieke rapportage) | n.t.b. | Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid. |
CMX’22 / Resilient Lion’22 | Ex-post evaluatie | 2022 | De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd. |
Een missie in een missie. De Nederlandse bijdrage aan de VN Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatie Missie in Mali (MINUSMA) 2014-2019 | Ex-post evaluatie | 2022 | De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd. Onderzocht is in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor toekomstige missies. |
LIMC | Ex-post onderzoek | 2023 | Conform de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 32 761, nr. 186) heeft de minister van Defensie besloten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC). De onderzoekscommissie stond onder leiding van Harm Brouwer en heeft een diepgaande analyse uitgevoerd naar de gang van zaken rondom de besluitvorming en taakuitvoering van het LIMC. Het eindrapport is door de bewindspersonen van Defensie op 13 januari 2023 naar de Kamer gestuurd. |
Vlucht verzekerd. Eindevaluatie Nederlandse C-130 bijdrage aan VN-missie MINUSMA in Mali 2021-2022. | Ex-post evaluatie | 2023 | De artikel-100 missiebijdrage van Nederland aan de VN-missie in Mali (MINUSMA), met een C-130 transportvliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel van november 2021 tot en met medio mei 2022, is geëvalueerd door een onafhankelijke partij (IOB). |
Tussen wens en werkelijkheid. Eindevaluatie van de Nederlandse Bijdrage aan Resolute Support. | Ex-post evaluatie | 2023 | Van 2015 tot 2021 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. De Nederlandse bijdragen aan de Resolute Support missie is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Tijdens de evaluatie is onderzocht in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zijn bereikt, hoe dit kan worden verklaard en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige Nederlandse missiebijdragen. |
Reconstructie en analyse van de evacuatie uit Kaboel in augustus 2021 | Ex-post (commissie van) onderzoek | 2023 | Deze evaluatie is uitgevoerd door een onafhankelijke commissie van onderzoek Evacuatie-operatie Kabul (COEK) voorgezeten door drs. Maarten Ruys (Kamerstuk 27925, nr. 897). De commissie Ruys had tot taak om conform de motie Boswijk c s Kamerstuk 27 925 nr 838 onderzoek te doen naar de gang van zaken in de grootschalige evacuatieoperatie vanuit Kaboel vanaf het moment van aannemen van de motie Belhaj c s over de tolkenregeling op 12 november 2019 Kamerstuk 35300 X nr 45. |
Intensivering zoektocht vermist Special Report Afghanistan | Ex-post onderzoek | 2023 | In de brief ‘Voortgang actieplan missie-archieven Afghanistan: afronding zoekslag naar vermeend rapport en onderzoek naar melding’ (Kamerstuk 27925 nr. 945) is de Kamer geïnformeerd over een zoekslag die is uitgevoerd naar een rapport over een mogelijk oorlogsmisdrijf door Australische militairen in Uruzgan in 2010. Defensie concludeerde, na uitgebreid onderzoek van de Afghanistan missie-archieven, dat ‘aannemelijk wordt geacht dat het vermeende rapport daadwerkelijk is opgesteld, maar dit niet met zekerheid kan worden vastgesteld’. |
Gegevensdragers missie-archieven Afghanistan | Ex-post onderzoek | 2024 | Sinds de Kamer is geïnformeerd over de voortgang van het actieplan missie-archieven Afghanistan (Kamerstuk 27925 nr. 945), is Defensie verder gegaan met het op orde brengen van de missie-archieven (Kamerstuk 27925, nr. 965). Tijdens deze werkzaamheden zijn gegevensdragers aangetroffen met daarop operationele rapporten van de Task Force Uruzgan uit de periode 2006 t/m 2010, waaronder het gerubriceerde rapport waarop de zoekslag betrekking had. De Minister van Defensie heeft opdracht gegeven om de feiten rondom het nu aangetroffen rapport op een rij te zetten en door te gaan met het onderzoeken van de nu aangetroffen gegevensdragers. |
Wapeninzet Hawija | Ex-post (commissie van) onderzoek | 2024 | Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj (Kamerstuk 27925, nr. 14). |
Mortierongeval Mali | Ex-post (commissie van) onderzoek | 2024 | De Commissie van onderzoek mortierongeval Mali onder voorzitterschap van Peter den Oudsten doet sinds februari 2023 onderzoek naar de mogelijkheid van het vaststellen van individueel nalatig en/of verwijtbaar handelen bij dit ongeval en daarnaast om te onderzoeken hoe binnen het ministerie van Defensie de besluitvorming is verlopen rond de totstandkoming, invulling en uitvoering van de opdracht aan de Tijdelijke Commissie onderzoek naar geconstateerde tekortkomingen mortierongeval Mali (commissie Van der Veer). Het bewuste ongeluk vond plaats op 6 juli 2016 in Mali. Het onderzoek van de onafhankelijke commissie verloopt voerspoedig: de commissie is al ver met het onderzoek. De commissie verwacht eind 2024 gereed te zijn. |
Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) | Ex-durante / ex-post evaluatie | 2025 | Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget. |
20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan | Ex-post onderzoek | 2025/2026 | Breed wetenschappelijk onderzoek naar het resultaat van twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr. 885). Het oogmerk is om in negen deelonderzoeken en een samenvattend slotwerk te voorzien. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies i.s.m. het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). |
Thema 3. Mensen
Mensen zijn de kern van de Defensieorganisatie. Defensie staat voor de taak de juiste en voldoende mensen te vinden, te binden, te behouden en het beste in hen naar boven te halen.
Vooruitblik eerste periodieke rapportage
In 2025 levert Defensie de eerste periodieke rapportage op. Deze krijgt de titel ‘Goede werkgever, verbonden met de samenleving’ en richt zicht specifiek op het personeels- en veiligheidsbeleid. De periodieke rapportage is een syntheseonderzoek, waarbij al uitgevoerde onderzoeken en evaluaties als basis worden gebruikt.
Voor de periodieke rapportage wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van publicaties van de afdeling ‘Trends, Onderzoek en Statistiek’ (TOS). Deze afdeling analyseert organisatie- en personeelsdata van Defensie. Met de resultaten van deze data stelt TOS betrouwbare kennis over het HR-domein beschikbaar voor alle niveaus binnen Defensie door middel van (half)jaarlijkse rapportages en factsheets. Deze data wordt op regelmatige wijze gedeeld met de Tweede Kamer in de Stand van Defensie en daarvoor in de Personeelsrapportages.
Ook (onderzoeks)rapportages van andere actoren worden gebruikt zoals rapportages van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK). Daarnaast zullen de onderzoekers ook zelf data verzamelen door middel van interviews.
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
‘Goede werkgever, verbonden met de samenleving’ | Synthese (periodieke rapportage) | 2025 | Syntheseonderzoek conform de eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het personeels- en veiligheidsbeleid van Defensie in de periode 2018-2023. |
PvA Veiligheid | Ex-durante evaluatie | 2022 | Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. Deze evaluatie is uitgevoerd door de ADR. |
MID en COID | Ex-post | 2022 | Naar aanleiding van het rapport van de Commissie-Giebels besloot Defensie om de onafhankelijke positie van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) en het Meldpunt Integriteit Defensie (MID) te waarborgen. Om dit bereiken zijn de COID en het MID direct onder de secretaris-generaal geplaatst en is het MID sinds begin 2020 extern bemenst. In een motie van de Tweede Kamer is de regering verzocht om deze nieuwe positionering van het MID en de onderzoeksrol van de COID te evalueren. Defensie heeft in deze evaluatie de mening van de medewerker meegenomen, ook over het bredere integriteitstelsel. |
Validatie Wet bescherming Klokkenluiders | Ex-post | 2023 | Dit is een externe validatie naar de uitvoering van de Wet bescherming Klokkenluiders, gericht op het verder verbeteren van de sociale veiligheid en integriteit bij Defensie (Kamerstuk 36200, nr. 66). |
Barrières uitzenden vrouwelijke militairen | Ex-durante / ex-post evaluatie | 2024 | De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren. Het onderzoek is in het voorjaar 2022 in opdracht gegeven aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en sluit aan op een lopend onderzoek naar de zorgbehoefte van vrouwelijke veteranen. Het barrière assessment is daarom in 2023 gestart, het afrondingsjaar is overeenkomstig gewijzigd. |
Culturele diversiteit | Ex-durante / ex-post meting | 2024 | Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. In 2019 heeft Defensie een eerste nulmeting culturele diversiteit (destijds migratieachtergrond) laten uitvoeren over de periode 2015 t/m 2017. Defensie voert een vervolgmeting uit over de periode 2018-2022. Nadat de vervolgmeting heeft plaatsgevonden, is het doel om deze onafhankelijke meting om het jaar te herhalen waardoor de inzichten geactualiseerd blijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) van DPOD in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) in opdracht van HDP. De Staatssecretaris heeft toegezegd de Kamer over de resultaten te informeren. Vanwege de veelheid aan data en de complexiteit en zorgvuldigheid van de analyse, is het eerdere streven op dit op te nemen in de Stand van Defensie 2024 niet gehaald. Zodra het onderzoek is opgeleverd zal de bijbehorende kamerbrief worden geschreven en verzonden. Het streven is voor de zomer 2024. |
Beleving van inclusie | Ex-durante evaluatie | 2024-2025 | In 2017 heeft Defensie door het SCP laten onderzoeken hoe medewerkers D&I beleven en waarderen (rapport ‘Grenzen aan de Eenheid’, januari 2017). Het is gezien de doorontwikkeling van het D&I beleid en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen van belang om met enige regelmaat de beleving en waardering van D&I onder defensiemedewerkers te toetsen. Er wordt binnen Defensie sindsdien al op meerdere vlakken veel gemeten, maar er is diepgaander onderzoek nodig naar de beleving van inclusie bij verschillende specifieke doelgroepen. Defensie is daarom voornemens om in 2023/2024 opnieuw te laten onderzoeken hoe D&I op de werkvloer wordt ervaren. Zodra de resultaten bekend zijn, zal de Kamer hierover worden geïnformeerd, naar verwachting op z’n vroegst eind 2024/begin 2025. |
Thema 4. Materieel
Om slagvaardig te zijn, moet de krijgsmacht beschikken over het juiste en voldoende inzetbaar materieel, waarmee het samen met bondgenoten en partners kan opereren.
Evaluaties van materieelprojecten
Voor projecten die op verzoek van de Tweede Kamer vallen onder de Regeling Grote Projecten (RGP), volgt na de verwerving en invoering van materieel een evaluatie. Dit wordt ook wel de «E-fase» van het Defensie Materieel Proces (DMP) genoemd. De E-fase volgt de door de Tweede Kamer opgedragen vraagstelling conform artikel 16 van de RGP.
De volgende materieelprojecten vallen onder de RGP:
– Verwerving F-35
– Grensverleggende IT (GrIT)
– Onderzeeboten
– Groot Pantserwielvoertuig (GWP) Boxer1
Aan het slot van de E-fase doet de Auditdienst Rijk (ADR) onderzoek naar de kwaliteit en volledigheid van de informatie in de evaluatie. Het ADR-rapport vormt een integraal deel van de E-brief waarmee de Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie. Het ADR-rapport zal ook publiekelijk beschikbaar zijn op de website van de Rijksoverheid.
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
Materieel | Synthese (periodieke rapportage) | n.t.b. | Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid. |
E-fase Boxer | Ex-post evaluatie groot project | 2024 | In 2024 wordt de Kamer via een E-brief geïnformeerd over de uitkomsten van deze evaluatie. |
Voortgang Project verwerving F-35 | Voortgangsrapportage | Jaarlijks | Rapportage waarmee de Kamer geïnformeerd wordt over de voortgang van het groot project Verwerving F-35 (project VF-35) in Nederland. |
E-fase project verwerving F-35 | Ex-post evaluatie groot project | n.t.b. | Dit project is aangewezen als groot project, maar nog niet afgerond. Na afronding volgt conform het DMP een evaluatie. De Kamer wordt via een E-brief over de uitkomsten geïnformeerd. |
Programma Grensverleggend IT (GrIT) | Voortgangsrapportage | Halfjaarlijks | Rapportage waarmee de Kamer geïnformeerd wordt over de voortgang van het groot project Grensverleggend IT (GrIT). |
E-fase programma Grensverleggend IT (GrIT) | Ex-post evaluatie groot project | n.t.b. | Dit project is aangewezen als groot project, maar nog niet afgerond. Na afronding volgt conform het DMP een evaluatie. De Kamer wordt via een E-brief over de uitkomsten geïnformeerd. |
Voortgang Programma vervanging onderzeeboten | Voortgangsrapportage | Halfjaarlijks | Conform de uitgangspuntennotitie § 2.3 dient in de nu volgende realisatiefase tweemaal per jaar een voortgangsrapportage naar de Kamer te worden gestuurd. |
E-fase programma vervanging onderzeeboten (VOZBT) | Ex-post evaluatie groot project | n.t.b. | Dit project is aangewezen als groot project, maar nog niet afgerond. Na afronding volgt conform het DMP een evaluatie. De Kamer wordt via een E-brief over de uitkomsten geïnformeerd. |
Defensiematerieelfonds (DMF) | Ex-durante evaluatie | 2027 | Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld. |
Thema 5. Randvoorwaarden
Randvoorwaarden voor groei en taakuitvoering van Defensie vragen de nodige aandacht en investeringen. Dit betekent bijvoorbeeld aandacht voor bedrijfsvoering, beveiliging, vastgoed, duurzaamheid en ruimte om te oefenen.
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
Randvoorwaarden | Synthese (periodieke rapportage) | n.t.b. | Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid. |
DEOS | Ex-durante evaluatie | 2022 | De Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) is geëvalueerd in de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Het doel van de evaluatie was om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken. Hierbij lag de focus op doorontwikkeling van de duurzaamheidsdoelen. |
PARESTO | Doorlichting agentschap | 2024 | Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen. |
Integraal risicomanagement | Ex-durante evaluatie | 2027 | Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit programma is meerjarig en kent een groot bedrijfsvoeringscomponent waardoor behoefte aan tussentijdse herijking en bijsturing bestaat. Om de hiervoor benodigde inzichten te verzamelen, wordt in 2027 een evaluatie uitgevoerd. Met de uitkomsten van de ex-ante evaluatie (uitgevoerd door NLR, d.d. 2021) hebben de Defensieonderdelen implementatieplannen opgesteld, die als uitgangspunt voor de evaluatie in 2027 dienen. |
Defensie Ruimteagenda | Ex-post evaluatie | 2027 ‒ 2028 | Tijdens deze ex post evaluatie wordt onderzocht in hoeverre de te ontwikkelen capaciteiten uit de Defensie Ruimteagenda (Kamerstuk 36 124, nr. 10), daadwerkelijk zijn ontwikkeld. Tijdens deze evaluatie wordt tevens gekeken naar de internationale en bilaterale samenwerking. |
Evaluatie | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek |
---|---|---|---|
Subsidieverstrekkingen | Ex-durante evaluatie | 2022 | Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 zijn meerdere subsidie-evaluaties uitgevoerd (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 45). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren. |
Publieke investeringen in een politieke context | Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) | 2022 | Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek is door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie heeft deelgenomen aan de werkgroep. |