Base description which applies to whole site

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Introductie

Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.

Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen, waar voldoende groen is, waar voldoende en schoon water is en waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.

Het Ministerie van IenW kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenW worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

Producten en diensten

RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:

  • Exploitatie, onderhoud en vernieuwing: dit betreft activiteiten die gericht zijn op de instandhouding van de huidige functie van de infrastructuur. Tot het domein van de exploitatie behoren activiteiten die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaciteitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement. Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren. Vernieuwing is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object.

  • Ontwikkeling: dit betreft activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur.

  • Beleidsondersteuning en –advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

  • Leveren van kennis, expertise en materieel: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (ontwikkelings)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.

Tabel 149 Begroting van baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat voor het jaar 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2023

Suppletoire Begroting September 2024

2025

2026

2027

2028

2029

Baten

       

- Omzet

3.531.958

3.980.858

3.875.658

4.077.811

4.055.031

4.039.329

4.020.975

waarvan omzet moederdepartement

3.283.835

3.493.883

3.589.954

3.666.251

3.628.869

3.582.904

3.561.850

waarvan omzet overige departementen

114.061

111.556

108.311

107.636

99.231

97.095

97.095

waarvan omzet derden

259.271

265.449

264.030

263.530

263.030

262.530

262.530

waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

‒ 125.209

59.840

‒ 154.957

‒ 20.923

‒ 22.651

15.753

31.977

waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

 

50.130

68.320

61.317

86.552

81.047

67.523

Rentebaten

58.908

67.264

66.934

70.039

70.323

69.721

68.030

Vrijval voorzieningen

3.142

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1.703

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Totaal baten

3.595.711

4.049.622

3.944.092

4.149.350

4.126.854

4.110.550

4.090.505

        

Lasten

       

Apparaatskosten

1.494.345

1.580.674

1.562.500

1.563.972

1.543.524

1.532.293

1.526.871

- Personele kosten

1.170.924

1.237.884

1.291.286

1.288.655

1.278.658

1.274.765

1.273.841

waarvan eigen personeel

1.086.150

1.164.360

1.219.952

1.217.348

1.207.477

1.203.714

1.202.842

waarvan inhuur externen

84.774

73.524

71.334

71.307

71.181

71.051

70.999

waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

0

0

0

- Materiele kosten

323.421

342.790

271.214

275.317

264.866

257.528

253.030

waarvan apparaat ICT

54.011

45.836

45.293

45.978

44.233

43.007

42.256

waarvan bijdrage aan SSO's

80.341

67.129

67.261

68.279

65.687

63.867

62.751

waarvan overige materiële kosten

189.069

229.825

158.660

161.060

154.946

150.654

148.023

Externe productkosten

2.042.495

2.436.535

2.345.941

2.546.573

2.539.375

2.528.906

2.511.549

Rentelasten

1.279

1.914

3.390

4.422

5.986

7.612

8.983

Afschrijvingskosten

18.988

18.761

20.523

22.645

26.231

30.001

31.364

- Materieel

17.847

18.761

20.491

22.518

26.104

29.906

31.364

waarvan apparaat ICT

4.808

5.417

4.764

5.394

5.543

4.385

3.747

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

13.039

13.344

15.727

17.124

20.561

25.521

27.617

- Immaterieel

1.141

0

32

127

127

95

0

Overige lasten

27.926

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

waarvan dotaties voorzieningen

10.897

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

waarvan bijzondere lasten

17.029

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

3.585.033

4.045.884

3.940.354

4.145.612

4.123.116

4.106.812

4.086.767

        

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

10.678

3.738

3.738

3.738

3.738

3.738

3.738

Agentschapsdeel Vpb-lasten

91

130

130

130

130

130

130

Saldo van baten en lasten

10.587

3.608

3.608

3.608

3.608

3.608

3.608

Dotatie aan reserve Rijksrederij

27

3.608

3.608

3.608

3.608

3.608

3.608

Te verdelen resultaat

10.560

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat uit een apparaatsdeel en een programmadeel. Het apparaatsdeel dient ter dekking van de interne kosten van RWS (apparaatskosten inclusief rente- en afschrijvingskosten) die verband houden met exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en beleidsondersteuning en –advisering. Het programmadeel dient ter dekking van de externe productkosten (EPK) voor exploitatie en onderhoud, verkenning, planning en studies, servicepakketten, landelijke taken, Caribisch Nederland en Omgevingswet.

Van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof is de opgave van 2025 structureel verdeeld over de verschillende dienstonderdelen van IenW en is voor RWS verwerkt op de materiële kosten (€ 15,6 miljoen). De resterende opgave in 2026-2029 is voor nu opgenomen onder artikel 98 en zal bij de 1e suppletoire begroting 2025 worden herschikt.

Tabel 150 Specificatie omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Agentschapsbijdrage Deltafonds

709.325

763.017

751.925

731.705

724.033

723.644

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

9.472

1.518

1.396

501

501

501

Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorzieningen

285

     

Artikel 3 Beheer Onderhoud en Vervanging

313.914

366.304

294.647

263.654

264.999

267.384

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overig

374.046

384.303

449.613

463.871

456.894

454.687

Artikel 7 Waterkwaliteit

11.608

10.892

6.269

3.679

1.639

1.072

Agentschapsbijdrage Mobiliteitsfonds

2.711.363

2.758.326

2.849.440

2.832.376

2.795.006

2.773.323

Artikel 12 Hoofdwegennet

1.729.297

1.783.088

1.853.308

1.881.769

1.853.116

1.841.399

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

982.066

975.238

996.132

950.607

941.890

931.924

Agentschapsbijdrage Hoofdstuk XII

66.195

61.611

57.886

57.788

56.865

57.883

Artikel 11 Waterkwaliteit

16.501

15.807

15.583

15.596

15.415

16.438

Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling

4.440

4.440

4.439

4.440

4.439

4.439

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

13.036

9.815

7.844

7.941

7.942

7.938

Artikel 16 Spoor

880

880

880

880

880

880

Artikel 17 Luchtvaart

749

723

229

56

56

56

Artikel 18 Scheepvaart en Havens

3.237

2.698

1.854

1.854

1.314

1.314

Artikel 19 Klimaat

533

641

446

446

267

267

Artikel 20 Lucht en geluid

3.695

3.318

3.317

3.317

3.318

3.317

Artikel 21 Duurzaamheid

11.953

12.604

12.604

12.604

12.604

12.604

Artikel 22 Externe veiligheid en risico's

7.828

7.343

7.343

7.343

7.343

7.343

Artikel 97 Algemeen departement

3.343

3.342

3.347

3.311

3.287

3.287

Overige omzet IenW

7.000

7.000

7.000

7.000

7.000

7.000

Totaal

3.493.883

3.589.954

3.666.251

3.628.869

3.582.904

3.561.850

Van totaal omzet IenW

      

*apparaat (interne kosten)

1.434.791

1.422.292

1.427.380

1.415.920

1.412.697

1.410.364

*programma (externe productkosten)

2.059.092

2.167.662

2.238.871

2.212.949

2.170.207

2.151.486

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft met name betrekking op:

  • Vergoedingen van het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij.

  • Vergoedingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten.

  • Vergoedingen van diverse ministeries voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.

  • Vergoedingen van het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en -advisering en de bijbehorende externe productkosten.

Tabel 151 Specificatie omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Rijksrederij

48.205

48.205

48.205

48.205

48.205

48.205

Omgevingswet

37.148

36.105

35.430

27.025

24.889

24.889

Werken voor en met Partners

19.500

19.500

19.500

19.500

19.500

19.500

Beleidsondersteuning en -advisering (BOA)

5.703

3.501

3.501

3.501

3.501

3.501

Overig

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Totaal

111.556

108.311

107.636

99.231

97.095

97.095

Omzet derden

De omzet derden heeft met name betrekking op:

  • Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van exploitatie en onderhoud van de infrastructuur en opbrengsten vanuit het windmolenpark Maasvlakte 2.

  • Uitkeringen van verzekeraars in het kader van schaderijden en schadevaren ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden.

  • Ontvangsten uit de pacht van benzinestations, de ingebruikgeving van RWS areaal (verhuur en pacht van bijvoorbeeld windparken) en incidentele verkoop van RWS areaal. Deze ontvangsten worden via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangen.

  • Opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en de Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)

  • Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en bedrijven voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.

  • Opbrengsten uit vergunningverlening in het kader van de Waterwet.

Tabel 152 Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Exploitatie en Onderhoud

70.000

70.000

70.000

70.000

70.000

70.000

Schaderijden en Schadevaren

41.725

41.725

41.725

41.725

41.725

41.725

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

61.476

60.057

59.557

59.057

58.557

58.557

Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD)

26.286

26.286

26.286

26.286

26.286

26.286

Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)

24.362

24.362

24.362

24.362

24.362

24.362

Werken voor en met Partners

16.500

16.500

16.500

16.500

16.500

16.500

Waterwet

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

Overig

8.100

8.100

8.100

8.100

8.100

8.100

Totaal

265.449

264.030

263.530

263.030

262.530

262.530

Saldo op ontvangen bijdragen

In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd aan de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau (BKN) voor exploitatie en onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en «Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».

Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau (BKN). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud bedraagt ultimo 2023 € 820,5 miljoen.

Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten bedraagt ultimo 2023 € 414,9 miljoen.

Rentebaten

RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Daarnaast ontvangt RWS ook rentebaten op bedragen die in deposito zijn gezet en tot uitkering komen.

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

Tabel 153 Specificatie personele kosten
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Formatie (in FTE)

10.083

9.884

9.897

9.828

9.806

9.799

- waarvan capaciteit structurele werkzaamheden

9.601

9.681

9.681

9.705

9.702

9.702

- waarvan capaciteit tijdelijke opdrachten

482

203

216

123

104

97

Eigen personeel (x € 1.000)

1.164.360

1.219.952

1.217.348

1.207.477

1.203.714

1.202.842

Inhuur externen (x € 1.000)

73.524

71.334

71.307

71.181

71.051

70.999

Inhuurpercentage

6%

6%

6%

6%

6%

6%

De formatie van RWS bestaat uit capaciteit voor structurele werkzaamheden en capaciteit voor tijdelijke opdrachten.

Capaciteit structurele werkzaamheden

In de begroting 2024 is voor structurele werkzaamheden een stabiel apparaatsbudget tot en met 2030 gefinancierd. Daarna loopt de gefinancierde capaciteit terug. In de ontwerpbegroting 2025 wordt de financiering van de capaciteit in 2031 op hetzelfde niveau gebracht.

Capaciteit tijdelijke opdrachten

RWS heeft ook capaciteit voor het uitvoeren van tijdelijke opdrachten. Dit betreft onder anderen capaciteit voor opdrachten voor uitvoering: compensatie voor instroom in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten, aanvullende capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en -advisering (BOA), programma Werken aan Uitvoering, Wet Open Overheid, Windenergie op zee, specialistische capaciteit stikstof en Net op zee.

Eigen personeel

De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).

Inhuur externen

De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS en worden gefinancierd uit de apparaatsmiddelen. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken), welke wordt gefinancierd uit de programmamiddelen.

Inhuur apparaat (kerntaken)

RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken. RWS verwacht de komende jaren een gemiddeld inhuurpercentage ten opzichte van de personele kosten van circa 6%

Inhuur programma (niet-kerntaken)

Gelet op de omvang van de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn belegd (de niet-kerntaken) substantieel. Uitgangspunt bij exploitatie-, onderhoud-, ontwikkeling- en vernieuwingsprojecten is optimaal gebruik te maken van de markt. Het doe-werk wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de markt, vooral op het terrein van techniek en beheersing. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.

De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name verantwoord op de post externe productkosten in deze agentschapsbegroting en de artikelonderdelen ontwikkeling en vernieuwing in de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.

Tabel 154 Specificatie inhuur programma
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Inhuur programma (niet-kerntaken) (x € 1.000)

139.317

141.016

163.144

159.905

150.976

132.938

Omzet RWS (GVKA en BLS-EPK) (x € 1.000)

5.572.690

5.640.631

6.525.751

6.396.210

6.039.043

5.317.504

Inhuur programma t.o.v. omzet RWS (in %)

3%

3%

3%

3%

3%

3%

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit bezetting gerelateerde materiële kosten (o.a. ICT, huisvesting en diensten en middelen, zoals catering, schoonmaak en beveiliging) en areaal gerelateerde materiële kosten (o.a. auto’s weginspecteurs).

Externe productkosten

Op deze post worden de externe productkosten voor exploitatie en onderhoud, servicepakketten, verkenning, planning en studies, landelijke taken, waterkwaliteitsprojecten, Caribisch Nederland, Omgevingswet en beleidsondersteuning en -advisering verantwoord.

Rentelasten

Dit betreft de kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten.

Afschrijvingskosten

Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa.

Overige lasten

Dit betreft de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen.

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Dit betreft de dotatie aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen.

Tabel 155 Kasstroomoverzicht over het jaar 2025 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2023

Suppletoire Begroting September 2024

2025

2026

2027

2028

2029

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

1.500.697

1.676.864

1.578.738

1.678.062

1.648.639

1.594.653

1.508.521

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

3.695.338

3.939.652

4.030.729

4.108.956

4.062.953

4.013.750

3.991.005

 

-/- uitgaven operationele kasstroom

‒ 3.485.102

‒ 4.019.253

‒ 3.911.961

‒ 4.115.097

‒ 4.089.015

‒ 4.068.941

‒ 4.047.533

2

Totaal operationele kasstroom

210.236

‒ 79.601

118.768

‒ 6.141

‒ 26.062

‒ 55.191

‒ 56.528

 

-/- totaal investeringen

‒ 27.067

‒ 56.023

‒ 42.124

‒ 61.626

‒ 87.831

‒ 74.987

‒ 74.987

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

687

      

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 26.380

‒ 56.023

‒ 42.124

‒ 61.626

‒ 87.831

‒ 74.987

‒ 74.987

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 19.309

      
 

+/+ eenmalige storting door het moederdepartement

8.500

      
 

-/- aflossingen op leningen

‒ 15.329

‒ 15.724

‒ 17.339

‒ 20.201

‒ 23.533

‒ 27.193

‒ 28.569

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

18.449

53.222

40.018

58.545

83.439

71.238

71.238

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 7.689

37.498

22.679

38.344

59.906

44.045

42.669

5.

Rekening courant RHB 31 december + depositorekeningen (=1+2+3+4)

1.676.864

1.578.738

1.678.062

1.648.639

1.594.653

1.508.521

1.419.675

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De nieuwe investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met de aflossing op deze leenfaciliteit.

Tabel 156 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2023

Suppletoire Begroting September 2024

2025

2026

2027

2028

2029

Omschrijving

       

Apparaatskosten per eenheid areaal (bedragen x € 1.000)

       

Hoofdwatersysteem

1,4

1,6

1,6

1,7

1,7

1,6

1,6

Hoofdwegennet

33,2

36,8

37,0

37,3

37,8

36,7

37,0

Hoofdvaarwegennet

31,2

33,1

32,7

33,2

33,4

33,0

33,0

        

% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet

       

% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet

23%

23%

22%

20%

20%

21%

23%

        

Tarief per FTE (bedragen x € 1)

       

Tarief per FTE

153.472

152.636

152.473

152.860

152.767

152.765

152.606

        

Omzet agentschap per productgroep (bedragen x € 1.000)

       

Hoofdwatersysteem

687.962

730.437

708.346

744.543

723.713

729.591

734.926

Hoofdwegennet

1.564.911

1.757.554

1.709.916

1.843.428

1.871.073

1.860.555

1.856.499

Hoofdvaarwegennet

849.555

992.537

948.124

992.471

946.643

944.646

937.519

Overig

56.199

123.325

136.931

126.203

151.340

144.912

132.406

Totaal

3.158.627

3.603.853

3.503.317

3.706.645

3.692.770

3.679.704

3.661.350

        

Bezetting

       

FTE formatie1

10.721

10.083

9.884

9.897

9.828

9.806

9.799

% overhead

14%

13%

13%

13%

13%

13%

13%

        

Exploitatiesaldo (% van de baten)

       

Exploitatiesaldo (% van de baten)

0,3%

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

0,1%

        

Gebruikerstevredenheid

       

Publieksgerichtheid

*

70%

70%

70%

70%

70%

70%

Gebruikerstevredenheid HWS

*

70%

70%

70%

70%

70%

70%

Gebruikerstevredenheid HWN

79%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

Gebruikerstevredenheid HVWN

69%

75%

75%

75%

75%

75%

75%

        

Ontwikkeling PIN-waarden

       

Hoofdwatersysteem

100

100

100

100

100

100

100

Hoofdwegennet

100

100

100

100

100

100

100

Hoofdvaarwegennet

100

100

100

100

100

100

100

1

Voor het jaar 2023 is de bezetting opgenomen

Toelichting

Apparaatskosten per eenheid areaal

Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor exploitatie en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal.

Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet

Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (zowel BLS als GVKA) van RWS.

Tarief per FTE

Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (personele kosten, materiele kosten, afschrijvingskosten en rentelasten) per formatieve ambtelijke FTE.

Omzet agentschap per productgroep

In de tabel is de omzet moederdepartement (inclusief de saldi op ontvangen bijdragen) uitgesplitst naar de verschillende netwerken.

Bezetting

FTE formatie: deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.

Percentage overhead: deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.

Exploitatiesaldo (% van de baten)

Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Gebruikerstevredenheid

Publieksgerichtheid: deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».

Gebruikerstevredenheid (per netwerk): deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).

Ontwikkeling PIN-waarden

De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatie-indicatorwaarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2018. De bijlage instandhouding bij de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.

Licence