De endogene ontwikkeling van de ontvangsten wordt toegelicht aan de hand van de relevante economische indicatoren zoals deze geraamd zijn in de Macro Economische Verkenning 2016. Voor 2016 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een waardeontwikkeling van het bbp van 3,3 procent. De endogene groei van de totale belasting- en premieontvangsten bedraagt in 2016 naar verwachting eveneens 3,3 procent. Daarmee gaat de groei van de totale belasting- en premieontvangsten in 2016 gelijk op met de waardegroei van het bbp. Zoals in hoofdstuk 3 van deze Miljoenennota is toegelicht, is de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten gerelateerd aan de samenstelling van de economische groei. Elke belasting kent zijn eigen grondslag, waarbij de verschillende belastinggrondslagen niet één-op-één en op dezelfde manier gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van het totale bbp. De ontwikkeling van de ontvangsten uit de ene belastingsoort kan dus anders uitpakken dan die van de andere belastingsoort.
De endogene groei van de inkomsten uit de indirecte belastingen in 2016 bedraagt 3,7 procent. Deze ontwikkeling wordt voor een groot deel bepaald door de btw-ontvangsten, verreweg de grootste post bij de indirecte belastingen. De btw-ontvangsten worden vooral bepaald door de consumptieve bestedingen, de investeringen in woningen en de overheidsinvesteringen. De waardeontwikkeling van de particuliere consumptie is in 2016 met 3,2 procent bijna gelijk aan de totale economische groei. Binnen de particuliere consumptie neemt het aandeel van duurzame goederen toe, wat leidt tot hogere ontvangsten omdat deze goederen belast worden tegen het algemene btw-tarief. De investeringen in woningen groeien met 7,3 procent, terwijl de overheidsinvesteringen toenemen met 0,5 procent. Daarmee komt de ontwikkeling van de btw-ontvangsten naar verwachting uit op 4,3 procent in 2016.
De endogene ontwikkeling van de ontvangsten uit de bpm is zeer beperkt in 2016. De bpm-ontvangsten hangen af van het aantal autoverkopen en het aandeel van kleinere en/of zuinige auto’s daarin. De verwachting is dat het aantal verkopen in 2016 wat afneemt als gevolg van anticipatieaankopen eind 2015 op de aanpassingen in de autobelastingen per 1 januari 2016. Naar verwachting zal het gemiddelde bpm-bedrag van de nieuwverkopen in 2016 hoger liggen dan in 2015. Per saldo mitigeren deze effecten elkaar. De ontvangsten uit de motorrijtuigenbelasting – waarvoor het gewicht van de in Nederland geregistreerde auto’s de grondslag vormt – nemen naar verwachting met 2,4 procent toe in 2016. De ontvangsten uit de overdrachtsbelasting nemen in 2016 naar verwachting met 11,3 procent toe. Deze stijging volgt uit een verwachte forse toename van het aantal verkopen van bestaande woningen in 2016 met 10,0 procent ten opzichte van 2015, in combinatie met een prijsstijging van 3,1 procent. De totale WOZ-waarde van sociale huurwoningen vormt de grondslag van de verhuurderheffing. Voor 2016 nemen de ontvangsten uit de verhuurderheffing naar verwachting met 0,9 procent toe. Een groei van zowel het volume als de prijs van ingevoerde goederen zorgen voor een toename van de ontvangsten uit invoerrechten met 9 procent. Tot slot nemen de ontvangsten uit de accijnzen in 2016 met 1,8 procent toe. Deze ontwikkeling wordt geheel beïnvloed door de ontwikkeling van de ontvangsten uit de tabaksaccijns en betreft daarnaast de toename op EMU-basis; de 1-maands verschoven kasontvangsten. Op kasbasis wordt in 2016 een beperkte daling van de accijnsontvangsten verwacht. Deze ontwikkeling hangt samen met het grillige patroon van de kasontvangsten uit de tabaksaccijns in de eerste maanden van 2015, waarschijnlijk als gevolg van anticipatiegedrag vanwege de verhoging van de tabaksaccijns per 1 januari 2015.
De endogene ontwikkeling van de directe belastingen bedraagt 3,6 procent in 2016. De qua omvang belangrijkste directe belastingsoort betreft de loon- en inkomensheffing.2 Onderliggend zijn vooral macro-economische indicatoren als de loonontwikkeling, de werkgelegenheid en de ontwikkeling van winsten van zelfstandigen van belang voor deze ontwikkeling. De grondslag van de loon- en inkomensheffing wordt daarnaast onder meer beïnvloed door de omvang van de hypotheekrenteaftrek en pensioenpremies.
De ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing groeien in 2016 met 3,3 procent. Deze ontvangsten nemen daarmee sterker toe dan in 2015 dankzij zowel een sterkere groei van de werkgelegenheid (2,2 procent) als een sterkere loonstijging (1,0 procent) in 2016. Ook groeien de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing in 2016 door een lagere hypotheekrenteaftrek en een toenemende winsten van IB-ondernemers (dat zijn ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting). De vpb-ontvangsten komen 4,4 procent hoger uit door een verdere verbetering van de winstgevendheid van bedrijven in 2016. In relatie met de hogere winsten nemen de ontvangsten uit de dividendbelasting met 9,7 procent toe.